Een maand geleden publiceerde ik twee stukjes over een prentbriefkaart die Dora Lucas in juni 1899 schreef aan twee van haar zussen (klik hier en hier).
‘Tot mijn aangename verrassing trof ik op uw blog een kaartje aan van mijn grootmoeder Dora Lucas. Er zijn jammer genoeg maar erg weinig brieven van haar bewaard gebleven. Uw analyse is een juiste. Hoewel ik mijn grootmoeder nooit gezien heb komt zij uit de familieverhalen naar voren als een betrokken, vriendelijke en ontwikkelde vrouw. Met dat vleugje humor, ironie ook. Over de vroege jeugd van mijn grootmoeder is niets bekend. Mijn grootmoeder deed op 15 maart 1891 in Horst haar eerste Heilige Communie, dat weten we wel.
Het gedicht dat Hélène, de oudere zus van Dora, in 1891 voordroeg toen Dora haar eerste communie deed |
Mijn overgrootmoeder Johanna Jacoba Hoeken was geboren in Well. Na het vroege overlijden van haar moeder is zij naar Rotterdam verhuisd. Niet lang voor haar huwelijk volgde weer een verhuizing en nu naar Beugen, bij Boxmeer. Na het huwelijk met mijn overgrootvader keerde zij dus weer terug in het Limburgse.
Mijn overgrootvader, Hendrik Engelbert Lucas was een actieve en optimistische man, een liefhebber van muziek, zo hoorde ik van mijn moeder. De formele stukken van zijn naturalisatie tot Nederlander, dat is nog wel interessant om te vermelden, zijn in 1878 getekend in Arolsen, Noord-Hessen, Duitsland. Dat gebeurde door Koning Willem III die toen verbleef bij zijn aanstaande schoonfamilie, de ouders van de latere Koningin Emma von Waldeck Pyrmont.
Bijzonder om hier te schrijven is dat mijn grootmoeder in 1903 een reis naar Rome heeft gemaakt. Ook heeft zij een jaar doorgebracht in Bad Ems. Daar heeft zij haar Duits verbeterd en leerde er hoe zij leiding moest geven aan een huishouden. Je kunt het je niet meer voorstellen. In het voorjaar van 1913 is zij getrouwd met mijn grootvader en naar Arnhem, later naar Nijmegen verhuisd.
Het kaartje stuurde zij naar haar zusters Phien Lucas en Jacoba Lucas, die na mijn grootmoeder nog op het Pensionaat zaten. Phien is later getrouwd met Jan Koning, huisarts te Rotterdam. Jacoba is de enige van de zusters die in Limburg is blijven wonen. Zij huwde Josephus Erens uit Schaesberg en woonde er op Huize de Kamp.
De oudste zuster, Hélène Lucas, trouwde in 1901 met Jan Pessers. Zij ging wonen aan de Markt in Eindhoven. Mijn overgrootouders hadden nog drie kinderen. Een tweeling, een jongetje en een meisje die kort na de geboorte zijn overleden. Er was ook nog een zoontje, Theodor. Hij overleed, 3 jaar oud, een maand na de geboorte van mijn grootmoeder.
Mijn overgrootvader had geen kinderen die hem konden opvolgen in het bedrijf, vandaar dat hij het van de hand heeft gedaan. De zuster van mijn overgrootvader, ook Helena genaamd, woonde ook in Horst. Zij is ook mee naar Blerick verhuisd. Zij was blind of nagenoeg blind. Zij is overleden in 1920.
De jongste broer van mijn overgrootvader, Benjamin, was ook zijdefabrikant. Eerst samen met mijn overgrootvader in Horst, later zelfstandig. Hij verhuisde weer naar Dülken waar de familie Lucas vandaan komt. Aan de Viersenerstrasse 62 staat het huis nog waarin hij heeft gewoond. Hij overleed, nog maar 44 jaar oud, in 1893.
De vier zussen Lucas hebben hun leven lang een goed onderling contact gehad. En langzaamaan zijn de herinneringen aan de plaats waar zij opgroeiden steeds verder naar de achtergrond verschoven. Gelukkig dat door de plaatsing van het kaartje ik toch weer een puzzelstukje heb kunnen toevoegen aan het beeld dat ik van mijn grootmoeder heb. Veel dank daarvoor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten