Als dagblad De Limburger drie weken
na dato nog een keer terugkomt op een gemeenteraadsvergadering, mag
Horst-sweet-Horst dat vier weken na dato natuurlijk ook. Onderwerp: andermaal
de uitbreiding van Van Dijck Groenteproducties op de hoek Midden Peelweg –
Peelheideweg in America. Eerder wijdde ik er al twee stukjes aan (klik hier en
hier).
De Limburger schreef dinsdag: ‘De
gemeenteraad van Horst besloot in 2012 dat uitbreiding van het bedrijf niet is
toegestaan.’ Verantwoordelijk wethouder Paul Driessen schreef zelf op 7
februari van dit jaar in een brief aan de gemeenteraad (klik hier) dat de raad op
26 juni 2012 had uitgesproken dat ‘uitbreiding in de toekomst niet plaats mag
vinden’. Diezelfde wethouder verklaarde in de gemeenteraadsvergadering van 7
maart vervolgens doodleuk: ‘In het raadsbesluit [van 26 juni 2012] vind
ik niet terug dat het bedrijf niet mag uitbreiden.’ De sprekende wethouder
beweert precies het tegenovergestelde van de schrijvende wethouder. Rrraarrrr.
In diezelfde raadsvergadering van 7 maart nam ook Eric Beurskens (Essentie) het
woord over Van Dijck, en wel over de landschappelijke inpassing van het
bedrijf. Met trillende stem van woede:
‘Ik ben altijd geneigd even terug te kijken wat we in de stukken hebben staan, in dit geval de stukken uit 2012. Als ik daarin terugkijk en ik pak het landschappelijk inpassingsplan erbij dan moet ik zeggen dat het bedrijf volgens mij grotendeels voldoet aan het landschappelijk inpassingsplan, alleen aan de Midden Peelweg ontbreken een paar bomen.’
Zelf had ik het landschappelijk inpassingsplan uit 2012 er al in augustus vorig
jaar bij gepakt (klik hier). Ik kwam toen tot een heel andere conclusie dan
Eric Beurskens:
Misschien wil Eric me een keer aanwijzen waar alles wat ik mis, zich bevindt. Dan
mag hij me tegelijkertijd ook uitleggen hoe het nu precies zit met de werktuigenloods
van het bedrijf. Op bladzijde 50 van het Bestemmingsplan Peelheideweg 12 (klik hier, ga naar agendapunt 10 en klik op 10d) staat daarover
vermeld: ‘Aan de noordwestzijde wordt de
werktuigenloods gerealiseerd. De loods wordt in de grondwal ingebed, enkel de
bovenzijde is zichtbaar.’ ‘Niets, werkelijk helemaal niets, is terechtgekomen van alle landschappelijke inpassingsbeloftes. Horsten en slenken zijn in geen velden of wegen te bekennen. Oeververflauwing, plas-draszone, mantel- en zoomvegetatie, vruchtdragende heesters? Noppes. Een beukenhaag, niet meer en niet minder. Een rij notenbomen dan tussen bedrijfshal en Peelheideweg? Naar mijn beste weten zijn het gewoon eiken. “In plaats van een steile grondwal wordt een flauw oplopend talud aangelegd”, heette het in het advies. Flauw oplopend? Zelfs berggeiten zouden hier niet overleven! Het ”infiltratiegebeuren” opengesteld voor bezoekers Meerdal? Educatieve borden? Wandelpaden? Verbondenheid tussen het bedrijf en het landschap? Allemaal niks van waar. Allemaal holle woorden. Allemaal praatjes voor de vaak.’
Ook Eric zal toch niet kunnen ontkennen dat er tussen loods en wal een gat van
een meter of twintig gaapt en dat de loods dus niet in de grondwal is ingebed?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten