maandag 3 maart 2025

Intermezzo – Aso

Inderdaad focking irri dat een of andere leipo z’n doggo hier z’n kaka-drelie heeft laten zetten. Niet verwonderlijk dus dat de auteur van deze schriftelijke mededeling z’n aggro de vrije loop heeft gelaten. Meer nog dan in het woord aso uit die aggro zich in de liefst vijf vraagtekens waarmee de schriftelijke mededeling eindigt.


Een aso is volgens Van Dale een asociaal iemand. Ensie vermoedt dat het midden jaren tachtig van de vorige eeuw is ontleend aan het Duits en stelt dat het vooral populair is onder jongeren, politiemensen en welzijnswerkers. Of dat hier ook het geval is?


Camiel Hamans promoveerde in 2021 op het ontstaan en de geschiedenis van woorden als Indo, homo, aso, provo, Afro, alto, dumbo, weirdo, lesbo, Brabo, Limbo, lullo, positivo. NRC vroeg hem vervolgens naar de systematiek achter deze woorden. Hamans:
‘De oudste woorden van dit type zijn Indo, homo en provo. (…) In alle drie zat die o al in het oorspronkelijke woord: Indonesisch, homoseksueel, provoceren. Het zijn tweelettergrepige woorden geworden, met de klemtoon op de eerste lettergreep. En het zijn heel informele woorden, Indo en homo hadden zelfs ooit een negatieve lading. Goed, wat denkt de taalgebruiker vervolgens? Die ziet telkens die -o, die toevallig in die woorden zit, en concludeert dan dat die -o een bepaalde betekenis heeft: het gaat om personen, het is altijd informeel, en doorgaans negatief.  Die -o wordt opeens een soort uitgang, waarmee je nieuwe woorden kunt maken: informele woorden over personen. Door telkens van bepaalde woorden de eerste lettergreep te nemen en daar een -o achter te plakken. Afrikaans: Afro. Alternatief: alto. Lesbisch: lesbo. Dat ontwikkelt zich vervolgens verder. Op een gegeven moment kan het ook zonder afkorten. Je neemt dan gewoon een eenlettergrepig woord, lul, duf, bril en zet daar een o achter: lullo, duffo, brillo. Een brillo is een brildrager.’
Ozo! Terug naar het bordje, of liever: de bordjes. Ik trof er namelijk twee aan, vorige week in Berkelsbroek in Horst.


Wat naast de tekst zeker ook aandacht verdient, is de ingenieuze manier waarop beide bordjes staande worden gehouden. Telkens vier stokjes, twee aan elk van beide zijden van het bordje, verrichten het wonder. Dat die stokjes allemaal van een ander formaat zijn en ook allemaal anders gepositioneerd zijn ten opzichte van het bordje, verleent het geheel iets aangenaam frivools.


En nu maar hopen dat de aso (zou het een Limbo of een Brabo zijn?) opkaast of anders de bruine truien van z’n doggo voortaan in een bagga doet.

zaterdag 1 maart 2025

Intermezzo – Gedraag ow

Met carnaval in aantocht is zo ongeveer heel Horst behangen met Gedraag ow-posters. Hoe verschrikkelijk de aanleiding hiervoor ook mag zijn, het heeft óók wel iets verfrissends dat een oproep om je te gedragen eens een keer niet van bovenaf wordt gedaan maar voortkomt uit de bevolking.


Als het gaat om het reguleren van menselijke gedragingen in het algemeen en die van de viering van carnaval (dan wel vastenavond) in het bijzonder, stonden en staan overheden doorgaans op de eerste rij. Openbare bestuurders was en is het daarbij te doen om het handhaven van de openbare orde en rust. Kerkelijke autoriteiten wilden gelovigen behoeden voor drankmisbruik, overmatig cafébezoek en het samenzijn van vrouwen en mannen, dat het risico van seks buiten het huwelijk met zich meebracht.

Wereldlijke en kerkelijke overheden werkten van oudsher nauw samen bij het beteugelen van feestelijkheden. Bijvoorbeeld toen de Roermondse bisschop Cools in 1680 constateerde dat de wereldlijke autoriteiten niet streng genoeg optraden tegen excessen tijdens de vastenavonddagen. Prompt besloten de wereldlijke autoriteiten dat schandaleus gedrag met vastenavond en het houden van vastenavondbijeenkomsten gedurende de vasten zouden leiden tot een boete van twee gulden.


Of in 1705 in Horst een vergelijkbaar een-tweetje plaatsvond valt niet meer te achterhalen, maar vaststaat dat schout Reinier van Eindt op 24 januari van dat jaar de teugels strakker aantrok wat betreft vastenavondbijeenkomsten. Hem was namelijk ter ore gekomen dat (jonge)mannen op zon- en heiligendagen bij particulieren thuis vastenavondbijeenkomsten hielden. Omdat dat indruiste tegen de regels stond de organisator van zo’n bijeenkomst voortaan een boete van een gulden te wachten. De feestvierders zelf konden rekenen op een boete van een halve gulden.


Van Eindt beriep zich onder meer op regels die in 1689 waren uitgevaardigd. Daarin was ook bepaald dat mannen tot negen uur in herbergen mochten verblijven en vrouwen herbergen vóór zonsondergang dienden te verlaten.


Deze regel werd in de nacht van 16 op 17 februari 1715 – een week voor vastenavond – flagrant overtreden in herberg De Speulhof in Meterik. Daar stond kastelein Andries van Crommentuyn toe dat een ‘troep jonggesellen’ zich tot in de vroege ochtend kostelijk vermaakte met drank en muziek, tot ‘groot schandael’ van de omgeving. Wat het aannemelijk maakt dat toen geregeld ‘Gedraag ow!’ door de Meterikse nacht moet hebben geklonken.