maandag 4 november 2013

Klein mysterie 496 – Zwembad (1)

Hoewel in het trotse bezit van drie diploma’s heeft zwemmen nooit tot mijn favoriete bezigheden behoord. Een verklaring daarvoor ligt mogelijk juist in die diploma’s. A en B waren geen probleem en behaalde ik al op zevenjarige leeftijd. Daarna begon het gezeik. Onderdeel van zwemvaardigheidsdiploma I (in de volksmond ‘C’) was het opduiken van rubberen bordjes van de bodem van het zwembad. Voor mij een onoverkomelijke opgave, hoe goed ik ook m’n best deed. Misschien wel zes keer examen gedaan, telkens waren de bordjes het struikelblok.
Hoe ik uiteindelijk op 9 december 1975 toch in het bezit van het diploma ben gekomen, is me een raadsel. Vermoedelijk zal de examinator een oogje dicht hebben geknepen, hoewel zwembadtypes doorgaans geen oogjesdichtknijpers zijn. Manipulatie van mijn kant acht ik uitgesloten. Groter is de kans dat mijn vader met steekpenningen in de weer is geweest. In elk geval heb ik na deze lijdensweg weinig zwemwater meer van dichtbij gezien. Het schijnt dat je het nooit verleert en daar vertrouw ik dan maar op, mocht ik onverhoopt nog eens in de Kabroeksebeek belanden.
Ondanks bovenstaande heb ik enkele weken geleden mijn handtekening gezet onder de oproep ‘’t Zwembad mòt bliéve’. Daar was wel enige overredingskracht van een SP-activist voor nodig. Waarom zou een gemeente van 42 duizend inwoners namelijk wel een zwembad moeten hebben, maar geen overdekte schaatsbaan, schouwburg, casino, voetbalstadion of bioscoop? ‘Omdat een zwembad in tegenstelling tot de andere dingen die je opnoemt een basisvoorziening is, net als bijvoorbeeld een bibliotheek’, aldus de SP’er. Na nog wat tegengesputter, vooral voortkomend uit mijn hekel aan zwemmen, moest ik hem daarin uiteindelijk toch gelijk geven, met de handtekening als logisch gevolg.
Met het argument dat het zwembad een basisvoorziening is, verkeren de SP en ik overigens in onverdacht gezelschap. Verantwoordelijk wethouder Ger van Rensch zei een jaar geleden in Hallo Horst aan de Maas precies hetzelfde: ‘Het zwembad is een basisvoorziening en dat willen we graag zo houden.’ Toch gaf het gemeentebestuur (inclusief diezelfde wethouder) ongeveer tegelijkertijd opdracht tot een onderzoek naar één regionaal zwembad voor de gemeenten Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venlo. Dat roept de vraag op wat het gemeentebestuur verstaat onder ‘basisvoorziening’. Mag je een regiobad in Venlo of Panningen nog een basisvoorziening voor de inwoners van Horst aan de Maas noemen? ‘Ja’, zegt het gemeentebestuur – anders had het de opdracht voor het onderzoek niet verstrekt. ‘Nee’, zeg ik. Het woord is binnenkort aan de raden van de opdrachtgevende gemeenten. Het rapport wordt woensdag namelijk gepresenteerd. Maar de uitkomsten liggen nu al op straat. Eén, volstrekt voorspelbare conclusie: één regiobad is aanzienlijk goedkoper dan drie lokale.
De Venlose wethouder Ramon Testroote liet Dagblad De Limburger weten benieuwd te zijn of politici met de gemeenteraadsverkiezingen in zicht durven te kiezen voor een regiobad. Daar ben ik eveneens razend benieuwd naar. Waar ik nog benieuwder naar ben: of Testroote met de gemeenteraadsverkiezingen in zicht nog steeds zou durven te kiezen voor een regiobad mocht blijken dat het Horster industrieterrein of de omgeving van het AC Restaurant in Sevenum meer geschikt zijn voor vestiging van het regiobad dan de door hem geopperde Venlose locaties (Floriade- of Kazerneterrein).  

1 opmerking: