‘Ik, en met mij velen, herkennen na de verbouwing van de kasteelboerderij de oude “tiendschuur” niet meer. Ik vind het onvoorstelbaar dat Monumentenzorg toestemming heeft gegeven voor deze verbouwplannen. Ik vind zowel de motieven van Monumentenzorg als van het college om medewerking te verlenen aan deze plannen onduidelijk, er is meer waarde gehecht aan de vestiging van een restaurant dan aan het behoud van een historisch pand.’
Geen paniek, geen paniek! De Kasteelboerderij is nog niet
verbouwd, ze is waarschijnlijk zelfs nog niet eens verkocht. Bovenstaande
woorden dateren dan ook uit 1981. Ze werden uitgesproken door Lambert Herraets,
gemeenteraadslid voor het CDA, in de raadsvergadering van 16 februari van dat
jaar.
Als bijvangst van een ander onderzoek stuitte ik deze week
in het Gemeentearchief Venlo op enkele krantenartikelen van omstreeks 1980 over
de Kasteelboerderij. Hoogst interessante krantenartikelen, al was het maar
vanwege zekere en mogelijke parallellen met de huidige situatie.
Op 17 september 1979 debatteerde de gemeenteraad over het collegevoorstel
de Kasteelboerderij in erfpacht te geven aan de firma E.H.E.M. Royal BV uit
Nuenen. Dit voor een periode van dertig jaar en tegen een symbolische vergoeding
van een gulden per jaar. Niet de minsten kantten zich tegen dit voorstel:
‘Woordvoerder J. Moorman van de PvdA wilde zelfs een opschorting van de behandeling van dit voorstel, omdat hij vond dat het college eerst maar eens met een advies van de commissie sociaal-culturele aangelegenheden over de brug moest komen.’
Mijn vader (want dat was die ‘J.
Moorman van de PvdA’) refereerde aan die commissie omdat die in een eerder
stadium had gepleit voor de vestiging van een museum in de Tiendschuur. Maar
mijn vader haalde bakzeil: met negen stemmen voor en zes tegen ging de raad
akkoord met het collegevoorstel. De tegenstemmen waren van de voltallige PvdA-
en ABC-fractie en van CDA-dissident – althans in dit geval – Lambert Herraets.
De verbouwing van de boerderij leidde vervolgens tot
protesten van vooral Lambert Herraets. Aan de woorden waarmee dit stukje opende
voegde hij in dezelfde vergadering van 16 februari 1981 nog toe:
‘Normaal legt Monumentenzorg strenge maatstaven aan voor het verbouwen van monumenten, zowel bij interne als externe restauratie of verbouwing. Bij de kasteelboerderij staat intern niets meer overeind en extern hebben flinke ingrepen plaatsgevonden. Zo zijn er plotseling vier poorten in plaats van de oorspronkelijke twee. Ik snap de rol van Monumentenzorg niet, aangezien bij de besprekingen over de bouwaanvraag door deze dienst steeds detailtekeningen gevraagd werden van de poorten.’
Herraets kreeg steun van de PvdA. Woordvoerder Jos Weijs:
‘Zowel Monumentenzorg als het college
heeft getracht de kool (het monument) en de geit (de horeca) te sparen en dat
is weer eens onmogelijk gebleken.’
Financiële perikelen leidden er in de herfst van 1981 toe
dat de verbouwing stil kwam te liggen. Pas het jaar daarop werd de boerderij in
gebruik genomen. Een tussentijds voorstel van de PvdA-fractie en Lambert
Herraets om de erfpacht te verhogen vanwege niet nagekomen verplichtingen werd
door een raadsmeerderheid verworpen. Jos Weijs: ‘Het college wil Royal in de watten blijven leggen. Alles wordt met de
mantel der liefde bedekt.’
Uiteindelijk hebben de toenmalige uitbaters er een goed lopende horecaonderneming gehad, die ook nog eens in stijl de middeleeuwen, binnen ademde het de sfeer van de hoogtijdagen van Huys ter Horst. Menigen hebben er een onvergetelijk themafeest gehad.
BeantwoordenVerwijderenBouwkundig is er aan de lange voorgevel ook weinig schokkends gebeurd. De kranten van toen doen anders vermoeden. Ze hebben het pand van binnen voor die tijd noodzakelijkerwijs ' gemoderniseerd' in die hoedanigheid dat het bijna 40 jaar dienst heeft gedaan.
Terugkijkend hebben de uitbaters van het eerste uur het nog niet zo verkeerd gedaan.
De vraag is of de nieuwe eigenaren en uitbaters dit ook waar gaan maken, het gaat in iedergeval nog langzamer dan in 1979.