‘Woa di ni getrouwd
mit en megje vaan de Greune?’
‘Nae, daat woa zien
broor. Di wao getrouwd mit en megje vaan Speulenbergs Funs zienen Thei.’
‘Hajje ze doa ok gen óngelukkig
kiënd?’
‘Nae, daat woa beej
Speulenbergs Funs ziene Petran. Doa hajje ze zelfs twië óngelukkige kiender,
enne jóng en en megje. En di jóng woa ok nag en veurkiënd.’
Óngelukkig. Zo
noemen we in Horst iemand die gehandicapt door het leven gaat. En niet alleen
in Horst: tot m’n verbazing zie ik in mijn Van Dale dat ‘ongelukkig’ in het
Nederlands dezelfde betekenis heeft.
We bevinden ons hier op gevaarlijk terrein: wat is
tegenwoordig de gangbare benaming voor ‘ongelukkig’? ‘Gebrekkig’ valt al meteen
af. Te denigrerend. ‘Gehandicapt’? Werd op een gegeven moment te stigmatiserend
bevonden (door wie eigenlijk? Door gehandicapten? Of door niet-gehandicapten?).
‘Invalide’ idem dito. Sindsdien heerst de waan van de dag. Een tijdje was
‘minder valide’ in zwang. Toen weer ‘mensen met een beperking’. Totdat ook
daaraan bezwaren bleken te kleven. En terecht: kent u iemand zonder beperking?
Met ‘mensen met mogelijkheden’ bereikten we het toppunt van verhullend
taalgebruik. Met ‘mensen met een lastig lichaam’ zijn we nu weer op de
terugweg. Waar naartoe? Wat dacht u van ‘gehandicapt’? Of zullen we het toch
maar op ‘ongelukkig’ houden?
Ongelukkigen zijn trouwens niet per definitie ongelukkig.
Zou iemand eens een keer wat cijfermatig onderzoek op moeten loslaten. Ik zou
er niet vreemd van opkijken als het percentage gelukkige ongelukkigen het
percentage gelukkige gelukkigen overtreft. Dat zich dus de vreemde paradox
voordoet dat ongelukkigen gelukkiger zijn dan gelukkigen. Al zijn er gelukkig
ook veel gelukkige gelukkigen.
Hoe zit het in Horst aan de Maas? Hoewel ik geen
vergelijkend cijfermateriaal heb, kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat
het percentage heel erg ongelukkigen hier veel hoger is dan elders (voor de
goede orde: dat zegt dus niets over hun mate van gelukkigheid, ook heel erg
ongelukkigen kunnen heel erg gelukkig zijn – gelukkig maar). Waaraan ik deze
indruk ontleen? Aan gewoon eens een paar uurtjes goed uit m’n doppen kijken
hier op straat. Ongelooflijk wat je dan allemaal tegen het lijf (of wat daar
nog van over is) loopt. Mijn top 5 van Horster heel erg ongelukkigen:
5.
Hoofd en romp van elkaar gescheiden en verder perforaties in
de voet, de enkel, het kuitbeen, het bovenbeen, de lies, de maag en de borst.
En ondanks dit alles wekte deze heel erg ongelukkige de indruk als een vrolijke
Frans door het leven te gaan. Ontmoet op het Lambertusplein.
4.
Ga er maar aan staan: ongelukkig zijn en dan ook nog je hele
leven vastgeketend zitten aan je dubbelganger. Ontmoet bij de
winkelwagentjesparkeerplaats van Plus.
3.
Gekliefd hoofd, ontbrekende nek, hap uit bovenbeen,
verdwenen knieën, kogelgaten in de enkels. En dan toch gaan zwemmen. Ontmoet
bij zwembad De Berkel.
2.
Met alle mogelijke respect, maar het kostte me moeite hierin
nog een mens te herkennen. Maar je hoort mij niet zeggen dat hij (of is het een
zij?) een ongelukkige ongelukkige is. Ontmoet op de Speulhofsbaan in Meterik.
1.
Deze ongelukkige lijdt aan een zeldzame ziekte waarbij je vanzelf oplost. Het heeft er alle schijn van dat de ziekte in een vergevorderd stadium is. Gaat desondanks fluitend door het leven. Ontmoet op de voorheen naamloze weg die binnenkort Kerkeveld gaat heten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten