Woensdagavond. Doordringende motregen. Station Venlo. M’n
trein is net vertrokken en een bus is voorlopig ook nog niet in aantocht,
constateer ik bij de halte. Dan maar wachten op de volgende trein. Terwijl ik
de trappen van het station wil bestijgen, komt een enigszins verwilderd ogende
man op me aflopen, grote donkerrode plastic tas in de hand. Of ik misschien wat
kleingeld heb in ruil voor de daklozenkrant: hij heeft 6,50 euro nodig voor de
nachtopvang. Afgelopen nacht heeft-ie buiten gelegen en dat is eigenlijk toch
ook maar niks nu de nachten weer kouder worden. En van een uitkering wil-ie
niet leven. Hoeveel ie van die 6,50 al bij elkaar heeft gesprokkeld? Nog niks. Wat ik ook moet weten: er was een man, die heeft aan z’n zoon gezeten. Die
heeft-ie toen alle hoeken van de kamer laten zien. Zes jaar voor gezeten.
Daarna? Vrouw weg, zoon weg, huis weg, alles weg.
‘Ma dich kumps oet Hors!’
‘Hoe weet je dat?’
‘Vertel mij wat, dat hoor ik aan je praten. Ik ben vroeger
vaak in Horst geweest. Café Ritt.’
‘Café Ritt! Het roemruchte café Ritt!’
‘Ja, daar was het te doen in die tijd. Venlo tegen Horst.
Met de brommer er naartoe en dan de blits maken. Die Horster jongens hadden
gewone Kreidlers, wij reden allemaal op een uitgebouwde Kreidler Florett. Hier
net over de grens in Duitsland was het makkelijk aan onderdelen komen. Staken
we ze daar in Horst de ogen mee uit. En toch wilden ze altijd wedstrijdjes doen
als we bij Ritt waren. Denk maar niet dat ze ooit wonnen.’
‘Mooie tijden!’
‘Prachtige tijden! Maar ik ga maar weer eens verder.’
‘Wacht!’
Ik diep al het aanwezige kleingeld uit m’n portemonnee op –
naar schatting een euro of vier. De neiging ’m een briefje van tien of twintig of
desnoods m’n hele portemonnee in de hand te drukken kan ik slechts met moeite onderdrukken.
‘Je zou ook wel gek zijn geweest’, krijg ik later van alle kanten te horen als
ik vertel over m’n ontmoeting. Waarom? ‘Zou-ie toch maar bier voor gaan halen,
je zou er alleen je eigen schuldgevoel mee afkopen.’ Los van de vraag of-ie
daar daadwerkelijk bier voor zou zijn gaan kopen (en hoe erg dat zou zijn): is
die bierredenering niet óók een manier om je schuldgevoel – in dit geval gratis
– mee af te kopen?
(De foto van café Ritt is overgenomen uit Buurtvereniging Herstraat Horst 1945-1975.
Foto-impressies (Horst 1995))
Geen opmerkingen:
Een reactie posten