maandag 19 september 2016

Klein mysterie 718 – Urilift (3)

Zo her en der worden ze weggezet als zeikerds, de bewoners van appartementencomplex De Smidse die klagen over allerlei vormen van overlast in het centrum van Horst. Zit iets in. Toch zou hun gezeik zomaar kunnen leiden tot de plaatsing van permanente urinoirs in het Horster centrum. Mocht het zover komen, dan wordt historie geschreven: naar mijn beste weten sprak de gemeenteraad in 1913 voor het eerst over plaatsing van urinoirs in het dorpscentrum. In 2016 doet de raad dat nog steeds – al 103 jaar wordt de plas opgehouden, ongetwijfeld een wereldrecord.
Aan de bron van alles staat Alfons Esser. De burgemeester stelde in de gemeenteraadsvergadering van 19 december 1913 voor op beide pleinen in het centrum van Horst (vandaag de dag Wilhelminaplein en Sint-Lambertusplein geheten) een ijzeren urinoir te plaatsen. De raad wenste eerst een prijsopgave te zien: raadslid Haegens schatte de kosten op vier- à vijfhonderd gulden – geen kattenpis (inkoppertje) in die tijd. Esser deed links en rechts navraag en moest in de raadsvergadering van 29 mei 1914 erkennen dat de kosten aanzienlijk waren: 250 gulden per urinoir. Daarom wilde hij het voorlopig bij één exemplaar op het Wilhelminaplein laten. Maar een deel van de raad zag het urinoir liever op de Veemarkt komen. De oplossing: ‘Eerst eens nader informeeren.’
Met dat ‘eerst eens nader informeeren’ werd het urinoir op de lange baan geschoven. Om daar pas een kleine eeuw later, in december 2011, weer vanaf te komen. Ineens werd in het Integraal veiligheidsplan 2012-2015 een urilift, een mooi woord voor een verzinkbare zeikton, tot prioriteit bestempeld. Ditmaal was er niemand die maalde om de kosten, terwijl die met 55 duizend euro toch – als ik goed reken – omstreeks 500 keer hoger waren dan in 1914. Wat ook fijn was: burgemeester Kees van Rooij verzekerde de gemeenteraad (klik hier en ga naar agendapunt 18) dat de urilift ‘nu eens een keer niet op de lange baan wordt geschoven’.
Ware woorden van de burgemeester. Nog geen vijf jaar later, op 6 september 2016, liet hij de gemeentelijke commissie Samenleving in reactie op de klachten van de bewoners van De Smidse weten (klik hier en ga naar agendapunt 1): ‘We zijn met het Centrummanagement en anderen in overleg over permanente, verzinkbare plaskruisen.’ Een verwijzing naar de lange baan bleef ditmaal achterwege, wat er misschien wel op zou kunnen duiden dat het wonder dan toch binnen een jaar of twintig gaat geschieden.

P.S. Wáág het niet om op dit stukje te reageren met iets in de trant van ‘Wat een gezeik’!

2 opmerkingen: