Alsof de klok een kleine veertig jaar werd teruggedraaid,
werden T. en ik verjaagd van ons eigen sportpark Ter Horst. Eén woest
armgebaar, gemaakt van meer dan honderd meter afstand, was voldoende om ons te
doen inrukken – zo’n helden zijn we nou ook weer niet. Enigszins triestig maakte
het ons wel: zo’n prachtig, ettelijke tonnen kostend kunstgrasveld is toch niet
op deze aarde om het grootste deel van de dag mooi te liggen wezen? De
bedoeling van voetbalvelden is toch dat er op wordt gevoetbald? Zo vaak en zo
intensief als maar kan? We hadden toch afgesproken te denken in kansen, niet in
problemen?
Oudergewoonte togen we naar het hockeyterrein. Daar eveneens
twee kunstgrasvelden die het grootste deel van de tijd onbenut blijven. Vertoonde
het hekwerk rond de hockeyvelden een kleine veertig jaar geleden nog wel eens
mazen, nu bleek het een onneembaar bastion. Die DDR-achtige wachttoren ter
observatie van indringers, kunnen we derhalve rangschikken onder de categorie ‘overbodig
imponeergedrag’.
Onbegrijpelijk dat de gemeente in ruil voor de sloten geld
die ze investeert in kunstgras niet als tegenprestatie een maximale
toegankelijkheid eist. Maar gelukkig was er nog ‘het veld achter de LTS’. Ik
had het in jaren niet meer betreden. In vroeger tijden was het een onmetelijk
groot veld, aan de LTS-zijde geflankeerd door een rij hoge populieren. Genoot
nooit onze voorkeur, gezien het gebrek aan een voor een trapveldje
noodzakelijke intimiteit, gezien de niet overal even optimale toestand van het
veld en gezien de afwezigheid van goals. Dit laatste noopte ons het hek als
goal te gebruiken, maar dat had weer als nadeel dat als een schot over ging –
iets dat mij uiteraard nooit overkwam – je een hele weg af diende te leggen om
de bal weer te bemachtigen.
Hoe anders is het nu. En, eerlijk is eerlijk: hoe beter is
het nu! De intimiderende populieren zijn verdwenen en de grasmat is van
aanzienlijk hogere kwaliteit dan vroeger. De grootste verbetering is evenwel
dat het veld nu gedeeltelijk in beslag wordt genomen door de opstallen van het
Dendron College. En dat is nu eens niet cynisch bedoeld: er is een aantal
blinde en bijna blinde muren verrezen, die wel speciaal lijken te zijn geschapen
om lekker tegen te knallen. Wat dacht u hier bijvoorbeeld van?
Ideaal toch om de precisie van je trap te verbeteren, met
die raampjes van onverwoestbaar glas als mikpunt?
Ook deze muur, en dan met name het meest linkse gedeelte,
biedt de nodige mogelijkheden:
Getuige de gebruikssporen (inclusief goal!) worden die
mogelijkheden ook optimaal benut.
(Al is dat raam natuurlijk vragen om moeilijkheden.)
En ook T. en ik behoren nu tot de dankbare gebruikers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten