Op 15 december 2008 sprak ik mijn bewondering uit voor twee
geïmproviseerde verkeersbordjes aan de Sint-Maartensweg. Ze wezen de argeloze
verkeersdeelnemer op slipgevaar vanwege op en naast de weg gelegen modder.
Ik schreef destijds: ‘Hoeveel officieuze verkeersborden
ik in mijn leven ook nog zal tegenkomen, ik kan me niet voorstellen dat ik ooit
nog eens mooiere exemplaren zal aantreffen dan de twee die ik zaterdagochtend
bij toeval ontdekte.’ En nu is het onvoorstelbare dan toch gebeurd! Waar?
Op de Grauwveenweg. Die doodsaaie, kaarsrechte weg van niets naar nergens die
desondanks altijd wel weer goed is voor een verrassing (ik hoef het
MIBO-magazijn maar in herinnering te roepen).
Wat me zowel bij de bordjes aan de Sint-Maartensweg als dat
aan de Grauwveenweg trof was de wellevendheid die er uit sprak: daar was toch
maar iemand knutselend in de weer geweest om ons te waarschuwen voor op de loer
liggend gevaar. Petje af. Zou ik eender hebben gehandeld? Ik heb m’n twijfels,
nog los van de vraag of ik als eigenaar van twee linkerhanden de knutselopgave
überhaupt tot een goed einde had weten te brengen.
De bordjes aan de Sint-Maartensweg vond ik meer aandoenlijk
dan fraai. Bij het bord aan de Grauwveenweg is het net omgedraaid.
Het is dat ik me nog net kon inhouden, anders had ik het
beslist meegenomen en thuis een ereplaats gegeven. Als het in een
tentoonstelling over hedendaagse kunst in zeg Boijmans Van Beuningen had
gehangen, weet ik zeker dat ik het vol bewondering in me op zou hebben genomen.
Je ziet het verklarende tekstbordje al bijna voor je: ‘Het felle,
fluorescerende geelgroen in combinatie met die oranje accenten en het woord
“modder”, dat de uitdrukking vormt van de maatschappijkritiek van de
kunstenaar, maakt dit tot een werk met een enorme zeggingskracht.’ Of stel
je eens voor dat het in Kassel op de Documenta zou hangen: ‘Das helle, fluoreszierende gelb-grün in
Kombination mit den orangen Akzenten und dem Wort “Schlamm”, dass
Ausdruck ist der Gesellschaftskritik des Künstlers, macht es zu einem Kunstwerk
mit enormer Ausdruckskraft.’
Ik zweer u: ik
zou met open ogen in de val lopen. En ik zou me er niet eens voor schamen. Ik
mag dan wel liefhebber zijn van moderne en hedendaagse kunst, ik
pretendeer absoluut niet er verstand van te hebben – omdat ik geen masker op
heb kan ik ook niet ontmaskerd worden. Overigens zou ik er een warm voorstander
van zijn dit werk (uiteraard voorzien van wat artistiek bijschriftgelul) op te
hangen in een museum van naam en faam. Opdat deskundigen en vooral
pseudodeskundigen er hun tanden op kunnen stukbijten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten