Terwijl de ene helft van Horst aan de Maas zich zondagmiddag onledig hield met
kerstshoppen, zat de andere helft in theater De Maaspoort in Venlo. Ik behoorde
tot de andere helft.
Aanleiding voor het bezoek aan de stad: de Limburgse première van Wei,
de documentaire van Ruud Lenssen over de voortschrijdende dementie van zijn
vader en de gevolgen daarvan voor diens gezin.
Indrukwekkend. Ontluisterend. Indringend. Niets verhullend. Ontroerend. Moedig.
Confronterend. Zomaar enkele kwalificaties die zondag na afloop vielen te
beluisteren. Kan ik me alleen maar bij aansluiten. ‘Prachtige fotografie’ (zo
heet dat geloof ik in filmtermen), zou ik er nog aan willen toevoegen. Over elk
van die kwalificaties valt van alles te schrijven – ik beperk me tot ‘niets
verhullend’, ‘moedig’ en ‘confronterend’.
Of het nu grappig, verdrietig of huiveringwekkend is: de camera zit óveral
bovenop. Van de agressie zo nu en dan van (vader) Jac tot de vertwijfeling zo
nu en dan bij (moeder) Ria. Van Jac die over het huis waarin zijn kinderen zijn
verwekt, zegt ‘Ik heb hier nog nooit seks gehad in die verrekte hut’ tot
Jac die Ria uitmaakt voor ‘smerige teef’. Dat noem ik niets verhullend. Geen
twijfel mogelijk, dit is het échte verhaal. Een pijnlijk en tragisch verhaal,
in de eerste plaats voor de directe familie. Het vereist een onvoorstelbare
portie moed om dat verhaal openbaar te maken – niet iedereen zal erop staan te
kijken om met de billen bloot (bijna letterlijk) te gaan voor een groot publiek.
Heel af en toe waande ik mezelf als kijker bijna een voyeur, maar ik besef: de
film zou lang niet zo overtuigend zijn geweest zonder die meest intieme scènes.
Intrigerend maar helaas onbeantwoordbaar is de vraag wat Jac er zelf van vindt
dat zijn ziekteverloop van zo nabij is gefilmd en nu ongetwijfeld
volle bioscoopzalen gaat trekken.
Confronterend was de film voor mij (en ongetwijfeld ook voor andere aanwezigen)
in die zin dat ik nu al moeite heb met het achterstevoren spellen van het woord
W-O-R-S-T (Jac: ‘T … O … O … W’). En moet ik me zorgen maken over het
feit dat ik bij tijd en wijle niet op namen kan komen? En zegt het feit dat het
me al mijn hele leven soms moeite kost om het juiste laatje voor het juiste woord
te vinden iets over mijn voorland?
Ten slotte: de film is niet één langgerekt en diep tranendal, er zijn ook
luchtige en vertederende momenten. Hilarische momenten ook – regelmatig schalde
een lach door de afgeladen zaal. Hoewel ik dat lachen beslist niet veroordeel,
bleef ik zelf ver verwijderd van het lachstadium: ook in de grappige scènes schemerde
voor mij te sterk de diepe tragiek door.
Enfin, meer dan genoeg gezegd, de staande ovatie zondag na afloop sprak boekdelen. Maar ga gewoon zelf een keer kijken en vorm daarna
een eigen oordeel. Klik hier voor de data, de tijden en de locaties van de
vertoningen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten