Over parkeren ging het, twee weken geleden in de vergadering
van de (gemeentelijke) commissie Ruimte (klik hier en ga naar 1.38.11). Het zal
in Horst aan de Maas ook eens een keer níet over parkeren gaan.
Commissielid Jan van Dijk (PvdA): ‘Is het mogelijk om bij nieuwe situaties nog eens kritisch te kijken
naar de voorgestelde breedte van de parkeerplaatsen? Parkeren in Horst valt
niet altijd mee als je door de achterdeur naar binnen moet. De breedte van de
parkeerplaatsen is aan de krappe kant. Als je de portieren volledig zou willen
openen kan dat niet eens. Als je er tien centimeter aan weerskanten bij zou
doen, zou dat het parkeren aanzienlijk rianter maken.’
Wethouder Paul Driessen: ‘De
aanbeveling van de heer Van Dijk nemen we zeker mee bij nieuw in te richten
parkeerterreinen. Het is een terechte opmerking. Op sommige plekken zijn de
parkeerplaatsen misschien inderdaad wat krap.’
Commissielid Bram Hendrix (Essentie): ‘Ik zou eerder willen oproepen de parkeervakken nog kleiner te maken.
We hebben nog geen zelfrijdende auto, maar er gaat heel snel veel
automatisering plaatsvinden. Een van de eerste dingen is automatisch
inparkeren. Als we het hebben over toekomstvisie zou ik juist niet willen pleiten
voor grotere parkeervakken. Ga ook eens nadenken over kleiner.’
Paul Driessen: ‘Een
terechte opmerking van de heer Hendrix. We zullen bij de inrichting zeker
kijken naar de afmetingen van de parkeervakken. Wellicht dat de
voortschrijdende techniek ons daarin zal helpen, waarbij u terecht stelt dat
het niet vanzelfsprekend is dat de vakken groter worden, maar op sommige plekken
door de nieuwe technieken misschien wel kleiner. Of hoe dan ook.’
Twee commissieleden bepleiten precies het tegenovergestelde
en allebei worden ze geprezen voor hun ‘terechte opmerking’. Een treffender
bewijs voor de lenigheid van geest van onze bestuurders zal moeilijk zijn te
vinden.
De beste oplossing voor het probleem las ik trouwens twee
dagen later in NRC Handelsblad. Daarin
kwam krimpkunstenaar Arne Hendriks aan het woord. Arne werkt al vijf jaar aan
zijn project The Incredible Shrinking Man.
Hij bestudeert de voordelen van klein zijn: waarom zouden we niet krimpen tot
een lengte van 50 centimeter? Hendriks in de NRC: ‘Weet je dat we dan maar
2 tot 5 procent van de natuurlijke hulpbronnen nodig hebben die we nu
gebruiken? Dat we dan met de ruim zeven miljard mensen op aarde kunnen leven op
een oppervlakte die even groot is als de zes grootste steden op de planeet aan
ruimte innemen? De rest van de wereld is dan leeg.’
Een terechte opmerking. Zal ook wethouder Driessen vinden.
Kijk alleen niet vreemd op als hij de opmerking van iemand die beweert dat we
moeten groeien tot een lengte van drie meter even terecht vindt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten