De afgelopen vier dagen in bijzonder aangenaam gezelschap
doorgebracht in de Ardennen. Veel gewandeld, veel gezien, veel gepraat. En
geconfronteerd met de actualiteit. Waardoor we sommige pictogrammen die we
tegenkwamen
op zaterdagochtend ineens met heel andere ogen bekeken dan op vrijdag.
op zaterdagochtend ineens met heel andere ogen bekeken dan op vrijdag.
Onwillekeurig ga je (ik tenminste) als je de gemeentegrenzen
bent gepasseerd, op zoek naar verschillen en overeenkomsten met Horst aan de
Maas. Zo ook nu. Je komt er dan bijvoorbeeld achter dat taalfouten op
verkeersborden geen exclusief Horsters fenomeen zijn.
Drie koeien die doen alsof hun neus bloedt nadat ze zojuist
een wagen met hooi hebben omgekieperd, heb ik in Horst aan de Maas daarentegen
nog nooit aangetroffen.
Weer wel een universeel verschijnsel lijken me de afgedankte
badkuipen met een tweede leven als drinkwatervoorziening voor dieren (klik ook
hier). De aan de donkerblauwe slang bevestigde douchekop heb ik helaas niet
weten te traceren.
Putdeksels zijn, waar ook ter wereld, een bron van genoegen
– Stavelot vormt gelukkig geen uitzondering op deze regel.
Verder werd wederom bevestigd dat the noble art of stamstapeling en –beschildering in de Ardennen op
een veel hoger niveau staat dan bij ons.
De pijn van een kwantitatief magere jachthuttenoogst werd
verzacht, nee zelfs geheel weggenomen door de ontdekking van dit pareltje,
zowel in bouwkundig als landschappelijk opzicht:
Ook qua gevoel voor wansmaak torent België nog altijd hoog
boven ons uit. Wat dacht u van deze kabouter Plop die het uitzicht op de
waterval van Coo staat te verpesten? En zo’n weerloze hond wordt daar dan
ook nog ongewild deelgenoot van gemaakt. Schande!
Gelukkig vonden we uiteindelijk troost bij de Vierge des Pauvres (‘Maagd van de Armen’)
in Banneux.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten