‘Ga er maar aan staan;
om je verkiesbaar te stellen in tijden dat sociale en andere media je voor het
minste of geringste met de grond gelijk maken. In niet altijd al te fraaie
bewoordingen.’ Met deze woorden betuigde de Limburgse commissaris des
konings Theo Bovens afgelopen donderdag zijn respect voor iedereen die zich verkiesbaar
stelt voor de gemeenteraads- en Europese
verkiezingen van dit jaar. Graag sluit ik me bij de commissaris aan: ook ik heb de
hoogste achting voor iedereen, van welke partij dan ook, die bereid is voor mij,
voor ons, de kastanjes uit het vuur te halen, zonder daar zelf nou meteen zo
heel veel beter van te worden. Het rituele pleidooi van de SP om de
vergoedingen van volksvertegenwoordigers te verlagen is aan mij ook nooit
besteed. Bij mijn weten zijn die vergoedingen niet exorbitant hoog en sowieso mag
van mij iedereen die de publieke zaak dient een streepje voor hebben.
Dat gezegd zijnde, past bij het voorgaande wel een
nuancering. Je verkiesbaar stellen alléén is niet genoeg om mijn respect te
verdienen. Daar is meer voor nodig: de bereidheid om als je verkozen bent, de
jou toekomende zetel ook te bezetten. Wie zich wel verkiesbaar stelt, maar bij
verkiezing z’n portie aan Fikkie geeft, doet niets wat niet mag, maar op mijn
respect hoeft hij of zij niet te rekenen.
Ik roep even de vorige gemeenteraadsverkiezingen in deze
gemeente in herinnering. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. CDA en Essentie
hanteerden het principe dat met voorkeursstemmen gekozen kandidaten zitting
namen in de raad. Daardoor kwam bijvoorbeeld de nummer 18 van de
kandidatenlijst van het CDA, Joop de Hoon, wel in de gemeenteraad en de nummer
3, Roy Knelissen, niet. Bij PvdA-PK en SP was de lijstvolgorde bepalend. Zo
vielen Thijs Coppus, Paul Geurts en Wilma Kurvers-van Schaijk buiten de boot,
ondanks voldoende voorkeursstemmen voor een SP-zetel. Maar toen de SP tussentijds
een opvolger voor Linda Hogema moest aanwijzen, was de lijstvolgorde ineens
niet meer bepalend en werd de nummer laatst van de kandidatenlijst, Thijs
Coppus, ingevlogen.
D66 was helemaal onnavolgbaar. Eerst weigerde Jos Gubbels,
de met voorkeursstemmen gekozen nummer 8 van de kandidatenlijst, de hem
toekomende zetel in te nemen en daarna bedankte ook de niet met voorkeursstemmen
gekozen nummer 2, Wil Lucassen (‘Voor een frisse wind door de politieke arena’),
voor de eer.
Bij de komende gemeenteraadsverkiezingen belooft het er
allemaal niet duidelijker op te worden. Naast ‘voldoende voorkeursstemmen =
zetel’ en ‘lijstvolgorde is bepalend’ lijkt nu een derde variant opgeld te gaan
doen: ‘voldoende voorkeursstemmen = zetel, maar niet bij elke kandidaat’. Bij
het CDA heeft de nummer laatst van de lijst, Leon Litjens, namelijk onlangs per
tweet laten weten dat hij geen zitting zal nemen in de gemeenteraad, ook al
krijgt hij genoeg stemmen voor een zetel: ‘Wil
wel duwen om CDA aan zoveel mogelijk stemmen te helpen maar ga niet in de
raad.’ Als kiezer moet je er maar wijs uit zien te worden.
Enkele weken vóór de verkiezingen vallen bij alle
stemgerechtigden de kandidatenlijsten in de brievenbus. Wat zou het toch mooi
zijn als daarop achter de naam van elke kandidaat ‘V’ (van ‘Verkiesbaar’) of ‘WVMNH’
(van ‘Wel verkiesbaar, maar niet heus’) zou komen te staan. Opdat ik van tevoren
weet wie mijn respect (niet) verdient.
P.S. (d.d. 7 januari) Kop boven de opiniebijdrage van prof. dr. Joop van Holsteyn (universitair hoofddocent en bijzonder hoogleraar Kiezersonderzoek aan de Universiteit van Leiden) in NRC Handelsblad van vanavond:
P.S. (d.d. 7 januari) Kop boven de opiniebijdrage van prof. dr. Joop van Holsteyn (universitair hoofddocent en bijzonder hoogleraar Kiezersonderzoek aan de Universiteit van Leiden) in NRC Handelsblad van vanavond:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten