maandag 4 mei 2015

Intermezzo – De tragische rol van Jacques Schreurs

Iedereen van pakweg 45 en ouder moet er wel iets van hebben meegekregen: de televisieserie Dagboek van een herdershond. Zestien delen, uitgezonden door de KRO, razend populair tussen 1978 en 1980. Met Jo De Meyere als jonge kapelaan Erik Odekerke en verder onder meer Kees Brusse als engelbewaarder en Ko van Dijk jr. als Nicolaas Bonte. Gebaseerd op het eerste deel van de trilogie Kroniek eener parochie, tussen 1941 en 1948 geschreven door priester-dichter/schrijver Jacques Schreurs. Diezelfde Schreurs, in 1893 geboren in Sittard en in 1966 overleden in Weert, speelde in augustus 1943 ongewild een tragische rol bij het verraad van een groep onderduikers en verzetsmensen in Meterik.
Schreurs verrichtte vanaf 1941 of 1942 verzetswerk. Tijdens een verblijf in het Sint-Theresiaklooster in Meterik raakte hij betrokken bij het plaatselijke verzet. In juni 1943 kwam hij in contact met Antonie Damen, een jonge scheepswerktuigbouwkundige die voor de Duitse inlichtingendienst werkte zonder dat dit in verzetskringen bekend was. Schreurs vertrouwde Damen volledig en introduceerde hem bij de Meterikse kapelaan Antoon Hubert Adams, Toon Steeghs en de Horster veldwachter Mathieu Starren. Zij behoorden tot een verzetsgroep die onderduikers, studenten en piloten had ondergebracht in twee kampen in de Schadijkse Bossen. Damen infiltreerde in de groep en lichtte zijn Duitse superieuren in. Op grond van zijn aanwijzingen kwam de Sicherheitspolizei, ondersteund door leden van de Grüne Polizei, op 19 augustus 1943 in actie. Ze kamde de Schadijkse Bossen uit en verrichtte zestien arrestaties. Onder de arrestanten bevonden zich Jacques Schreurs en Mathieu Starren. Kapelaan Adams en Toon Steeghs wisten de dans te ontspringen.
De arrestanten werden na indringende verhoren eerst verspreid over verschillende kampen en gevangenissen in Nederland en later op transport gesteld naar Duitsland. Mathieu Starren overleefde het niet: hij overleed op 31 mei 1945 in Bergen-Belsen. Jacques Schreurs belandde via gevangenissen in Maastricht en Haaren uiteindelijk in de beruchte gevangenis van Scheveningen. Daaruit werd hij op 11 februari 1944 plotseling ontslagen. Pas na de oorlog werd hem duidelijk dat hij dit te danken had aan een medewerker van de Duitse inlichtingendienst met wie hij in de jaren dertig had kennisgemaakt.
Antonie Damen werd na de bevrijding na een aanvankelijk levenslang veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf. Jacques Schreurs huldigde na de oorlog het standpunt dat collaborateurs geholpen moesten worden. Dit gold bijvoorbeeld voor zijn uitgever Albert Kuyle en dichter Martien Beversluis, overtuigde nationaalsocialisten. Het motto ‘genade voor de zondaar’ strekte zich zelfs uit tot Anton Mussert, schreef Schreurs in weekblad De Linie. Veel publieke steun voor dit standpunt ondervond hij niet.

(Dit stukje is gebaseerd op A.P.M. Cammaert, Het verborgen front (Leeuwarden-Mechelen 1994) 313-315; Loe Derix, Oud Horst in het nieuws. 6: 1943-1946 (Horst 1994) 48-53; Theo Schouw, De krekel op de harp. De priester-dichter Jacques Schreurs (Sittard 1993) 44-61.)

1 opmerking: