Dit weekend werd op meer of minder zinnige wijze stilgestaan
bij de bevrijding van Horst en omstreken, zeventig jaar geleden. Met de Tweede
Wereldoorlog zit het wel goed in het collectieve Horster geheugen. Voor de Eerste
Wereldoorlog geldt dit veel minder. Logisch misschien, Nederland was neutraal
en hier werd geen schot gelost. En toch had ook die oorlog zijn weerslag op
deze contreien. Vanaf het begin, nu precies honderd jaar geleden, kwam vanuit
België een grote stroom oorlogsvluchtelingen op gang. Tussen augustus en
november 1914 vluchtten bijna twee miljoen Belgen naar het buitenland, waarvan
meer dan een miljoen naar Nederland. Enkele honderden belandden in de huidige
gemeente Horst aan de Maas.
In Horst arriveerden de eerste gezinnen, afkomstig uit de
omgeving van Luik, op 20 september 1914. Vanaf begin 1915 vonden ook enkele
honderden Belgische kinderen onderdak in Horst en omgeving. Zij waren veelal
afkomstig uit het zwaar getroffen Dendermonde en omgeving. De kinderen leefden
er in erbarmelijke omstandigheden, zoals blijkt uit een verslag in De Voorhoede van 20 februari 1915: ‘Even zorgwekkend als in Dendermonde en
voorsteden, is de toestand in omliggende dorpen. In het nabijgelegen Zele
heerscht de bitterste armoede, in dit kleine plaatsje smeekten tientallen van
ouders (…) om toch hunne kinderen, voor wie zij geen brood meer hebben, mede
naar Holland te voeren.’ Een hulpverlener verklaarde: ‘We hebben daar kinderen aangetroffen, die sinds maanden als hoofdmaaltijd
gekookte aardappelschillen kregen en ook kinderen die in geen drie dagen warm
eten hadden genoten.’
Op woensdag 3 februari 1915 arriveerde de eerste groep van
32 kinderen in het Sint-Antoniusgesticht – het huidige Gasthoês. De Nieuwe Venlosche Courant deed er enkele
dagen later verslag van (klik op de afbeelding om haar te vergroten):
De kinderen werden voor het merendeel ondergebracht bij
particulieren; enkelen bleven in het Sint-Antoniusgesticht, op kosten van
Horstenaren die thuis niet de mogelijkheid hadden hen goed te verzorgen. In
augustus 1915 volgde nog een tweede, kleinere groep kinderen, eveneens
afkomstig uit (de omgeving van) Dendermonde.
Zoals het in Horst ging, ging het in elk geval ook in
Grubbenvorst, Meerlo en Sevenum, waar in totaal meer dan honderd Belgische
kinderen gedurende de oorlogsjaren werden opgevangen. De meesten keerden na de
wapenstilstand van 1918 terug naar huis, anderen bleven nog enkele jaren, een
enkeling vestigde zich permanent in Nederland.
De opvang van de Belgische oorlogsvluchtelingen was op
katholieke leest geschoeid. Honderd jaar later doet Sybrand van Haersma Buma,
voorman van het deels op katholieke geest geschoeide CDA (u weet wel, die
partij die naastenliefde zo hoog in het vaandel heeft staan), er alles aan
Syrische vluchtelingen het hier zo lastig mogelijk te maken en degenen die bij
de gratie Gods mogen komen liefst zo spoedig mogelijk weer het land uit te
werken.
The times they are
a-changin’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten