maandag 27 april 2020

Intermezzo – Varkens

Gisteren. Voor de verandering maar eens een wandeling langs de Langevenseloop. Door mensenhand gegraven, beginnend ergens in het grensgebied tussen Sevenum, Hegelsom en Horst en in Swolgen uitmondend in het Schuitwater. Heerlijk zonnetje, muziek uit m’n oortjes en daar gaan we. Rechts aaneengesloten kassen, tuinbouwgebied Californië. Deprimerend. Links weilanden, akkers, grote varkensbedrijven. A73. Daarna links blauwebessenplantages. Daarachter de megavarkensstal van het Nieuw Gemengd Bedrijf in aanbouw. Deprimerend. Losbaan oversteken. Links over een enorme lengte een kas. Rechts akkers. Deprimerend. Lottumseweg in Melderslo oversteken. Links of rechts langs de Langevenseloop? Rechts. Verrek zijn dat daar links varkens? Terug. Links. Het zijn varkens! In de buitenlucht.


Stuk of tien, verdeeld over twee omgewoelde varkensweiden. Nieuwsgierig, enthousiast rondjes rennend, wroetend, luierend, drinkend in de poel, spelend. Ontroerend, tranen in m’n ogen. Ik sta wel twintig minuten te kijken en foto’s te maken. Dan komt de varkenshouder aanlopen. Johan Vullings. We raken in gesprek.


Hij is begonnen als traditionele varkenshouder. Tot hij genoeg had van de voortdurende druk van de bank. Hij wilde kleinschaliger, diervriendelijker. Het werden Livar varkens. Of hij ervan kan leven? Bij duizend varkens. Hij heeft er vijfhonderd en werkt daarnaast parttime. Hij vraagt zich af waarom Nederland voor de hele wereld varkensvlees moet produceren. Onhoudbaar ook, meent hij: Rusland is zelf al overgegaan tot grootschalige productie, andere landen zullen snel volgen.


Het Nieuw Gemengd Bedrijf, nauwelijks een kilometer verderop? Hij was en is tegen. Hij gruwt van de massaliteit, van de drie verdiepingen met varkens. Onbegrijpelijk dat de megastal pal tegen een geitenbedrijf mocht worden gebouwd. Verspreiding van virussen valt niet te voorkomen, weet hij zeker.


Op gemeentelijke en andere bijeenkomsten roert hij zich, maar zijn stem wordt niet gehoord. De LLTB en LTO Nederland zijn dominant. Op de achtergrond spreekt ook de bank een woordje mee. Toch blijft hij strijden, toch is hij ervan overtuigd dat het gaat veranderen. Niet nu, niet morgen, niet overmorgen, maar het gáát veranderen. Zeker weten.


We nemen afscheid. Ik loop door langs de Langevenseloop. Overal immense kassen, immense varkensstallen, immense blauwebessenplantages. Deprimerend. De varkens, Johan en ons gesprek blijven door m’n hoofd spoken. Uiteindelijk zijn ook de varkens van Johan bestemd voor de slacht en voor de markt. Zou van mij niet per se hoeven, maar een productievarkensloze wereld zal voorlopig wel een utopie blijven. En dan mag je als varken eigenlijk toch wel gezegend zijn met iemand als Johan, die je de ruimte geeft om te spelen, te wroeten, te luieren, te badderen. Die je de mogelijkheden biedt om jezelf te zijn, om varken te zijn. Die zich hard maakt voor een beter leven voor je soortgenoten. Waren er maar meer varkenshouders zoals Johan.

3 opmerkingen:

  1. Thea Lemmen-Wanten27 april 2020 om 20:42

    Wauw, goed om te horen! Hoop dat Johan gelijk krijgt. Ben het absoluut met hem eens. En weer mooi verwoord, Wim...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een mooi stukje! Ook helemaal mee eens

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Prachtig, bijna ontroerend en wat een kern van waarheid. Mooi geschreven.

    BeantwoordenVerwijderen