Wat ook wel eens wordt vergeten, is dat de vooruitgang van
de medische wetenschap niet louter positieve gevolgen heeft. Zo mag het in veel
opzichten een zegen zijn dat er tegenwoordig steeds minder mankepoten
rondlopen, voor het dialect ligt ontegenzeggelijk verarming op de loer. Of ziet
u vandaag de dag nog wel eens iemand hoepe?
Door de drastische vermindering van het aantal hoepers dreigt hoepe in
de vergetelheid te raken. Wat eeuwig zonde zou zijn.
Gedeputeerde Ger Koopmans liet vorige maand weten dat hij
het Limburgse dialect in tegenstelling tot andersluidende berichten wel
degelijk serieus neemt (klik hier). Laat hem die woorden dan maar eens kracht
bijzetten. Hoe? Nou, bijvoorbeeld door een premie uit te loven voor Horstenaren
die zich vrijwillig laten ombouwen tot hoeper,
ter voorkoming van het uitsterven van het aloude Horster woord hoepe.
Interessant woord overigens, hoepe. ‘Hoempe’, hoorde ik de uit Hegelsom afkomstige M. onlangs
met enige stelligheid beweren. In Hegelsom mag het hoempe zijn – niet alle Hegelsomse dialectaberraties zijn mij
bekend – in Horst is het wel degelijk hoepe.
Dat blijkt ook uit È maes inne taes,
een van de twee Horster woordenlijsten, dat als betekenis van hoepe vermeldt ‘mânk loëpe’.
Hoempe lijkt me
een verbastering van het Nederlandse hompelen
of Duitse humpeln, dat inderdaad
‘mank lopen’ betekent. In Meerlo-Wanssum (hómpele)
en in Venray (hòmpele) gebruiken ze
hompelen in dezelfde betekenis. Is hoampele
dan misschien ook een Horster woord? Een equivalent van hoepe? Wie weet. Mij zegt hoampele
in elk geval niets, maar dat zegt niets.
Terug naar hoepe.
Dat komt behalve in Horst ook voor in Venray en in de dialecten van de
voormalige gemeente Meerlo-Wanssum. Alleen heeft het in die dialecten –
blijkens het Venrays woordenboek en Het dialekt van de gemeente Meerlo-Wanssum
– een andere betekenis dan in het Horster. In Venray betekent hoepe ‘op en neer wippen’. En in
Meerlo-Wanssum ‘lopen, zodanig dat eerst de hielen en daarna de tenen op de
grond komen’.
Hoogste tijd voor het open Horster-Venrays-Meerlo-Wanssums
hoepkampioenschap, met de onderdelen 100 meter mank lopen, 100 meter op en neer
wippen en 100 meter lopen waarbij eerst de hiel en daarna de tenen op de grond
komen. Winnaar is degene met opgeteld de snelste tijd. Dennie Christian heeft
zich al bereid verklaard de prijsuitreiking te verrichten. Hij zal dan tevens
het verband tussen hoepe en zijn ‘Hoeba
hoeba hoeba hop hop hop’ (de meest gruwelijke aller liedregels) uit de doeken doen.
Hoeba hoeba hoeba hop
hop hop
Hoeba hoeba hoeba hop hop hop
Hoeba hoeba hoeba hop hop hop
Hoeba hoeba hoeba hop
Hoeba hoeba hoeba hop hop hop
Hoeba hoeba hoeba hop
Weet u trouwens hoe een mankepoot in het Venloos heet? Zweitbats!
Mijn eerste reactie als Sevenumse was, wij zeggen 'hoempele'. Maar het enige echte Sevenums woordenboek geeft toch echt 'hoepe'. Met als betekenis 'iets mank lopen'. De voorbeeldzin is: "Baer din hoept 'n bietje met ieën bieën".
BeantwoordenVerwijderenOh ja, en dan de betekenis van Meerlo-Wanssum, ‘lopen, zodanig dat eerst de hielen en daarna de tenen op de grond komen’. Ik zou de lui uit Meerlo-Wanssum eigenlijk wel eens willen zien lopen. Want waar zij 'hoempe' tegen zeggen, dat is gewoon 'loeëpe' in het Zaerums.
BeantwoordenVerwijderen