Posts tonen met het label kapellen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kapellen. Alle posts tonen

zondag 7 september 2025

Intermezzo – Bevervaart

Fietsplezier, beverbewieroking, letterverheerlijking en letterbashing, een vergismoord, verloren Zaerumse voorwerpen, een blik door een kapelbril, bekorende koorzang, ontrafeling en creatie van mythes, gedoseerd benenwagengebruik, dammen bouwende werkverzetters, religieus-culinaire hoogstandjes, verhalende vrouwen, aanstekelijke shanties, een sprong in de duistere zee, processieparkbeklemming, de binnenstebuitenmens: je ziet, hoort, beleeft het allemaal op zondag 14 september tijdens de Bevervaart.


Wat de Bevervaart is? Een eenmalige fietstocht van 25 kilometer van Sevenum via Grubbenvorst en Velden naar Venlo die natuur, muziek, actuele kunst en religieus erfgoed combineert. De start is om 9.00 uur bij de installatie Barmhartige Bever van Agata Siwek langs de Molenbeek aan de Klassenweg in Sevenum. Omstreeks 15.00 uur is de eveneens door Agata Siwek ontworpen Kapel Barmhartige Bever in Museum van Bommel van Dam in Venlo het eindpunt.


Onderweg wordt gestopt bij 14 haltes: kapelletjes, diergerelateerde plekken en andere verrassende locaties. Op elke halteplaats is een bijdrage te zien, te horen, te beleven van achtereenvolgens kunstenaar Agata Siwek, ecoloog Wim Heijligers, de kunstenaars Karin Bartels en Anne ten Ham, gemengd koor Sezako, de natuurmensen Robbert Hesen en Mees van den Munckhof, kunstenaar Safia Boulghalgh, social designer Aukje van Dijk, shantykoor De Maashave, fotograaf Louisa Vergozisi, ondergetekende en kunstenaarscollectief City Venlo.


Halverwege is er een lunchstop met vegetarische soep en een broodje. In Museum van Bommel van Dam worden de deelnemers feestelijk onthaald op een consumptie en kruisbessenvlaai. Wie nog voldoende energie heeft wordt bovendien getrakteerd op een rondleiding door de expositie It’s Not A Joke. Na afloop ontvangen alle deelnemers een medaille, een set kaarten en een goodiebag. De kosten voor deelname bedragen 20 euro (t/m 17 jaar gratis). Meld je hier aan.


Cherrypicking kan ook: pik gratis een of meerdere kersen uit de taart en laat de rest van de Bevervaart voor wat ze is. Zorg er in dat geval voor dat je rond het aangegeven tijdstip (de tijden zijn bij benadering) aanwezig bent op de locatie(s) van jouw keuze.

donderdag 27 januari 2022

Wandelpartner (2) | Andries Brantsma

‘Ik zou je een stukje van ruim een kilometer willen laten zien, waar je van zalig geluk in verdriet en weer zalig geluk kunt terugvallen. Omdat mijn heup stik jaloers is op de geopereerde heup ben ik beperkt mobiel, zodat we eerst een stukje met de auto zouden moeten gaan. Als je daar geen bezwaar tegen hebt en je zin hebt, hoor ik wel van je.’
Natuurlijk heb ik geen bezwaar en zeker heb ik zin. Nee zeggen is sowieso geen optie als je een uitnodiging ontvangt die zó origineel is verpakt. En dus stap ik bij Andries Brantsma (77) uit Hegelsom in de auto. Andries heeft een naam hoog te houden als het gaat om in woord en geschrift ageren tegen misstanden in Horst aan de Maas en daarbuiten. Ik ben daarom voorbereid op een wandeling met een hoog beschuldigend-opgeheven-vingertje-gehalte. Dat blijkt iets anders uit te pakken.

We gaan naar Frankrijk. Althans de Frankrijkweg. In Sevenum. Andries parkeert zijn hybride bolide bij de woning van een voormalige collega en we gaan aan de wandel, Andries vanwege zijn tijdelijke ongemak met behulp van twee krukken, ik krukloos. Mijn klaagzang over het almaar oprukkende bermbeton – dat intussen ook de Frankrijkweg heeft bereikt – vindt bij Andries gehoor. Hij refereert aan het gemeentelijk verkeersplan. Dat bepaalt dat voor en na verbreding van wegen snelheden moeten worden gemeten. Dit met het oog op de eventuele aanleg van snelheidsremmers. Alleen laat de gemeente die metingen veelal achterwege. Enfin.


Verder wandelend over de Frankrijkweg wijst Andries naar de twee karakteristieke boerderijen verderop. En naar de weg die zich tussen de stallen en de woonhuizen door slingert. ‘Dat zie je hier en ook elders in het land in het buitengebied heel vaak.’ Hij geniet. Het zalig geluk waarover hij sprak in zijn uitnodiging.



Met een shot zelfspot wijst hij op een waarschuwingsbord voor mensen met een stok. We passeren de kapel van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten, in de volksmond bekend als Vrietskapel. Ik erger me aan het vele hekwerk en het drukke verkeer hier in het buitengebied. Andries geeft geen krimp.


Dan komen we toch bij het verdriet uit zijn uitnodiging. Al van verre zie ik waar hij op doelt: een kolossale grijze loods in aanbouw bij een kas, pal naast de weg en aan de oever van de Molenbeek. 


Wat hem tegen de borst stuit, zijn de omvang, de hoogte. Een inbreuk op de omgeving. Iets dat niet alleen hier gebeurt, maar op tal van plekken in het buitengebied van Horst aan de Maas. Het schaamgroen heeft nog een lange weg af te leggen om de schaamte voorbij te groeien, constateren we.


Verderop lonkt alweer zalig geluk: de weg, hier Broek geheten, kronkelt opnieuw tussen twee karakteristieke boerderijen door.


Het daaropvolgende verdriet over een ondernemer aan de Hazenhorstweg die in een rustieke omgeving maar wat mag aanrommelen, wordt meteen weer overstemd door het zalig geluk van Elsbeemden, een van de mooiste gebieden van Horst aan de Maas, nagenoeg ongeschonden.


En dan dezelfde weg terug. Opnieuw de weg tussen de boerderijen, opnieuw die detonerende loods.


Opnieuw dat bord met die man met stok, opnieuw die zelfspot. Maar ook die boom, terzijde van die boerderij, die machtige boom, die z’n ware aard pas toont als hij van al z’n bladeren is ontdaan. Zalig geluk.

zaterdag 8 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (18) | Marlies Scheres

Op naar Hegga, voor de derde keer in vijf dagen! Er waren tijden dat ik minder in Hegelsom kwam. Ditmaal heb ik er afgesproken met Marlies Scheres, die jarenlang in Sevenum woonde, maar opgroeide in Hegelsom en er veertien jaar geleden weer terugkeerde. Marlies (60) was lange tijd docent in het middelbaar onderwijs en is nu adjunct directeur van Yuverta (tot vorig jaar Citaverde College geheten). En dan is Marlies ook nog eens dochter van een instructeur op de Praktijkschool (ook bekend als ‘Kiepeschoël’ of ‘Henneschoël’). Niet vreemd dus dat ze een wandeling voor ogen heeft met als thema onderwijs. Marlies en ik kennen elkaar.


Van haar fantastische huis lopen we over de Pastoor Debijestraat naar de lagere school, háár lagere school. De lagere school ook van legendarisch onderwijsvernieuwer Jan Wijnen (‘meister Wiene’). Opmerkelijk genoeg zat Marlies nooit bij hem in de klas. Wel drie jaar lang bij meester Peters, aan wie ze dierbare herinneringen heeft.


We lopen naar een in de voorgevel van de school ingemetselde gedenksteen. Ik zie ‘m voor het eerst, Marlies heeft er ook nooit echt acht op geslagen. Het opschrift is in het Latijn. We hebben allebei zes jaar lang les gehad in deze dode taal, maar er is te weinig van blijven hangen om de tekst adequaat te kunnen vertalen. Thuis lees ik in Meester laat me door!, een publicatie van Gert Verheijen over de eerste vijftig jaar van de lagere school in Hegelsom de correcte vertaling: ‘Aan het Goddelijk Hart van Jesus / voor onze kleine kinderen / de beminden van Christus.’ De hoofdletters vormen samen in Romeinse cijfers het stichtingsjaar van de school, 1930.


We wandelen verder richting Yuverta. Na de lagere school ging Marlies, net als ik, naar het Boschveldcollege in Venray. Ze vraagt wie de gymnastiekleraar was aan wie Lotte Spreeuwenberg en ik zo’n hekel hadden (klik hier). Marlies, gek op sport, blijkt eveneens les van deze man te hebben gehad. Zij beoordeelt hem juist wat positiever. Net als andere gymnastiekdocenten die bij mij minder in de smaak vielen. Verder stemmen onze voor- en nakeuren voor docenten uit die tijd vrijwel overeen.


We passeren Yuverta. Het gesprek gaat over het onderwijs in de loop der jaren. Veel is veranderd, in het onderwijs zelf maar ook bij docenten, leerlingen en ouders. We zijn voorzichtig positief: perfect is het niet, maar ten opzichte van vroeger is er veel verbeterd. 


We glibberen door het Ham, lopen onderlangs het Sint-Annakapelletje en stevenen vervolgens af op de Wervelstraat in Horst. Daar beleefde Marlies, meteen na haar afstuderen aan de lerarenopleiding, zeven prachtige jaren als docent aan de MAVO. Er kon en mocht veel. Ze herinnert zich een optreden van de pas opgerichte Heideroosjes – de bandleden waren allemaal leerling – in de kantine van de school. De herdertjes lagen bij nachte op z’n punks.


We staan op het binnenplein van appartementencomplex Hof van Horst. De voormalige MAVO is hierin geïncorporeerd. Een oudere man loopt op ons toe en vraagt wat we aan het doen zijn. Als we duidelijk hebben gemaakt niets verkeerds in de zin te hebben, onthult hij dat hij een appartement heeft in de voormalige toiletten van de MAVO.


In de parkeerkelder van het complex laat ik Marlies het coördinatenkunstwerk zien dat slechts bij weinigen bekend is, ook bij Marlies niet (klik hier voor meer informatie). Vervolgens lopen we weer terug richting Hegga, terwijl Marlies anekdotes over haar MAVO-tijd uit de mouw blijft schudden.


Dit was aflevering 18 van
Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze reeks. Wil je ook een keer meewandelen met Horst-sweet-Horst? Dan ben je te laat: helemaal volgeboekt!

dinsdag 4 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (11) | Trees Collin-Moorman

Haar moeder zou ook heel graag hebben meegewandeld, zei Anne-Marie Collin vorige week tijdens de wandeling die ik met haar en haar kinderen maakte (klik hier). Maar helaas, haar moeder (en mijn tante), Trees Collin-Moorman, moest die dag naar de dagopvang. Misschien later een keer dan? Oh ja, graag. We spreken of op zondag om twee uur bij het Hôrster Hundje. Behalve Trees (81) heeft Anne-Marie ook haar hond Bashir (‘Bassie’) meegenomen.

We staan bij het Hôrster Hundje.


Trees: ‘Ik had een andere Wim verwacht.’
Anne-Marie: ‘Ik had toch gezegd dat het deze Wim was.’
Trees: ‘Ik vergeet soms dingen.’
Ik: ‘Dat maakt toch niet uit?’
Trees: ‘Je bent wel grijs geworden.’ 

We lopen de Loevestraat in.
Trees: ‘Daar woonde Van der Beele. Woont die daar nog?’
Ik: ‘De winkel is vorig jaar gesloten.’
Trees: ‘Daar Duijf. Woont die daar nog?’
Ik: ‘Dat weet ik niet. Lijkt me niet.’

We zijn ter hoogte van De Buun.


Trees: ‘Daar zat de slager, Soberjé.’
Ik: ‘Hing daar geen …’
Trees: ‘Daar hing een varkenskop boven de deur.’
Ik: ‘Ja, dat herinner ik me ook nog.’
Trees: ‘En daar woonde Oude Nijhuis.’
Ik: ‘En daarnaast?’
Trees: ‘Euhh … dat weet ik niet meer. Ik vergeet veel.’
Ik: ‘Dat valt wel mee, hoor.’

We staan tegenover haar ouderlijk huis in de Loevestraat.


Trees: ‘Kijk, daar rechts bij dat raam, daar was mijn slaapkamer.’
Anne-Marie: ‘Ik dacht dat jullie met meer op één kamer lagen?’
Trees: ‘Nee, ik had een eigen kamer.’
Ik: ‘Trina van mevrouw hoe schreef die zich eigenlijk?’
Trees: ‘Euhh … Keijsers dacht ik.’

We lopen verder door de Loevestraat.
Trees: ‘Daar links was Freriks, de bakker. Woont die daar nog?’
Ik: ‘Nee, al een hele tijd niet meer.’
Trees: ‘Ik vergeet ook alles.’
Ik: ‘Dat maakt toch niet uit.’
Trees: ‘Ik vind dat vervelend.’

We lopen richting het Risseltkapelletje.
Trees: ‘Loopt die zandweg hier niet meer?’
Ik: ‘Nee, die is al een tijdje weg. Hier is een hele nieuwe wijk gekomen.’
Trees: ‘Van Bronckhorststraat … waar komt die naam vandaan?’
Ik: ‘Heeft denk ik iets met het kasteel te maken.’
Trees: ‘Loopt die zandweg hier niet meer?’
Ik: ‘Nee, die is weg.’
Trees: ‘Van Bornestraat … daar woonden Theo en Maria in Blerick.’
Ik: ‘Klopt.’
Trees: ‘Loopt die zandweg hier niet meer?’
Ik: ‘Nee, die is weg.’
Trees: ‘Averbodeplein … in Blerick is een Averbodestraat.’
Ik: ‘Klopt! Volgens mij kwamen de pastoors van zowel Horst als Blerick uit Averbode.’

We zijn bij het Risseltkapelletje.


Trees: ‘We moesten hier altijd gaan bidden. Vooral als iemand examen had.’
Ik: ‘Jammer dat je er niet in kunt.’

Trees rammelt aan de deur. De deur gaat open. Ze kijkt. Ze leest. Ze knielt. Ze staat op. Ze begint te zingen. ‘O, Sterre der Zee.’

Trees: ‘Stonden voor het kapelletje geen banken?’
Ik: ‘Dat zou kunnen.’
Trees: ‘Hier gingen we altijd bidden.’
Ik: ‘Ja, dat zei mijn vader ook wel eens.’
Trees: ‘Vooral bij examens. Maar stonden hier geen banken?’
Ik: ‘Dat weet ik niet. Zou kunnen.’

We lopen richting het kerkhof.
Trees: ‘Van Bocholtzstraat … waar komt die naam vandaan?’
Ik: ‘Dat heeft volgens mij iets met het kasteel te maken.’
Trees: ‘Van Schaesbergstraat … waar komt die naam vandaan?’
Ik: ‘Dat heeft volgens mij iets met het kasteel te maken.’
Trees: ‘Van der Horstplein … waar komt die naam vandaan?’
Ik: ‘Dat heeft volgens mij iets met het kasteel te maken.’
Trees: ‘Maar een Moormanstraat is er niet!’
Ik: ‘Daar begrijp ik ook niets van!’
Anne-Marie: ‘Ik ook niet! Maar er is wel een Jun Moormanplein.’

We zijn op het kerkhof en lopen naar het graf van vader/opa en moeder/oma Moorman. Met Anne-Marie en haar kinderen zijn we daar vorige week ook al geweest.


Ik: ‘Het lijkt wel alsof die steen de afgelopen dagen is schoongemaakt.’
Anne-Marie: ‘Dat was ik me ook net aan het afvragen. Misschien heeft iemand het stukje gelezen en daarna actie ondernomen.’

We lopen naar de Doolgaardschool. We maken foto’s van het straatnaambordje ‘Jun Moormanplein’.


Trees spreekt op het Jun Moormanplein vier jongens van een jaar of tien aan die staan te kijken.
Trees: ‘Weten jullie wie dat was?’
Jongens: ‘Nee, mevrouw.’
Trees: ‘Dat was mijn broer.’
Jongens: ‘Oh.’
Trees: ‘Hebben jullie hem gekend?’
Jongens: ‘Nee, mevrouw.’
Anne-Marie: ‘Kom, mam, we gaan.’
Trees: ‘Weten jullie wie dat was, Jun Moorman?’
Jongens: ‘Nee mevrouw.’
Trees: ‘Dat was mijn broer. En zijn vader.’
Ik: ‘Zitten jullie hier op school?’
Jongen: ‘Wij twee wel. Zij twee zitten op de Weisterbeek.’
Trees: ‘Weten jullie wie dat was?’
Anne-Marie: ‘Kom, mam, we gaan.’

We lopen weer terug naar het centrum. We kopen koffie en wafels bij Passi en gaan buiten op een bankje zitten. Trees geeft Bashir een stukje van haar wafel. Anne-Marie zegt dat dat niet de bedoeling is. Trees geeft Bashir een stukje van haar wafel.


