Het Horster Laesplaenkske
blijft tot reacties leiden. Nu weer van Riek Versteegen-Peeters. Met haar
echtgenoot Lei bekeek ze het leesplankje en dat leidde tot de volgende
antwoorden op de vraag welke van de achttien daarop vermelde woorden zij nog
kennen en gebruiken:
‘Slaat, iëmer en taffeltrek niet: dat was slaai,
emmer en laai.
Moer, kappes, vrommes niet meer: moer
gebruik je niet meer al staat er bij ons op stal nog wel een moer, kappes daar maakte je zuurkool van en vrommes is volgens mij een beetje negatief.
Jiets, kwekvoars, kwakel, moelbaer, piers, zoebele, moêtwöärm, liste, kieps en wek: deze
woorden worden bij ons gewoon gebruikt.
Kierke, esbaere, doorslaag: sommige woorden gebruik ik regelmatig zodat ze niet
verloren gaan.’
Zo langzamerhand dringt zich toch de vraag op of de
samenstellers van het Laesplaenkske
niet de mist zijn ingegaan met slaat:
niemand die tot dusverre heeft gereageerd gebruikt het. Wel mooi dat ook Riek
en Lei nog kwekvoars-zeggers zijn. En
esbaere (niet op het leesplankje
trouwens) gebruik ik om dezelfde reden als Riek en Lei: opdat het niet verloren
gaat. Dat je vaak niet begrijpend wordt aangekeken als je het woord laat vallen,
heb ik (en ik neem aan ook Riek en Lei) er graag voor over. Al is het
twijfelachtig of het enig effect heeft. Als de initiatiefnemers van
Aardbeienland hun onderneming nou eens gewoon Esbaereland hadden genoemd, zou
de toekomst voor esbaer er al een
stuk zonniger hebben uitgezien.
Terug naar Riek. Ze mailde me ook een prachtig verhaal van
Jan Verheijen (‘Jan ván Teng’) waarin een kierke
een hoofdrol speelt. Jan (1934-2008) schreef dit verhaal in 2004, kort na het
overlijden van de moeder van Riek, Mie Peeters-Hoeijmakers (1918-2004). Met
toestemming van Riek, waarvoor ik haar bijzonder dankbaar ben, publiceer ik het
hier (klik op de afbeelding om haar te vergroten):
Nadere informatie van Riek leerde me nog dat het verhaal
zich afspeelt aan de huidige Venrayseweg, zo ongeveer tussen de huidige
Noordsingel en Rembrandtstraat. De familie Hoeijmakers woonde in de zogeheten
Engelewei, vandaar de bijnaam van de opa van Riek: Engele Petrannes. De familie
Verheijen was de ‘doënste noabere’ van de familie Hoeijmakers en woonde
destijds in dit huis:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten