maandag 31 augustus 2015

Intermezzo – Lei Martens (1) / Introductie

Meer dan zeven jaar bestaat Horst-sweet-Horst nu. En nog nooit is hier ook maar één stukje over Lei Martens verschenen. Een schande, al zeg ik het zelf. Hoogste tijd om dit recht te zetten. Wat dacht u van een serie over het leven en vooral de architectonische nalatenschap van deze telg uit een geslacht van Horster aannemers en architecten?
Het zou te ver voeren om te zeggen dat Lei Martens (1932-1978) een stempel op het naoorlogse Horst heeft gedrukt. Kan ook niet, daarvoor was zijn werkzame leven helaas te kort. Wel heeft hij een aantal beeldbepalende gebouwen op zijn naam staan. Vermoedelijk door hun modernistische stijl weten ze ook meer dan vijftig jaar na hun bouw de gemoederen nog altijd te beroeren (ik ben geneigd dat als een bewijs van hun kwaliteit te zien).
Denk trouwens niet dat die stukjes over zijn leven en werk in een vloek en een zucht zijn geschreven: naar mijn beste weten is er in de (architectonische) literatuur nagenoeg niets over Lei Martens te vinden. En dat is eigenlijk best wel vreemd als je nagaat dat zijn werk door sommige deskundigen is vergeleken (heel voorzichtig, maar toch) met dat van grootheden als Fritz Peutz en Frank Lloyd Wright.
Wat ik over Lei Martens weet, heb ik nagenoeg allemaal van zijn broer, Hay Martens (1931-2009; klik ook hier). Samen met Thijs Coppus had ik in 2007 een memorabel gesprek met Hay. Dat ging vooral over het toen met sloop bedreigde, door Lei ontworpen, gebouw Mooren. Maar tussendoor verhaalde Hay ook vol trots over het leven van zijn dierbare broer. 
Lei werd in 1932 in Horst geboren. Na de MULO gevolgd te hebben, werd hij aan de RK Leergangen in Tilburg opgeleid tot architect. Hij studeerde af op een studie naar de eeuwenoude kerk van Thorn. Daarna opende hij in 1955 aan de Herstraat zijn eigen eenmansarchitectenbureau. Over opdrachten had hij nooit te klagen. Hij tekende vooral particuliere woningen, maar bijvoorbeeld ook het Groene Kruisgebouw in America en de garage aan de Van Douverenstraat waarin nu Autobedrijf Jos Willems is gevestigd.
Dat Lei geen grotere bekendheid kreeg, is te wijten aan twee tragische ongevallen. Hay Martens: ‘In november 1962 liep hij bij een auto-ongeluk in Oss een schedelbasisfractuur op. Daar herstelde hij nog redelijk van. Maar enkele jaren later was het helemaal voorbij. Op de Venrayseweg reed een bromfietser hem van het trottoir. Opnieuw was de diagnose een schedelbasisfractuur. Daar is hij nooit meer van opgeknapt. Werken ging niet meer. Uiteindelijk overleed hij in de kerstnacht van 1978. Hij werd slechts 46.’

Een van de laatste ontwerpen van Lei zou Hay altijd bijblijven: ‘Dat was na zijn eerste ongeluk. Lei stuurde een schets in voor het nieuwe stadhuis van Amsterdam waarvoor een wedstrijd was uitgeschreven. Daar deden zo’n 250 architecten aan mee. Ik ben toen met hem naar Amsterdam gereden om de tekening in te dienen. Zelf autorijden kon hij op dat moment al niet meer. Zijn ontwerp kwam tenslotte als 24e uit de bus. Dat was toch niet mis voor zo’n jongen uit een boerendorpje.’
In de volgende afleveringen aandacht voor wél gerealiseerde ontwerpen van Lei. Vooraf dit: ik heb er geen idee van hoe groot het oeuvre van Lei Martens is. Op grond van informatie van Hay ben ik tot een lijstje van negentien panden gekomen (achttien in Horst aan de Maas; één in Castenray) die door hem zouden zijn ontworpen. Ongetwijfeld is dat lijstje niet compleet. Kent u door Lei Martens ontworpen panden? Weet u meer over zijn leven? Mail me dan s.v.p.: horstsweethorst@gmail.com. Elke snipper is welkom. Mijn dank is bij voorbaat groot. 

Intermezzo – Meterikse wegdekdroedels

Weet u nog wat een USP is? Nee? Welnu dan, ik herhaal: een USP is een Unique Selling Proposition, ook wel Unique Selling Point genoemd. In gewoon Nederlands: iets waarmee je je onderscheidt van anderen, een troefkaart. Zo was De Knip het USP voor Grubbenvorst (klik hier). Uniek, kwam je nergens anders tegen, intussen helaas verdwenen. Het Sevenumse USP waren de corpussen met blauwe lendendoek (klik hier). Ook al voor het merendeel kassiewijle: bijna allemaal overschilderd in pasteltinten. Inderdaad, zo weet Horst aan de Maas zichzelf vakkundig uit de markt te prijzen.
Nu het er nog is, wil ik eens even stilstaan bij het Meterikse USP. Dat is niet de molen – molens genoeg in Nederland. Dat is evenmin het voormalige klooster – voormalige kloosters genoeg in Nederland. Dat is zelfs niet de prachtige vervallen loods aan het Bondserf – als je heel goed je best doet vind je her en der wat equivalenten. Nee, het Meterikse USP zijn – u vermoedde het waarschijnlijk al – de wegdekdroedels. En dan met name de Dr. Lemmenstraatsewegdekdroedels. Want de Schadijkerwegsewegdekdroedels mogen er best wezen,
de Dr. Lemmenstraatsewegdekdroedels zijn werkelijk onovertroffen. Vooral nabij de haakse bocht richting Schadijkerweg zijn ze van een welhaast onwerkelijke schoonheid.
Deze zomer bezocht ik de Matisse-tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Mag u raden waar de grote Franse meester de inspiratie voor zijn vermaarde collages vandaan heeft gehaald. 
En zou het misschien zo kunnen zijn dat de vervaardigers van de beroemde rotstekeningen van Lascaux eerst de Dr. Lemmenstraat hebben aangedaan?
Is het trouwens werkelijk zo’n gekke gedachte dat de bedenkers van het Arabische schrift eerst wel eens nauwkeurig studie konden hebben gemaakt van de Dr. Lemmenstraatsewegdekdroedels? Of anders wel hun Chinese collega’s?
Nee, als we het hebben over het USP van Meterik, dan hebben we het hier duidelijk te pakken. Wat zeg ik? Zouden de Dr. Lemmenstraatsewegdekdroedels niet UNESCO Werelderfgoedlijstwaardig zijn?
Drie weken geleden zag ik in Kassel het Bergpark Wilhelmshöhe (sinds twee jaar op de Werelderfgoedlijst), maar de Meterikse wegdekdroedels kunnen daar beslist mee wedijveren – zeg ik zonder enig chauvinisme. Aanmelden die hap voor die lijst! Laat die busladingen toeristen maar naar Meterik komen!

Top 5 – Argumenten om verstek te laten gaan bij de bijeenkomst over de mogelijkheden van een zwembad in Horst aan de Maas (1)

Woensdag wordt het volgende stapje gezet op weg naar een nieuw of vernieuwd Horster zwembad. Op een ‘interactieve bijeenkomst’ mogen inwoners hun mening komen geven over drie toekomstscenario’s. ‘Zodat de gemeenteraad een afgewogen besluit kan nemen’, aldus de gemeentelijk website (klik hier).
Ik zal er woensdag niet bij zijn. Hoewel me dunkt dat deze mededeling eerder voor kennisgeving zal worden aangenomen dan dat ze tot kreten van ontzetting dan wel daverend gejuich zal leiden, laat staan dat ze een zucht van verlichting door Horst aan de Maas zal doen gaan, wil ik mijn afwezigheid toch best motiveren. Dus hier komt-ie, mijn top 5 van argumenten waarom ik verstek laat gaan bij de interactieve bijeenkomst over de mogelijkheden van een zwembad in Horst aan de Maas:
5. Het is volksverlakkerij de indruk te wekken – zoals gebeurt – dat een regionaal zwembad op het Floriadeterrein nog altijd een reële optie is of zelfs ooit een reële optie is geweest. Praat er dan ook niet (meer) over.
4. Nog vóór de interactieve bijeenkomst plaatsvindt, is het manipuleren al begonnen. De gemeenteraad besloot in juli dat een van de te bespreken toekomstscenario’s zou zijn  ‘Realisatie van een nieuw lokaal bad in de gemeente zoals bijvoorbeeld in de sportzone’. Dat is nu veranderd in: ‘Een nieuw zwembad in de sportzône Kasteelse Bossen’. Het lijkt misschien kommaneukerij, maar het is een verschil van dag en nacht.
3. Iedereen die de Horster politiek een beetje volgt en zijn oor her en der te luister legt, weet dat de uitkomst al bij voorbaat vaststaat: er komt een nieuw zwembad in Sportzone Kasteelse Bossen en het huidige zwembad De Berkel met de aanpalende sporthal worden gesloopt om het nog te ontwikkelen Gasthoêsplein tot bloei te laten komen. De interactieve bijeenkomst zal hieraan niets veranderen.
2. De afgelopen jaren ben ik wel aanwezig geweest bij vergelijkbare bijeenkomsten over de toekomst van de openbare bibliotheek en ’t Gasthoês. Ik heb daaraan een nare smaak in mijn mond overgehouden. Die bijeenkomsten vertoonden alle kenmerken van een Poolse landdag: rumoerig door elkaar gepraat en gepreek voor eigen parochie, voorgezeten door een vooringenomen discussieleider. Met de uitkomsten (als je die al zo mag noemen) kon iedereen naar believen aan de haal gaan – wat prompt gebeurde. Ik heb geen aanwijzingen dat het dit keer anders zal gaan.
1. Gemeentebestuur en gemeenteraad dienen zelf hun verantwoordelijkheid te nemen. Draagvlakonderzoeken, referenda, volksraadplegingen of hoe ze ook mogen heten zijn wat mij betreft per definitie overbodig. Bij verkiezingen delegeren we niet voor niets onze beslissingsbevoegdheid aan volksvertegenwoordigers. Iedereen staat het vrij hen te informeren of hen (te proberen) te beïnvloeden. En als we vinden dat onze volksvertegenwoordigers ons niet goed hebben vertegenwoordigd, regelen we dat wel bij de volgende verkiezingen. Draagvlakonderzoeken, referenda en volksraadplegingen ondermijnen dat systeem alleen maar. Bovendien: waarom wel draagvlakonderzoeken naar zwembad, bibliotheek en Gasthoês en niet – om maar eens een paar dwarsstraten te noemen – naar hippisch centrum, Kasteelboerderij, Nieuw Gemengd Bedrijf of Floriade?

Intermezzo – Landbouwplastic

Woensdag 12 augustus 2015, 11.08 uur, Slikweg te America (klik op pijltje, afspelen met geluid niet te hard aan):

zaterdag 29 augustus 2015

Ingezonden – De banken op het Lambertusplein

Die Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) is echt niet meer te stoppen: nu weer een ingezonden bijdrage over de banken op het Sint-Lambertusplein. Voor de goede orde: Jan heeft niet het alleenrecht op ingezonden bijdragen: iedereen die de behoefte voelt zijn of haar mening op Horst-sweet-Horst te spuien, is daartoe van harte uitgenodigd. Klik hier voor de spelregels.  

DE BANKEN OP HET LAMBERTUSPLEIN

Ergens in de zeventiger jaren van de vorige eeuw werd de Horster vestiging van de Nederlandsche Middenstandsbank aan het Lambertusplein gewapend overvallen door een plaatsgenoot, die de slagzin van de geldinstelling ‘NMB denkt met u mee’ een tikkeltje te ruim nam. Of de overvaller snugger bezig was, weet ik niet, maar ik zou in zijn geval niet perse mijn eigen auto, met origineel kenteken, als overvalwagen hebben gebruikt. Toch werd ’s mans keuze niet veroorzaakt door een gebrek aan intelligentie, want jaren later was de brave borst een absolute kei in het damspel. Een wanhoopsdaad? Of er een verband is tussen zijn vijf jaar brommen in het gevang en zijn latere dammeesterschap, weet ik niet zeker, maar helemaal onlogisch lijkt me de gedachte niet.    
Gek genoeg willen veel oudere medeburgers maar al te graag vrijwillig gaan zitten: om te herstellen van een inspannende wandeling of uitputtende rollatortocht. Op het Lambertusplein is daarvoor met de twee aanwezige banken nauwelijks gelegenheid. De banken zijn veelal hangjongerevol. Of er een verband is tussen het schamele bankaanbod op het Lambertusplein en het streven van het centrummanagement om het sympathieke kooppubliek naar een Wilhelminaplein-terras te dirigeren, ten einde het daar geld/AOW uit de zak te kunnen kloppen, weet ik niet zeker, maar helemaal onlogisch lijkt me de gedachte niet.

Ik heb er alle vertrouwen in dat het CDA intern met Jan Nabben regelt dat die banken er binnen de kortste keren komen.

Jan Duijf Kloosterstraat

maandag 24 augustus 2015

Intermezzo – Elbert

Ja, ik had inderdaad ook willen schrijven over de ingezonden brief van voormalig CDA-gemeenteraadslid Elbert Joosten,
deze week gepubliceerd in Hallo Horst aan de Maas (klik hier), waarin hij D66 en diens vertegenwoordiger Andries Brantsma met de grond gelijk maakt. Sterker nog, mijn reactie was al gereed. Bij nader inzien heb ik besloten toch af te zien van publicatie: een Horst-sweet-Horst-stukje zou veel te veel eer zijn voor een schaamteloze ingezonden brief van iemand die anderen ‘schaamteloze stukjes’ en ‘vergaand negativisme’ verwijt. 

Ingezonden – Andries Brantsma deugt

De als altijd ongezouten mening van Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) over de ingezonden brief van Elbert Joosten, deze week verschenen in Hallo Horst aan de Maas (klik hier).

Andries Brantsma deugt

Elbert Joosten, ooit CDA-raadslid in onze gemeente, probeert middels een ingezonden brief in Hallo Horst aan de Maas de vloer aan te vegen met Andries Brantsma en bestempelt D66 in één adem als dom en duur. Over de betekenis van die brief voor de Horster politieke cultuur wil ik enkele opmerkingen maken.
Andries Brantsma is in de Horster politieke arena het typische voorbeeld van een buitenstaander met een kritische mening. De in Friesland geboren Brantsma houdt in zijn intelligente en doorwrochte analyses de Horster politieke machthebbers voortdurend een spiegel voor: hij toont projecten die geldverspillend zijn, laakt bestuur dat onvoldoende eerlijk en transparant is en demonstreert hoe een politieke elite tot vriendjespolitiek kan komen. Hij komt regelmatig met alternatieve voorstellen voor de politiek van de coalitiepartijen.

Elbert Joosten vindt de vragen van D66 vaak dom en pleit voor het gebruiken van het boerenverstand. Dat is niet eerlijk, want er is maar één partij die in Horst het agrarische weten in pacht heeft. De partij van Joosten zelf: het CDA natuurlijk (klik hier).

Voor mij zijn de op de man gespeelde insinuaties van Elbert Joosten een schoolvoorbeeld van de intolerante arrogantie van een CDA'er die vervuld is van zijn eigen gelijk en niet buiten zijn eigen denkkaders kan treden. Het CDA in onze gemeente zou publiekelijk afstand van de brief moeten nemen. Of wil het CDA de verdenking op zich laden te tolereren en goed te keuren dat partijgenoten politieke tegenstanders zo mies en vies behandelen?

Jan Duijf  Kloosterstraat

Intermezzo – Horst

Horst-sweet-Horst was zaterdag in … Horst. Dat zat zo: het werd weer eens tijd voor een voetbalwedstrijd in de Regionalliga West. Rot-Weiß Oberhausen-Alemannia Aachen. Ontmoeting van twee naar het vierde niveau afgezakte Traditionsvereine (of dan toch bijna). Niet in een arena, maar in een stadion. Met een atletiekbaan en lekker veel onoverdekte staanplaatsen. Voetbal zoals het ooit bedoeld was.
Wat doe je dan om de tijd tot de aftrap te doden? Je gaat naar Horst! Ortsteil van Gelsenkirchen. Nooit eerder geweest. Vanaf Essen Hauptbahnhof twintig minuten met de ondergrondse (!). Uitstappen bij halte Schloß Horst. En dan meteen dit beeld:
Radikal links, revolutionär – echter Sozialismus – MLPD. Ja, das gibt es noch in Duitsland. Komende zaterdag: Sommerfest rund um die Horster Mitte. Waar solidariteit met de vrijheidsstrijd in Kobani en Rojava wordt betuigd. Inclusief verslagen uit de eerste hand. Kom daar bij ons maar eens om.
Verder: Schloß Horst. Twaalfde-eeuws van oorsprong, in de dertiende eeuw in het bezit gekomen van de familie Von der Horst. Na een brand in 1554 weer opgebouwd als renaissanceslot. Nu wel héél erg opgedirkt.
Andere attractie in Horst: het Nordsternpark. Landschapspark op het terrein van de voormalige mijn Nordstern. Het (veel) kleinere broertje van Zeche Zollverein, enkele kilometers verderop. Hoogtepunt, letterlijk en figuurlijk: de Herkules von Gelsenkirchen.
18 meter hoog, 23 ton zwaar. Meesterwerk van Markus Lüpertz. Alleen al hierom is Horst eine Reise wert.
In Horst wonen meer mensen dan in Horst. Maar minder varkens. Toch staan varkens ook daar op een voetstuk.
De Emscher riekt. Anders gezegd: de Emscher stinkt. Die pijn wordt verzacht door prachtige stalen hangbruggen en bordjes met afschrikwekkende pictogrammen.   
Verder is Horst vooral een Ortsteil waarvan er in het Ruhrgebied zoveel zijn. Iets van een grauwsluier lijkt er altijd omheen te hangen, hoe zonnig het er ook is. Bruisend is anders, maar waar staat geschreven dat het overal en altijd bruisend moet zijn? En als je er gevoelig voor bent heeft zo’n onopgesmukte winkelstraat die zich niet beter voordoet dan hij is, ook zo zijn charme.
Na Horst kon die wedstrijd alleen maar tegenvallen. Wat-ie dus ook deed. RWO was geen partij voor Alemannia: 4-1 (of 1-4, maar ik ben niet van die school).  
De Akense fans, naar schatting wel een kleine tweeduizend, kregen door hun Oberhausener collega’s overigens voor de voeten geworpen dat ze schwule Holländer zijn. Zal de hitte wel zijn geweest, want best leuk en aardig al die onoverdekte staanplaatsen, de zon kan er ook onbarmhartig branden. Meine Güte.

Klein mysterie 669 – Gezegende onwetendheid (2)

Mijn tekort aan wiskundige kennis ervaar ik slechts zelden als een groot gemis. Liever olifantenpaadjeskennis dan wiskundige kennis. En ook liever verlorenwieldoprechtopzetkennis dan wiskundige kennis. Daardoor kon het gebeuren dat ik onlangs behoorlijk in mijn hemd stond. Wat zou die op het wegdek (Westsingel) en aan de achterzijde van een bord (Stationsstraat; inmiddels verdwenen) aangebrachte, identieke, cijferreeks toch te betekenen hebben, vroeg ik me een maand geleden af (klik hier)?
Prompt regende het reacties. Teneur: 3,14159265359 is het getal π (pi)! De reageerders waren zo beleefd er niet ‘Oen, dat je dat niet wist!’ aan toe te voegen. Terwijl ze daar wel alle recht toe hadden: dat π 3,14 is, herinner zelfs ik me van de lagere school. En in het stukje opperde ik nota bene dat op de Westsingel onder de cijferreeks π stond gekalkt! Maar de onnozele hals die ik d’r ben kwam niet op het idee een verband te leggen tussen de cijferreeks en die letter. Gelukkig dat er nog mensen zijn die wél hun verstand gebruiken.
Een week na publicatie van het stukje kwam ik erachter dat in Sevenum op een verkeersbord bij rotonde An de Steine Poal (bij de Jumbo) eveneens een π was aangebracht. De vraag is of er wel een lampje was gaan branden als ik het bord vóór publicatie van het stukje had ontdekt. Ik vrees het ergste.
Mijn tekort aan dieperewijshedenkennis ervaar ik eveneens slechts zelden als een groot gemis. Liever garageboxenkennis dan dieperewijshedenkennis. En ook liever putdekselkennis dan dieperewijshedenkennis. Dat heeft wel tot gevolg dat ik nog steeds vertwijfeld op zoek ben naar betekenis en bedoeling van de op het wegdek van de Westsingel aangebrachte diepere wijsheid (‘Uiteindelijk zullen we adem halen in de heilige nacht v/d gezegende onwetendheid’)
en het verband tussen de tekst en π. In reactie op het stukje deden twee anonieme lezers een poging tot een verklaring. De ene: 
‘3,14159 26535 89793 23846 is het getal pi. 18 is de letter r van “ons” alfabet. De r van radius of straal? Vertaling zou dan kunnen zijn: de radius is pi. Radius is de kortste weg naar. Pi is een irrationeel en transcendent getal. Betekenis: de kortste weg naar “...” - het heilige? - is niet-rationeel. Oproep van een mysticus?’
De andere:
‘Variant op Bijbel (Statenvertaling) Matteüs 5:3? “Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.”’
Met name van eerstgenoemde reactie begrijp ik geen snars. Dat ligt niet aan de reageerder, maar aan mijn gemis aan dieperewijshedenkennis, gecombineerd met mijn gemis aan wiskundige kennis. Wil die reageerder misschien op zijn hurken gaan zitten en een poging wagen mij het raadsel uit te leggen in zelfs voor mij begrijpelijke bewoordingen? En zijn er misschien anderen met andere verklaringen? Mensen bij wie de woorden en cijfers de hele vakantie door het hoofd bleven spoken en die uiteindelijk het licht zagen? 

woensdag 19 augustus 2015

Ingezonden – De verglazing en verstening van ons landschap

Een ingezonden bijdrage van de erkende topofiel (klik hier) Jan Duijf (Kloosterstraat, Horst) over het verstedelijkingsproces van het landschap in Horst aan de Maas dat onvoldoende halt wordt toegeroepen.

De verglazing en verstening van ons landschap

Hoeveel hectares mooie cultuurgrond zouden er de laatste tien jaar in Horst aan de Maas zijn bedolven onder tuinbouwglas en stal- en loodssteen?

Het lijkt bijna een onvermijdelijk en onomkeerbaar natuurlijk proces: de steeds verder voortschrijdende industrialisatie en bebouwing van ons buitengebied; het verknallen van de open landschappen; het wilde bouwen op de kwetsbare randen van de natuurgebieden en het totale gebrek aan respect voor het historische landschap. Het lijkt allemaal geen einde te nemen.
Het verstedelijkingsproces van het landschap in Horst aan de Maas bevindt zich in een stroomversnelling, waarin de bevolking willoos en weerloos wordt meegezogen. De gestage metamorfose die ons landschap ondergaat, heeft iets van een boze droom, waaruit het straks slecht ontwaken zal blijken te zijn: als we ontdekken dat we veel moois en waardevols voor eeuwig en altijd kwijt zijn geraakt. Ons buitengebied barst nu al van de ‘storende elementen’ in het landschap.

Een gespreide en evenwichtige belangenvertegenwoordiging is ten aanzien van het landschap ver te zoeken: het economische belang voert constant de boventoon en de landschappelijke kwaliteit delft bij voortduring het onderspit. De aangekondigde discussie in de gemeenteraad  over procedures en vergunningen bij het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied kan niet verhullen dat het gemeentebestuur geen vruchtbare, samenhangende, moderne visie op de bescherming en het herstel van ons landschap heeft.
Er is nog geen begin van een adequate en effectieve reactie van het gemeentebestuur op deze desastreuze ontwikkeling. Laat staan van een positief beleid gericht op het benutten en uitbouwen van bestaande landschappelijke waarden en mogelijkheden.

De ruimtelijke ordening en planologie in Horst aan de Maas is dringend aan innovatie toe. Het gebrek aan kwaliteit valt af te lezen aan de glazen en stenen rommelplaats die ons buitengebied is geworden. Men lijkt aan één oog blind. Maar wie kritisch wil kijken, ziet hoe het karakter en de schoonheid van het landschap in Horst aan de Maas naar de knoppen gaat.

Jan Duijf Kloosterstraat

maandag 17 augustus 2015

Klein mysterie 668 – Leesplankje (10)

Alweer de laatste aflevering van de serie waarin Toon Jenniskens zijn eigen herinneringen verbindt met de woorden van het Horster Laesplaenkske (klik hier voor een introductie op deze reeks). ‘Ik mót bekènne dát ik dit mèt veul plezeer hèb geschreve umdát zovveul schon herinneringe béj meej baove zie komen driêve’, schreef Toon ter uitleiding van zijn tekst. Dat plezier spat er inderdaad vanaf en dat plezier hebben ongetwijfeld ook de Horst-sweet-Horst-lezers de afgelopen weken gehad. Dus als u het niet zegt, zal ik het maar zeggen: Toon bedankt! Snuutje, kieps, slaat en wek zijn de vier nog resterende woorden. Hier komen ze:

Snuutje (ik zöj schriêve snútje umdát ’t kort wuurdt oêtgespraoke…)
Béj ós thoês zien ze noëit zoë va snútjes af muulkes gaeve gewes, wies vandaag d’n daag toew. Weej gaeven ós aalt en hând (má em paar schonzuskes ‘oet ândere contreije’, kriege va meej e muulke óppe wange, drie stuk). Doew ós megjes begóste te vréjje woord dát neturlek ânders, má dát gebeurde ámaol stiekem, krek zo stiekem ás de jónge dát boeteshoês döjje. Muulke woord aoveriges normaal gebroekt; snútje hèb ik béj ós zêlde gehuurd. Kusmoel (kösmoel?) waas ás waord ok bekènd.

Kieps
Kieps (kiepske), em pet mèt en klep, droogde béj ós thoês tègge de kèld, bevubbeld béj ’t meis plukke en ’t petatte rooje innen herfs af ’t knolle plukke tègge Kêrsmis EN tègge de hèts, ás de zón óp ówwe kiëbus brandde ás ge mós bieten âfdunne, schoefele af béjiën vare. ’s Zóndágs háj ós vader enne gleufhood óp en ás gemaenteraodslid duk ennen hoëgen hood. De twië leste gebroêk ik nag wál ’s mètte vastelaovend…

Slaat
‘Krieg meej ’s enne krop slaat innen haof’, wie haet ’t vroeger thoês ni mótten hale? Dao innen haof móste d’r ok ál drek de voot en de eunderste fieze blaar âfdó, zoëdát d’r ni teveul zând óppen aanrech kwaom. Slaat goof ’t nag ni in ál die vörme zoëás we die noow kènne. Ge mós aaltiêd enne krop keeze, di krek vur ’t scheete stóng (’t oêtslao vanne kern). De fles Salata stóng dán al óppe taffel en die kwaom ok good va pâs ás we spitskoël af enne witte kappes rauw ote. Di woord met e schêrp mês (ni maes, want dat is de klânk va gaer en waer!! ’t Is en helle e, dus is ’t ok mêrthal en kêrktaore…) klein gesnipperd en dao-aover kwaom en scheut Salata…

Wèk
Thoês, mèt zonnen trop ópgröjjende kiênder, kwaome iedere waek wál veer bekkers ovver de vloor: d’n aldem bekker Tacke, de néjem bekker Litjes en de ‘kruidenier’ Thieskes Wiel oet de Miëterik en bekker Eykmans vanne Middelek. Die brochten aal groëte, twelf-óns-wègge binne, liggend óp urren êrm, die dá ‘veur inne kêlder’ in de nis ónder d’n trap terêch kwaome. De vôrse wèk neturlek âchterá, want di mós iërs bestêrve anders ote ów dao-á ‘kepot’. Weej ónderscheidde witte en broene wèk en daonaeve pruumkes- en kleuntjeswèk. De lèste kwaome neturlek álliën mèt de kermisse en mèt hoëgdaag óppe taffel. Daonaeve kènde we neturlek broëd, roggebroëd, dát doew nag ás gâns broëd geleverd woord en mèt e meschiên (dát ‘Alexanderwerk’ hètte) gesnéjje mós waere… en keuns apárt.

Intermezzo – Landschapsbederf

‘Je klinkt enigszins moedeloos’, zei presentator Wilfried de Jong gisteren na twee uur tegen Zomergast Adriaan Geuze. ‘Niet moedeloos, ik ben in paniek’, reageerde de gerenommeerde landschapsarchitect, onder meer betrokken bij het ontwerp van het prachtige nieuwe Centraal Station in Rotterdam.
Zomergasten was gisteravond lang niet altijd even boeiend, maar toen het even na tienen over het Nederlandse landschap ging, zat ik twintig minuten lang op het puntje van mijn stoel (klik hier en ga met de pijltjestoets naar 1.55.22). Over dat landschap is Geuze dus in paniek. Kern van zijn betoog: de door procedures gedicteerde planning van de afgelopen decennia heeft geleid tot ‘landschapsbederf’, ‘een bombardement van verschrikkelijke kleuren’, ‘schaamteloze lelijkheid’, ‘rauwe, domme vernietiging’. De procedures zijn telkens keurig gevolgd – ondertussen is het landschap vernacheld. Geuze pleit voor een terugkeer naar de  soberheid en doelmatigheid van vroeger.
Alsof het zo gepland was, publiceerde Thijs Coppus gisteren een stukje over Horst en het Horster landschap (klik hier). Het voormalige SP-gemeenteraadslid is in april naar Leiden verhuisd en was afgelopen week voor het eerst toerist in zijn eigen voormalige gemeente. Hij doet in bitterheid niet onder voor Geuze. Enkele citaten:
‘Het stinkt naar mest. Kippenmest, varkensmest en champignonmest. Werkelijk overal staan loodsen, stallen en kassen.’
‘Toeristen die via de snelweg Horst aan de Maas binnenkomen worden op een passende manier welkom geheten in Horst aan de Maas: komen ze vanuit het noorden dan zien ze de achterkant van een rommelig bedrijventerrein dat er helemaal niet had mogen komen, maar door de gemeente is gelegaliseerd. Toeristen die vanuit het zuiden komen zien nu de kassen oprukken. Gemeente en provincie werken inmiddels aan een passende entree: de grootste stal van Nederland (1,3 miljoen kippen en 35.000 varkens) een gigantische mestvergistingsinstallatie en een transportbedrijf dat ook sla gaat vervoeren dus agrarisch is. De toeristen die met de trein komen worden zo gauw de treindeuren open gaan getrakteerd op de stank van varkensmest. “Welkom in Horst aan de Maas!”’
‘Het probleem is dat de definitie van ‘landbouw’ in Noord-Limburg steeds verder wordt opgerekt. Gemeenten en provincie noemen alles ‘landbouw’, hierdoor krijgen grote bedrijven alle ruimte om (goedkoop) in het buitengebied te bouwen en delven steeds meer echte agrarische – vaak grondgebonden – bedrijven het onderspit. Inmiddels staat landbouw in Noord-Limburg in een aantal gevallen gelijk aan industrie. Het vergisten van mest is een industriële activiteit en zou eigenlijk op een industrieterrein plaats moeten vinden, niet in het buitengebied.’
En zo gaat het nog even door. Waarschijnlijk zal Thijs door het ene deel van de boven ons gestelden worden neergesabeld dan wel verketterd en door het andere deel worden doodgezwegen. De Horster boven ons gestelden zouden zich ook kunnen afvragen of zijn betoog geen kern van waarheid bevat. Is Horst aan de Maas werkelijk het paradijs op aarde waarvoor we het houden? Zijn het landschapsbederf, het bombardement van verschrikkelijke kleuren, de schaamteloze lelijkheid en de rauwe, domme vernietiging van Geuze werkelijk aan ons voorbijgegaan? Heeft de proceduredictatuur ons dan werkelijk zoveel goeds gebracht? Of mankeert er ook aan onze landschapsinrichting het nodige?
Retorische vragen zou ik denken.

Top 5 – Lambertuspleinse dwarsbalken

Lang verwacht, eindelijk gekomen, de Horst-sweet-Horst top 5 van Lambertuspleinse dwarsbalken:

5.

4.


3.

2.

1.