(Dit stukje verscheen gisteren in licht gewijzigde vorm in Via Horst-Venray.)
Horst aan de Maas liefdevol, verontwaardigd, uitdagend, kritisch en verwonderd beschouwd
donderdag 30 april 2020
Intermezzo – Jachthutten (27)
Afgelopen weekend gewandeld in een gebied dat officieel te boek staat als de
Castenrayse Vennen, maar dat iedere rechtgeaarde Horstenaar kent onder de naam
de Pès. Vergeet het Ham, de Elsbeemden, het Schuitwater, de Kasteelse Bossen:
ze zijn allemaal mooi en toch kunnen ze niet tippen aan de Pès. Echte natuur
vind je in Nederland nergens, maar de Pès komt een aardig eind in de buurt.
Prachtige vergezichten en zompige slingerpaadjes door dichte begroeiing
wisselen elkaar af. Laarzen dringend aanbevolen, zeker nu het weer lichtelijk regent.
Muggennet of andere muggenafweermiddelen eveneens want het ziet er grijs van de
irritante zoemende stekers.
Muggen zijn niet het enige waar het in de Pès van stikt: hun aantal wordt nog
overtroffen door dat van de jachthutten. Inderdaad, overdrijven is ook een
kunst, maar in een gebied van nauwelijks een vierkante kilometer kwam ik er
tien tegen, terwijl ik er niet eens echt naar had gezocht en terwijl ze lang
niet altijd in het zicht staan. Langs een zijtak van de Lollebeek – nomen is in
dit geval geen omen – trof ik er zelfs vier op een rijtje aan.
‘Hoogzit’, de verheven zitplaats van een jager, is trouwens een adequatere
benaming dan jachthut. Dat laatste impliceert iets overkapts, hetgeen lang niet
altijd het geval is. Soms is een hoogzit niet meer dan eenvoudige ladder met
aan het bovenste uiteinde een stoel en een balk waarop het geweer kan rusten.
‘Wildbeheerder’ schijnt tegenwoordig trouwens een adequatere benaming te zijn
dan jager. Of het zou een adequatere benaming móeten zijn. Want zomaar jagen
voor je eigen plezier is er tegenwoordig echt niet meer bij in Nederland. Als
het goed is.
Hoe dan ook ben ik eigenlijk wel heel benieuwd wat er aan wild beheerd dient te
worden in de Pès. Dreigt er soms verstoring van het natuurlijk evenwicht?
Zitten er te veel konijnen, hazen, fazanten, wilde eenden, houtduiven?
Misschien heb ik niet goed genoeg gekeken, maar behalve muggen, wat mensen en
een enkele grote grazer heb ik er nauwelijks levende wezens gezien. Sowieso,
wat geeft mij, of ons als mens, eigenlijk het recht om dieren dood te maken, om
ze te beheren? En als er blijkbaar een noodzaak tot beheer is, is dat dan niet
de ultieme aanwijzing dat we met z’n allen iets behoorlijk verkeerd doen?
Toch maar afsluiten met jager Luc (‘Hij mankt, die moet er aan’) die
zich in woord en daad inzet voor het behoud van het natuurlijk evenwicht?
(Dit stukje verscheen gisteren in licht gewijzigde vorm in Via Horst-Venray.)
(Dit stukje verscheen gisteren in licht gewijzigde vorm in Via Horst-Venray.)
maandag 27 april 2020
Intermezzo – Varkens
Gisteren. Voor de verandering maar eens een wandeling langs de Langevenseloop.
Door mensenhand gegraven, beginnend ergens in het grensgebied tussen Sevenum,
Hegelsom en Horst en in Swolgen uitmondend in het Schuitwater. Heerlijk
zonnetje, muziek uit m’n oortjes en daar gaan we. Rechts aaneengesloten kassen,
tuinbouwgebied Californië. Deprimerend. Links weilanden, akkers, grote
varkensbedrijven. A73. Daarna links blauwebessenplantages. Daarachter de
megavarkensstal van het Nieuw Gemengd Bedrijf in aanbouw. Deprimerend. Losbaan
oversteken. Links over een enorme lengte een kas. Rechts akkers. Deprimerend. Lottumseweg
in Melderslo oversteken. Links of rechts langs de Langevenseloop? Rechts. Verrek
zijn dat daar links varkens? Terug. Links. Het zijn varkens! In de buitenlucht.
Hij is begonnen als traditionele varkenshouder. Tot hij genoeg had van de voortdurende druk van de bank. Hij wilde kleinschaliger, diervriendelijker. Het werden Livar varkens. Of hij ervan kan leven? Bij duizend varkens. Hij heeft er vijfhonderd en werkt daarnaast parttime. Hij vraagt zich af waarom Nederland voor de hele wereld varkensvlees moet produceren. Onhoudbaar ook, meent hij: Rusland is zelf al overgegaan tot grootschalige productie, andere landen zullen snel volgen.
We nemen afscheid. Ik loop door langs de Langevenseloop. Overal immense kassen, immense varkensstallen, immense blauwebessenplantages. Deprimerend. De varkens, Johan en ons gesprek blijven door m’n hoofd spoken. Uiteindelijk zijn ook de varkens van Johan bestemd voor de slacht en voor de markt. Zou van mij niet per se hoeven, maar een productievarkensloze wereld zal voorlopig wel een utopie blijven. En dan mag je als varken eigenlijk toch wel gezegend zijn met iemand als Johan, die je de ruimte geeft om te spelen, te wroeten, te luieren, te badderen. Die je de mogelijkheden biedt om jezelf te zijn, om varken te zijn. Die zich hard maakt voor een beter leven voor je soortgenoten. Waren er maar meer varkenshouders zoals Johan.
zaterdag 25 april 2020
Top 5 – Horster isolatoren
Veel gewandeld de afgelopen coronaweken. Vooral ook langs beken en sloten. Soms zat het
mee, soms zat het tegen. Als je er, wandelend langs de Kabroeksebeek tussen
Meterik en America, pas na een kilometer achter komt dat je je bij de
oeverkeuze in de fout bent gegaan en weer moet omdraaien, kan dat bijvoorbeeld
lichtelijk frustrerend zijn. Toch zijn de ontdekkingen, de eye-openers, ruimschoots
in de meerderheid. Isolatoren zijn zo’n ontdekking. Je komt ze overal tegen,
maar vooral ook in de buurt van beken en sloten.
5.
4.
3.
2.
1.
donderdag 23 april 2020
Intermezzo – Kunst en cultuur (2)
Afgelopen zondag hield schrijver, regisseur en acteur Ramsy Nasr in Buitenhof een
indrukwekkend betoog over het belang van kunst (klik hier). Een fragment:
‘Uitgerekend de zaken waar we de afgelopen tien jaar op hebben bezuinigd, de zorg, de cultuur en het onderwijs, hebben we nu extreem nodig. We hebben de fundamenten van de samenleving als ornamenten behandeld. We moeten anders naar onze cultuur gaan kijken. We hebben bezuinigd op alles wat niet tastbaar is en niet in geld uit te drukken. Winstmodellen en marktwerking toepassen op zorg, cultuur en onderwijs is funest. We moeten iets hebben dat groter is dan onszelf. Kunst, vermaak, in de zin van her-maken, opnieuw maken, helpt ons om onszelf op een nieuwe manier te zien. Kunst is een antivirus. Het haalt ons uit de stilstand.’
‘Hoe kun je kunst en cultuur inzetten voor onze gemeentelijke doelen? We hebben daar de afgelopen jaren een aantal mooie voorbeelden van gezien. Bijvoorbeeld de theatervoorstelling Zelf schuld, waarbij je met een theatervoorstelling op een hele mooie manier aandacht vraagt voor de bewustwording rondom armoede. Hetzelfde geldt voor de documentaire Wei waarin aandacht wordt gevraagd voor mantelzorg en dementie. Op die manier kun je kunst of cultuur gebruiken voor onze gemeentelijke doelen.’
‘Kunst en cultuur zijn niet hetzelfde, maar voor de manier waarop wij het willen inzetten maakt het geen verschil. Als het maar een groter doel dient. Dat kan zijn het komen tot ontwikkeling op scholen of het trots zijn op onze cultuur of het trots zijn op onze gemeente. Het OLS-kunstwerk dat nu in Sevenum wordt gemaakt is bijvoorbeeld een stukje trots op wat daar is gepresteerd dat tastbaar wordt gemaakt.’
Labels:
Essentie,
gemeenteraad,
Han Geurts,
kunst,
VVD
maandag 20 april 2020
Intermezzo – Cul-de-sac (2)
Een cul-de-sac in een cul-de-sac. Nooit geweten dat het kon. Erger: nooit
geweten dat Grubbenvorst een cul-de-sac in een cul-de-sac heeft. Sinds gistermiddag
14.53 uur weet ik het wel. Waarom heeft nooit iemand dat tegen me gezegd? Jullie
weten toch dat ik Horster cul-de-sacs spaar?
zondag 19 april 2020
Intermezzo – Mart van Issum
Afgelopen week overleed op 88-jarige leeftijd Mart van Issum. ‘Clubicoon’ is
een vreselijk woord, maar hoe moet je iemand dán noemen die op twee weken na 75
jaar lid was van Wittenhorst en actief was voor de club als speler, (jeugd)trainer
en bestuurslid?
Mart van Issum op de schouders nadat Wittenhorst op 20 juni 1953 in Roermond onder het toeziend oog van 5300 toeschouwers naar de tweede klasse is gepromoveerd. |
Om de voetballer Mart van Issum helemaal op waarde te kunnen schatten, moet je
van een zekere leeftijd zijn: hij speelde 56 jaar geleden zijn laatste
wedstrijd in het eerste elftal van Wittenhorst. Middenvelder was hij, technisch
vaardig, elegant, sterk aan de bal, goed overzicht. Meer dan tweehonderd
competitiewedstrijden in veertien seizoenen, zeven jaar aanvoerder, kampioen in
de derde klasse in 1952 en 1953. In 1953 na drie legendarische promotiewedstrijden tegen Linne gepromoveerd naar de tweede klasse, in een tijd zonder betaald voetbal het op
een na hoogste niveau in Nederland.
Ik wil niet beweren dat ik Mart heel goed heb gekend, maar heb hem toch
geregeld van nabij meegemaakt. Wat me in de eerste plaats zal bijblijven is zijn
onvoorstelbare voetbalgeheugen. Dertig, veertig jaar na dato wist hij momenten
uit bepaalde wedstrijden tot in het kleinste detail te beschrijven, inclusief
namen en toenamen, daarbij geholpen door het feit dat hij een meesterlijk
verteller was. Als hij verhaalde over de jaarlijkse clashes met het
gehate Venray of over de werkwijze van kampioenstrainer Frans Debruijn hing je
aan zijn lippen.
Mart van Issum in het gedrang tussen doelman Piet Peeters en Lei Duijf (met karakteristieke haarband), tijdens de verloren beslissingswedstrijd tegen Roermond in 1952. |
Een voetbalfilosoof was hij ook. Geen notoire grekerd, hoewel hij ook
wel eens teleurgesteld werd door zíjn Wittenhorst, maar een beredeneerde
mening, een voetbalvisie. Als wedstrijdanalyticus bij Fox zou hij beslist geen
slecht figuur hebben geslagen. Aan de analyses van Mart zouden de Mario Beens
van deze wereld nog een puntje hebben kunnen zuigen.
Anekdote tot slot. De balvaardige Mart speelde jarenlang samen in het eerste elftal
van Wittenhorst met zijn broer Jeu, een noeste werker. Ik citeer nu verder Wij
blijven trouw die kleuren, het boek dat in 1996 verscheen bij het zestigjarig
bestaan van Wittenhorst: ‘Toen er in 1954 een uitnodiging voor deelname aan
een wedstrijd van het Limburgs elftal bij de familie Van Issum in de bus viel,
gericht aan M. van Issum, was Mart er dan ook rotsvast van overtuigd dat die
voor hem bestemd was. Dit bleek echter niet het geval: tot teleurstelling van
Mart was Jeu de uitverkorene. Op het middenveld speelde hij tegen Belgisch
Limburg een puike wedstrijd, maar Mart is er tot op de dag van vandaag van overtuigd
dat die uitnodiging eigenlijk voor hem bestemd was.’ Ook toen al waren de
wegen van de KNVB ondoorgrondelijk.
vrijdag 17 april 2020
Intermezzo – Helden van de velden
Je zou het soms vergeten, maar het gewone leven gaat ook door. Zo wordt nog
steeds gediscussieerd over een nieuw zwembad. Zo gebeurt wat iedereen had
kunnen voorspellen: het fiasco van de toeristische ambassadeurs. Zo wordt de bibliotheek
weer eens afgescheept met een fooi. Zo verandert het gemeentebestuur ondanks
forse kritiek van de gemeenteraad niets aan het voorgenomen kunst- en
cultuurbeleid.
(Dit stukje verscheen eergisteren in enigszins gewijzigde vorm in Via Horst-Venray.)
donderdag 16 april 2020
Ingezonden – Ronk bijt van zich af
Opnieuw een ingezonden bijdrage van Jan Duijf (Kloosterstraat Horst),
opnieuw over (of moeten we zeggen: van?) Ronk het biggetje (klik hier voor het eerdere verhaal over Ronk).
Allereerst wil ik de heer Duijf bedanken voor het feit dat hij ons varkens een smoel heeft proberen te geven. Het moet me wel van het hart dat ik niet blij was door hem te worden neergezet als een naïeve ijdeltuit die zich willoos en zonder verzet naar de slachtbank laat leiden. Als hij wat op zijn lever heeft, zou hij zijn woorden zorgvuldiger moeten kiezen. Laat hem een voorbeeld nemen aan Wim Moorman die de vinger in deze halszaak wel op de zere plek weet te leggen, zonder terug te hoeven vallen op een salamitactiek die tot mislukken is gedoemd. Door ons varkens niet voor vol aan te zien, bewijst Duijf eens en te meer een verkapte CDA-er te zijn. Hij en zij zetten het boerenbelang altijd boven het varkensbelang. Zij vertellen graag en altijd weer sprookjes over de gezondheid en het welzijn van mens en dier in onze gemeente.
Jan Duijf Kloosterstraat
woensdag 15 april 2020
Intermezzo – Vuile lucht (2)
Afgelopen zaterdag kreeg viroloog Marion Koopmans in De Limburger de
vraag voorgelegd of ze voorstander is van het stoppen met megastallen. Haar
reactie:
‘Je moet er in elk geval serieus naar kijken. Moet het wel zo? Kijken naar de prijs die we betalen voor het vooral gefocust zijn op het welzijn en de welvaart van mensen, van onszelf? Meer virus-uitbraken zoals we die nu beleven, is de prijs. Dat risico moet je dan willens en wetens gaan nemen. (…) Als je alleen maar vanuit de mens geredeneerd blijft groeien, steeds meer land inpikt, dan krijg je dat vroeg of laat op je bord.’
‘Overgang naar een circulaire landbouw, gebaseerd op het behoud van biodiversiteit, duurzame, veelal lokale voedselproductie, vermindering van vleesproductie en werkgelegenheid met eerlijke arbeidsvoorwaarden.’
‘Wat ik mis in deze zurige discussie, is dat er echt vooruitgang gemaakt wordt als je die maar wil zien ook bij het Gemengd Bedrijf. Maak een afspraak om te gaan kijken! We hebben alles in onze handen of kunnen ervoor zorgen dat dingen verbeteren. En als je samen ontdekt wat beter kan gebeuren er mooie dingen. Zoals ook voor uitstoot van ammoniak en fijnstof door de IV. Er is toch niets leukers dan op zoek te gaan naar deze verbetering of verandering ... ander voer uit reststromen, zie en lees Kipster en Nijssen Granico mooie voorbeelden uit onze regio dat het anders kan, misschien nog niet helemaal zoals jullie willen Lotte en Wim dat begrijp ik maar wel een enorme verbetering. We leven met 17 miljoen mensen in Nederland en iedereen maakt keuzes voor of tegen IV, wereldwijd zie je een enorme toename van plantaardige vleesvervangers in alle geledingen dat betekent dat de vraagt toeneemt en er verandering op komst is, help mee als je in die verandering gelooft, want zurig zijn en zelfs blijven dat is het leven in mijn ogen niet waard, het is toch veel mooier om mee te werken aan de verandering waarin je zelf gelooft?’
maandag 13 april 2020
Ingezonden – Ronk het biggetje
Koud vandaag. Ideaal weer dus om bij het haardvuur Ronk het biggetje,
een ingezonden bijdrage van Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) te lezen.
Er leefde eens een lief, klein varkentje dat niets liever deed dan een paar keer per jaar op vakantie gaan. Hij was een beetje verwend en erg op luxe gesteld. Nu moet je weten dat ons biggetje bijzonder knap van uiterlijk was: zijn neusgaten zaten op precies de goede plaats, zijn welgevormde oren vielen in een elegante vouw langs zijn hoofdje en zijn staart krulde sierlijk als het mooiste Jugendstilornament. Het voortbewegen van de big was in zijn lichtvoetigheid te allen tijde gracieus. De fijn gevormde pootjes waren helemaal in stijl. Het zachte roze van zijn huid liet hem bovendien blaken van gezondheid. Kortom: het was een varkentje om in te bijten.
Omdat Ronk zo mooi was, trok hij tijdens zijn vakanties bij
de mensen veel bekijks. Hij had het
charisma van een beroemde filmster. Iedereen wilde met hem op de foto. Dat
streelde zijn ego en ijdelheid. Minder leuk vond hij de behoefte van de mensen
om hem constant aan te raken: te vaak werd hij ongevraagd in zijn wang of
buikspek geknepen, zijn krulstaart
gerecht of op het achterwerk gekletst. Op den duur hing hem dat behoorlijk de
keel uit. Hij wilde niet als een stuk vlees worden behandeld. Het varken staat als
intelligent te boek, daarom wilde Ronk
graag dat de mensen van zijn karakter hielden; van het totale biggetje.
Ronk hield van kinderen en kinderen van hem. Een rol als
knuffelvarken leek hem wel wat: af en toe een pootje of een kopje geven en een
beetje voor de show apporteren. Liefst natuurlijk bij een familie die
regelmatig op vakantie ging, zodat hij een boel van de wereld kon zien. Een
gezin met een royale camper was zijn ideaal. Ronk kende geen mensen die hem als
huisvarken zouden willen hebben, daarom spelde hij elke morgen de advertenties
in de krant. Spellen met dyslexie was in zijn geval een riskante onderneming:
hij noemde zich Ronk, terwijl in zijn geboorteakte toch duidelijk Knor stond
geschreven. Ons biggetje bleef evenwel halsstarrig aan zijn eigen spelling
vasthouden, zoals wel vaker voorkomt in agrarische kringen.
Op een stralende zomerdag viel zijn oog op een grote
advertentie. Ronk stond te trillen op zijn varkenspootjes toen hij las: ‘Wij
houden van varkens.’ De volgende zin: ‘wij hebben ideale
transportmogelijkheden’, zette hem helemaal in vuur en vlam. Hij zag zich al
overal en eindeloos rondtoeren. Ronk werd helemaal warm van binnen. Zijn varkensoogjes
begonnen te glinsteren van blijdschap. Hij maakte een sprong; een volmaakte pirouette
van vreugde. Vanaf dat moment was Ronk met huid en haar verkocht, want als
mensen zoiets met grote letters in de krant zetten, moest het wel waar zijn.
Hij begon opgewonden te fantaseren over wonen in Horst aan de Maas, want daar
woonden die schatten van mensen.
Op het aanvraagformulier voor zijn nieuwe onderkomen bleef Ronk
zich gewoon Ronk noemen. Hij was overtuigd zijn ideale plek in de wereld
gevonden te hebben: hij droomde onophoudelijk over de hoge zandgronden en het arcadische,
onaangetaste landschap van die diervriendelijke gemeente. Hij zag zich in
gedachten al in een bootje over een zacht golvende Horster Maas varen, terwijl
zijn perfecte neusgaten een frisse, gezonde lucht opsnoven. Wat was hij bang
dat ze hem niet zouden willen hebben!
Gelukkig hadden ze aan de Witveldweg (o, wat zat de idylle al in de naam) nog een plaatsje vrij. Ze
zouden hem met open armen ontvangen. De levenslustige Ronk verheugde zich enorm
op de privacy, het lekkere eten en de ideale luchtverversing van zijn nieuwe
woonverblijf. Op de mobiele mogelijkheden. Op de plek bij uitstek waar alle
varkens gelijk zijn.
Jan Duijf Kloosterstraat
Jan Duijf Kloosterstraat
zaterdag 11 april 2020
Intermezzo – Vuile lucht (1)
‘Vuile lucht vergroot kans om te sterven aan Covid-19’ kopte NRC
Handelsblad donderdag. Naar aanleiding van het daaropvolgende artikel
schreef Lotte Spreeuwenberg op haar Facebookpagina (klik hier):
‘In Nederland is de meest vervuilde lucht niet in Amsterdam of Rotterdam te vinden, maar in Nederweert. Oorzaak: (pluim)veehouderij. Uit eerder onderzoek van Universiteit Utrecht bleek dat in regio's met intensieve veehouderij 50 procent meer (!) longontstekingen voorkomen dan elders op het platteland. In Horst aan de Maas werd een half jaar geleden nog doodleuk de grootste megastal van het land geopend. Wanneer gaan we begrijpen dat dit soort bedrijven in de vorm van groter ! meer ! winstgevender ! (onder het mom van 'innovatie' en 'verbeterde productie') ons géén gezondheid of goede levens gaat opleveren? Misschien is de Coronacrisis het laatste duwtje in de rug om dan nu écht zaken te gaan veranderen. Lokaal, minder, eenvoudiger. Worden we heel misschien ook nog écht Gezondste Regio 2025.’
Al twaalf jaar schrijf ik op deze plaats met enige regelmaat kritisch (jij noemt het zuur, ook prima) over de almaar voortgaande moord op duizenden, tienduizenden, honderdduizenden varkens en kippen, over de aantasting van het landschap, over de zorgwekkende hoeveelheden fijnstof, over de permanente stank in deze gemeente. Allemaal veroorzaakt door de intensieve veehouderij. In de loop van die twaalf jaar is de maatschappij kritischer geworden over tal van aspecten van de intensieve veehouderij. Maar in Horst aan de Maas regeert onverminderd het agrarisch belang. Zou corona daar verandering in gaan brengen? Ik heb er een hard hoofd in. Jij iets minder geloof ik – die Hoffnung stirbt zuletzt. Wel een kleine correctie: je hebt het over corona als ‘laatste duwtje in de rug’ voor échte veranderingen. Dat impliceert dat er al duwtjes zijn geweest. Maar hier in Horst aan de Maas moet het eerste duwtje nog komen.
Liefs,
Wim
dinsdag 7 april 2020
Intermezzo – Stank (1)
Met dat prachtige weer en de weldadige stilte op straat was het de afgelopen
weken heerlijk fietsen en wandelen. Op plekjes geweest waar ik nooit eerder was
geweest, dingen gezien die ik nooit eerder had gezien. Genoten van het niet
langer door verkeerslawaai overstemde vogelgefluit en gezoem van de eerste
bijen, van de stoepkrijttekeningen die op tal van trottoirs verschenen, van de
openbare boekenkasten die ineens het leven zagen. Gegniffeld soms ook om de
flarden van gesprekken die ik opving, om de veelheid aan geïmproviseerde
briefjes die overal opdoken, om de koddige manoeuvres om elkaar te ontwijken.
(Dit stukje verscheen vorige week in licht gewijzigde vorm in Via Horst-Venray.)
Abonneren op:
Posts (Atom)