Mooie avond beleefd gisteren in het voor de gelegenheid in
Café Damascus omgedoopte café Cambrinus. Hoofdact van de avond waren Rezkar
Deraki en Mahmoud Baravi. Allebei afkomstig uit Damascus, allebei muzikant,
allebei gevlucht voor het oorlogsgeweld in Syrië, allebei verblijvend in het
asielzoekerscentrum in Blitterswijck. Dáár leerden ze elkaar nog niet zo lang
geleden kennen. Gisteren gaven ze hun eerste gezamenlijke concert. Rezkar zang en
ud, Mahmoud (met z’n jas nog aan – ‘koud’) keyboard. Twee sets van een half uur;
behalve twee nummers van Guus Meeuwis – de favoriete Nederlandse zanger van
Rezkar – vooral Syrische traditionals.
Althans dat veronderstel ik, gezien de reacties (ritmisch klappen, zingen,
dansen) van de aanwezige Syriërs (klik op de pijl om het filmpje te starten).
Geen café vol oorlogsverhalen – wat dan wel? Opnieuw in de
woorden van Jan Duijf: ‘Een plek waar nieuwe ontmoetingen plaatsvinden, tussen
Syriërs en Syriërs, tussen Syriërs en Nederlanders als nieuwe landgenoten.’ Mag
misschien wat verheven klinken, het pakte wel precies op die manier uit. Wat
daarbij meehielp was dat Café Damascus bomvol was, waardoor het publiek (niet
alleen afkomstig uit Nederland en Syrië, maar ook uit Irak, Soedan, Polen, Eritrea en
Spanje en misschien nog wel meer landen) bijna letterlijk bij elkaar op schoot
kwam te zitten. En probeer dan maar eens niet in gesprek te raken.
Vandaag nog eens diep nagedacht over de vraag waarom ik het
eigenlijk zo’n bijzondere avond vond. Welnu, ik geloof dat voor mij het
bijzondere was dat het zo gewoon was. En dat is best bijzonder als het erom
gaat geboren Nederlanders in contact te brengen met mensen die hier wonen maar
in een ander land zijn geboren. Zulke ontmoetingen hebben bijna altijd iets
geforceerds, iets opgelegds, iets verantwoords, vaak ook iets plechtigs, met
toespraken van hotemetoten over de hoofden van de mensen heen. Ongetwijfeld
goede bedoelingen te over, maar het beklijft nooit.
Hotemetoten waren gisteren in geen velden of wegen te
bekennen. Café Damascus had ook niets plechtigs. Café Damascus was informeel,
ongedwongen, spontaan. De goede bedoelingen waren er wel, maar spatten er niet
vanaf. Van alles liep anders dan van tevoren bedacht – niemand die erom maalde.
Omdat Café Damascus lééfde, omdat Café Damascus écht was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten