maandag 30 maart 2015

Intermezzo – CDA-dominantie

Zaterdag werd in Maastricht een driedelige geschiedenis van Limburg gepresenteerd. Meer dan 1600 bladzijden dik, meer dan 6 kilo zwaar. Horst aan de Maas komt er bekaaid vanaf met hier en daar een vermelding en als ik het wel heb één foto. Van gebouw Mooren – dat maakt dan weer veel goed.
Horst aan de Maas mag dan slechts een enkele maal expliciet aan de orde komen, veel van de geschetste ontwikkelingen en patronen hebben ook op onze gemeente betrekking. Zoals de ontwikkeling van de lokale politiek in de tweede helft van de twintigste eeuw. Nee, nu niet meteen afhaken: ik houd het kort, het thema is lang niet zo saai als het klinkt en Huub Spoormans heeft er in het derde deel een boeiend artikel over geschreven.
Bij landelijke en provinciale verkiezingen behaalde de KVP (voorloper van het CDA) in de voormalige gemeente Horst tot in de jaren zeventig monsterscores. Maar aan de gemeenteraadsverkiezingen deed de KVP nooit mee, ondanks het bestaan van een plaatselijke afdeling. Gemeenteraadsverkiezingen waren tot 1978 het exclusieve domein van lokale lijsten. Horst stond hierin niet alleen, dit fenomeen deed zich in heel Limburg voor. Spoormans legt uit waarom: ‘Lokale verkiezingen waren en zijn in Limburg van oudsher sterk gebonden aan personen of kleine groepen. De verkiezingen werden bovendien gekenmerkt door een grote onderlinge rivaliteit. Om stemmen te verkrijgen diende de lokale politicus zich persoonlijk te profileren.’ Het keurslijf van de KVP stond die persoonlijke profilering in de weg. Bovendien was de KVP beducht voor het ontstaan van facties. Pas toen andere landelijke politieke partijen zich met de plaatselijke politiek gingen bemoeien, ontkwam ook het CDA niet langer aan deelname aan gemeenteraadsverkiezingen.
Spoormans en andere onderzoekers onderscheiden twee politieke culturen: de modern-stedelijke en de traditioneel-dorpse. In eerstgenoemde cultuur zijn de landelijke politieke partijen en de landelijke politiek leidend, in de traditioneel-dorpse de persoonlijke band tussen kiezer en gekozene: ‘De politicus ontleent zijn gezag niet aan een partij of partijprogramma, maar aan zijn aanzien in de lokale gemeenschap.’
Het is evident tot welke cultuur de voormalige gemeente Horst altijd heeft behoord. Even evident is welke landelijke partij daar altijd het beste naar heeft gehandeld. Inlijving van gezaghebbende personen binnen de dorpsgemeenschappen en sterk op de persoon gerichte en nauwelijks ideologisch getinte campagnes hebben het CDA nooit windeieren gelegd.
Hoe de huidige situatie in Horst aan de Maas te duiden? Het lijkt erop dat de modern-stedelijke politieke cultuur stukje bij beetje terrein wint: als je de uitslagen van de laatste paar gemeenteraadsverkiezingen bekijkt, blijkt dat het CDA in de kleinere kernen het hoofd nog redelijk boven water weet te houden. Daarentegen resteert in bijvoorbeeld Horst-centrum weinig van de vroegere dominantie.
Ik ben hartstochtelijk voorstander van een gedwongen verhuizing van alle inwoners van de kleinere kernen naar Horst-centrum.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten