De fascinerende barsten in het wegdek van de Erdbrugweg in Sevenum.
De samenstelling van de bermflora aan de Kannegietweg in Meterik. De
microkosmos in de goot van de Ger Wijnhovenstraat in Tienray. Ik moet de eerste
nog tegenkomen die er gedetailleerder over kan verhalen dan ondergetekende. En
dat allemaal dankzij mijn gerevitaliseerde wielerloopbaan.
Veelbelovender dan de mijne kan een wielerloopbaan
nauwelijks beginnen: als tweejarige liet ik in mijn eigen Horst op mijn
driewieler al mijn concurrenten achter me in Trapwerk Rond De Kerk, de jaarlijkse
semiklassieker in de Sint-Norbertusparochie. Was dan eindelijk de opvolger van
de lokale wielerheld Crooijmans opgestaan? Nee dus. Want tja, hoe gaat dat? Je
wordt ouder en allerlei verlokkingen liggen op de loer. Ik viel voor de avances
van het lederen monster. Veelbelovende wielerloopbaan in de knop gebroken.
Veertig jaar lang bleef ik achter een bal aanhollen, soms
wel vier dagen per week. Maar tja, hoe gaat dat? Je wordt ouder en allerlei
blessures liggen op de loer. Ergens tussen kuit en achillespees vond mijn veelbewogen
voetballoopbaan haar Waterloo.
Lonkende geraniums ten spijt besloot ik mijn wielerloopbaan
nieuw leven in te blazen. Trapwerk Rond De Kerk was alweer een decennium of
drie geleden afgevoerd van de wielerkalender. Een waardig opvolger was er nooit
gekomen. Waardoor ik was veroordeeld tot trainingsrondjes. Louter
trainingsrondjes! Kunt u zich voorstellen wat dat doet met de moraal van een
voormalig winnaar van een semiklassieker?
Weerstand bieden aan de lonkende geraniums werd met de dag
lastiger. Een zachte dood dreigde voor mijn wielerloopbaan. Totdat een lekke
band, opgelopen aan de Erdbrugweg in Sevenum, redding bracht. Daar sta je dan, de
bandplakkunst volkomen onmachtig. Er zat weinig anders op dan het thuisfront te
bellen voor vervangend vervoer. Wachten, wachten, wachten. En toen ineens: de gewaarwording
hoe godsgruwelijk fascinerend het barstenlandschap in de Erdbrugweg wel niet
is.
Lekke banden deden me eveneens de bermflora aan de Kannegietweg
en de microkosmos in de goot van de Ger Wijnhovenstraat ontdekken. En trouwens
ook de in het asfalt verzonken fietsbellen van de De Cocq van Haeftenstraat in
Meerlo. En de wegdekdroedels aan de Zwarte Plakweg in America. En de hoogst
opmerkelijke hoeveelheid vogelpoep op de Kogelstraat in Hegelsom. Kortom, hele
nieuwe werelden gingen voor me open dankzij al die lekke banden.
Mijn wielerloopbaan bloeit als nooit tevoren. En op momenten
dat ze weer in het slop dreigt te geraken wil de punaise, zonder welke ik nooit
meer van huis ga, nog wel eens wonderen doen.
(in iets andere vorm eerder gepubliceerd in D’r op en d’r over. Wielerverhalen uit Noord-Limburg (Venray 2016))
Geen opmerkingen:
Een reactie posten