maandag 29 juni 2015

Top 5 – Locaties uit mijn ijsjesverleden

Onlangs gekocht in Dortmund, toen ik daar J. en I. van het vliegveld moest halen. Thuisgekomen had ik al snel spijt van m’n aankoop omdat de prijssticker niet te verwijderen bleek (het op boeken en cd’s en dvd’s plakken van prijsstickers is een criminele handeling die zou dienen te leiden tot jarenlange eenzame opsluiting). Toen ik eenmaal in het boek begon, was die spijt weldra verdwenen: Axel Hacke schetst in Deutschlandalbum een indringend portret van Duitsland en de Duitsers.
Eén stuk is getiteld ‘Eis’ en begint zo:
‘Man müsste in Deutschland mal eine Umfrage machen: Menschen fragen nach ihrem ersten Eis. Wie es hieß, wie sein Geschmack war, wo man es holte … Wahrscheinlich könnte man überhaupt eine Geschichte des Landes schreiben mit Hilfe dieser Frage: Was jeweils wann und für wen das erste Eis war. Mein erstes Eis hieß Capri.’
Onvermijdelijk gevolg van het lezen van deze passage was dat ik in mijn eigen, weinig imposante ijsverleden begon te graven. Of de hiernavolgende weerslag daarvan bijdraagt aan eine Geschichte des Landes, waag ik te betwijfelen. Laten we het houden op een voetnoot bij de Horster geschiedenis van de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Hier komt-ie, de top 5 van (Horster) locaties uit mijn ijsjesverleden:

5.
Meteen maar een bekentenis: erg heiß auf Eis ben ik nooit geweest. Lekker hoor, maar niet iets waar ik me voor verhang. En dan meteen ook maar een tweede bekentenis: verpakt ijs en softijs hebben me altijd meer kunnen bekoren dan vers ijs. Verwacht van mij dus geen lyrische recensies van het Clevers- of Passi-ijs. Dan nog eerder van Heldro, de 2CV onder de ijzen: zonder overbodige toeters en bellen, maar ongemeen lekker. In Horst sinds jaar en dag onder meer verkrijgbaar bij tankstation De Kamp.

4.
Een waterijsje was het eerste (zie nummer 1), maar niet uitgesloten is dat mijn eerste softijs een Jan Joosten-softijs was. Kleinste formaat hoorntje waarschijnlijk, verkrijgbaar aan het raam aan de Jacob Merlostraat dat nu met rolluiken zo hermetisch gesloten is. Voor een dubbeltje extra kreeg je er een laagje chocola op. Dat helaas meteen hard werd.
   
3.
Op dinsdag stond op de markt, vóór wat nu De Smidse is, altijd een oudere, wat norse man met bril en strohoed. Hij verkocht verpakt ijs uit wat denk ik een ijscobrommer heet. De man heeft waarschijnlijk al lang geleden het tijdelijke met het eeuwige verwisseld, maar wat zou er van zijn brommer zijn geworden?

2.
Vaste prik: op zaterdagmiddag voetballen in de Schaak en daarna op kosten van mijn vader een ijsje bij ’t Hukske in Meterik. Mijn vader steevast een mokkastick, ik meestal een vanille- of bananenstick, anderen een waterijsje, chocoladestick of split. Behalve X. Terwijl iedereen genoegen nam met een ijsje van veertig of maximaal vijftig cent, koos X altijd voor de TV-pak, een groot blok vanille-ijs van 1,50 gulden in een roodwitblauwe verpakking die een tv moest suggereren.    

1.
Waar nu Chinees-Indisch restaurant New Fong Shou is gevestigd, zetelde omstreeks 1970 de wasserette van Jac van den Munckhof. Je kon er ook snoep en ijs krijgen. En voetbalplaatjes. Zelfs op zondagmorgen. Ik weet zeker dat ik hier mijn eerste voetbalplaatjes heb gescoord. Nog geen Panini, maar Vanderhout (waarom geen Geschichte des Landes aan de hand van ieders eerste voetbalplaatjes?). Het zou me niet verbazen als ik hier ook mijn allereerste ijsje heb genuttigd. Een waterijsje, roodoranje, bevestigd aan twee stokjes die al snel plakkerig werden van het naar beneden druppelende gesmolten ijs. Naam? Merk? Al sla je me dood.

P.S. Het staat iedereen natuurlijk vrij zijn of haar (al dan niet Horster) ijsverleden met andere Horst-sweet-Horst-lezers te delen. 

Top 5 – Voor mij onbegrijpelijke Horster zegswijzen uit de beide Horster woordenboekjes

Verheugend nieuws voor alle (Horster) dialectliefhebbers: E maes inne taes en Zò bót ás en hiëp, de moeilijk verkrijgbare Horster woordenlijsten in boekvorm uit respectievelijk 1989 en 1993, zijn sinds kort gedigitaliseerd en op internet raadpleegbaar (klik hier en hier). En wel op de website van het onvolprezen Meertens Instituut. Dit heeft op 16 juni de elektronische Woordenbank van de Nederlandse Dialecten (eWND) gelanceerd (klik hier). Doel van de eWND is zoveel mogelijk dialectwoordenboeken digitaal beschikbaar en doorzoekbaar te maken. De databank bestaat vooralsnog uit circa zestig gedigitaliseerde woordenboeken en artikelen, waaronder behalve de Horster woordenlijsten ook een Thorns woordenboek, een nooit eerder gepubliceerd Venloos woordenboek en een boek met Limburgse spreekwoorden en gezegden.
De bedoeling is dat uiteindelijk alle begrippen uit de woordenboeken en artikelen worden opgenomen in één grote databank die op verschillende manieren doorzoekbaar is. Zover is het nog niet: de twee Horster woordenlijsten bijvoorbeeld zijn wel gedigitaliseerd (als pdf-bestand) én doorzoekbaar maar hun inhoud is nog niet opgenomen in de grote databank. Is vermoedelijk een kwestie van tijd. Al kan het ook zijn dat de vertaling in het Nederlands van beide woordenlijsten voor problemen zorgt. Want anders dan bij het merendeel van de dialectwoordenboeken ontbreekt in de twee Horster woordenlijsten veelal een Nederlandse vertaling van de Horster woorden. Dus bij megje staat niet ‘meisje’ als betekenis vermeld, maar ‘jóng vrommes’. En bij oetschoebe niet ‘uitschelden’, maar ‘oêtfoetere’. Op een enkele uitzondering na – denk bijvoorbeeld aan vortvares (‘verveur’) of grozele (‘greuzele’) – laten de meeste woorden zich vrij eenvoudig in het Nederlands vertalen. Althans voor mij.
Anders is het bij de Horster zegswijzen. Van een aanzienlijk aantal van de honderden Horster uitdrukkingen die de beide woordenlijsten bevatten (vooral Zò bót ás en hiep) is de betekenis me volstrekt duister. De top 5 van voor mij onbegrijpelijke Horster zegswijzen uit de beide Horster woordenboekjes:

5. Aalt in d’n haam ziën
Altijd bij Interchalet je inkopen doen? Altijd in de olie zijn? Altijd een haam om je nek hebben hangen? Altijd de deur open laten staan? Altijd haantje de voorste willen zijn?

4. Iemes wát moppe
Iemand voor de gek houden? Iemand een aalmoes geven? Iemand een knal voor z’n kanis geven? Iemand knollen voor citroenen verkopen? Iemand de wacht aanzeggen?

3. Op mooders miste zien
Een uur in de wind stinken? Op moeders schoenen de hort opgaan? Wartaal uitslaan? De rommel van moeder opruimen? Wat al te rijkelijk met de eau de cologne zijn omgesprongen?

2. Heej mót poejakke
Hij moet plassen? Hij moet maken dat hij wegkomt? Hij moet eens ophouden met die vuige praatjes van ’m? Hij moet poepen? Hij moet de schrobber tevoorschijn halen?

1. Dát is en schoets
Dat is een roddeltante? Dat is een zanikwijf? Dat is een smerige voorkruipster? Dat is een vrouw om door een ringetje te halen? Dat is een sloerie?

Klein mysterie 658 – Doedelzakspeler (1)

KUNSTPOLITIEBERICHT: OPSPORING GRUBBENVORSTER DOEDELZAKSPELER VERZOCHT
In het Noord-Limburgse Grubbenvorst wordt sinds enige tijd een doedelzakspeler vermist. Signalement: man van middelbare leeftijd, geen bril, fraai gekrulde snor, in verhouding tot de rest van zijn lichaam enorm groot hoofd en grote handen. Zijn hoofd wordt gesierd door een stempelvormige muts. Hij hult zich bij voorkeur in vaalbruine kleren. De man, die een wat houterige indruk maakt, vertoont zich nooit zonder zijn doedelzak, die een verhoudingsgewijs kleine zak heeft. Hij is voor het laatst gesignaleerd bij de rotonde aan het zuidelijke uiteinde van de Burgemeester Cremersstraat in Grubbenvorst. Heeft u inlichtingen over de huidige woon- of verblijfplaats van deze doedelzakspeler neem dan contact op met de politie in Horst aan de Maas of met de politie in uw eigen woonplaats.
Voor de inwoners van Grubbenvorst waarschijnlijk een weet, voor mij als niet-Grubbenvorstenaar een vraag: waar is de doedelzakspeler gebleven? Doedelzakspeler is (of was?) een houten beeld dat stond bij de rotonde waar Burgemeester Cremersstraat, Molenveld en Winterheide samenkomen. Het werd onthuld op 9 december 2000 en was een geschenk van de Poolse gemeente Wloszakowice (zeventig kilometer ten zuiden van Poznan). De schenking was bedoeld als blijvende herinnering aan de goede betrekkingen met de toenmalige Nederlandse partnergemeente Grubbenvorst. De website van de gemeente Wloszakowice bevat nog altijd een foto van de onthulling (klik hier).
Maker van het beeld is Jerzy Sowijak, een in 1959 in Bukowiec Gorny (een dorp enkele kilometers ten oosten van Wloszakowice) geboren en nog altijd woonachtige beeldhouwer die zich heeft gespecialiseerd in het vervaardigen van grote houtsculpturen. Zijn werk is behalve in Grubbenvorst onder meer te vinden in Zbarzewo (beeld van een ploeger), Bukowiec Gorny (twee muzikanten), Wloszakowice (boom met vogels) en Grotniki (smid) (met dank aan Gosia voor het verschaffen van deze inlichtingen). 
Op de website Gewoën Grubbevors staat Doedelzakspeler nog altijd vermeld op de lijst van Grubbenvorster beelden (klik hier). Toch ontdekte ik al in maart dat het beeld was verdwenen. Waarom? Rot? Houtworm? Niet mooi genoeg meer bevonden? Hoe lang is het al weg? Weet Jerzy Sowijak ervan? Weten ze er in Wloszakowice van? Komt het nog terug? Zo ja, wanneer? En waar?
Grubbenvorstenaren verschaf s.v.p. opheldering!

Intermezzo – Riet Geurts

Mooie necrologie van Dien Cornelissen, geschreven door Peter de Waard, deze week in De Volkskrant. De in 1923 in Oploo geboren KVP- en CDA-politica overleed op 25 mei in haar woonplaats Boxmeer. Van beroep maatschappelijk werkster werd ze in 1958 het eerste vrouwelijke gemeenteraadslid in de gemeente Boxmeer. Dat was het begin van een lange politieke carrière waarin ze het behalve tot gemeenteraadslid (1958-1972) ook bracht tot Provinciale Statenlid (1962-1978), Eerste Kamerlid (1969-1971) en Tweede Kamerlid (1971-1986). Een hemelbestormster was ze niet, wel wist ze op haar specialismen (volksgezondheid, welzijn, kinderbescherming) het nodige te bereiken.
Bij het lezen van het in memoriam moest ik meteen denken aan mijn bijna dertien jaar geleden overleden buurvrouw Riet Geurts (1917-2002). Tenzij ik me sterk vergis (ik weet niet wie ik het nog zou kunnen vragen) waren Riet en Dien bekenden van elkaar en kwamen ze zelfs bij elkaar over de vloer. De parallellen waren talrijk: allebei ongehuwd, allebei geen hemelbestormsters, allebei degelijk katholiek, allebei maatschappelijk werkster in een tijd waarin werkende vrouwen nog een zeldzaamheid waren, allebei geen feministen, allebei overtuigde KVP- en later CDA-leden. Allebei ook vrouwelijke politici van het eerste uur: Riet eerder (1953) dan Dien, maar minder lang en alleen in de gemeenteraad.
Riet werd op 27 mei 1953 als enige kandidaat van de Vrouwenlijst in de Horster gemeenteraad verkozen. Ruim twee jaar later, op 28 september 1955, wijdde het Dagblad voor Noord-Limburg een artikel aan het eerste naoorlogse vrouwelijke Horster gemeenteraadslid. Is de kop al tenenkrommend
bij het lezen van de intro rijzen de haren je pas werkelijk te berge. Alsof ooit zo over een man werd geschreven (klik op de afbeelding om haar te vergroten):
De politieke agenda van Riet kende volgens de krant drie prioriteiten: het opkomen voor de belangen van ‘het onderontwikkelde dorpje Griendtsveen’, het verlichten van de zorgen van huismoeders en het ‘verbeteren en vermooien’ van alles in de sociale sfeer. Wat dit laatste betreft pleitte ze in de raadsvergadering van 26 september voor het plaatsen van bankjes op het Sint-Lambertusplein. ‘Voor onze bejaarden kan dat een uitkomst zijn, die willen zo graag eens ’t drukke verkeer gadeslaan zonder er zelf door opgejaagd te worden.’ Burgemeester Gijsen verklaarde ook nadelen te zien, maar dit was tegen het zere been van Riet: ‘Zonder ook maar te vragen welke dan die nadelen waren vaagde mej. Geurts alle halfslachtigheid weg met de verzekering, dat in de afgelopen zomer naar haar mening de voordelen voor de oudjes heel wat groter zouden zijn geweest dan de nadelen voor de gemeente.’ Reactie van de burgemeester, ‘glimlachend’, aldus de krant: ‘U vraagt de dingen zo onweerstaanbaar, dat wij wel gedwongen zijn Uw wensen zorgvuldig te bestuderen.’
Sois belle et tais-toi, maar dan verkapt, wat het alleen maar erger maakt. Het zou me niet verbazen als het nog jaren heeft geduurd voor die bankjes er kwamen.

zaterdag 27 juni 2015

Ingezonden – In onze gemeente komt een windmolen van 120 meter hoog

Mooi, Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) laat weer eens van zich horen middels een ingezonden bijdrage! Over een windmolen in Horst gaat het, maar nog meer over de aandacht voor het historische Horster landschap. Komt-ie:

In onze gemeente komt een windmolen van 120 meter hoog

Ultramodern en aartsconservatief beleid in het buitengebied

In de gemeenteraadsvergadering van afgelopen dinsdag werd van gedachten gewisseld over het bestemmingsplan voor het buitengebied dat een kader moet bieden voor toekomstige ontwikkelingen op het ons omringende platteland. Interessant.

Eén van de zaken waar alle fracties het over eens zijn, is dat er in Horst aan de Maas een windmolen komt van 120 meter hoog. Om u een idee te geven van de afmeting: de toren van de Horster Sint-Lambertuskerk telt 68 meter. Een windmolen met een hoogte van 120 meter is een joekel en een toonbeeld van moderniteit.
Nu is Horst aan de Maas bekend vanwege zijn megastallen, megabroeikassen en innovatieve mega-ambities in de agrarische sector. Op één, daarmee samenhangend, vlak is onze gemeente echter minder vlot, voortvarend, laat staan vernieuwend: het beleid ten aanzien van het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed in het buitengebied is namelijk aartsconservatief. 
 
Het zou mij niet verbazen als menig gemeenteraadslid werkelijk geen idee heeft wat in onze gemeente belangrijke historische landschappelijke waarden zijn, terwijl elk raadslid weet dat de (bouw)druk op het buitengebied de komende jaren enorm toe zal nemen. Het zou onze gemeente sieren als zij ook voorloper en vernieuwer wil zijn bij het beter in balans brengen van de economische bedrijvigheid in het buitengebied en het behoud en herstel van het historische landschap.

Jan Duijf Kloosterstraat

woensdag 24 juni 2015

Top 5 – Waanzinnige Horster gemeenteraadsvergaderingszinnen

De Horst-sweet-Horst top 5 van gisteravond in de gemeenteraadsvergadering van Horst aan de Maas uitgesproken waanzinnige zinnen:
5. ‘U heeft alle input gegeven voor de uitgangspunten.’ (Bob Vostermans)

4. ‘Afconcluderend constateer ik brede steun.’ (Bob Vostermans)

3. ‘Dit om te voorkomen dat we op de automatische piloot met toolkits aan de gang gaan.’ (Kees van Rooij)

2. ‘Misschien moeten we eerst eens afpellen wat we willen met het buitengebied.’ (Henk Weijs)

1. ‘De triple helix die daar voorbij komt moet natuurlijk wel in positie worden gebracht.’ (Bram Hendrix) 

maandag 22 juni 2015

Klein mysterie 657 – Verrommeling

De Horst-sweet-Horst top 5 van verklaringen voor de Meerlose straatnaam Stieven Akker: 5. Verwijzing naar de moeilijk beploegbare akker hier ter plaatse; 4. Naam van de bende die Meerlo en omstreken in de dertiende eeuw onveilig maakte; 3. Bijnaam van de wat houterige spits die in de jaren dertig van de vorige eeuw furore maakte als goaltjesdief van de lokale voetbalclub Concordia; 2. Frontman van de Meerlose popgroep Stiff Field Conspiracy die in de jaren zeventig van de vorige eeuw bovenlokale bekendheid genoot; 1. Verwijzing naar het feit dat het plaatselijke kerkhof hier ooit lag.
U ziet: de Horst-sweet-Horst top 5 van verklaringen voor de Meerlose straatnaam Stieven Akker was al een aardig eind op streek. De inleiding had ik ook al in m’n hoofd zitten, zodat in feite alleen een foto van het straatnaambordje nog ontbrak. Goedgemutst fietste ik derhalve naar de De Cocq van Haeftenstraat, waar volgens Google Maps de Stieven Akker begint. Verdorie, geen straatnaambordje. Niet getreurd: de Stieven Akker is wel een kilometer lang. Maar ook op de kruisingen met Pilmus/Irenestraat en Papendijk geen straatnaambordje. Laatste hoop: de splitsing bij de Holstraat, waar de Stieven Akker, nog steeds volgens Google Maps, eindigt. Godverdegodver, ook hier geen straatnaambordje. Weg top 5! Weg opperbeste stemming!
Maar een ongeluk komt nooit alleen. Sta ik daar op de splitsing Stieven Akker – Holstraat wat misnoegd te dralen, valt mijn oog ineens op de akker aan de overzijde. Wat is daar, op de hoek Holstraat – Postbaan, in godsnaam allemaal gaande? Grootschalige bouwactiviteiten, zo is al snel duidelijk. Wat daar nu weer gaat verrijzen in een voorheen volkomen onbebouwd gebied? Ik weet het niet, kan er na thuiskomst op de gemeentelijke website niets over vinden, maar heb zo’n donkerbruin vermoeden dat het wel eens om een of andere stal zou kunnen gaan.
Waarschijnlijk te bouwen in het kader van de Ruimte voor ruimte-regeling. Of de Ja tenzij-regeling. Of de Rood voor groen-regeling. Of de Compensatie gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum-regeling. Of de Schijt aan landschappelijke waarden-regeling. Of weet ik wat voor regeling. En als er onverhoopt geen regeling voor mocht zijn, wordt er wel een regeling voor uitgevonden.
Altijd weer hetzelfde patroon: continu de rode loper uitleggen voor het agrarisch belang, alleen in verkiezingstijd even onderbroken door wat ritueel geklaag over verrommeling. En in het coalitieakkoord heet het dan ‘We streven naar een vitale en duurzame land- en tuinbouw en zetten in op behoud van het karakteristieke Noord-Limburgse landschap.’ Hoe hol kunnen woorden zijn?

Top 5 – Griekse resultaten uit het verleden in het Horst aan de Maas van nu

Een beslissende week voor de toekomst Griekenland. De zoveelste van de afgelopen jaren. Zal het er dan eindelijk van komen, de Grexit? Of worden toch weer wat miljarden richting Athene geschoven? Zodat Raymond Knops aan het eind van de week gewoon z’n tweet van 28 januari kan herhalen (klik hier): ‘Grieken gaan weer doen wat ze altijd al deden: Op de pof leven’? Inderdaad, voor genuanceerde opvattingen moet je niet bij ons geacht Hegelsoms Tweede Kamerlid zijn. Zou Raymond trouwens weten dat ons woord barbaars is afgeleid van het Griekse βαρβαρικός, dat (onder meer) ‘onbeschaafd’ betekent? En dat de pijlers onder onze beschaving van Griekse origine zijn?
Zelf leerde ik zulke dingen van de legendarische Harrie Schellekens, leraar Grieks op het Boschveldcollege. Meer eruditie in z’n kleine teen dan menig Tweede Kamerlid in z’n hele lijf. Zouden er tegenwoordig nog zulke leraren zijn? Harrie wijdde mij en mijn weinige klasgenoten in in de geheimen van het klassieke Griekenland. Toch boeit de hedendaagse Griekse cultuur me misschien nog wel meer. De films van filmgod Theo Angelopoulos, de muziek van Maria Farantouri, Eleni Karaindrou en Mikis Theodorakis: allemaal puur genot. Raymond hoeft maar te kikken en ik spring op m’n fiets om ’m de cd’s en dvd’s te gaan lenen.   
Maar dit terzijde – terug naar de klassieke Grieken. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Klopt. Toch is het misschien goed eens te refereren aan die resultaten uit het verleden. Al was het maar om wat tegenwicht te bieden aan de Raymond Knopsen van deze wereld. Je struikelt er trouwens over, over die Griekse resultaten uit het verleden. Ook in Horst aan de Maas: je hoeft er nauwelijks de deur voor uit. De Horst-sweet-Horst top 5 van Griekse resultaten uit het verleden in het Horst aan de Maas van nu:

5.
Ολυμπία. Nadere verklaring overbodig.

4.
Σπάρτη. Waarom zijn zoveel voetbalclubs vernoemd naar die akelige stadstaat en zo weinig naar het verlichte Athene? De Philosophers’ World Cup heeft immers bewezen dat er ook Atheners waren die best een aardig potje konden ballen.

3.
δένδρον = boom. Zou dat het eerste zijn dat brugklassers er wordt geleerd?

2.
Βιβλιοθήκη. Mikpunt van cultuurbarbaren.

1.
Ξένος. Zo ongeveer het eerste Griekse woord dat ik leerde. We dienden het te vertalen met ‘gastvriend’. Ondanks Harrie vraag ik me nog altijd af wat dat precies betekent, maar iets van ‘gastvrijheid’ en ‘tolerantie tegenover vreemdelingen’ zit er geloof ik wel in.

P.S. Uit solidariteit met de Grieken vandaag voor de verandering eens geen Horster kersen gekocht maar Griekse.

Intermezzo – Het huisje langs het spoor

Er was eens een huisje. Het stond langs de spoorlijn Venlo – Eindhoven, vlakbij station Horst-Sevenum. Het was geen bijzonder groot huisje en evenmin een bijzonder mooi huisje. Het was een onopvallend huisje. Het stond er gewoon. Zoals het er al veertig jaar stond. Of misschien wel zestig jaar. Niemand die het opviel, niemand die het interesseerde. Zou het huisje van de ene op de andere dag van de aardbodem zijn verdwenen, niemand had het gemerkt. Maar het huisje verdween niet van de ene op de andere dag van de aardbodem. Integendeel. Op een goede dag, of het zal misschien eerder een goede nacht zijn geweest, kwam een sprookjesprins met wat spuitbussen langs die zich het lot van het huisje aantrok. Hij besloot het huisje wakker te kussen. Met een beschildering. Niet met zomaar een beschildering, nee, met een beschildering zo mooi als je maar zelden beschilderingen tegenkomt.
Het huisje had dankzij de sprookjesprins met de spuitbussen een gezicht gekregen. Na al die jaren telde het huisje ineens mee. Niemand die het huisje nog over het hoofd zag. Maar daarmee begon ook de ellende.
Op een slechte dag, of het zal misschien eerder een slechte nacht zijn geweest, kwam een stelletje ordinaire spuiters langs die de beschildering van de sprookjesprins ontdeden van haar magie.
Tot overmaat van ramp vond een of andere bobo het nodig een hek om het huisje te zetten.
Maar een hek is geen hindernis, een hek is een uitdaging. En dus kwam op een dag, of het zal misschien eerder een nacht zijn geweest, weer een andere spuiter langs.
Geen onbekwame spuiter, bepaald niet zelfs. Maar van de oorspronkelijke beschildering van het huisje, de beschildering van de sprookjesprins die het huisje status had verleend, de beschildering die het huisje uit de anonimiteit had gehaald, bleef op deze manier weinig over.
Toch kan het altijd nog erger, zo bleek enkele weken geleden. Op een slechte nacht, of het zal misschien eerder een slechte dag zijn geweest, kwam een van hogerhand gestuurde schildersploeg langs. In een vloek en een zucht deed die haar vernietigende werk.
En nu is het huisje weer terug bij af: niemand die het opvalt, niemand die het interesseert. Zou het huisje van de ene op de andere dag van de aardbodem verdwijnen, dan is er niemand die het merkt. Waar blijft de nieuwe sprookjesprins? 

Top 5 – Ger Driessen-tweets van het afgelopen jaar

Ger is terug aan het front! Node misten we de voorbije jaren zijn visie, daadkracht en bravoure, maar nu heeft het hem behaagd voorzitter van het Waterschap Peel en Maasvallei te worden. Zijn eerste daad, zo onthulde Dagblad De Limburger afgelopen dinsdag: een ethicus uitnodigen om met de waterschapsbestuurders te praten over integriteit.
Horst-sweet-Horst-lezers die misschien wat minder bekend zijn met de heldendaden van Ger, kan ik van harte De simultaan schaker, de in 2011 verschenen hagiografie van Ger, ter lezing aanbevelen. Neem het tot u en u zult tot de slotsom komen dat de glorious return van Ger het beste is wat ons hier in Noord-Limburg had kunnen overkomen.
‘Geen woorden, maar daden’, zou Gers motto kunnen zijn. Hebben we toch maar mooi de Greenportlane, Villa Flora en de Innovatoren aan overgehouden. Uit De simultaan schaker: ‘Hij [Ger] vergelijkt de toekomstige dynamiek van de Innovatoren met de Eiffeltoren in Parijs, die voor Frankrijk uiteindelijk van onschatbare waarde is gebleken.’
Denk overigens niet dat Ger de afgelopen jaren op zijn lauweren rustte. Als zelfstandig adviseur maakte hij zich op vele terreinen verdienstelijk. Dat het Horster buitengebied de afgelopen jaren weer is verrijkt met talloze fraaie stallen en schuren mogen we gerust mede op het conto van Ger schrijven. En weet u dankzij wiens briljante adviezen de uitbreiding van   Autoservice John Weijs aan de Hofweg in America mogelijk werd (klik hier)? Juist!
Maar nu is het over en uit met het advieswerk, zo verklaarde Ger dinsdag tegenover Paul Bots van Dagblad De Limburger: ‘Ik heb de notaris opdracht gegeven om de aktes snel te laten passeren en mij uit te schrijven bij de Kamer van Koophandel.’ Hoe begrijpelijk ook, toch jammer. Te hopen valt wel dat Ger zichzelf niet tevens een twitterpauze oplegt. Niet dat hij zo’n twitterkanon is, integendeel zelfs, maar als Ger dan eens een tweet afscheidt, is het er wel een om over na te denken. Diep over na te denken. De Horst-sweet-Horst top 5 van Ger Driessen-tweets van het afgelopen jaar:    
5. 8 december 2014: ‘Vragen moet je oplossen voor ze gesteld worden. Wie de schoen passen, trekken hem aan.’

4. 10 maart 2015: ‘Kabinet rijdt dodenrit. Rutte offert onder druk PvdA zijn "eigen Pjotr(s) op om te overleven. Evenwel: "Omsk is te ver weg, wat een pech".’

3. 6 augustus 2014: ‘Kan het zijn, dat de tegenstelling tussen actieve mensen en degenen die zich aansluiten bij de groep "lethargen" steeds groter wordt??’

2. 21 februari 2015: ‘Waterkwaliteit plust!’

1. 22 augustus 2014: ‘Niet de feiten zijn van belang, maar de perceptie.’

maandag 15 juni 2015

Intermezzo – Weisterbeekschool (1)

Misschien wel een jaar geleden fluisterde hij het me al in. ‘Eerst zien, dan geloven’, dacht ik bij mezelf. Een volstrekt misplaatste gedachte, bleek deze week. Jac Truijen, directeur van de Horster basisschool De Weisterbeek, heeft woord gehouden: een samenwerkingsverband tussen school en Wonen Limburg heeft ertoe geleid dat de foeilelijke witte trespaplaten boven de ramen van de voormalige Weisterbeekschool (op de foto nog zichtbaar op de eerste verdieping) voortaan worden bedekt door dertig oude schoolfoto’s.
Even voor de onwetenden: de Weisterbeekschool, toen nog Jongensschool geheten, werd in 1921 gebouwd naar een ontwerp van de Roermondse architect Caspar Franssen. Ze bleef dienstdoen tot 1984, toen tegen de oudbouw aan een nieuwe school verrees. De oude, waarvoor even de sloophamer dreigde, werd omgetoverd in een appartementencomplex. Dat dit tot een ernstige aantasting van het gebouw leidde, moesten we daarbij voor lief nemen.
Duizenden uren heb ik in de oude Weisterbeekschool doorgebracht. Wat een gebouw!
De machtige houten deur, waarvoor elke klas zich in een rij diende op te stellen nadat de handgeluide bel was gegaan.
Het voorgeborchte, met rechts het stencilhok met zijn hemelse geuren en links een open ruimte voor de vertoning van 16mm-films en dia’s, die met zware gordijnen kon worden afgesloten. De dubbele klapdeuren met glas in roedeverdeling die met een haakje moesten worden vastgezet en toegang gaven tot de lange, brede, donkere, betegelde gang met zijn fantastische akoestiek.
De aan de gang gelegen klaslokalen met hun onmetelijk hoge plafonds en hun tafeltjes met uitsparing voor de inktpot. De sierlijke, genummerde ijzeren kapstokhaakjes. De uitbouwen met hun wc’s uit het jaar 0. De monumentale, metersbrede granieten trap – hét pronkstuk van het gebouw – die zich op de helft splitste en door uitslijting plaatselijk spekglad was. De ijzeren knopjes op de houten trapleuningen die moesten voorkomen dat durfals zich naar beneden lieten glijden. De enorme muurkasten in het klaslokaal boven de ingang.
Ook na een kleine veertig jaar kan ik me het nog allemaal levendig voor de geest halen, ongetwijfeld geholpen door de gelukkige omstandigheid dat ik als zoon van meister Moorman de school ook kon bezoeken als ze voor andere leerlingen gesloten was. Dat bracht tevens met zich mee dat ik op plaatsen in het gebouw kwam die voor anderen verboden terrein waren. Zoals de kelder. Een donker hol, waar de verwarmingsketel altijd zo angstaanjagend stond te loeien dat het leek alsof ie elk moment kon ontploffen. Minstens even donker en zo mogelijk nog spannender was de zolder. Waar de wind nagenoeg vrij spel had, waar je goed moest uitkijken niet in de duivenstront te trappen of anders wel op een duivenkadaver, waar je door de dakraampjes een uniek uitzicht had op het Horster centrum, waar stapels leien uit het aan het inktpotje voorafgaande tijdperk lagen te vergaan, waar afgedankte wandkaarten waarop de Afsluitdijk nog niet was ingetekend een laatste rustplaats hadden gekregen.
Na de verbouwing was de school mijn school niet meer. Uit confrontatieangst heb ik sinds 1984 nooit meer voet gezet in het gebouw. Nog steeds ontbreekt me de behoefte daaraan, maar sinds deze week heb ik door die foto’s mijn oude school toch weer een beetje terug.
Wonen Limburg, Weisterbeekschool, Jac Truijen: dank voor dit prachtig initiatief! Oud-leerlingen: spoed u voor een onvervalste trip down memory lane Weisterbeekschoolwaarts!