maandag 24 november 2014

Intermezzo – Belgische vluchtelingen (1)

Dit weekend werd op meer of minder zinnige wijze stilgestaan bij de bevrijding van Horst en omstreken, zeventig jaar geleden. Met de Tweede Wereldoorlog zit het wel goed in het collectieve Horster geheugen. Voor de Eerste Wereldoorlog geldt dit veel minder. Logisch misschien, Nederland was neutraal en hier werd geen schot gelost. En toch had ook die oorlog zijn weerslag op deze contreien. Vanaf het begin, nu precies honderd jaar geleden, kwam vanuit België een grote stroom oorlogsvluchtelingen op gang. Tussen augustus en november 1914 vluchtten bijna twee miljoen Belgen naar het buitenland, waarvan meer dan een miljoen naar Nederland. Enkele honderden belandden in de huidige gemeente Horst aan de Maas.
In Horst arriveerden de eerste gezinnen, afkomstig uit de omgeving van Luik, op 20 september 1914. Vanaf begin 1915 vonden ook enkele honderden Belgische kinderen onderdak in Horst en omgeving. Zij waren veelal afkomstig uit het zwaar getroffen Dendermonde en omgeving. De kinderen leefden er in erbarmelijke omstandigheden, zoals blijkt uit een verslag in De Voorhoede van 20 februari 1915: ‘Even zorgwekkend als in Dendermonde en voorsteden, is de toestand in omliggende dorpen. In het nabijgelegen Zele heerscht de bitterste armoede, in dit kleine plaatsje smeekten tientallen van ouders (…) om toch hunne kinderen, voor wie zij geen brood meer hebben, mede naar Holland te voeren.’ Een hulpverlener verklaarde: ‘We hebben daar kinderen aangetroffen, die sinds maanden als hoofdmaaltijd gekookte aardappelschillen kregen en ook kinderen die in geen drie dagen warm eten hadden genoten.’
Op woensdag 3 februari 1915 arriveerde de eerste groep van 32 kinderen in het Sint-Antoniusgesticht – het huidige Gasthoês. De Nieuwe Venlosche Courant deed er enkele dagen later verslag van (klik op de afbeelding om haar te vergroten):
De kinderen werden voor het merendeel ondergebracht bij particulieren; enkelen bleven in het Sint-Antoniusgesticht, op kosten van Horstenaren die thuis niet de mogelijkheid hadden hen goed te verzorgen. In augustus 1915 volgde nog een tweede, kleinere groep kinderen, eveneens afkomstig uit (de omgeving van) Dendermonde.
Zoals het in Horst ging, ging het in elk geval ook in Grubbenvorst, Meerlo en Sevenum, waar in totaal meer dan honderd Belgische kinderen gedurende de oorlogsjaren werden opgevangen. De meesten keerden na de wapenstilstand van 1918 terug naar huis, anderen bleven nog enkele jaren, een enkeling vestigde zich permanent in Nederland.
De opvang van de Belgische oorlogsvluchtelingen was op katholieke leest geschoeid. Honderd jaar later doet Sybrand van Haersma Buma, voorman van het deels op katholieke geest geschoeide CDA (u weet wel, die partij die naastenliefde zo hoog in het vaandel heeft staan), er alles aan Syrische vluchtelingen het hier zo lastig mogelijk te maken en degenen die bij de gratie Gods mogen komen liefst zo spoedig mogelijk weer het land uit te werken.  

The times they are a-changin’.

(Een volgende keer meer over de ervaringen van de Belgische oorlogskinderen in Horst.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten