‘Lambada’s ziën nogal kummelik’, zei ik vorige week op de
buurtbarbecue tegen de biologisch groente, fruit en bloemen telende
bijna-overbuurman. ‘Neet-biologisch geteelde lambada’s ziën nogal kummelik’,
verbeterde hij.
Het gaat nou eens keer niet om de lambada’s, maar om dat
‘kummelik’. Ons dialoogje later nog eens analyserend leek me aanvankelijk dat
we beiden gezondigd hadden tegen het Horster. Van huis uit heb ik namelijk
meegekregen dat ‘kummelik’ in het Horster dialect ‘kieskeurig’ betekent. ‘Ziede geej nou echt die lambada’s iën vur iën
án ’t bekiëke um te zeen of ze ni gekwejjerd zie? Kóm op zeg, ni zò kummelik.’
Toch betrap ik mezelf er de laatste tijd vaker op dat ik ‘kummelik’ ook gebruik
in de betekenis van ‘kwetsbaar’. Zo ook in het lambada-dialoogje met mijn bijna-overbuurman.
Het vreemde is nu dat hij mijn ‘kummelik’ gewoon overnam. Houdt dit in dat de
betekenis van ‘kummelik’ veelomvattender is dan ik van huis uit heb
meegekregen?
De naslagwerken er maar eens bijgehaald. E maes inne taes, een van de twee
Horster woordenboekjes, kent twee betekenissen toe aan ‘kummeluk’: precies ziën en veul zörg nuëdig hebbe. ‘Precies
ziën’ komt niet eens in de buurt van mijn van huis uit meegekregen
betekenis van ‘kummelik’. Die benadert veeleer de omschrijving van ‘kieskeurig’
in de Van Dale: ‘veeleisend, met een moeilijk te bevredigen smaak’.
En‘veul zörg nuëdig
hebbe’ is ook weer net iets anders dan ‘kwetsbaar’: dat lambada’s veul zörg nuëdig hebbe hoeft in mijn
optiek nog niet automatisch te betekenen dat ze ook kwetsbaar zijn. Misschien
moet de lambada-in-de-groei wel worden vertroeteld en viermaal per dag
liefkozend worden toegesproken opdat ze als volwassen lambada tegen een stootje
kan. In dat geval leiden de zörg er
juist toe dat de lambada niet kwetsbaar is.
Het Venrays
woordenboek dan. Dat heeft eveneens twee betekenissen voor ‘kummelek’:
‘kieskeurig’ en ‘korzelig, lastig, kribbig, lichtgeraakt’. Het dialekt van de gemeente Meerlo-Wanssum wijkt daar nauwelijks
van af met ‘kieskeurig’ en ‘niet gauw tevreden, te nauwgezet’. Weblog Roets in Lottum heeft het dan weer over
‘kwetsbaar’ en ‘zeikerig precies’.
Zoveel hoofden, zoveel zinnen en zoveel mensen, zoveel
wensen. M’n bijna-overbuurman toch maar eens vragen of hij nou bedoelde dat
niet-biologisch geteelde lambada’s veul
zörg nuëdig hebbe of kwetsbaar, korzelig, lastig, kribbig, lichtgeraakt,
kieskeurig, niet gauw tevreden, te nauwgezet dan wel (zeikerig) precies zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten