Vorige week dinsdag vergaderde de gemeentelijke Commissie
Ruimte. Op de agenda stonden interessante punten als het Sevenumse centrumplan
en het gemeentelijk afvalbeleid. Helaas verhinderden andere bezigheden die
avond dat ik de vergadering vanaf de publieke tribune kon volgen. Maar het
mooie is dat er een gemeentelijke website is waar je al een dag later de
volledige vergadering kunt
terugbeluisteren. Je zit dan tegen dit scherm aan te
kijken
en hoort ondertussen alles voorbijkomen. Je kunt terug- en
vooruitspoelen en agendapunten die je niet interesseren overslaan. Ideaal!
Toch is het ook dan nog een hele zit, hoor, zo’n
vergadering. Je moet je worstelen door passages als
‘Die 700 duizend euro, als je die terugbrengt naar de 3,8 miljoen in
het begin, dan wordt die direct gedekt uit de voordelen. De rest van de kosten
worden gedekt uit een voorziening van 2,6 miljoen die op rente gezet wordt, dus
die groeit steeds een beetje aan. Daarvan worden steeds kosten afgehaald en daarmee
zou dat 25 jaar lang geëxploiteerd kunnen worden.’
Je prijst je intussen gelukkig dat de commissieleden zo’n
passage natuurlijk wél begrijpen.
Je verbaast je erover dat het feit dat de gemeente
bouwproject de Heren van Zaerum deels zelf gaat financieren zó weinig vragen
oproept bij de commissieleden.
Je mijmert wat over de vraag of de gemeenteraad zijn
controlerende taken wel altijd naar behoren vervult en of de dames en heren
zelf wel altijd ten volle begrijpen wat ze besluiten.
Je hoort wethouder Driessen zeggen dat van de nieuw te
bouwen winkels in Sevenum op dit moment al 59 procent is verhuurd. Je verwondert
je daarover, omdat dat precies één procent te weinig is voor de benodigde
zestig procent.
Je ergert je aan de veelgebezigde term ‘winkelplint’.
Je hoort wethouder Litjens zeggen dat over 59 procent van de
nieuw te bouwen winkels in Sevenum al huurafspraken zijn gemaakt dan wel dat er gesprekken
over gaande zijn. Je vindt dat dit wezenlijk afwijkt van wat wethouder Driessen
enkele minuten eerder zei, maar staat daar blijkbaar alleen in, want er is geen
commissielid dat om opheldering vraagt.
Je droomt weg bij het horen van een zin als
‘Verbetervoorstellen, maar binnen het
raamwerk van het systeem.’
Je moet lachen om een zin als
‘Er zijn een aantal scenario’s van optimalisaties.’
Je veert op als je het CDA kritisch over het gemeentelijk
afvalbeleid hoort zijn. Je vindt dat terecht, maar vraagt je af wanneer het CDA
ook eens kritisch durft te zijn als het het beleidsterrein van een eigen
wethouder betreft.
Je zakt als een pudding in elkaar als je iemand hoort zeggen
‘Die differentiatie is geen gevolg van
sec het afvaltarief, maar van de combinatie van drie.’
Je wordt wild van het verhullend taalgebruik in een zin als
‘Er komt geen stijging voor de burger, er
komt een verschuiving van het tarief.’
Je springt van wanhoop tegen het plafond bij het beluisteren
van een zin als
‘Dan haal je toch in
andere belastingtarieven je argumentatie weg om een tarifering te gaan
differentiëren op je afvalsysteem.’
En dan, dan ga je uit verveling maar eens lezen wat er
eigenlijk op dat scherm staat waar je nu al twee uur wat wezenloos naar zit te staren
terwijl je luistert. Je begint aan jezelf te twijfelen. Je vraagt je af of er
iets met je ogen aan de hand is. Je denkt dat je gek geworden bent. Maar nee
hoor, het staat er toch echt:
De vraag is nu alleen nog of we een stadsdeel van Venlo of
van Venray worden (of misschien al zijn geworden).