Dit was aflevering 11 van
Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze reeks. Wil je ook een keer meewandelen met Horst-sweet-Horst? Dan ben je te laat: helemaal volgeboekt!

dinsdag 28 december 2021

Intermezzo – Wandelgang (1) | Geert van den Munckhof

Zeventien minuten nadat ik zaterdag de vraag heb gepubliceerd wie de komende veertien dagen een keer met mij door Horst wil wandelen (klik hier), druppelt de eerste reactie binnen. ‘Ha Wim, Ben ik de eerste? Zo ja, vandaag om 15.00 uur een wandeling? Ik heb een bestemming in gedachte.’ Anderhalf uur later ontmoet ik Geert van den Munckhof op het Wilhelminaplein. Geert (61) is communicatieadviseur bij de gemeente Horst aan de Maas. Hij schrijft en hij dicht. En hij spreekt, steeds vaker ook bij uitvaarten. We kennen elkaar.


Het is koud, maar zonnig, aope waer. We lopen via Jacob Merlostraat en Venrayseweg recht op ons doel af: De Nieuwe Lind. Tante Riek is namelijk vorige week overleden. Tante Riek? Riek van den Munckhof, Riek vaan de Lind, 86 jaar, legendarische kasteleinse en tante van Geert. Dinsdag leidt hij haar afscheidsdienst en de voorbije dagen is hij intensief bezig geweest met het componeren van haar levensloop. Zelf heb ik niet meer dan een vaag beeld van Riek: een rijzige vrouw met bril, uittorenend boven de tap van De Nieuwe Lind, een archetypisch buurtcafé. Geert verheldert mijn beeld en vertelt dat Riek al op veertienjarige leeftijd in het café stond. Veertig jaar later, in 1989, vond ze het welletjes. Ze runde de zaak al die jaren met haar broer Jaer, een hartstochtelijk jager. Een van hun klanten was hun vader Willem. Die ging er prat op dat nergens een zachtere borrel werd geschonken dan bij De Nieuwe Lind. Dat Riek die borrel in het speciale geval van haar vader aanlengde met water, ontging Willem. Ook de Horster kasteleins hadden hier geen weet van. Met als gevolg dat Willem flink in de olie thuiskwam als hij in Horst een café had bezocht. Dat gebeurde overigens slechts twee keer per jaar: Willem vertoonde zich alleen in Horst om naar de kapper te gaan en om te biechten en combineerde dat in beide gevallen met cafébezoek.


Al pratend zijn we bij De Nieuwe Lind beland. Geert, die hier vlakbij opgroeide, vertelt dat hij als kind vaak speelde schuin tegenover het café, in het bosje waar ooit de Molenbeek liep en waar nog een restant ligt van de vijver die behoorde bij de vroegere watermolen. Tevergeefs zoeken we het pad dat langs het water liep.


Via de kasteelruïne lopen we richting de Risseltkapel, waar Willem op de terugweg vanuit Horst altijd een weesgegroetje bad. Verder wandelend hebben we het over de werking van het geheugen: hoe het bekijken van oude foto’s en het terugkeren op een plaats waar je in geen tijden meer bent geweest, herinneringen kan oproepen waarvan je het bestaan niet meer vermoedde.


En dan zijn we, na vijf kwartier en 4,82 kilometer, weer terug op het Wilhelminaplein. Ik dank Geert voor het aangenaam gezelschap en we nemen afscheid.   

Ook een keer meewandelen? Er zijn nog enkele plekken vrij. (En je hoeft niet per se ouder dan vijftig te zijn om mee te mogen wandelen ...) Lees hier meer, ook over hoe je je kunt aanmelden!  

donderdag 26 augustus 2021

Intermezzo – Dwarsdoorsnede (4)

Vierde etappe van een wandeling van Vredepeel naar Grubbenvorst, diagonaal door de gemeenten Venray en Horst aan de Maas. De etappe van vandaag begint bij de Lollebeek, op de grens van beide gemeenten, en eindigt bij het Sint-Annakapelletje in Horst.

Passage van de Lollebeek, de grens tussen Venray en Horst aan de Maas. Even een onbelemmerd zicht op de wijde omgeving totdat de Schadijkse Bossen opdoemen. ‘De Schaak’ in dialect. Erkend eldorado voor mountainbikers. Vandaag houden ze zich schuil. Zoals deze hele wandeling al nagenoeg mensenvrij is. Ook wel eens aangenaam.


Doorkruisen van de bossen en dan het majestueuze uitzicht over het immense Meterikseveld. Eeuwenoud cultuurlandschap, waaraan is en wordt geknabbeld maar dat toch min of meer heeft weten te overleven. Zonde dat vrijwel niemand nog in staat is dit landschap te lezen: kennis vergroot het draagvlak voor behoud.


Aan de Sint Maartensweg bevochtigt een sproeimachine een klein stukje akker. Plus de weg over de hele breedte en een lengte van wel honderd meter. Plus de beide wegbermen. Plus een weiland aan de overzijde van de weg. Agrarische arrogantie ten top. Waag het niet er iets van te zeggen, want dan belemmer je de boer in zijn bedrijfsvoering. Waanzin. Op een drafje deze uiterst lokale stortbui weten te doorstaan.


Diagonale oversteek van het Meterikseveld. Aan de Afhangweg, op de grens van Meterik en Horst, het Sint-Luciakapelletje. Meer kapelletjes dan mensen op deze wandeling. Deze is uit 1783, toegewijd aan Lucia, beschermheilige tegen besmettelijke ziekten. Toen tegen dysenterie, ook wel bloedloop geheten. Werkt het trucje met beschermheiligen nog steeds? Heeft het ooit gewerkt? Getuige de aangebrachte devotionalia zijn het vooral Poolse arbeidsmigranten die er nog in geloven. Of op hopen.


Langs de Kabroeksebeek richting centrum van Horst, de enige dorpskern die mijn diagonale lijn van Vredepeel en Grubbenvorst doorsnijdt. Zelfs het Horster centrum oogt uitgestorven. Tussen ’t Gasthoês (links) en de Mèrthal (rechts) door. Opgevangen gerucht: de Mèrthal gaat plaatsmaken voor woningbouw. Het zal toch niet?


Industrieterrein. Met een Poolse auto garage. Teken des tijds. Blijkbaar is er een markt voor. Over tien, twintig jaar nog steeds? Dan het volgende kapelletje, het Sint-Annakepelke. Oud, heel oud. Gelegen op een terp, omringd door linden. Nauwelijks vijftig jaar geleden torende het kapelletje nog fier boven de omringende akkers uit. Nu is het weggestopt. Daarover klagen mag niet, wees blij dat het er überhaupt nog is. Jaja.


(Dit stukje verscheen gisteren ook in Via Horst-Venray, zij het zonder foto’s. Klik hier, hier en hier voor de eerste drie etappes van deze wandeling.)

vrijdag 20 augustus 2021

Intermezzo – Dwarsdoornede (3)

Een wandeling van Heide naar de Lollebeek op Horst-sweet-Horst? Horst-sweet-Horst gaat toch over Horst aan de Maas? Klopt, maar deze wandeling is de derde etappe van een wandeltocht van Peel naar Maas, diagonaal door de gemeenten Venray en Horst aan de Maas, met als eindbestemming Grubbenvorst. Vandaar.

Verder maar weer, links in de verte Leunen, rechts, iets dichterbij, Heide. Akkers, weilanden zonder koeien, boerderijen. En boerderijen die geen boerderij meer zijn. Blaffende honden. Keurig getrimde gazons en ook maar meteen meegenomen bermen, keurig onderhouden tuinen, keurige erven. Alles schoon, alles keurig, mijnheer Kaktus is tevree. Wat een contrast met vroeger, enkele tientallen jaren geleden nog maar. Elk boerenerf was een ode aan de wanorde, een samenraapsel van machines, afgedankte machines, schuurtjes, stallen, hooibalen, loslopende kippen, katten. Nu lijkt alles gerationaliseerd. Ordnung muss sein.


De achterzijde van een vrachtwagen steekt deels boven een muur uit. Opschrift: Levende dieren. Daarboven: Ja-Trans. Daar weer boven het guitig lachende hoofd – waarom hebben paarden het alleenrecht onder de dieren op die benaming? – van een varken. Met z’n allen guitig lachend naar de slachtbank, kom er gezellig bij, join the club. Lachen jongen.


Op de kruising Lemmenweg en Steegse Peelweg onder een machtige eik een kapelletje. Afbladderende verf, restanten van een sterrenhemel, Christusbeeld. Daarboven, in een banderol: Sic deus delixit mundum. Dilexit zul je bedoelen, maar een kommaneuker die daarop let. Zo heeft god de wereld lief gehad. Verleden tijd. Als zelfs Hij er niet meer in gelooft?


Scheiweg. Een aaneenschakeling van varkensstallen. Allemaal dezelfde vormgeving, allemaal even lelijk. Overal spic en span. Overal even grote stank. Gedachten aan dat Horster gemeenteraadslid dat onlangs door zijn gemeente fietste en schreef: ‘Prachtige landschappen, weilanden, gebouwen, kleurrijke velden.’ En: ‘Het is maar hoe je de omgeving binnen onze gemeente ziet/beleeft.’ Al dat zwartkijken ook! Hup, die roze bril op en die wasknijper op je neus!


Oversteek van de Oostrumsche Beek. Breevennenweg, in de verte een immense hijskraan bij de bouwput die pompstation Breehei heet en die wordt beveiligd door BouWatch. Met de roze bril op nu niet gaan zeuren over die naam en de gesloopte monumentale gebouwen hier. Dan de aangename stilte van het bos. Oversteek van de Lollebeekweg en tweehonderd meter verderop de Lollebeek. Na 21,23 kilometer vanaf Vredepeel de grens van de gemeenten Venray en Horst aan de Maas bereikt. Halt.


(Dit stukje verscheen afgelopen woensdag ook in Via Horst-Venray, zij het zonder foto’s. Klik hier en hier voor de eerste twee etappes van deze wandeling.)

zondag 29 maart 2020

Klein mysterie 784 – Kuiperpleinflat (2)

Het viel te verwachten: na de zuidelijke zijgevel is nu ook de noordelijke zijgevel van de Kuiperpleinflat in Horst voorzien van een gevelaankleding (is dat geen mooie, neutrale term die voorkomt dat we blijven hangen in discussies over kunst, kitsch, decoratie, mooi, lelijk?).


Dit viel te verwachten op grond van de artist impression:


‘Huh, maar in de artist impression is die zijgevel groen, terwijl ie in werkelijkheid wit is!’ De reacties op het stukje van afgelopen donderdag over de zuidelijke zijgevel (klik hier) hebben me tot het inzicht gebracht dat beide zijgevels nu inderdaad wit zijn, maar groen worden. Het aan beide gevels bevestigde raster is, begrijp ik nu ook, ongetwijfeld bedoeld als leidraad voor gevelbegroeiing.


Hoe mooi gevelbeplanting kan uitpakken, bewijst het stadskantoor in Venlo (klik hier). Waarom zou dat in het geval van de Kuiperpleinflat anders zijn? Maar wat ik dan weer niet begrijp: waarom is gevelbeplating alléén niet voldoende als gevelaankleding? Waarom moet er zo nodig óók nog iets decoratiefs (oei, zeg ik het toch) bij?

Goed. Terug naar de noordelijke zijgevel. Daarop is een soort plattegrond van Horst aangebracht waarin zeven Horster bouwwerken zijn verbeeld. Wie op eigen houtje wil uitvogelen welke bouwwerken dat zijn, moet dat nu doen, want onder deze foto ga ik het verklappen.


Laten we onderaan beginnen:


De Sint-Lambertuskerk kennen we al van de zuidelijke zijgevel. Daaronder ’t Gasthoês. Links naast de kerk de Sint-Jozefkapel, wat lastig te onderscheiden omdat ze precies op een kruispunt van wegen (Herstraat en Sint Josephstraat) is geplant. Vervolgens gaan we naar boven:


Piece of cake: rechtsboven onmiskenbaar de Risseltkapel, linksonder onmiskenbaar het voormalige gemeentehuis (dat wel enigszins vreemd is gepositioneerd ten opzichte van de kerk, maar een kniesoor die daarop let). Blijven er twee over:


Ik geef onmiddellijk toe dat die me hoofdbrekens hebben gekost en dat er raadpleging van deskundigen aan te pas moest komen. Oké dan: rechts is Het Groenewoud, alleen wonderlijk genoeg niet de voorgevel maar de zijgevel, waarvan de hoogte-breedteverhouding ook nog eens niet helemaal lijkt te kloppen.


Ten slotte dat meer brede dan hoge gebouw links, met die boogvormige vensteropeningen. Alles tegen elkaar afwegend kan dit toch uitsluitend en alleen de voorgevel van Museum De Kantfabriek zijn. U weet wel, dat gebouw met die meer hoge dan brede voorgevel en met die rechthoekige vensters.


Rrrraaaarrrr. Eén van mijn geraadpleegde deskundigen: ‘Straks raakt het raster overwoekerd en zijn alle problemen opgelost.’