È arrivato … Zampanò!
Gelsomina! Gelsomina!
Gelsomiiina!
Gisteren Wittenhorst z’n eerste overwinning van dit seizoen
voor de poorten van de hel zien wegslepen. Voor magische momenten moet je even
niet op sportpark Ter Horst zijn. Gelukkig kun je daarvoor elders in de
Moelbaerenbos wel terecht. Op het ruiterterrein (‘ruutertrein’ in goed Horster) bijvoorbeeld. Daar was vorige week
Circus Renz neergestreken. M’n neefje en nichtje hadden kaartjes weten te
bemachtigen voor de avondvoorstelling op dinsdag. Aan mij de schone taak beiden
na afloop veilig huiswaarts te loodsen.
Omdat de voorstelling om half tien zou zijn afgelopen
vervoegde ik me omstreeks kwart over negen op het ruiterterrein. Het werd half
tien, het werd kwart voor tien, het werd tien uur – en het circus ging maar
door. Normaalgesproken iets om zo niet woedend dan toch in elk geval
geïrriteerd over te raken. Dit keer niet. Het wachten was een genoegen dat van
mij wel tot de volgende morgen had mogen voortduren: het aardedonkere
ruiterterrein met in het midden de verlichte circustent cum annexis, het
schijnsel van de circusverlichting dat de bosrand scherp deed afsteken tegen de
bewolkte hemel, de nep-grandeur van de kassa’s en de toegang tot de tent, de
jongleur die z’n act er alweer op had zitten en terugsjokte naar z’n sleurhut.
Maar toch vooral de geluiden die opklonken uit de tent, zo sterk contrasterend
met de gewijde stilte van het ruiterterrein. De kreten van ontzetting, de
bevrijdende lach, het ritmisch handgeklap, het gefluit, het gejoel. En dat
allemaal begeleid door een begeesterend orkestje (helemaal in de nok van de
tent geposteerd, zo hoorde ik later van neef en nicht). Zonder het te zien kreeg
je zo toch mee wat zich binnen afspeelde. Magische momenten!
De volgende dag keerde ik terug om tijdens de
middagvoorstelling de magie nogmaals te vangen – tevergeefs natuurlijk. Geen
feeërieke verlichting van circustent en omgeving meer. Kassa’s en entree waren
alweer onderweg naar de volgende standplaats. Shovels reden af en aan om ook de
rest van de bijgebouwen vervoersklaar te maken. Geen spoor meer van de
jongleur. Wel van de getatoeëerde ‘kleine lilliputter’ (© neef & nicht) overigens,
die zich bij z’n caravan van z’n schmink ontdeed. En het dient gezegd: orkestje
en publiek zorgden samen andermaal voor een indrukwekkend soundscape.
Een en ander leidde tot de onbedwingbare behoefte La strada voor de zoveelste keer terug
te zien (klik hier en hier). Want ondanks de superieure Britse humor van Red Nose of Courage (1992; over John
Major, zoon van een circusartiest en zelf een zeer middelmatige clown die het
desondanks weet te schoppen tot Engels premier; klik hier) en het aangrijpende
Italiaanse juweeltje La pivellina uit
2009 (niet te vinden op YouTube, wel op dvd, bij uitstek geschikt als
Sinterklaascadeau) blijft het meesterwerk van Federico Fellini uit 1954
natuurlijk de beste circusfilm ooit. Ongegeneerd sentimenteel, maar ook melancholisch
en ontroerend. Een roadmovie
bovendien, zich afspelend in een desolaat naoorlogs Italië. Ook na zestig jaar nog
altijd even betoverend, mede dankzij de muziek van Nino Rota (klik hier).
Signore, signori …
Zampanò!
Gelsomina! Gelsomina!
Gelsomiiina!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten