maandag 18 april 2022

Intermezzo – Kasteelruïne

Ouder worden heeft nadelen. Maar ouder worden heeft ook voordelen. Zo heb ik het geluk dat ik me nog uit mijn jeugd herinner hoe het eeuwenoude kasteel Huis ter Horst erbij lag in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Namelijk als een fantastische ruïne.


Ik zie het nog zo voor me: een restant van een toren waarop een boom groeide en voor de rest wat afgebrokkelde muren, wilde begroeiing en vooral veel hoge bomen, ik vermoed populieren. Een idylle, het meest romantische plekje van Horst. Ontoegankelijk voor publiek, wat het voor opgeschoten jongeren natuurlijk tot een uitdaging maakte om toch toegang te krijgen.


In Engeland zouden ze een moord doen voor zo’n ruïne. Hier, in Horst, was het niet goed genoeg. Het kasteel moest in oude glorie worden hersteld. Hoe en waarom precies bleef onduidelijk. Deskundigen waarschuwden: bewaak de grens tussen gebruik en misbruik van de restanten van het kasteel, doe alleen het hoogst noodzakelijke en blijf verder zoveel mogelijk met je tengels van die ruïne af. En wat gebeurde? Precies het tegendeel: de grens tussen gebruik en misbruik werd grotelijks overschreden, er werden voornamelijk niet-noodzakelijke dingen gedaan en Jan en alleman zat met z’n tengels aan de ruïne.


De fantastische ruïne uit mijn jeugd heeft plaatsgemaakt voor een bespottelijk allegaartje, een kermis, ik kan het niet anders zeggen. Romantiek is er ver te zoeken. Historie heeft moeten wijken voor folklore. Karakter is verworden tot slappe hap. Functioneel moest het allemaal worden, een toeristische attractie die Horst op de kaart zou zetten. De inkt van het ene onhaalbare plan was nog niet opgedroogd of het volgende luchtkasteel werd alweer gebouwd. Aan enthousiaste vrijwilligers geen gebrek, aan visie en kundige bestuurders des te meer.


En nu zitten we met de gebakken peren. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed liet enkele jaren geleden al doorschemeren dat de ruïne haar status als Rijksmonument wel eens zou kunnen verliezen; archeoloog Xavier van Dijk heeft al enkele malen alarm geslagen; de Erfgoedwet is overtreden en de provincie Limburg heeft de gemeente Horst aan de Maas onder toezicht geplaatst als het gaat om de ruïne.  


In De Limburger beklaagde bestuurslid Jos Jenniskens van stichting Kasteel Huys ter Horst zich afgelopen week over alle kritiek: ‘Onze vrijwilligers werken zich uit de naad. Het wordt tijd dat ze een schouderklopje krijgen, in plaats van dat er steeds wordt geroepen dat er dingen fout gaan.’ Jos heeft het volste gelijk: inderdaad verdienen die vrijwilligers een schouderklopje voor al het werk dat ze doen. Wat Jos alleen vergeet te zeggen is dat de bestuurders, de mensen die het voor het zeggen hebben, een schop onder hun kont verdienen omdat ze de vrijwilligers opzadel(d)en met de verkeerde opdrachten. 


In hetzelfde artikel in De Limburger komt ook Han Geurts, wethouder van monumentenzorg en cultureel erfgoed, aan het woord. Hij geeft de provincie van onderuit de zak. Over het verwijt van de provincie dat de gemeente niet heeft ingegrepen toen er historisch waardevolle muren werden gesloopt zegt Han: ‘De provincie ziet dit te zwart-wit. Ze reageren enkel op klachten, maar zien niet hoe mooi vrijwilligers het kasteel in twintig jaar tijd hebben gemaakt. Het was een ruïne. Nu is het de populairste trouwlocatie van Horst aan de Maas. De geschiedenis van Horst wordt er verteld. Dat vind ik belangrijker dan een stapel stenen.’


Han betitelt historisch waardevolle muren, belangrijk cultureel erfgoed, als ‘een stapel stenen’. Wat feitelijk juist is. Zoals De Nachtwacht feitelijk ook een zooitje verfklodders is. En de Negende van Beethoven feitelijk een hoeveelheid noten is. En de Bijbel feitelijk een opeenstapeling van papier is. En de Atlantische Oceaan feitelijk een verzameling waterdruppels is. En wethouders feitelijk soms ook de weg kwijt kunnen zijn. Of zie ik het nu te zwart-wit?

Bron van de twee eerste foto’s: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Documentnummers 302.816 en 302.818

2 opmerkingen: