maandag 27 februari 2017

Intermezzo – Vereniging BuisBelang

‘Horst heeft sinds kort een aquaduct, maar over een poosje lijkt het alweer te moeten verdwijnen. Tot nu heeft zich nog geen enkele actiegroep of politieke partij gemeld om dit unicum voor de eeuwigheid te bewaren... Is er dan helemaal niemand die de toeristische waarde ziet van deze enige bovenwegsebeek in Nederland? Centrummanagement? Horst Sweet Horst?’
Aldus Jan Duijf (van café Cambrinus ditmaal) gisteren op Facebook (klik hier). Die Jan toch. Als er íemand op de hoogte is van het reilen en zeilen in Horst aan de Maas, dan is hij het wel. Maar om de een of andere duistere reden heeft Jan dit nieuws dan blijkbaar niet opgepikt. Welk nieuws? Het nieuws van de oprichting van Vereniging BuisBelang. Het initiatief hiertoe is onlangs genomen door een tiental verontruste Horstenaren. Zij ijveren niet alleen voor behoud van de bovengrondse buis aan het begin van de Venrayseweg, maar tevens voor een netwerk van bovengrondse buizen in heel Horst aan de Maas.
Een bestuur is er nog niet, wel een woordvoerder: Bart op den Buijsch. Gevraagd naar de beweegredenen voor de oprichting van Vereniging BuisBelang verklaarde Op den Buijsch tegenover Horst-sweet-Horst: ‘De Kabroeksebeekbuis aan de Venrayseweg heeft ons de ogen geopend. Het zou eeuwig zonde zijn als deze buis verdwijnt. Bovengrondse buizen zijn niet alleen een toppunt van esthetisch genot, ze kunnen ook grote praktische betekenis hebben.’ Waaraan moeten we denken bij die praktische betekenis? Op den Buijsch: ‘Denk bijvoorbeeld aan een functie als openbare rekstok. Zou mooi aansluiten bij de ambitie van Gezondste Regio 2025. Verder lenen bovengrondse buizen zich natuurlijk prima om de vuile was aan buiten te hangen. En ze zijn bij uitstek geschikt om er geld door rond te pompen. Ook zouden we eindelijk zijn verlost van versleten uitdrukkingen als “door de bank genomen” en het vooral bij politici ongemeen populaire “aan de lat staan”. Dat wordt uiteraard “door de buis genomen” en “aan de buis staan”. Ach, zo zou ik nog wel even door kunnen gaan, buizen bieden ongekende mogelijkheden.’
Vereniging BuisBelang wil de komende tijd de inwoners van Horst aan de Maas mobiliseren en de plaatselijke politiek warm maken voor haar ideeën. Hoe? Op den Buijsch: ‘Dat zit nog in de pijplijn.’

Overigens heeft Vereniging BuisBelang afgelopen nacht middels een heuse guerilla-actie haar motto geopenbaard (klik op de afbeeldingen om ze te vergroten):

zondag 26 februari 2017

Intermezzo – De Horster Maat (4)

Wat is de Horster Maat en is de Horster Maat alleenzaligmakend? In een korte serie gaan Jeu van Helden en ondergetekende op zoek naar antwoorden op deze en aanverwante vragen. Elke aflevering bestaat uit een tweeluik: we determineren de Horster Maat én we doen verslag van gezamenlijke bezoekjes aan mogelijke inspiratiebronnen in Horst en in de nabije omgeving. Aanleiding voor dit alles: de vernieuwbouwplannen voor het Horster winkelcentrum Kloosterhof (klik hier) en andere op stapel staande bouwplannen.

Modern en verfrissend
In de gemeente Horst aan de Maas is de afgelopen jaren een term ontstaan als het gaat om bouwen in de openbare ruimte: de Horster Maat.

Te pas en te onpas wordt de term gebruikt. Hij biedt een vreemd soort houvast, vooral omdat hij niet gedefinieerd is, en zo door iedereen flexibel kan worden toegepast om zijn motieven en meningen kracht bij te zetten.
Wij doen hier een poging om voor eens en altijd die Horster Maat een definitie te geven zodat hij in de toekomst wel daadkrachtig gebruikt kan worden en het voor iedereen duidelijk is wat er precies wordt bedoeld.
Om tot een weloverwogen definitie te komen hebben we de architectuur van de afgelopen vijftien jaar in Horst als graadmeter genomen. Die is immers gebouwd volgens die Horster Maat!
We hebben vijf criteria hiervoor opgesteld, de weerspiegeling van een aantal belangen die we waargenomen en gemeten hebben. Elk criterium heeft z’n eigen meetinstrument. Sommige criteria zijn te klein voor het ene meetinstrument, andere te groot voor het andere meetinstrument.

Vandaag deel 4 in deze serie van vijf (klik hier, hier en hier voor de delen 1, 2 en 3): modern en verfrissend


Dit is een amper meetbaar criterium in de Horster Maat! Een liniaal is hier lang genoeg voor. Een liniaaltje zelfs, van 15 centimeter.

Als we in het centrum van Horst op zoek zijn naar een gebouw dat modern is en een zekere frisheid in materiaal en gedachte uitstraalt blijft ons oog nergens in haken. Bijna tevergeefs op zoek naar andere materialen dan baksteen waaruit een gebouw voor het merendeel is opgetrokken. Geen beton, geen glas, geen hout, geen staal, geen ‘laten we eens iets anders proberen’ maar alleen maar baksteen in diverse variaties van bruin, rood, oker en daar tussen liggende mengtinten. Bijna tevergeefs op zoek naar rust van grote vlakken met een interessante huid, een bijzondere kleur of een markante lijn. Bijna tevergeefs op zoek naar een frisse vorm of een eigenzinnig materiaal dat vertelt dat we in 2017 leven en op zoek zijn naar nieuwe ecologische en sociale manieren van wonen, werken, leren enzovoorts. Niets waarop we graag trots zouden willen zijn en waarover we aan onze buren willen gaan vertellen met de hoop dat we ze kunnen inspireren. 


Venray - Sint-Servaasterrein

Niet altijd is het gras bij de buren groener. Maar soms wel. Bijvoorbeeld op het Sint-Servaasterrein in Venray. Dit is het sprekende bewijs dat historische en moderne architectuur elkaar niet hoeven te bijten. Integendeel: architectonisch heden en verleden vormen hier een harmonieus geheel. Met als resultaat dat zowel heden als verleden worden versterkt.

Het Sint-Servaasterrein is een uitgestrekt complex aan de rand van Venray. Al sinds 1905 doet het dienst als instelling voor de geestelijke gezondheidszorg, vandaag de dag onder de benaming Vincent van Gogh Instituut. Patiënten konden en kunnen hier terecht voor behandeling, verpleging en huisvesting.

Het complex bestaat uit een aantal afzonderlijke gebouwen, ingebed in een groene, parkachtige omgeving, met een aantal monumentale solitaire bomen. De bebouwing dateert voor een groot deel uit het begin van de twintigste eeuw, uitgevoerd in een voor die tijd typerende, op het verleden teruggrijpende stijl. Sinds een jaar of vijftien is een veranderingsproces gaande: sommige gebouwen zijn gesloopt, andere gerenoveerd, er kwam ruimte voor nieuwbouw en van een gesloten terrein veranderde Sint-Servaas in een voor iedereen vrij toegankelijk gebied. Verantwoordelijk voor de renovatie en nieuwbouw is Greiner Van Goor Huijten Architecten BV uit Amsterdam (klik hier).

Kenmerkend voor de nieuwbouw is dat die niet de concurrentie aangaat met de oudbouw. Beide houden/hebben daardoor een volstrekt eigen gezicht. Dat ze toch een eenheid vormen, komt doordat de nieuwe gebouwen in bepaalde opzichten (kleur- en materiaalgebruik, maatvoering) refereren aan de oude. Maar de toeters en bellen van de oude gebouwen ontbreken bij de nieuwe. Die munten uit in soberheid, afgewogen kleur- en materiaalgebruik en helderheid. Hun overwegend horizontale geleding maakt dat ze vriendelijk en uitnodigend en niet intimiderend ogen. Gevoegd bij de voorbeeldige inpassing in het groen leidt dit tot een hoogst aangename rust.

Diezelfde rust en horizontale geleding zijn ook terug te vinden in het appartementengebouw aan de oostelijke rand van het complex (klik hier voor meer informatie). Zijn houten verpakking verleent dit gebouw een geheel eigen karakter: modern en verfrissend en toch tijdloos.

De vergelijking met ons eigen Hof te Berkel dringt zich op. Met zijn groen, rust, ruimte, bescheidenheid, horizontale geleding en zoeken naar vernieuwing heeft het Sint-Servaasterrein welbeschouwd alles wat Hof te Berkel ontbeert. Niet altijd is het gras bij de buren groener. Maar soms wel.










dinsdag 21 februari 2017

Klein mysterie 732 – Van Dijck Groenteproducties (2)

‘Het mag duidelijk zijn: de gemeenteraad – en daarmee u en ik – is grotelijks betoept. Of voor wie dat laatste woord niet kent: grotelijks belazerd, bedot, bedonderd, bedrogen.’
Aldus geschreven op 23 augustus van het afgelopen jaar. Deze woorden hadden betrekking op de landschappelijke inpassing van de bedrijfsgebouwen van Van Dijck Groenteproducties, gelegen op de hoek Peelheideweg – Midden Peelweg in America. Over die landschappelijke inpassing waren in 2012 tal van beloften gedaan, de ene nog mooier dan de andere. Vier jaar later bleek daar niets van terecht te zijn gekomen – lees het stukje er voor de aardigheid nog maar eens op na (klik hier).
Wie zijn beloften niet nakomt, wordt daarvoor gewoonlijk bestraft of wordt er op z’n minst op aangesproken. Maar niet in Horst aan de Maas. Hier worden bedrijven die hun beloften niet nakomen doorgaans beloond. Zo ook Van Dijck Groenteproducties. Dat heeft de afgelopen jaren meer klanten gekregen. Hetgeen meer opslagruimte noodzakelijk maakt. ‘Opslag op een andere locatie (elders) is om financiële redenen géén optie’, zo schrijft het gemeentebestuur aan de gemeenteraad in een zogeheten raadsinformatiebrief (klik hier). Dus mag het bedrijf uitbreiden richting Midden Peelweg. De vergunning is verleend, de bouwwerkzaamheden zijn zelfs al begonnen. En, ik zou het bijna vergeten, uiteraard wordt ‘de landschappelijke inpassing aangepast en zal er natuurcompensatie plaats vinden’. Hoe geloofwaardig zijn die beloften, bezien in het licht van de (niet nagekomen) beloften uit 2012?
Wat het allemaal nog veel erger maakt, is dat de gemeenteraad op 26 juni 2012 raadsbreed heeft uitgesproken dat Van Dijck Groenteproducties helemaal niet mág uitbreiden. Het gemeentebestuur erkent dit ook in de raadsinformatiebrief. Dit roept de vraag op wat eigenlijk de waarde is van uitspraken van de gemeenteraad. Dat het gemeentebestuur het zelfs niet nodig heeft geacht de raad van te voren in te lichten over het aan z’n laars lappen van de raadsuitspraak over de uitbreiding van Van Dijck, maakt de schoffering helemaal compleet.
Ik mag aannemen dat het op 7 maart, als de gemeenteraad de raadsinformatiebrief over Van Dijck behandelt, gaat knallen in de raadszaal zoals het in de raadszaal nog maar zelden heeft geknald. Zo niet, dan verliest de raad ook zijn laatste restje geloofwaardigheid. Want, ik herhaal, het mag duidelijk zijn: de gemeenteraad – en daarmee u en ik – is grotelijks betoept.

maandag 20 februari 2017

Ingezonden – Het verdriet van Landgoed De Gortmeule

Wat volgt is een ingezonden stuk: de mening van de schrijver is niet noodzakelijk dezelfde als die van Horst-sweet-Horst. Klik hier voor de spelregels voor ingezonden stukken.
De familie Hoeijmakers (van De Gortmeule) vroeg mij een poos geleden om te schrijven over de penibele situatie waarin Landgoed De Gortmeule zich bevindt. Nu heb ik wel vaker geschreven over de bedreigingen van het cultuurlandschap in onze gemeente, maar nooit eerder kostte het me zoveel moeite om de juiste woorden te vinden.
De familie Hoeijmakers en de gemeente Horst aan de Maas  heten u van harte welkom op het landgoed
Het lijkt wel of het vroegere malen van de Gortmeule zich nu in mijn hoofd voortzet, alsof het verdriet van Ton, Fien en Chrit  Hoeijmakers over de teloorgang van hun geliefde landschap mij behoorlijk aangrijpt. Nee, dat lijkt niet zo: dat is zo. De onrechtvaardigheid is te schrijnend om te negeren. 
De buren van De Gortmeule zijn minder gastvrij
Mij bekruipt een plaatsvervangende schaamte als Ik me afvraag hoe ons gemeentebestuur het zo ver heeft kunnen laten komen dat de familie Hoeijmakers nu in de hoek zit waar de klappen vallen. In de Horster natuur- en cultuurhoek waar straks wellicht met het nieuwe bestemmingsplan nog meer onheil wordt aangericht. Aan de onbaatzuchtige inzet van Ton en Chrit Hoeijmakers voor het Horster culturele erfgoed kan menig gemeenteraadslid een puntje zuigen. Deze mensen moeten door de politiek worden gekoesterd, geholpen en niet worden overgeleverd aan het recht van de sterkste.
Het IJzeren Gordijn van Veld-Oostenrijk
Eigenlijk zouden alle lezers van dit artikel eens bij de Gortmolenweg moeten gaan kijken hoe er met het Horster cultuurlandschap wordt omgegaan. Praat met Ton Hoeijmakers. Vorm zelf een mening. Laat die mening horen.

Jan Duijf Kloosterstraat Horst

zaterdag 18 februari 2017

Ingezonden – Wonen bij de varkens?

Wat volgt is een ingezonden stuk: de mening van de schrijver is niet noodzakelijk dezelfde als die van Horst-sweet-Horst. Klik hier voor de spelregels voor ingezonden stukken.
Veel arbeidskrachten zijn vanuit het buitenland aangetrokken om de loonkosten en lonen te drukken en omdat er een tekort was. Dat is al heel lang aan de gang. Kijk naar de stromen Spanjaarden, Italianen, Marokkanen en Turken en nu bijvoorbeeld Polen. Tweede en derde generaties van deze nieuwe Nederlanders vinden prima hun weg bij ons en de nieuwkomers zijn welkom. In onze regio worden de laatste tijd veel Polen aan werk geholpen. Dit drukt de kosten bij bijvoorbeeld champignonbedrijven, tuinders en logistieke bedrijven. Niet voor iedereen leuk misschien. Maar het is onderdeel van een wereld waarin we leven en iedereen zoekt naar werk.
Wel hebben de overheden en werkgevers dan ook de plicht om voor goede woon- en leefomstandigheden te zorgen. Daarover hebben we nogal wat verhalen gelezen en gehoord die niet positief zijn. Op diverse plaatsen wordt daar (beperkt) op gecontroleerd. Is het iets beter geworden? Zijn die controles voldoende? Veel ondernemers huisvesten hun tijdelijk personeel op eigen terrein. Zo nu en dan worden we geconfronteerd met excessen, waarbij wonen en werken te veel verstrengeld zijn. Naar mijn mening zijn werkgevers verantwoordelijk om voor een goede huisvesting voor buitenlandse werknemers te zorgen. Liever niet op of pal naast het bedrijf. Dan kan de ondernemer het hele leven van deze mensen sturen en dat gaat dan veel lijken op het middeleeuwse ‘horigen’-systeem. De excessen lieten dat ook zien.
Nog belangrijker wordt dat bij bijvoorbeeld varkensbedrijven. Dat een eigenaar zelf werkt en woont in een huis waar de geuroverlast (maar ook fijnstof etc.) zeer hoog is en wonen en werken sterk verweven zijn, is een eigen keuze. Anders wordt het als het om werknemers gaat. Daar heeft de werkgever de plicht iemand niet in slechte omstandigheden (stank, fijnstof, ammoniak) te laten werken en dat geldt ook voor de aangeboden woonomgeving.
De overheid die primair verantwoordelijk is voor het toezicht op de arbeidsomstandigheden van deze (tijdelijke) inwoners, is ook verantwoordelijk voor het toezicht op goede en gezonde leef- en woonomstandigheden. Het huisvesten van werknemers op of naast een varkensbedrijf zou dan dus verboden moeten worden, nog los van de mogelijk ontoelaatbare machtspositie die ontstaat.
Ook gezond wonen van buitenlandse werknemers moet passen binnen de gezondste regio. Een goede werkgever (dat zijn er velen) kijkt niet alleen naar de werknemer als kostenpost en zal dus graag in goede (tijdelijke) woongelegenheid willen investeren. En de overheid zal daar graag op toezien ...denk ik …misschien…? Gezonde huisvesting past in ieder geval niet tussen de varkensstallen.
Ik ben zeer benieuwd naar uw reacties, adviezen en meldingen van mooie voorbeelden maar ook mogelijke misstanden, of hier op deze site of als u dat liever doet, aan mij persoonlijk (andries.brantsma@hetnet.nl).

Andries Brantsma

vrijdag 10 februari 2017

Intermezzo – De Horster Maat (3)

Wat is de Horster Maat en is de Horster Maat alleenzaligmakend? In een korte serie gaan Jeu van Helden en ondergetekende op zoek naar antwoorden op deze en aanverwante vragen. Elke aflevering bestaat uit een tweeluik: we determineren de Horster Maat én we doen verslag van gezamenlijke bezoekjes aan mogelijke inspiratiebronnen in de nabije omgeving. Aanleiding voor dit alles: de vernieuwbouwplannen voor het Horster winkelcentrum Kloosterhof (klik hier) en andere op stapel staande bouwplannen.


Overdadig imponeren
In de gemeente Horst aan de Maas is de afgelopen jaren een term ontstaan als het gaat om bouwen in de openbare ruimte: de Horster Maat
Te pas en te onpas wordt de term gebruikt. Hij biedt een vreemd soort houvast, vooral omdat hij niet gedefinieerd is, en zo door iedereen flexibel kan worden toegepast om zijn motieven en meningen kracht bij te zetten.
Wij doen hier een poging om voor eens en altijd die Horster Maat een definitie te geven zodat hij in de toekomst wel daadkrachtig gebruikt kan worden en het voor iedereen duidelijk is wat er precies wordt bedoeld. 
Om tot een weloverwogen definitie te komen hebben we de architectuur van de afgelopen vijftien jaar in Horst als graadmeter genomen. Die is immers gebouwd volgens die Horster Maat!
We hebben vijf criteria hiervoor opgesteld, de weerspiegeling van een aantal belangen die we waargenomen en gemeten hebben. Elk criterium heeft z’n eigen meetinstrument. Sommige criteria zijn te klein voor het ene meetinstrument, andere te groot voor het andere meetinstrument.

Vandaag deel 3 in deze serie van vijf (klik hier voor deel 1 en hier voor deel 2): overdadig imponeren


Een flinke duimstok hebben we toch zeker nodig om het overdadig imponeergedrag van de in Horster maat opgetrokken gebouwen te kunnen meten. De meesten hunkeren zo naar aandacht dat ze zichzelf overschreeuwen. Te veel verschillende materialen en elementen zoals natuursteen ornamenten, verschillende soorten en kleuren baksteen in diverse verbanden en richtingen gemetseld, glas, kunststof, aluminium, zink, overdadige trespa aftimmeringen en dergelijke worden afgewisseld en geflankeerd door te veel vorm (in een vorm) zoals diepteverschillen in de gevel, de gevelhoogte en de dakhoogte, raam- en deurhoogtes en nog veel en veel meer in één, let wel!, één gebouw. En dan zijn we het meest protserige nog vergeten: de naam. Elk gebouw moet voortaan een naam hebben, het liefst in zogenaamd ‘vals’ Oud-Hollandsch of romantisch plat Horsters, en met overdadige typografie met grote roestvaste vette letters op de gevel prijken.

Vervolgens zetten we deze panden dan het liefst nog bij elkaar in de buurt of sterker nog: naast elkaar. Ze komen over als jonge meisjes die met te overdadige make-up, valse wimpers, nepnagels en te overdreven kleding de bakvis uithangen, zichzelf niet zijn en de latente schoonheid in zichzelf helemaal overschreeuwen en naar de achtergrond drukken. Het doet zo hunkeren naar een misschien minder mooi meisje dat met een eenvoudig jurkje en een prachtige staart in d’r haar gewoon zichzelf staat te zijn.


Horst - Torenzicht

Veelgehoorde vraag dezer dagen: ‘Op jullie zoektocht naar architectonische inspiratiebronnen belandden jullie eerst in Nieuw-Bergen en daarna in Venlo – is er in Horst aan de Maas de afgelopen vijftien jaar dan werkelijk niets inspirerends gebouwd?’ Antwoord: natuurlijk is het in Horst aan de Maas niet louter kommer en kwel. Hier en daar is zelfs iets verrezen dat is ontsnapt aan de dictatuur van de Horster Maat. Een voorbeeld van zo’n gebouw dat door de mazen van het net heeft weten te glippen is Torenzicht, een appartementencomplex aan de Doolgaardstraat.


Torenzicht, in 2007 ontworpen door K3 Architectuur uit Arnhem, wijkt af van de meeste appartementencomplexen die de voorbije decennia in Horst zijn gebouwd. Die complexen springen doorgaans in het oog door hun drukte. En anders wel door hun behoefte om op te vallen. Drukte en de behoefte om op te vallen ontbreken bij Torenzicht ten enenmale. De voorgevel telt meer dan tachtig ramen, in verschillende formaten en ook nog op verschillende manieren ten opzichte van elkaar gesitueerd. Toch leidt dat niet tot een bonte kermis. Integendeel: door het ingetogen materiaalgebruik, het mooie ritme van de ramen en het afgewogen kleurgebruik ademt die voorgevel juist rust.


Géén doodsheid, nee, rust. Deze voorgevel wil zich niet mooier maken dan ie is, heeft het niet nodig uit de band te springen, is zelfbewust, oogt misschien zelfs een beetje aristocratisch. Wat leidt tot de ogenschijnlijke paradox dat dit gebouw opvalt, terwijl het absoluut niet uitstraalt dat het die behoefte heeft.


Hoe anders is het dan gesteld met Den Doolhorst (uit 2011), nauwelijks honderd meter verderop. Rust is hier ver te zoeken: een afgeplat dak, twee timpaantjes die de daklijst doorbreken, kleuren die met elkaar vloeken, Franse balkons die op onduidelijke gronden de aandacht naar zich toe trekken (vergelijk dit eens met de Franse balkons van Torenzicht), in alle opzichten krankjoreme belettering, veel te nadrukkelijk aanwezige kozijnen en ga zo maar door. In de behoefte aan aandacht is alles uit de kast gehaald. Maar het ligt er te dik bovenop, het is te doorzichtig. Met karakterloosheid als gevolg.


Den Doolhorst probeert iets te zijn – Torenzicht ís iets.

donderdag 9 februari 2017

Ingezonden – Avond intensieve veehouderij

Wat volgt is een ingezonden stuk: de mening van de schrijver is niet noodzakelijk dezelfde als die van Horst-sweet-Horst. Klik hier voor de spelregels voor ingezonden stukken.
14 februari is er een discussieavond over de intensieve veehouderij. Belangengroepen krijgen allemaal een spreektijd van twee minuten voor een verkooppraatje. Het zal deze avond vooral gaan over ruimtelijke ordening en mestverwerking. Belangrijk. Kom dus.

Voor  ruimtelijke ordening mag woon- en leefklimaat niet worden vergeten. Dit laatste is in een training van de gemeenteraad nadrukkelijk aan de orde geweest. Daaraan zal dus ook inhoud gegeven moeten worden.

Waarom is mest  eigenlijk een probleem geworden? Net als de intensieve veehouderij als geheel, is het een probleem geworden door de concentratie van dieren. Alle daaraan ten grondslag liggende problemen zijn door de lokale politiek steeds weer aan de kant geschoven. Er gold (voor de coalitie) maar één ding: de boer moet kunnen groeien. De omgeving telde niet mee. Alleen door landelijke wetgeving was er nog enige controle De gevolgen zien we.

Terug naar de mest. Door de grote concentratie hebben we hier niet genoeg grond om de mest op een zinvolle en verantwoorde wijze te kunnen benutten. Het probleem is: er is gewoon te veel mest. Zinvol is alleen een mestverwerking, die leidt tot de mogelijkheid mest economisch over grote afstanden (bijvoorbeeld naar het buitenland) te transporteren. Boeren met grote hoeveelheden mest zouden dat op een milieuvriendelijke manier op de locatie van de veehouderij zelf moeten verwerken. Niet de grote mestdrogerijen, met fijnstof en stankoverlast, maar het concentreren door bijvoorbeeld flotatie en persbanden op eigen locatie, zonder gebruik van grote hoeveelheden lucht. Er zijn methoden die met reële kosten eenvoudig te realiseren zijn. Geen grote transporten naar centrale verwerkers. Agrariërs met meer dan tweeduizend varkens bijvoorbeeld lossen hun eigen probleem verantwoord op. De kleinere kunnen met voorrang hun mest kwijt in de directe omgeving op het land.

Door sommigen wordt mestvergisting een mestverwerking genoemd. MESTVERGISTING IS NIET ZINVOL. Voor een economische mestvergisting zijn afval of cosubstraten nodig. Dan is het geen agrarische activiteit meer. Het maakt het mestprobleem niet kleiner, ER KOMT MEER MEST UIT DAN ERIN GAAT. En veel stank. Het draait alleen om de subsidie, duurder dan windenergie.

Er zal deze avond over stellingen worden gediscussieerd. Met stellingen is de keuzerichting te sturen.

Het mestprobleem is een groot probleem, op een gegeven moment geldt dan ook: GENOEG IS GENOEG. We willen toch niet een land doorgeven dat stinkt? Het eenzijdige politieke denken moet om.

Ik hoor graag reacties.

Andries Brantsma

dinsdag 7 februari 2017

Intermezzo – Klapstoelzitting

En dan was er vorige week natuurlijk ook nog de Klapstoelzitting (klik hier) van de PvdA-afdeling Horst aan de Maas. Dertien aanwezigen. Twaalf PvdA-leden. Eén niet-lid – ik. Met lood in de schoenen maakte ik de gang naar het Boscafé. Was welbeschouwd ook een beetje dom, om nauwelijks twee uur voor aanvang van de zitting te schrijven dat de PvdA zich in het debat over de toekomst van winkelcentrum Kloosterhof ‘weer eens van haar slappe kant’ toonde (klik hier). Desalniettemin was de ontvangst allerhartelijkst.
‘Terug naar het gesprek’ en niet via sociale media, blogs en wat dies meer zij op elkaar reageren en in – vaak verhitte – discussie gaan. Dat was de achterliggende gedachte van deze eerste Klapstoelzitting. In de aankondiging heette het dat ‘de sociaaldemocratie in Horst aan de Maas’ thema van de avond zou zijn. Maar er kwam veel meer langs: de intensieve veehouderij, de blokkendozen op Tradeport die uitsluitend werk lijken te bieden aan laaggeschoolden, de open brief van Maarten Voesten aan burgemeester Van Rooij (klik hier), de bezuinigingen op de zorg, flexwerk, Donald Trump. Het geheel had eerder het karakter van een uitwisseling van gedachten en meningen dan van een discussie. Deze avond geen ongenuanceerde beschuldigingen, geen gepreek en evenmin twistgesprekken over de (on)juistheid van bepaalde standpunten. Het luisterend oor had de overhand. 
Klinkt misschien wat soft allemaal, maar ik vond het wel verfrissend. Wat daarbij hielp was de vertel-ons-maar-wat-we-fout-doen-houding – geen partij die met zoveel liefde haar hoofd op het hakblok legt als de PvdA. Wat de PvdA wat mij betreft vooral fout doet, is dat ze, als we ons even tot Horst aan de Maas beperken, te weinig haar eigen gezicht laat zien. Ik begrijp dat deel uitmaken van de coalitie verplichtingen schept. Desondanks mag je soms best van je afbijten, zoals het CDA onlangs ook deed in het Kloosterhofdebat (het CDA op Horst-sweet-Horst ten voorbeeld stellen – veel dieper kan ik niet zinken). Waarop de aanwezige PvdA-raadsleden natuurlijk met voorbeelden kwamen die duidelijk maakten dat de fractie zo nu en dan wel degelijk een geluid laat horen dat de twee andere coalitiepartijen onwelgevallig is. Klopt, en toch beklijft het om de een of andere reden niet. Althans niet bij mij. Waarbij dient opgemerkt dat bij mij de lat voor de PvdA veel hoger ligt dan voor andere partijen: bij de PvdA heb ik toch nog altijd de hoop dat ze in mijn richting opschuift, bij het CDA en Essentie heb ik die hoop al lang opgegeven (als ik ‘m al ooit had).
Resumerend: los van de vraag of na deze Klapstoelzitting ineens alles anders wordt (waarschijnlijk niet), verdient het initiatief om in gesprek te gaan en zelfkritisch te zijn alle lof. Dit initiatief verdient trouwens ook een vervolg (komt er) en vooral méér niet-PvdA-leden die zich laten zien en horen. Bij de volgende Klapstoelzitting bent u ook van de partij, afgesproken? 

zondag 5 februari 2017

Ingezonden – Burgemeester blokkeert actie ter verbetering beantwoording vragen

Wat volgt is een ingezonden stuk: de mening van de schrijver is niet noodzakelijk dezelfde als die van Horst-sweet-Horst. Klik hier voor de spelregels voor ingezonden stukken.
In de gemeenteraad en commissies in Horst aan de Maas waren er bij een aantal leden grote bezwaren tegen de in hun ogen onjuiste en onvolledige beantwoording van een reeks van vragen middels raadsinformatiebrieven (RIB’s). Juiste en volledige beantwoording van vragen is een harde voorwaarde voor een eerlijk werkende democratie.

De burgemeester had de handschoen opgepakt en is met twee man een discussie begonnen. Doel leek oprecht te zijn om te zoeken naar verbeteringen. In deze discussies werden heldere afspraken gemaakt over het proces, om te komen tot verbeteringen. Er zou op basis van een startnotitie met voorbeelden en mogelijke verbeteringen door de burgemeester een overleg starten binnen het ambtenarenapparaat en het college. Daarnaast is de afspraak gemaakt dat de burgemeester de problematiek in zou brengen in cultuursessies van de raad en tevens dat na deze acties een evaluatie met gesprekspartners zou plaats vinden.

Het is tijd voor de evaluatie en wat blijkt? De nota is zonder discussie aan enkele ambtenaren ter beschikking gesteld, wordt gezegd. Of er in het college een echte discussie is geweest is onduidelijk. Aangezien ook het bespreken in de raad niet heeft plaatsgevonden, en omdat er nog steeds grote tekortkomingen aan de informatieverstrekking kleven, bestaat hier sterke twijfel over. Eerder erger dan beter.

Door de burgemeester wordt de evaluatie met alleen de twee gesprekspartners geweigerd. Hij wil samen met twee coalitieleden erbij in een soort overtalsituatie in gesprek en dan bijvoorbeeld, zoals zijn voorstel was, de laatste tien RIB’s op kwaliteit beoordelen.

Conclusie: uit zo’n voorstel kun je eigenlijk alleen afleiden dat de burgemeester zijn afspraken niet wil en niet wilde nakomen. Een inzet, zoals afgesproken, door de burgemeester om de beantwoording van vragen te verbeteren valt niet te ontdekken. Hij wordt in die passieve houding gedekt door coalitiepartners die kennelijk ook liever de aandacht verdunnen en een hun welgevallige aanpak en uitkomst wensen.

Jammer, er was een mooie gelegenheid om in de gemeenteraad een, op basis van de startnotitie en inbreng van ambtenaren en college, goede discussie te hebben en de informatievoorziening te verbeteren en volledig en correct te maken. Dit was temeer van belang omdat er duidelijke voorbeelden zijn van onvolledige, onjuiste, onnauwkeurige en kijkend naar de getallen, ook mogelijk misleidende conclusies in RIB’s.

Het kan en zal hiermee niet eindigen!!!

Andries Brantsma

donderdag 2 februari 2017

Ingezonden – Complimenten voor het Centrummanagement

Wat volgt is een ingezonden stuk: de mening van de schrijver is niet noodzakelijk dezelfde als die van Horst-sweet-Horst. Klik hier voor de spelregels voor ingezonden stukken.
Afgelopen dinsdagavond bezocht ik samen met vier andere vertegenwoordigers van buurtvereniging De Herstraat de voorlichtingsavond over de nieuwe aankleding van het centrum van Horst in verband met het 800-jarige bestaan van de Horster parochie in 2019. Grafisch ontwerper Jeu van Helden, architect Daan Hesen en centrummanager Jan Nabben hielden een inspirerend pleidooi voor een duidelijke visie op de verfraaiing van het centrum van Horst.
De oproep van het centrummanagement aan onze buurt om met ideeën te komen voor de nieuwe inrichting lokte bij onze buurtbewoners een positieve en grote respons uit. Het doet me goed dat het nu eens niet alleen ondernemers/middenstanders zijn die invloed uitoefenen op hoe het Horster centrum er uit moet zien, maar dat er daadwerkelijk bewoners van dat gebied bij de ontwikkeling worden betrokken!

Jan Duijf Kloosterstraat Horst