Onlangs gekocht in Dortmund, toen ik daar J. en I. van het
vliegveld moest halen. Thuisgekomen had ik al snel spijt van m’n aankoop omdat
de prijssticker niet te verwijderen bleek (het op boeken en cd’s en dvd’s
plakken van prijsstickers is een criminele handeling die zou dienen te leiden
tot jarenlange eenzame opsluiting). Toen ik eenmaal in het boek begon, was die
spijt weldra verdwenen: Axel Hacke schetst in Deutschlandalbum een indringend portret van Duitsland en de
Duitsers.
Eén stuk is getiteld ‘Eis’ en begint zo:
‘Man müsste in Deutschland mal eine Umfrage machen: Menschen fragen nach ihrem ersten Eis. Wie es hieß, wie sein Geschmack war, wo man es holte … Wahrscheinlich könnte man überhaupt eine Geschichte des Landes schreiben mit Hilfe dieser Frage: Was jeweils wann und für wen das erste Eis war. Mein erstes Eis hieß Capri.’
Onvermijdelijk gevolg van het lezen van deze passage was dat
ik in mijn eigen, weinig imposante ijsverleden begon te graven. Of de
hiernavolgende weerslag daarvan bijdraagt aan eine Geschichte des Landes, waag ik te betwijfelen. Laten we het houden op een voetnoot
bij de Horster geschiedenis van de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Hier komt-ie, de top 5 van (Horster) locaties uit mijn
ijsjesverleden:
5.
Meteen maar een bekentenis: erg heiß auf Eis ben ik nooit geweest. Lekker hoor, maar niet iets waar
ik me voor verhang. En dan meteen ook maar een tweede bekentenis: verpakt ijs
en softijs hebben me altijd meer kunnen bekoren dan vers ijs. Verwacht van mij
dus geen lyrische recensies van het Clevers- of Passi-ijs. Dan nog eerder van
Heldro, de 2CV onder de ijzen: zonder overbodige toeters en bellen, maar
ongemeen lekker. In Horst sinds jaar en dag onder meer verkrijgbaar bij
tankstation De Kamp.
4.
Een waterijsje was het eerste (zie nummer 1), maar niet
uitgesloten is dat mijn eerste softijs een Jan Joosten-softijs was. Kleinste
formaat hoorntje waarschijnlijk, verkrijgbaar aan het raam aan de Jacob
Merlostraat dat nu met rolluiken zo hermetisch gesloten is. Voor een dubbeltje
extra kreeg je er een laagje chocola op. Dat helaas meteen hard werd.
3.
Op dinsdag stond op de markt, vóór wat nu De Smidse is,
altijd een oudere, wat norse man met bril en strohoed. Hij verkocht verpakt ijs
uit wat denk ik een ijscobrommer heet. De man heeft waarschijnlijk al lang
geleden het tijdelijke met het eeuwige verwisseld, maar wat zou er van zijn
brommer zijn geworden?
2.
Vaste prik: op zaterdagmiddag voetballen in de Schaak en
daarna op kosten van mijn vader een ijsje bij ’t Hukske in Meterik. Mijn vader
steevast een mokkastick, ik meestal een vanille- of bananenstick, anderen een
waterijsje, chocoladestick of split. Behalve X. Terwijl iedereen genoegen nam
met een ijsje van veertig of maximaal vijftig cent, koos X altijd voor de TV-pak,
een groot blok vanille-ijs van 1,50 gulden in een roodwitblauwe verpakking die
een tv moest suggereren.
1.
Waar nu Chinees-Indisch restaurant New Fong Shou is
gevestigd, zetelde omstreeks 1970 de wasserette van Jac van den Munckhof. Je kon er ook snoep en ijs krijgen. En voetbalplaatjes. Zelfs op zondagmorgen. Ik
weet zeker dat ik hier mijn eerste voetbalplaatjes heb gescoord. Nog geen
Panini, maar Vanderhout (waarom geen Geschichte
des Landes aan de hand van ieders eerste voetbalplaatjes?). Het zou me niet
verbazen als ik hier ook mijn allereerste ijsje heb genuttigd. Een waterijsje,
roodoranje, bevestigd aan twee stokjes die al snel plakkerig werden van het
naar beneden druppelende gesmolten ijs. Naam? Merk? Al sla je me dood.