maandag 21 april 2014

Klein mysterie 557 – Christus’ lendendoek

De lendendoek van Christus is ook zo’n fenomeen dat me blijvend intrigeert. In de hele Bijbel lees je er bij mijn weten niets over en toch kun je geen gekruisigde Christus tegenkomen of hij heeft wel een lendendoek om. Een schemerig zaakje, als je het mij vraagt.
Niet beperkt door een gedetailleerde Bijbelse omschrijving van het ding, kunnen kunstenaars hun eigen fantasie inzetten bij de weergave en vormgeving van de lendendoek. En dat doen ze maar al te graag, ook in Horst aan de Maas. Eerder zijn hier al eens de exotische kleurvariaties van de lendendoek van de corpussen van Sevenumse veldkruisen ter sprake gekomen. Vandaag een enkel beschouwend woord over de lengte, de bevestigingswijze en de plooival van de lendendoek van de corpussen van een aantal andere Horster veldkruisen.

1. De lengte.
De artistieke vrijheid manifesteert zich misschien nog wel het meest in de lengte van de lendendoek. Je komt wat tegen tijdens een tochtje langs Horster kruisen! Van wat je bijna een driekwartsbroek mag noemen, zoals bij het kruis bij café ’t Kruuspunt aan de Americaanseweg
tot iets wat angstig dicht een tangaslip benadert (over waardigheid gesproken!), zoals bij het kruis aan de Kogelstraat in Hegelsom: 
Een stelling die ik op basis van enkele tientallen Horster corpuslendendoeken wel aandurf: hoe langer, hoe hobbezakkeriger. Illustratief in dit verband is het kruis bij de rotonde Westsingel – Stationsstraat:

2. De bevestigingswijze.
Een conditio sine qua non voor de lendendoek is dat ie wordt gefixeerd: geen bestaansrecht voor de lendendoek zonder fixatie. Ook hier zijn de mogelijkheden schier eindeloos. Bijzonder populair is de knoop. Die kan zowel centraal- als heupgeoriënteerd zijn, met daarbij dan ook nog eens de keuze tussen de linker- en de rechterheup en tussen een ferme (zoals bij het kruis aan de Dijkerheideweg)
en een wat lossere knoop (zoals bij het kruis op de kruising Schadijkerweg – Dr. Droesenweg in Meterik).
Een bevestigingswijze die nogal afwijkt van de knoop is de zogeheten Melderslose variant: een touw om het middel waar de doek omheen wordt gedrapeerd, zoals bij dit kruis op de hoek Vlasvenstraat – Steegstraat:

3. De plooival.
Bij de plooival is het vrij overzichtelijk: overwegend verticaal of overwegend horizontaal. Knoop en plooival hangen nauw met elkaar samen. Bij een centraal georiënteerde knoop zul je zelden een horizontale plooival aantreffen, bij een heupgeoriënteerde knoop slechts zelden een verticale. Persoonlijk bevalt de overwegend horizontale plooival (zoals hier bij het Gortmolenkruis)
me wat beter dan de verticale, die het corpus vaak een wat opgedirkte indruk verleent, zoals bij het kruis aan de Witveldweg:
Maar goed, zoals altijd is het ook een kwestie van smaak: iemand anders zal de verticale plooival misschien juist als ‘elegant’ of ‘sierlijk’betitelen.

Overigens zijn lastige kwesties als de lengte, de knoop en de plooival van de lendendoek te vermijden door wat abstracter te werk te gaan. Iemand die zich op dit pad heeft begeven, is Peter Hermans en dat heeft aan de Kogelstraat in Hegelsom tot dit prachtige resultaat geleid:
Met afstand het mooiste kruis van Horst aan de Maas.

1 opmerking:

  1. Beste Wim,
    Zo, even melden dat ik een van je waardevolle blog posten (deze dus) had verlinkt in mijn blog: https://mariettesbacktobasics.blogspot.com/2020/06/dad-is-one-year-in-heaven-now.html
    Hartelijke groeten vanuit de USA,
    Mariette

    BeantwoordenVerwijderen