Ter verhoging van de feestvreugde besloot ik een rondje te
gaan fietsen in het gebied tussen Meerlo, Blitterswijck, Ooijen,
Broekhuizenvorst en Swolgen. Nauwelijks tien kilometer verderop, desondanks
onontgonnen terrein voor mij, deze oude Maasarm.
En zoals dat gaat met onontgonnen gebieden op zaterdagen
waarop alles meezit deed ik een prachtige ontdekking. Een bankje. Een desolaat bankje. Een desolaat bankje met opschrift zelfs. De geheide nummer 1 in een toekomstige
top 5 van desolate Horster bankjes met opschrift.
Wat er nu zo prachtig is aan deze ontdekking? In de eerste
plaats dat het een ontdekking is. Ik ging niet doelbewust op zoek naar een mooi
bankje, nee, het overviel me, het kwam gewoon op m’n pad. Dan dat ‘krangsum’. Vertaald voor niet-dialectsprekers: ‘verkeerdom’. Had er evenwel ‘verkeerdom’ op dat bankje gestaan, dan had ik het waarschijnlijk met een welgemikte trap naar een andere wereld geholpen. Te gemaakt, effectbejag. Dit in tegenstelling tot ‘krangsum’: nuchter met een knipoog. Sowieso een veel mooier woord dan verkeerdom.
Verder is er nog de vanzelfsprekendheid van dat ‘krangsum’. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat dit bankje op deze plek uitgerekend die naam heeft gekregen. Een verklarend tekstbordje had hier slechts schade aan kunnen richten. Zonder bordje laat de bank ruimte open voor vragen en eigen interpretatie en dat maakt het wel zo spannend.
Wat me er ten slotte ook wel aan bevalt, is de eigenwijsheid, of letterlijk dwarsheid. ‘Iedereen zegt dat een bankje evenwijdig aan een pad hoort te staan? Dan doe ik daar lekker niet aan mee. Ik ben verdorie oud en wijs genoeg om zelf m’n positie te kunnen bepalen.’
Is er dan helemaal niks mis met het bankje? Toch wel: die aanhalingstekens. Maar op zo’n zaterdag ben je bereid zelfs dergelijke ongein voor lief te nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten