En ja hoor, Paul Geurts is weer eens het pispaaltje. Heeft in
zijn strijd voor behoud van zwembad De Berkel uit de school geklapt over de plannen
voor een sportzone in de Kasteelse Bossen. Foei toch. Dat iedereen die plannen
al grotendeels kende, doet niet ter zake. ‘Tendentieus, niet integer en een onwaardige
manier van handelen’, zo citeerde De
Limburger deze week de initiatiefnemers van de sportzone naar aanleiding van Pauls actie. Kan het
voormalige SP-gemeenteraadslid het mee doen. En zo gaat het nu al een jaartje of
veertig. Ziekenhuis Horst, Nieuw Gemengd Bedrijf, zwembad De Berkel en noem het
allemaal maar op: Paul heeft er standpunten over die de gevestigde orde niet
welgevallig zijn en vervolgens maakt de gevestigde orde Paul zwart. Geijkt
patroon.
Ik ben geen SP-lid. Ik ben (meestal) geen SP-stemmer. Ik ben
het lang niet altijd eens met Paul. Ik betwijfel of hij een groot tacticus is.
Ik vraag me af of hij altijd de juiste methoden hanteert. En toch heb ik een
zwak voor Paul. Omdat hij zich nooit aan de gevestigde orde heeft
geconformeerd. Omdat hij strijdt met open vizier. Omdat hij er geen moeite mee
heeft de spelbederver te zijn. Omdat hij in tegenstelling tot zoveel anderen
nooit het moede hoofd in de schoot heeft gelegd. Omdat hij wars is van
achterkamertjespolitiek. Omdat hij nooit deel heeft willen uitmaken van het old boys network dat regelt dat Horst
aan de Maas de grootste megastal van Nederland krijgt, dat regelt dat de
Kasteelboerderij voor een schijntje wordt verpatst, dat regelt dat de Floriade
naar Noord-Limburg komt, dat vervolgens regelt dat alle Floriadepijnen worden weggemasseerd,
dat regelt dat zwembad en sporthal De Berkel verdwijnen, dat regelt dat ergens
in de Kasteelse Bossen een nieuw zwembad komt, dat regelt dat ’t Gasthoês een
cultuurtempel wordt, dat regelt dat het gemeentebestuur naar zijn pijpen danst.
Tot die kongsi – tegenwoordig ook wel opererend onder het
mom van ‘burgerparticipatie’ – heeft Paul Geurts dus nooit willen behoren. Horst
aan de Maas heeft dringend behoefte aan méér Paul Geurtsen.