De náksen doelie,
verkeert die eigenlijk nog onder ons? Of is ie verdwenen op de mestvaalt der
geschiedenis? Uitgezet als illegale vreemdeling wellicht? Wacht even, hij zal
toch niet in afwachting van zijn uitzetting in vreemdelingendetentie zijn genomen?
Náksen doelie. Het
begrip kwam vorige week voorbij op een verjaardagsfeestje – is dat tenminste
nog érgens goed voor. Het was een eeuwigheid geleden dat ik het had gehoord.
Wat is ennen náksen doelie? Is nog
niet zo heel eenvoudig te omschrijven. Als ik me er gemakkelijk vanaf wilde
maken, zou ik zeggen ‘een naakt persoon’. De pest is alleen dat niet alle
naakte personen nákse doelies zijn:
een bejaarde man in z’n blootje is geen náksen
doelie (eerder ennen fiezen nammie),
op een nudistencamping verblijven geen nákse
doelies, een aantrekkelijke blondine in adamskostuum is geen nákse doelie. Wat is ennen náksen doelie dan wel? In mijn
beleving (laat ik dat vooral benadrukken): een naakt kind vóór de
geslachtsrijpe leeftijd. Jonge kinderen die in hun blote kont door de woonkamer
lopen, krijgen gekscherend of gespeeld bestraffend ‘Heej, náksen doelie, waat dunkt ow?’ toegeworpen. Pubers,
adolescenten, jong volwassenen, volwassenen, 50-plussers, grijsaards, oudjes en
eeuwelingen smaken dit genoegen allemaal niet. Of komt dit omdat die doorgaans
niet in hun blote kont door de woonkamer lopen? Is een dementerende 103-jarige
die pinnekenáks door de verlaten
gangen van het verpleeghuis struint wel degelijk ennen náksen doelie?
Moeten we de Horster en Meerlo-Wanssumse dialectwoordenboeken
geloven dan lijkt alles wat hierboven staat onzin. Dan zou het náksedoelieschap uitsluitend voor vrouwen zijn
weggelegd. Alleen voor een bepaald type vrouw dan, een doelie: een sloons, slet
(Horst), sloerie, slordige vrouw, slons (Meerlo-Wanssum). Is en doelie
al erg, en nákse doelie moet dan wel
helemaal afschrikwekkend zijn.
Blijkens het Venrays woordenboek kennen ze in het beschaafde
Venray geen doelie en bijgevolg ook
geen nákse doelie. Wat ze daar wel
hebben, en ik ben daar bepaald jaloers op, is een náksen dákraam. Staat in het woordenboek omschreven als een
‘spottende scheldnaam’. Ik probeer het nog eens: zouden we naar analogie
daarvan en in weerwil van de Horster en Meerlo-Wanssumse woordenboeken ennen náksen doelie misschien als licht spottende
koosnaam mogen betitelen?
(Wie een ander of beter licht op deze zo interessante
kwestie kan werpen is, zoals altijd, van harte uitgenodigd te reageren. Zal er
wel weer niet van komen, toch voel ik me verplicht dit zo af en toe eens te
herhalen.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten