Ik ga gewoon door: nog maar eens wat losjes met elkaar
samenhangende observaties, gedachten en meningen over bibliotheken.
De column van Margriet Oostveen in NRC Handelsblad was afgelopen woensdag gewijd aan de bibliotheek
van Vierlingsbeek. Eind 2010 wegbezuinigd door de gemeente Boxmeer, maar
sindsdien met massale steun van de bevolking en sponsoring door de plaatselijke
middenstand door dertig vrijwilligers draaiende gehouden. ‘Wrang detail: terwijl Juul de bibliotheek van Vierlingsbeek aan het
redden was, werd zij ontslagen als medewerkster van de afgeslankte bibliotheek
van Venray. Nu doet ze dus hetzelfde werk, maar gratis.’
Even hartverwarmend als zorgelijk. Hartverwarmend omdat de
reddingsactie van de bibliotheek tot – zoals Oostveen het noemt – ‘motor van het sociale leven’ in
Vierlingsbeek werd. Zorgelijk omdat het succes van de actie bestuurders van
andere plaatsen een vrijbrief geeft bibliotheken weg te bezuinigen (‘Waarom zou wat in Vierlingsbeek kan, hier
niet kunnen?’). Zorgelijk ook omdat vrijwilligers de plaats innemen van
gekwalificeerd personeel. Zorgelijk ook omdat de klok een eeuw teruggedraaid
dreigt te worden en parochiebibliotheken, Vincentiusbibliotheken en andere
particuliere bibliotheken met al hun amateurisme en paternalisme weer een
stapje dichterbij lijken te komen.
Wie ook aan de column van Margriet Oostveen refereert, is
Jeanine Deckers. Jeanine Deckers is bibliothecaris, was onder meer betrokken
bij de ontwikkeling van de Airport Library op Schiphol en enkele
Strandbibliotheken en vindt dat bibliothecarissen ‘veel te weinig voor zichzelf en hun eigen vak opkomen’. Op haar weblog Tenaanval publiceert ze vlot geschreven,
verstandige en mooie stukjes over ‘bibliothecarissen,
bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst’. Léés bijvoorbeeld haar
op 22 juni gepubliceerde stukje, waarin ze kernachtig en treffend onder woorden
brengt waar bibliotheken in haar ogen voor staan: ‘De belangrijkste taak is om een rol in de lokale gemeenschap te
vervullen, om inwoners de ruimte te geven om zichzelf intellectueel te
ontwikkelen, om zich een mening te vormen, om inwoners te helpen met (leren)
lezen en ze te helpen met hun weg te vinden in deze (steeds ingewikkelder
wordende) samenleving. Een bibliotheek is een plek waar je mag “hangen”, waar
je niets hoeft te kopen en waar je je niet beter hoeft voor te doen dan je
bent. Dat is óók een taak van de bibliotheek, neutraal terrein zijn in een
steeds drukkere commerciële wereld.’ Kijk, dan kun je bij mij, als
aanhanger van de verheffingsgedachte, natuurlijk niet meer kapot.
Jeanine Deckers noemt zichzelf ‘militant bibliothecaris’. Met zwaar weer op komst denk ik dan: ‘Hadden
we die in Horst ook maar’. Mijn verbazing over de (ogenschijnlijke?) apathie
van BiblioNu is intussen omgeslagen in ergernis. Nogmaals: waarom worden die
duizenden leden niet gemobiliseerd? Of op z’n minst geïnformeerd? Los van het
feit dat ik vind dat ik daar als lid (omstreeks veertig jaar) recht op heb,
lijkt het kweken van betrokkenheid me een essentiële voorwaarde voor het voortbestaan
van bibliotheken. Dat begrepen ze in Vierlingsbeek en dat hebben ze in Sevenum gelukkig
ook begrepen.
Nu in Horst dus nog.
Horst aan de Maas liefdevol, verontwaardigd, uitdagend, kritisch en verwonderd beschouwd
maandag 25 juni 2012
Intermezzo – Twaalfde man (3)
Het gebeurt zo zelden, dat ik het de moeite waard vind het
even te memoreren: afgelopen week is gevolg gegeven aan een oproep van
Horst-sweet-Horst!
Even uw geheugen opfrissen: drie weken geleden ontdekte ik dat het veldkruis aan het Hoogbroek in Sevenum dat in 2010 als vierde stond genoteerd in de Horst-sweet-Horst top 5 van Sevenumse corpussen met blauwe lendendoek,
een gedaanteverwisseling had ondergaan.
Ik maakte me alvast op voor een feest van buitengewone proporties, want hoe zou het met zo’n Twaalfde Man nou nog mis kunnen gaan? Enfin, u weet allemaal hoe het afliep. Omdat enig opportunisme ook mij niet vreemd is, pleitte ik vorige week voor een wissel van deze Twaalfde Man. Hoewel mijn mening doorgaans weinig gewicht in de schaal legt, besloot ik gisteren voor de zekerheid toch even poolshoogte te gaan nemen. En ziedaar:
Dat biedt dan weer hoop. Want ganz nebenbei bemerkt: stelt u zich toch eens voor dat alle hier geopperde voorstellen en ideeën werkelijkheid zouden worden. De wereld zou er heel wat mooier, vrolijker, kleurrijker, schoner uitzien. Of nee, nou niet doordraven: Horst aan de Maas zou er heel wat mooier, vrolijker, kleurrijker, schoner uitzien.
Maar dit dus geheel terzijde. Waar het nu in de eerste plaats om gaat is een geschikte opvolger te vinden voor de aan de kant gezette Twaalfde Man. Voor één keer wil ik u mijn mening niet opdringen. Nee, bij hoge uitzondering laat ik de keus aan u. Ik heb tien potentiële vervangers van de Twaalfde Man voor u op een rijtje gezet.
Mail me s.v.p. vóór 1 augustus wie naar uw mening de beste Nieuwe Twaalfde Man (of Vrouw) is. Uiteraard mag u ook zelf kandidaten nomineren. Meeste stemmen gelden en in de loop van augustus maak ik de uitslag bekend.
Even uw geheugen opfrissen: drie weken geleden ontdekte ik dat het veldkruis aan het Hoogbroek in Sevenum dat in 2010 als vierde stond genoteerd in de Horst-sweet-Horst top 5 van Sevenumse corpussen met blauwe lendendoek,
een gedaanteverwisseling had ondergaan.
Ik maakte me alvast op voor een feest van buitengewone proporties, want hoe zou het met zo’n Twaalfde Man nou nog mis kunnen gaan? Enfin, u weet allemaal hoe het afliep. Omdat enig opportunisme ook mij niet vreemd is, pleitte ik vorige week voor een wissel van deze Twaalfde Man. Hoewel mijn mening doorgaans weinig gewicht in de schaal legt, besloot ik gisteren voor de zekerheid toch even poolshoogte te gaan nemen. En ziedaar:
Dat biedt dan weer hoop. Want ganz nebenbei bemerkt: stelt u zich toch eens voor dat alle hier geopperde voorstellen en ideeën werkelijkheid zouden worden. De wereld zou er heel wat mooier, vrolijker, kleurrijker, schoner uitzien. Of nee, nou niet doordraven: Horst aan de Maas zou er heel wat mooier, vrolijker, kleurrijker, schoner uitzien.
Maar dit dus geheel terzijde. Waar het nu in de eerste plaats om gaat is een geschikte opvolger te vinden voor de aan de kant gezette Twaalfde Man. Voor één keer wil ik u mijn mening niet opdringen. Nee, bij hoge uitzondering laat ik de keus aan u. Ik heb tien potentiële vervangers van de Twaalfde Man voor u op een rijtje gezet.
Mail me s.v.p. vóór 1 augustus wie naar uw mening de beste Nieuwe Twaalfde Man (of Vrouw) is. Uiteraard mag u ook zelf kandidaten nomineren. Meeste stemmen gelden en in de loop van augustus maak ik de uitslag bekend.
Klein mysterie 355 – Bibliotheek (7)
Vrijdag publiceerde wethouder Ger van Rensch op z’n weblog
een stukje over (Horster) bibliotheken. De wethouder zegt daarin een hele hoop
zinnigs over nut en noodzaak van lezen, leesvaardigheid en bibliotheken. Drie
zinnen ter illustratie: ‘Lezen zal een
eerste levensbehoefte blijven.’ ‘Zonder
leesvaardigheid, en dan vooral begrijpend lezen, is een goede ontwikkeling van
je talenten niet mogelijk.’ ‘De
meerwaarde van een goed uitgeruste en opgeleide [bibliotheek]organisatie kan veel betekenen voor de
bevolking.’ De wethouder wijst verder op het belang van schoolbibliotheken
en stipt de ontmoetingsfunctie van bibliotheken aan.
Allemaal zeer behartenswaardig en weinig of niets tegenin te brengen. Het merkwaardige is alleen dat het stukje is geschreven door een wethouder die op het punt staat enkele tonnen te bezuinigen op het bibliotheekwerk in Horst aan de Maas. En nog veel merkwaardiger is dat hij dat in z’n stukje niet expliciet vermeldt en er slechts enkele toespelingen op maakt.
Marcel van Dam noemde donderdag in z’n tweewekelijkse column in De Volkskrant een van de meest ergerniswekkende ontwikkelingen in de politiek ‘het verpakken van maatregelen die voor mensen slecht uitpakken als een cadeautje.’
Nee, een uitgesproken exponent van die ontwikkeling is wethouder Van Rensch niet. Toch komt hij met z’n blogpost een aardig eind in de richting. Hij noemt schoolbibliotheken een belangrijk speerpunt van het beleid, maar vergeet te vermelden dat die schoolbibliotheken het restant vormen van wegbezuinigde volwaardige bibliotheken. Hij merkt op dat schoolbibliotheken ook kunnen fungeren als haal- en inleverpunt voor bestelde boeken in kernen zonder volwassenenbibliotheken, maar verzwijgt dat die volwassenenbibliotheken eerst zijn opgedoekt. Hij meent dat één grote centrale bibliotheek als spil van de activiteiten onmisbaar is, maar laat de toekomst van de overige vestigingen in het ongewisse. Hij prijst de meerwaarde van een goed uitgeruste en opgeleide bibliotheekorganisatie, maar zegt er niet bij dat die met veel minder geld overeind moet zien te blijven.
Dus vergeef me, alle mooie woorden ten spijt zie ik het stukje van de wethouder toch vooral als een poging de geesten rijp te maken voor de ingrijpende bezuinigingen waaraan de gemeenteraad morgen zijn fiat geeft. Want hoe prachtig die visies, hoe fraai die toekomstbespiegelingen en hoe vernieuwend die concepten ook, er gaat één ding aan vooraf: spijkerhard bezuinigen. Als daar blijkbaar niet aan valt te ontkomen, is het wel zo zuiver dat er onomfloerst bij te zeggen. Daarom stel ik voor dat de wethouder aan het stukje op z’n weblog de volgende disclaimer toevoegt: ‘Mensen, bij het lezen van het stukje is het goed het volgende in het achterhoofd te houden: ik moet helaas enkele tonnen bezuinigen op het bibliotheekwerk. Daardoor word ik gedwongen tot het maken van pijnlijke keuzes die duizenden lezers zullen raken. Zo goed en zo kwaad als het gaat, zal ik de schade binnen de perken proberen te houden. Maar wees er vooral van doordrongen dat het nooit meer zo goed zal worden zoals het was.’
Allemaal zeer behartenswaardig en weinig of niets tegenin te brengen. Het merkwaardige is alleen dat het stukje is geschreven door een wethouder die op het punt staat enkele tonnen te bezuinigen op het bibliotheekwerk in Horst aan de Maas. En nog veel merkwaardiger is dat hij dat in z’n stukje niet expliciet vermeldt en er slechts enkele toespelingen op maakt.
Marcel van Dam noemde donderdag in z’n tweewekelijkse column in De Volkskrant een van de meest ergerniswekkende ontwikkelingen in de politiek ‘het verpakken van maatregelen die voor mensen slecht uitpakken als een cadeautje.’
Nee, een uitgesproken exponent van die ontwikkeling is wethouder Van Rensch niet. Toch komt hij met z’n blogpost een aardig eind in de richting. Hij noemt schoolbibliotheken een belangrijk speerpunt van het beleid, maar vergeet te vermelden dat die schoolbibliotheken het restant vormen van wegbezuinigde volwaardige bibliotheken. Hij merkt op dat schoolbibliotheken ook kunnen fungeren als haal- en inleverpunt voor bestelde boeken in kernen zonder volwassenenbibliotheken, maar verzwijgt dat die volwassenenbibliotheken eerst zijn opgedoekt. Hij meent dat één grote centrale bibliotheek als spil van de activiteiten onmisbaar is, maar laat de toekomst van de overige vestigingen in het ongewisse. Hij prijst de meerwaarde van een goed uitgeruste en opgeleide bibliotheekorganisatie, maar zegt er niet bij dat die met veel minder geld overeind moet zien te blijven.
Dus vergeef me, alle mooie woorden ten spijt zie ik het stukje van de wethouder toch vooral als een poging de geesten rijp te maken voor de ingrijpende bezuinigingen waaraan de gemeenteraad morgen zijn fiat geeft. Want hoe prachtig die visies, hoe fraai die toekomstbespiegelingen en hoe vernieuwend die concepten ook, er gaat één ding aan vooraf: spijkerhard bezuinigen. Als daar blijkbaar niet aan valt te ontkomen, is het wel zo zuiver dat er onomfloerst bij te zeggen. Daarom stel ik voor dat de wethouder aan het stukje op z’n weblog de volgende disclaimer toevoegt: ‘Mensen, bij het lezen van het stukje is het goed het volgende in het achterhoofd te houden: ik moet helaas enkele tonnen bezuinigen op het bibliotheekwerk. Daardoor word ik gedwongen tot het maken van pijnlijke keuzes die duizenden lezers zullen raken. Zo goed en zo kwaad als het gaat, zal ik de schade binnen de perken proberen te houden. Maar wees er vooral van doordrongen dat het nooit meer zo goed zal worden zoals het was.’
Klein mysterie 354 – Kasteelruïne (4)
Blijkens het weblog van Leon Litjens heeft het college van
burgemeester en wethouders op 12 juni een werkbezoek gebracht aan de ruïne van
kasteel Huis ter Horst.
Verrek ja, je zou het van de weeromstuit bijna vergeten, maar we hebben ook nog een kasteelruïne in Horst. Tegenwoordig vooral decor voor rommelmarkten, muziekfestivals en festijnen voor oudere jongeren die verslingerd zijn aan middeleeuwertje spelen.
Maar hoe lang nog? Wethouder Litjens vermeldt dat tijdens het collegebezoek ‘het in oude staat terug brengen van dit kasteel uitvoerig besproken is’. Een aloud idee wordt maar weer eens opgepoetst. ‘Groots en meeslepend wil ik leven’, dichtte Hendrik Marsman al. Nu de Floriade op een oor na is gevild, is blijkbaar de tijd aangebroken voor een nieuw grand travail dat Horst (aan de Maas) op de kaart moet zetten.
Mijn mening over herbouw van het kasteel heb ik al meermaals gegeven (klik hier en hier) en ga ik nu niet opnieuw herhalen. Waar ik wel benieuwd naar ben is of de herbouwplannen een uitvloeisel zijn van de ideeënwedstrijd over de toekomst van de kasteelruïne. U weet wel, die wedstrijd die in oktober vorig jaar werd uitgeschreven en waarvan de uiterste inzendtermijn stilzwijgend met twee maanden werd verlengd tot 1 april.
Die ideeënwedstrijd waarvan we al maanden niets meer hebben vernomen, terwijl heel Horst hunkert naar de uitslag. Voorziet het winnende idee inderdaad in wederopbouw van de ruïne? Is de winnaar een ‘vrije deelnemer’ of is hij of zij benaderd om deel te nemen aan de prijsvraag (een mogelijkheid waarin het wedstrijdreglement voorziet)? Of is de jury zo overstelpt met inzendingen dat het haar onmogelijk is binnen drie maanden tot een eindoordeel te komen? Bestuur van Stichting Kasteel Huys ter Horst houd ons alsjeblieft niet langer in spanning!
Wat los van de ideeënwedstrijd al vaststaat is dat een onlangs opgedoken deur van de in de Tweede Wereldoorlog verwoeste Sint-Lambertuskerk een plaats krijgt in het kasteel. Nogal wiedes, aldus stichtingvoorzitter Jos Jenniskens onlangs in Hallo Horst aan deMaas: ‘De geschiedenis van de deur past perfect in het historische kasteel. En een van de vroegere bewoners van het kasteel, Willem Vincent van Wittenhorst, heeft in zijn tijd veel donaties gedaan aan de kerk. Wellicht heeft hij die deur wel betaald.’
Een mooi moment om Marita Mathijsen weer eens aan te halen: ‘Ik zie aandacht voor de oppervlakte van de geschiedenis, niet voor de diepte. Niet voor kennis, maar voor amusement; niet voor gevoel, maar voor sentimentaliteit.’ (p. 28)
Verrek ja, je zou het van de weeromstuit bijna vergeten, maar we hebben ook nog een kasteelruïne in Horst. Tegenwoordig vooral decor voor rommelmarkten, muziekfestivals en festijnen voor oudere jongeren die verslingerd zijn aan middeleeuwertje spelen.
Maar hoe lang nog? Wethouder Litjens vermeldt dat tijdens het collegebezoek ‘het in oude staat terug brengen van dit kasteel uitvoerig besproken is’. Een aloud idee wordt maar weer eens opgepoetst. ‘Groots en meeslepend wil ik leven’, dichtte Hendrik Marsman al. Nu de Floriade op een oor na is gevild, is blijkbaar de tijd aangebroken voor een nieuw grand travail dat Horst (aan de Maas) op de kaart moet zetten.
Mijn mening over herbouw van het kasteel heb ik al meermaals gegeven (klik hier en hier) en ga ik nu niet opnieuw herhalen. Waar ik wel benieuwd naar ben is of de herbouwplannen een uitvloeisel zijn van de ideeënwedstrijd over de toekomst van de kasteelruïne. U weet wel, die wedstrijd die in oktober vorig jaar werd uitgeschreven en waarvan de uiterste inzendtermijn stilzwijgend met twee maanden werd verlengd tot 1 april.
Die ideeënwedstrijd waarvan we al maanden niets meer hebben vernomen, terwijl heel Horst hunkert naar de uitslag. Voorziet het winnende idee inderdaad in wederopbouw van de ruïne? Is de winnaar een ‘vrije deelnemer’ of is hij of zij benaderd om deel te nemen aan de prijsvraag (een mogelijkheid waarin het wedstrijdreglement voorziet)? Of is de jury zo overstelpt met inzendingen dat het haar onmogelijk is binnen drie maanden tot een eindoordeel te komen? Bestuur van Stichting Kasteel Huys ter Horst houd ons alsjeblieft niet langer in spanning!
Wat los van de ideeënwedstrijd al vaststaat is dat een onlangs opgedoken deur van de in de Tweede Wereldoorlog verwoeste Sint-Lambertuskerk een plaats krijgt in het kasteel. Nogal wiedes, aldus stichtingvoorzitter Jos Jenniskens onlangs in Hallo Horst aan deMaas: ‘De geschiedenis van de deur past perfect in het historische kasteel. En een van de vroegere bewoners van het kasteel, Willem Vincent van Wittenhorst, heeft in zijn tijd veel donaties gedaan aan de kerk. Wellicht heeft hij die deur wel betaald.’
Een mooi moment om Marita Mathijsen weer eens aan te halen: ‘Ik zie aandacht voor de oppervlakte van de geschiedenis, niet voor de diepte. Niet voor kennis, maar voor amusement; niet voor gevoel, maar voor sentimentaliteit.’ (p. 28)
maandag 18 juni 2012
Klein mysterie 353 – Raymond (1)
Afgelopen dinsdag werd bekend dat Raymond Knops vijfde komt te staan op de kandidatenlijst van het CDA voor de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september. Het Horster Kamerlid zelf twitterde over dit nieuws: ‘Blij met mooie nr 5 positie op CDA kandidatenlijst.’
Velen waren er als de kippen bij om Raymond te feliciteren met z’n notering. Ik beperk me hier even tot tweets van enkele van z’n lokale partijgenoten:
‘Proficiat met je plaats op de lijst CDA.’ (Annemie Craenmehr-Hesen)
‘Wat een mooie plek op de CDA-kandidatenlijst! Geweldig, proficiat.’ (Kees van Rooij)
‘Gefeliciteerd met je prachtige plek op de lijst! Veel succes, hulp nodig?’ (Petra Leijssen-Versteegen)
‘Gefeliciteerd en veel succes!’ (Bart Engels)
‘Felicitaties aan @ Raymond Knops @ Martijncda en @mustafaamahouch met de prachtige plekken op kieslijst CDA.’ (Marlies Janssen-Kusters)
‘Van Harte met deze mooie plek!’ (Sjaak Jenniskens)
Nu denkt u misschien: ‘Allemaal leuk en aardig die tweets, maar is het nou per se nodig mij daarmee lastig te vallen?’ Per se nodig misschien niet, maar ik citeer die tweets hier om duidelijk te maken dat cynisme nog altijd hoogtij viert in het CDA. Hetzelfde cynisme dat die eertijds zo geoliede machine heeft doen haperen, hetzelfde cynisme dat die partij zo tot op het bod heeft doen splijten, hetzelfde cynisme waarmee eerbiedwaardige partijgenoten worden weggezet als mastodonten.
Tot afgelopen dinsdag verkeerde ik in de waan dat Raymond aan het cynisme van z’n CDA-kornuiten had weten te ontsnappen. Dankzij die tweets weet ik intussen wel beter. Raymond is het volgende slachtoffer in die genadeloze interne partijstrijd.
Plaatsvervangende schaamte kreeg ik er zelfs van (en dat overkomt me niet vaak met CDA’ers). Want zeg nou zelf: een zittend Kamerlid dat naar een onverkiesbare plaats op de kandidatenlijst wordt verbannen dat bedelf je toch niet onder de felicitaties? Dat getuigt toch van een aan het onbetamelijke grenzend cynisme?
Of zou de electorale realiteit nog niet tot de Horster CDA’ers zijn doorgedrongen? Leven de dames en heren soms nog allemaal in de vorige eeuw?
Velen waren er als de kippen bij om Raymond te feliciteren met z’n notering. Ik beperk me hier even tot tweets van enkele van z’n lokale partijgenoten:
‘Proficiat met je plaats op de lijst CDA.’ (Annemie Craenmehr-Hesen)
‘Wat een mooie plek op de CDA-kandidatenlijst! Geweldig, proficiat.’ (Kees van Rooij)
‘Gefeliciteerd met je prachtige plek op de lijst! Veel succes, hulp nodig?’ (Petra Leijssen-Versteegen)
‘Gefeliciteerd en veel succes!’ (Bart Engels)
‘Felicitaties aan @ Raymond Knops @ Martijncda en @mustafaamahouch met de prachtige plekken op kieslijst CDA.’ (Marlies Janssen-Kusters)
‘Van Harte met deze mooie plek!’ (Sjaak Jenniskens)
Nu denkt u misschien: ‘Allemaal leuk en aardig die tweets, maar is het nou per se nodig mij daarmee lastig te vallen?’ Per se nodig misschien niet, maar ik citeer die tweets hier om duidelijk te maken dat cynisme nog altijd hoogtij viert in het CDA. Hetzelfde cynisme dat die eertijds zo geoliede machine heeft doen haperen, hetzelfde cynisme dat die partij zo tot op het bod heeft doen splijten, hetzelfde cynisme waarmee eerbiedwaardige partijgenoten worden weggezet als mastodonten.
Tot afgelopen dinsdag verkeerde ik in de waan dat Raymond aan het cynisme van z’n CDA-kornuiten had weten te ontsnappen. Dankzij die tweets weet ik intussen wel beter. Raymond is het volgende slachtoffer in die genadeloze interne partijstrijd.
Plaatsvervangende schaamte kreeg ik er zelfs van (en dat overkomt me niet vaak met CDA’ers). Want zeg nou zelf: een zittend Kamerlid dat naar een onverkiesbare plaats op de kandidatenlijst wordt verbannen dat bedelf je toch niet onder de felicitaties? Dat getuigt toch van een aan het onbetamelijke grenzend cynisme?
Of zou de electorale realiteit nog niet tot de Horster CDA’ers zijn doorgedrongen? Leven de dames en heren soms nog allemaal in de vorige eeuw?
Intermezzo – EK’88
Waar was u toen definitief het besef tot u doordrong dat het
Nederlands elftal nooit, maar dan ook nooit het Europees Kampioenschap van 2012
zou gaan winnen? Nee, nou niet zeggen dat u het al voor het begin van het
toernooi wist. Zou wat al te gemakkelijk zijn. Want waarom behing u uw huis anders
met al die oranjeparafernalia?
Ja, nattigheid voelden we natuurlijk allemaal wel. Al maanden. Maar ergens bleef er toch ook altijd een zweempje hoop. Ondanks alles. Zelfs na Denemarken. Ja, zelfs na Duitsland. Ook een kans van 1 op 190 is tenslotte een kans.
Waar ik was toen definitief het besef doordrong dat het niks zou worden? In een lichtblauwe container op het Wilheminaplein te Horst, zaterdagmiddag 16 juni, 15.18 uur. Ik was in die container beland omdat die attributen van het EK ’88 bevatte.
Een buitenkansje dat ik als container- en voetballiefhebber uiteraard niet aan me voorbij mocht laten gaan. Een extra aanbeveling was verder dat de gemeente Horst aan de Maas volgens InHorst dit initiatief ondersteunde (vraag me niet waarom en evenmin of die ondersteuning financieel, facilitair of moreel van aard was).
Bij het aanschouwen van die attributen werd me in één klap duidelijk waarom Van Bommel cum suis op dit EK niet vooruit te branden waren. Alvorens naar Krakow af te reizen zal ook de Oranjeselectie oog in oog met die EK ’88-attributen hebben gestaan. Ongetwijfeld bedoeld als extra motivatie voor dit EK moet de reizende tentoonstelling juist een fnuikend effect op onze jongens hebben gehad. Was zo’n lullig bekertje nou echt de beloning voor een maand lang afzien?
Moest je voor zo’n onooglijke medaille nu werkelijk dag in dag uit de vernederingen van het analistenvolk accepteren?
Lag er bij winst straks heus een fles van deze derderangs bocht op ze te wachten?
‘Mij niet gezien’, zullen ze onafhankelijk van elkaar hebben besloten en zo is eenvoudig verklaard waarom de heren nog geen deuk in een pakje boter schopten.
Michels, Van Basten, Rijkaard, Van Breukelen, de gebroeders Koeman, matchwinnaar Kieft, zomaar voor het grijpen! En laat ik ook vooral Hendrie Krüzen niet vergeten! Gelukkig had m’n als altijd assertieve vader de tegenwoordigheid van geest de heren het programmaboekje onder de neus te duwen voor een handtekening (klik op de afbeelding om haar te vergroten):
Ja, nattigheid voelden we natuurlijk allemaal wel. Al maanden. Maar ergens bleef er toch ook altijd een zweempje hoop. Ondanks alles. Zelfs na Denemarken. Ja, zelfs na Duitsland. Ook een kans van 1 op 190 is tenslotte een kans.
Maar goed, waar was u toen definitief het besef tot u
doordrong dat Oranje geen Europees kampioen zou worden? Thuis, gezeten op uw
gerieflijke divan, zaterdagavond, toen de soms voor journalist versleten Bert
Maalderink weer eens veel te veel airtime
kreeg en Jan van Halst er daarna nog een keer overheen ging? Dacht u toen: ‘Nu
weet ik het zeker, dit trekken die jongens niet langer’? Zou al heel wat
geloofwaardiger klinken.
Waar ik was toen definitief het besef doordrong dat het niks zou worden? In een lichtblauwe container op het Wilheminaplein te Horst, zaterdagmiddag 16 juni, 15.18 uur. Ik was in die container beland omdat die attributen van het EK ’88 bevatte.
Een buitenkansje dat ik als container- en voetballiefhebber uiteraard niet aan me voorbij mocht laten gaan. Een extra aanbeveling was verder dat de gemeente Horst aan de Maas volgens InHorst dit initiatief ondersteunde (vraag me niet waarom en evenmin of die ondersteuning financieel, facilitair of moreel van aard was).
Bij het aanschouwen van die attributen werd me in één klap duidelijk waarom Van Bommel cum suis op dit EK niet vooruit te branden waren. Alvorens naar Krakow af te reizen zal ook de Oranjeselectie oog in oog met die EK ’88-attributen hebben gestaan. Ongetwijfeld bedoeld als extra motivatie voor dit EK moet de reizende tentoonstelling juist een fnuikend effect op onze jongens hebben gehad. Was zo’n lullig bekertje nou echt de beloning voor een maand lang afzien?
Moest je voor zo’n onooglijke medaille nu werkelijk dag in dag uit de vernederingen van het analistenvolk accepteren?
Lag er bij winst straks heus een fles van deze derderangs bocht op ze te wachten?
‘Mij niet gezien’, zullen ze onafhankelijk van elkaar hebben besloten en zo is eenvoudig verklaard waarom de heren nog geen deuk in een pakje boter schopten.
Nu we het toch over dat EK van 1988 hebben, ook meteen maar
even mijn favoriete herinnering aan dat toernooi. Dat is niet het tegen het
lijf lopen van Freek de Jonge in een urinoir van het Müngersdorfer stadion in
Keulen na afloop van Nederland-Rusland. En al evenmin, wandelend naar de auto
na afloop van diezelfde wedstrijd, het gesprekje met Jan Mulder over de
lelijkheid van de Oranjeshirts.
Nee, wat me het meeste van dat EK is bijgebleven is dat ik
na afloop van Nederland-Ierland samen met m’n vader verzeild raakte in de
onbeschrijflijke chaos van de catacomben van het Parkstadion in Gelsenkirchen.
Michels, Van Basten, Rijkaard, Van Breukelen, de gebroeders Koeman, matchwinnaar Kieft, zomaar voor het grijpen! En laat ik ook vooral Hendrie Krüzen niet vergeten! Gelukkig had m’n als altijd assertieve vader de tegenwoordigheid van geest de heren het programmaboekje onder de neus te duwen voor een handtekening (klik op de afbeelding om haar te vergroten):
Klein mysterie 352 – Reclameborden (3)
‘Afzichtelijke en
horizonvervuilende dingen.’ Zo kwalificeerde Richard van der Weegen
(PvdA-PK) in de gemeenteraadsvergadering van 15 mei (klik door naar agendapunt 2) reclamemasten langs
autosnelwegen. Hij ageerde met name tegen de onlangs in Venray langs de A73
opgerichte mast
(al erkende hij meteen dat Horst aan de Maas al eerder had gezondigd met een vergelijkbare mast langs de A67 in Sevenum):
‘Zijn dit de poorten van de regio? Waar is onze voorbeeldfunctie? Bent u het met ons eens dat dit soort reclame-uitingen niet passen bij de uitstraling van onze regio? Ik krijg dit niet uitgelegd aan burgers die een reclame-uiting in het weiland moeten opruimen.’
Hij vroeg het gemeentebestuur tevens ‘beleid te ontwikkelen op het gebied van snelwegpanorama’s en in het bijzonder reclame-uitingen langs de snelwegen’. Was me allemaal uit het hart gegrepen. (Wat z’n betoog enigszins ontkrachtte, was dat hij tegelijkertijd het ontbreken van promotie voor de regio en de Floriade op de Venrayse mast laakte, terwijl je in mijn ogen de lelijkheid van de mast an sich los moet zien van de reclame die er op wordt gevoerd – maar dit terzijde).
Burgemeester Kees van Rooij counterde de woorden van Van der Weegen met wat algemeenheden en gratuite toezeggingen, zonder er inhoudelijk op in te gaan. Wethouder Birgit Op de Laak (een partijgenote van Van der Weegen) deed dat evenmin, maar had desondanks nog wel iets interessants te melden: ‘Er staat al sinds jaar en dag een reclamemast bij Interchalet.
Wij denken na over de mogelijkheden om reclame te voeren, wellicht dan ook nog digitaal, terwijl het in Venray nu statisch is. Maar als we daartoe voorstellen hebben, passeren die natuurlijk de raad, zodat u er wat van kunt vinden voordat ze er staan.’ Nou ben ik er doorgaans voorstander van als Horst Venray voorbij wil streven, maar in dit geval vind ik dat toch eerder verontrustend. Héél verstandig dus dat de voorstellen voor digitale reclame langs de A73 bij Interchalet eerst de gemeenteraad zouden passeren. Kon ik me er daarna een definitief oordeel over vormen. Omdat een reactie van Richard van der Weegen uitbleef, dacht hij er blijkbaar hetzelfde over.
Dit speelde zich dus allemaal af op 15 mei. Sindsdien heeft de gemeenteraad nog één keer vergaderd en zijn er nog twee vergadering van de commissie Ruimte geweest. Voor zover ik weet en kan nagaan is daarin niet gesproken over digitale reclame op de mast bij Interchalet. Daarom was ik hooglijk verbaasd toen ik afgelopen woensdag Interchalet passeerde en zich voor mijn ogen deze vertoning afspeelde:
(al erkende hij meteen dat Horst aan de Maas al eerder had gezondigd met een vergelijkbare mast langs de A67 in Sevenum):
‘Zijn dit de poorten van de regio? Waar is onze voorbeeldfunctie? Bent u het met ons eens dat dit soort reclame-uitingen niet passen bij de uitstraling van onze regio? Ik krijg dit niet uitgelegd aan burgers die een reclame-uiting in het weiland moeten opruimen.’
Hij vroeg het gemeentebestuur tevens ‘beleid te ontwikkelen op het gebied van snelwegpanorama’s en in het bijzonder reclame-uitingen langs de snelwegen’. Was me allemaal uit het hart gegrepen. (Wat z’n betoog enigszins ontkrachtte, was dat hij tegelijkertijd het ontbreken van promotie voor de regio en de Floriade op de Venrayse mast laakte, terwijl je in mijn ogen de lelijkheid van de mast an sich los moet zien van de reclame die er op wordt gevoerd – maar dit terzijde).
Burgemeester Kees van Rooij counterde de woorden van Van der Weegen met wat algemeenheden en gratuite toezeggingen, zonder er inhoudelijk op in te gaan. Wethouder Birgit Op de Laak (een partijgenote van Van der Weegen) deed dat evenmin, maar had desondanks nog wel iets interessants te melden: ‘Er staat al sinds jaar en dag een reclamemast bij Interchalet.
Wij denken na over de mogelijkheden om reclame te voeren, wellicht dan ook nog digitaal, terwijl het in Venray nu statisch is. Maar als we daartoe voorstellen hebben, passeren die natuurlijk de raad, zodat u er wat van kunt vinden voordat ze er staan.’ Nou ben ik er doorgaans voorstander van als Horst Venray voorbij wil streven, maar in dit geval vind ik dat toch eerder verontrustend. Héél verstandig dus dat de voorstellen voor digitale reclame langs de A73 bij Interchalet eerst de gemeenteraad zouden passeren. Kon ik me er daarna een definitief oordeel over vormen. Omdat een reactie van Richard van der Weegen uitbleef, dacht hij er blijkbaar hetzelfde over.
Dit speelde zich dus allemaal af op 15 mei. Sindsdien heeft de gemeenteraad nog één keer vergaderd en zijn er nog twee vergadering van de commissie Ruimte geweest. Voor zover ik weet en kan nagaan is daarin niet gesproken over digitale reclame op de mast bij Interchalet. Daarom was ik hooglijk verbaasd toen ik afgelopen woensdag Interchalet passeerde en zich voor mijn ogen deze vertoning afspeelde:
Tenzij ik iets heb gemist (zoals al vaker gezegd is niets
menselijks me vreemd) lijkt me dat wethouder Op de Laak iets heeft uit te
leggen. Aan Richard van der Weegen, aan de gemeenteraad, aan mij, aan ons.
Intermezzo – Twaalfde man (2)
Godzijdank zijn we er weer voor minimaal twee jaar van
verlost. Adel verplicht echter. Helaas. Dus hierbij met frisse
tegenzin toch nog maar even een korte analyse van de afgelopen veertien dagen.
De belangrijkste oorzaak van het falen lag in mijn ogen in de veel te grote ruimte tussen de linies.
Altijd maar dat beschutting zoeken, om doodziek van te worden.
Dat was twee jaar geleden tijdens het WK allemaal wel anders. Oké, van de waterdragers mag je misschien niet meer verwachten, maar als zelfs de meest creatieve spelers – of op z’n Italiaans: fantasisti – terugvallen op oude patronen dan wordt het wel verdomd lastig:
Hier, nog zo iemand die sinds dat WK in z’n ontwikkeling is blijven stilstaan:
Te vaak ook lag de focus op de verkeerde zaken:
Wat daarnaast een verderfelijke invloed had was het tegen elkaar opzetten van de teamleden door de buitenwacht:
En tja, als zelfs de twaalfde man je in de steek laat, is het natuurlijk helemaal vechten tegen de bierkaai.
Als er iemand rijp is voor een wissel is hij het wel dunkt me.
De belangrijkste oorzaak van het falen lag in mijn ogen in de veel te grote ruimte tussen de linies.
Vooral het gat tussen middenveld en verdediging viel op een
gegeven moment niet meer te belopen.
En dan dat ontstellende gebrek aan fantasie. Eenheidsworst,
niemand die eens z’n nek durfde uit te steken. Altijd maar dat beschutting zoeken, om doodziek van te worden.
Dat was twee jaar geleden tijdens het WK allemaal wel anders. Oké, van de waterdragers mag je misschien niet meer verwachten, maar als zelfs de meest creatieve spelers – of op z’n Italiaans: fantasisti – terugvallen op oude patronen dan wordt het wel verdomd lastig:
Hier, nog zo iemand die sinds dat WK in z’n ontwikkeling is blijven stilstaan:
Te vaak ook lag de focus op de verkeerde zaken:
Wat daarnaast een verderfelijke invloed had was het tegen elkaar opzetten van de teamleden door de buitenwacht:
En tja, als zelfs de twaalfde man je in de steek laat, is het natuurlijk helemaal vechten tegen de bierkaai.
Als er iemand rijp is voor een wissel is hij het wel dunkt me.
Labels:
Eduard van de Griendt,
EK,
Sevenum,
Tienray,
veldkruisen,
voetbal,
WK
maandag 11 juni 2012
Top 5 – Containers (2)
Zaterdag kwam er een e-mail binnen van Jeu van Helden:
‘Ik vond het wel verrassend om te lezen dat een mooi kunstwerk in Middelheim de inspiratiebron kan zijn voor een top 5 van containers op Horst sweet Horst. Omdat ik een paar foto's bijvoeg ontvang je deze reactie via mail en niet rechtstreeks op HsH.
Ik wil je graag wijzen op een prachtige container die al meer dan tien jaar staat op steenworp afstand van mijn oude huis in Sevenum. Midden in de velden, pal langs de Kattenstaartse beek. Ik wil natuurlijk niet jouw top 5 beïnvloeden maar hij zou wel eens met stip kunnen binnenkomen op plaats ...! Vanuit esthetisch oogpunt (let vooral op de mooie typografie en wat de tijd daarmee heeft gedaan) maar ook vanwege het achterliggende verhaal en de opvallende plek in het landschap.
Even in het kort het achterliggende verhaal dat ik destijds uit tweede hand heb verkregen. Je weet hoe dat gaat op het platteland. Boer A en boer B hebben allebei een akker. Ze liggen naast elkaar en worden gescheiden door een smalle waterloop en een pad. Het pad ligt vast aan de akker van boer B. Boer A kan via dat pad op een makkelijke manier zijn akker bereiken met zijn landbouwvoertuigen. Dat gaat al jaren zo. Op een gegeven moment ontstaat er onenigheid tussen boer A en B. Ze komen er niet uit, praten is niet hun sterkste kant. Boer B voelt wel aan dat boer A gelijk heeft maar is te trots om dat toe te geven. Dus gaat hij maar dwarsliggen. Ik zal je krijgen! Ergens op zijn erf heeft hij nog een oude container staan. Daar doet hij toch niets meer mee. Uit eigen waarneming weet ik dat boer B zijn hele erf vol heeft staan met de vreemdste voorwerpen waarmee hij niets meer doet. De container wordt strategisch op het grondgebied van boer B geplaatst zodat boer A alleen nog via een omslachtige route zijn akker kan bereiken. Lekker puhh!
Ik weet niet of het verhaal waar is. Ik hoop van niet.
Bijgaande foto’s zijn van 22 april 2001. Ik had toen net een paar dagen mijn eerste digitale camera en moest er nog veel mee leren. De kwaliteit van de foto’s is daarom niet geweldig. Ik heb afgelopen week gezien dat hij er nog steeds staat. Ga kijken, hij is echt mooi.’
Natuurlijk ging ik meteen kijken (gelukkig weet ik Jeu z’n oude huis te liggen). En inderdaad: daar staat, van Sevenum uit gezien aan de linkerkant van de Kleefsedijk, een container wel erg opvallend onopvallend te zijn.
Uiteraard komt ie met stip binnen op plaats 1 van mijn top 5 van Horster containers. En je zult als container van goeden huize moeten komen om ’m ooit nog van die koppositie te verdringen. Zó mooi!
Toch weet ik ook twee dagen later nog altijd niet wat ik eigenlijk het mooiste vind: de container of het door Jeu zo prachtig verwoorde verhaal dat de container betekenis geeft. Hoezo idyllische plattelandssamenleving?
Wat ik wel weet: Horst aan de Maas is veel rijker dan iedereen denkt. Als je er maar oog voor hebt.
‘Ik vond het wel verrassend om te lezen dat een mooi kunstwerk in Middelheim de inspiratiebron kan zijn voor een top 5 van containers op Horst sweet Horst. Omdat ik een paar foto's bijvoeg ontvang je deze reactie via mail en niet rechtstreeks op HsH.
Ik wil je graag wijzen op een prachtige container die al meer dan tien jaar staat op steenworp afstand van mijn oude huis in Sevenum. Midden in de velden, pal langs de Kattenstaartse beek. Ik wil natuurlijk niet jouw top 5 beïnvloeden maar hij zou wel eens met stip kunnen binnenkomen op plaats ...! Vanuit esthetisch oogpunt (let vooral op de mooie typografie en wat de tijd daarmee heeft gedaan) maar ook vanwege het achterliggende verhaal en de opvallende plek in het landschap.
Even in het kort het achterliggende verhaal dat ik destijds uit tweede hand heb verkregen. Je weet hoe dat gaat op het platteland. Boer A en boer B hebben allebei een akker. Ze liggen naast elkaar en worden gescheiden door een smalle waterloop en een pad. Het pad ligt vast aan de akker van boer B. Boer A kan via dat pad op een makkelijke manier zijn akker bereiken met zijn landbouwvoertuigen. Dat gaat al jaren zo. Op een gegeven moment ontstaat er onenigheid tussen boer A en B. Ze komen er niet uit, praten is niet hun sterkste kant. Boer B voelt wel aan dat boer A gelijk heeft maar is te trots om dat toe te geven. Dus gaat hij maar dwarsliggen. Ik zal je krijgen! Ergens op zijn erf heeft hij nog een oude container staan. Daar doet hij toch niets meer mee. Uit eigen waarneming weet ik dat boer B zijn hele erf vol heeft staan met de vreemdste voorwerpen waarmee hij niets meer doet. De container wordt strategisch op het grondgebied van boer B geplaatst zodat boer A alleen nog via een omslachtige route zijn akker kan bereiken. Lekker puhh!
Ik weet niet of het verhaal waar is. Ik hoop van niet.
Bijgaande foto’s zijn van 22 april 2001. Ik had toen net een paar dagen mijn eerste digitale camera en moest er nog veel mee leren. De kwaliteit van de foto’s is daarom niet geweldig. Ik heb afgelopen week gezien dat hij er nog steeds staat. Ga kijken, hij is echt mooi.’
Natuurlijk ging ik meteen kijken (gelukkig weet ik Jeu z’n oude huis te liggen). En inderdaad: daar staat, van Sevenum uit gezien aan de linkerkant van de Kleefsedijk, een container wel erg opvallend onopvallend te zijn.
Uiteraard komt ie met stip binnen op plaats 1 van mijn top 5 van Horster containers. En je zult als container van goeden huize moeten komen om ’m ooit nog van die koppositie te verdringen. Zó mooi!
Toch weet ik ook twee dagen later nog altijd niet wat ik eigenlijk het mooiste vind: de container of het door Jeu zo prachtig verwoorde verhaal dat de container betekenis geeft. Hoezo idyllische plattelandssamenleving?
Wat ik wel weet: Horst aan de Maas is veel rijker dan iedereen denkt. Als je er maar oog voor hebt.
Abonneren op:
Posts (Atom)