Twee weken geleden kwam I. ineens in mijn leven. I. woont
sinds kort in Sevenum. I. spreekt geen dialect. I. beseft wel ten volle dat je
geen volwaardig inwoner van Horst aan de Maas kunt zijn als je niet op z’n
minst een béétje dialect spreekt.
I. heeft eerder in Maastricht gewoond. I. was de aldaar
gangbare lokale afscheidsgroet bijgebleven: hoihoi.
I. vroeg of die in deze contreien ook gebruikelijk is. Daarop heb ik I. aan het
verstand gepeuterd dat wie het hier waagt hoihoi
te bezigen, zonder pardon de gemeente wordt uitgeknikkerd. En dat adieë-, ajuus-, doeg-, doei- en houdoe-zeggers hetzelfde wrede lot wacht. Waarop I. zichtbaar
geschrokken informeerde met welke afscheidsgroet hier dan wel goede sier viel
te maken. ‘Met hojje’, vertrouwde ik
I. toe. Waarop I. vroeg of we dat misschien konden oefenen. Zo gezegd zo
gedaan. I. bleek een snelle leerling: binnen enkele minuten produceerde I. een hojje die niet van een autochtone hojje te onderscheiden was.
Die hojje stond
alvast. Omdat I. er duidelijk plezier in had, besloot ik I. ook maar meteen in
te wijden in het echte werk. Ik vertelde I. dat hojje-zeggers in Horst aan de Maas weliswaar in hoge achting staan,
maar dat je er pas echt bij hoort als je op dat hojje nog een kort woordje laat volgen. Omdat I. er echt bij wil
horen, moest I. natuurlijk weten wat dat korte woordje dan wel mocht zijn. ‘Wà.
Hojje wà.’
Opnieuw gingen we aan de slag. En binnen de kortste keren had
I. ook dat wà onder de knie. Niet
zomaar een wà, nee een echte wà, met een van diep komende w en een
lang aangehouden à. Een wà om trots
op te zijn. En I. wás trots, en niet zo’n beetje ook.
Leergierig als I. is, wilde I. daarna weten wat dat wà eigenlijk betekent. Ik probeerde het
eerst met ‘Wà betekent eigenlijk
niets’, maar daar trapte I. niet in. I. was meer onder de indruk van ‘Wà is een min of meer overbodige
toevoeging die dat hojje moet
benadrukken. Wà als een soort van hè.’ Toch nam I. hiermee geen volledig
genoegen. Want dan moest ik I. maar eens uitleggen waarom ze in Maastricht geen
hoihoi wà zeiden en in Amsterdam geen
tot ziens hè. Ik moest I. het
antwoord schuldig blijven. Wel beloofde ik I. die vraag in de
Horst-sweet-Horst-groep te gooien. Wat ik bij dezen doe.
''Houdoe hè" heb ik in Brabant heel vaak gehoord. Hoiie wa, daarentegen, is typisch voor Horstenaren. In Sevenum is het alleen hoiie.
BeantwoordenVerwijderenToch denk ik dat je gelijk hebt Wim; Wà is een soort van hè, (tot ziens hè). Dit komt in Nederland in veel dialecten voor, Enkele voorbeelden (zie http://goo.gl/nhgkEo):
BeantwoordenVerwijderenhaawdoe war (Tilburgs)
Haddig he (Zichers)
Houdoe wàr (brabants)
Adieë wa (nijswillers)
Houdoe wônne! (Roois (Sint-Oedenrode))
adiie waah (Kerkraads)
Hoie wa (Vianees)
tjoh heh (Sallands)
houdoe war (Bosch)
heuje wôr (Driels)
hoi he! (Mestreechs)
hoi je wa (Boksmeers)
houdoe wanne (Brabants)
tchouw é (Ostêns)
Hojje wà!
Oma(104 1/2) van Leej zag aaltied: Hojje medoe!
BeantwoordenVerwijderenNou wiet ik nih of ze daat zellef haaj verzonne of daat daat der vroeger mier zagte.
zelf daenk ik zeker daat het HE is. Horstenaren zeggen oaveraal wah achtera Wah.
Hojje wa is volgens mij Horster dialect. Dus I. zal in Sevenum er wel mee opvallen. Ik denk dat het een soort 'hè' betekent, denk maar aan "jao, wah". Of een klein woordje dat het voorgaande benadrukt zonder iets toe te voegen. Vergelijk met het Engels, "She isn't nice, is she". En dan bedoel ik het laatste stukje zin.
BeantwoordenVerwijderenEn tenslotte zeggen we in Sevenum bij afscheid ook "Hajje". Maar dat kan ook modern Sevenums zijn.