‘Doet aan Frank Lloyd Wright denken!’, riep
architectuurhistoricus Gertjan Timmer verrukt uit toen we in 2007 tijdens een
ritje langs Lei Martens-gebouwen uitkwamen bij pand Geurts aan de Gebroeders Van
Doornelaan.
De Amerikaan Frank Lloyd Wright (1867-1959) was een van de
grootste architecten van de twintigste eeuw. Hij liet een uiterst veelzijdig
oeuvre na. Aan het begin van zijn loopbaan (1900-1911) ontwikkelde hij een type
huis dat de benaming ‘prairiehuis’ heeft gekregen. Kenmerken daarvan zijn onder
meer de horizontale lijnen, ver uitspringende daken, laag aangezette terrassen
en brede banden van hoge, soms zelfs verdiepinghoge ramen. Zijn meest karakteristieke
prairiehuis was het zogeheten Robie House, een huis dat hij in 1908 ontwierp
voor zakenman Frederick C. Robie. Vergelijk pand Geurts met het in Chicago
gelegen Robiehuis en inderdaad valt moeilijk aan de indruk te ontkomen dat Lei
Martens zich bij zijn ontwerp door Frank Lloyd Wright heeft laten inspireren.
Van alle door Lei Martens ontworpen gebouwen die ik ken, is
dit verreweg het uitbundigste. Met zijn aan alle kanten en op verschillende
niveaus overstekende daken, met zijn vele verspringingen en met zijn als het
ware in het huis opgaande plantenbak aan de voor- en zuidgevel oogt pand Geurts
veel speelser dan bijvoorbeeld Garage Martens (klik hier) of pand Kleuskens
(klik hier).
Lei Martens ontwierp de woning en het administratiekantoor voor
P. Geurts in 1961. Vandaag de dag lijkt het, evenals Garage Martens en pand Kleuskens,
volgestouwd met Polen. Het ligt tegenover pand Grubben (klik hier), aan het
gedeelte van de Gebroeders Van Doornelaan dat ooit als winkelboulevard was
bedoeld.
Een groot verschil met pand Grubben (en een overeenkomst met
Garage Martens en pand Kleuskens) is de erbarmelijke staat waarin het verkeert.
Het zou me verbazen als er het afgelopen decennium enige vorm van onderhoud aan
is gepleegd. Alleen al een eenvoudige snoeischaar zou wonderen kunnen doen.
Ook verwijdering van alle voor de ramen hangende en de
toevoer van licht belemmerende vitrages, gordijnen, jaloezieën, dekens en wat
dies meer zij, zou pure winst zijn. En tegen het kappen van die drie bomen voor de voorgevel zou ik niet het minste bezwaar
hebben: pand Geurts mag beslist gezien worden!
Zou het ooit tot volledige restauratie komen, dan weet ik
wel wat hoogste prioriteit zou moeten genieten: herstel in oorspronkelijke
staat van de voorgevel. Weg dus met die onder het balkon geplakte constructie,
die – zoals uit de eerste foto bij dit stukje blijkt – niet origineel is en
veel van de ruimtelijke werking teniet doet. De Welstandscommissie verdient
trouwens postuum een schop onder haar achterste voor het feit dat ze ooit
akkoord is gegaan met die constructie.
Leuk om te lezen over dit mooie gebouw en de andere ontwerpen van Martens. Het is jammer dat dit pand zo armoedig aandoet. En die blauwe panelen die er later tegenaan zijn gezet zijn inderdaad ontzettend lelijk.
BeantwoordenVerwijderen