(Dit stukje verscheen deze week ook in Via Horst-Venray)
Horst aan de Maas liefdevol, verontwaardigd, uitdagend, kritisch en verwonderd beschouwd
vrijdag 11 juli 2025
Intermezzo – Boodschappenbriefje (14) | Riekske
(Dit stukje verscheen deze week ook in Via Horst-Venray)
zaterdag 26 april 2025
Intermezzo – Vlagvertoon (3)
Bernhardstraat 2 (2)
Emmastraat 0 (1)
Irenestraat 1 (1)
Julianastraat 2 (1)
Margrietstraat 1 (2)
Marijkestraat 0 (0)
Oranjestraat 0 (0)
Willem Alexanderstraat 1 (1)
N.B. De oplettende lezer zal ongetwijfeld het Wilhelminaplein missen in het rijtje van naar leden van het koningshuis vernoemde Horster straten. Maar het Wilhelminaplein was uitgesloten van deelname. Dit vanwege het sterke vermoeden dat de aanwezigheid aldaar van Nederlandse vlaggen meer met effectbejag dan met oranjegezindheid te maken heeft.
woensdag 16 april 2025
Intermezzo – Boodschappenbriefje (13)
Neem nu dit boodschappenbriefje, dat ik vorige week vond in een winkelwagentje van het Horster filiaal van Lidl:
Banane, prei, sla, paprika
bulki
Hagel wit-bruin
chlor, kichen reiniger sprei!
Om te beginnen de inhoud van het briefje. De eerste regel behoeft geen uitleg. Dan bulki, een woord dat voorkomt in een hele reeks Slavische talen, onder meer in het Russisch, Oekraïens, Pools en Tsjechisch. Het betekent broodjes. Hagel wit-bruin moet gemengde hagelslag zijn, chlor is uiteraard chloor en kichen reiniger ongetwijfeld keukenreiniger. Resteert sprei. Dat sprei een beddensprei zou betekenen, lijkt me in deze context hoogst onwaarschijnlijk. Uiteindelijk kwam ik tot de slotsom dat de auteur met sprei welhaast zeker spray moet bedoelen: ‘Ik wil geen willekeurige keukenreiniger, maar een keukenreiniger die sprayt.’
Nu het briefje als spiegel van zijn tijd. Bananen kwamen pas kort na de Tweede Wereldoorlog op grote schaal naar Nederland, gemengde hagelslag en keukenspray nog enkele decennia later. Toch weerspiegelt dit briefje zijn tijd minder in de producten zelf dan in de schrijfwijze ervan. Die verraadt dat de auteur waarschijnlijk geen Nederlandse maar een Oost-Europese achtergrond heeft. Had ik dit briefje veertig jaar geleden gevonden dan zou het een absolute sensatie zijn geweest. Nu kijk je er nauwelijks van op. De opsteller zou zomaar een Oekraïense vluchteling, een Poolse arbeidsimmigrant of een Tsjechische kenniswerker kunnen zijn – een Russische spion lijkt me iets minder waarschijnlijk.
Duidelijk: dit briefje weerspiegelt vooral de huidige globalisering. Maar ook de intregratie. Wat het briefje namelijk extra bijzonder en indrukwekkend maakt, is dat het in het Nederlands is gesteld. Zelf zou ik er niet aan moeten denken te worden geparachuteerd in een land waarvan ik de taal niet beheers. Om er enigszins te kunnen functioneren zou ik me die vreemde taal eigen moeten maken. Stel dat me dat al zou lukken, zou ik dan ook in die taal gaan denken en mijn boodschappenbriefjes in die taal gaan schrijven? Denken in een andere taal zou me absoluut niet lukken, denk ik. Dat ik mijn boodschappenbriefjes ooit in een andere taal dan het Nederlands zou schrijven lijkt me bijzonder onwaarschijnlijk. Alle respect dus voor de schrijver van bovenstaand briefje.
P.S. Er dieper over nadenkend bedacht ik me dat het bij mezelf toch anders zit dan ik in eerste instantie dacht. Ik denk namelijk in het Horster dialect. Ik denk dus petatte, appelsiene, broëd, thië, snuupkes en wullewoepe. Maar mijn boodschappenbriefje ziet er in dat geval zo uit:
(Dit stukje verscheen vandaag in minder uigebreide vorm ook in Via Horst-Venray)
maandag 17 maart 2025
Intermezzo – Voormalige vuilstortplaatsen (2) | Gasthoêskoel
vrijdag 28 februari 2025
Intermezzo – Platte plaatsnamen
‘Ow gemint deut niks vör os taal! Dus doon weej wat zeej zujje motten doon!’ En dus beplakte PLAT, de Polletieke Limburgse Actiegroep Taalbeleid, onlangs de plaatsnaamborden van de zestien kernen van de gemeente Horst aan de Maas met de dialectnaam van de betreffende kern (bekijk hier een filmpje van deze actie).
‘PLAT is opgerich door twee jónges oet Nederlans-Limburg die beide väöl passie veur 't Limburgs höbbe. Limburgs is sinds 1997 ein door 't Riek erkèndje regionaal taal. Wae wille 't idee doorbraeke det oos taal allein mer ein variant is van 't Nederlands. Veer wille 't Limburgs laevendig haje. Limburgs is de taal van ós. De taal van 't hert. Mer 't is väöl meer es allein 'n taal. 't Is ouch deil van oos cultuur, van waem veer zeen, van oos identiteit.’Wat ik hiervan denk? Ik prijs mezelf gelukkig dat ik (Horster) dialectspreker ben. Of ik daarmee automatisch ook spreker van de Limburgse taal ben, betwijfel ik. De argumenten die worden aangevoerd om te bewijzen dat het Limburgs een taal zou zijn, kunnen me niet overtuigen. Zoals het voor mij ook maar de vraag is of een Limburgse identiteit en een Limburgs bewustzijn bestaan: ik heb de indruk dat in Limburg het lokale, regionale en nationale bewustzijn aanzienlijk sterker zijn ontwikkeld dan het provinciale, misschien met uitzondering van de carnavalstijd.
dinsdag 21 januari 2025
Intermezzo – Internationale Knuffeldag
6.
4.
3.
2.
1.
vrijdag 17 januari 2025
Intermezzo – Lang zök
op een mistige ochtend
door de schoolstraat lopen
de ene man tegen
de andere man
horen zeggen
diiin haet lang zök á
en dan samen
met die twee mannen
weten
dat diiin geen
lange sokken aanheeft
maar korte sokken
of anklets
of kniekousen
of helemaal geen sokken
donderdag 9 januari 2025
Intermezzo – Schravelende oudjes
Rond het middaguur zijn bij de supermarktkassa een vrouwelijke klant van middelbare leeftijd en een caissière met elkaar in gesprek.
Verstendig.
Ik háj gedócht dát ’t hee nou wal vul drukker zöj zie.
Nae, vámerge wao ’t juust vul drukker.
Toen ’t zò hárd sniëjde?
Jao, allemaol oudjes.
Dát mende ni!
Acht ván de tien maense óp de parkeerpláts waore aldere.
Dát háj ik noëit gedócht.
Da kunne ze wer gaon klage as ze valle.
Jao. Ik begriep die maense ni.
Ze halde d’r gewoën vá um te schravele.
Dát zal ’t zien.
Jao.
Hojje wàh.
Hojje.
woensdag 8 januari 2025
Top 5 – Molenbeekwegse molshopen
Qua mollenkennis heb ik me de afgelopen decennia nauwelijks ontwikkeld. Als ik
héél eerlijk ben moet
ik zelfs bekennen dat Momfer, de wat meelijwekkende, immer kuchende bebrilde mol
met Limburgs accent in de Fabeltjeskrant, begin jaren zeventig de laatste mol
was aan wie ik serieus aandacht heb geschonken. Maar nadat ik vanmiddag aan de
Molenbeekweg in Horst een heus molshopenlandschap had ontdekt, voelde ik me met
het oog op dit stukje verplicht mijn mollenkennis weer wat bij te spijkeren.
Genoeg gemold, hier komt-ie, de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van Molenbeekwegse molshopen:
5.
4.
Kakelvers, net gebakken, nog nadampend
3.
2.
1.
De machtige heerser over dit mollenimperium, even arrogant als onweerstaanbaar, even ongenaakbaar als majestueus
zaterdag 7 september 2024
Intermezzo – Schume (2)
Telkens weer strelend om te merken dat een stukje wordt gelezen en reacties oproept. Zoals het stukje vorige week over schume (klik hier), een dialectwoord dat je tekort doet door het met ‘stelen van vooral fruit’ te vertalen, hoewel het dat volgens de letter der wet wel is. Zoals vorige week betoogd zie ik schume eerder als een kwajongensstreek, een vorm van baldadigheid.
(Dit stukje verscheen afgelopen woensdag in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)
donderdag 29 augustus 2024
Intermezzo – Schume
Graaiend in de grabbelton die dialect heet, stuitte ik een dezer dagen op het
werkwoord schume. Als de zomer op z’n laatste benen loopt, breken namelijk
de hoogtijdagen van het schume aan. Althans voor mijn gevoel en althans
vroeger.
Wie nog wil gaan schume kan daar maar beter niet te lang meer mee wachten.
(Dit stukje verscheen gisteren ook in Via Horst-Venray)
woensdag 8 juni 2022
Intermezzo – Maert
Dinsdag, marktdag.
In Horst althans.
Maert.
De markt is om te zien, te ruiken, te proeven.
Je ziet grijze golvers.
Je ruikt spruitjes.
Je proeft belegen kaas.
Toch moet je de maert in Horst vooral horen. Hier, in dit reservaat voor
pensionado’s, regeert het dialect. Favoriete gespreksonderwerp, vooral bij
vrouwen, de medische stand van zaken bij deze en gene. Dokters, behandelingen,
aandoeningen, operaties zijn nooit ver weg.
‘Hedde ‘t ál gehuürd?’
‘Nae, toch!’
Onderwijl knaoje de mannen over het weer en spreken ze schande van de
gemaent. Vergeetachtigheid valt niet altijd te onderdrukken.
‘Verrek, hoe schrieft di zich ok alwaer?’
‘Zo begint het’, hoor je de vrouwen denken.
De marktkooplui, overwegend goedgemutste Brabo’s, laten zich het dialect
aanleunen.
‘Wat zal het zijn?’
‘Twië duëskes esbaere en enne zak petatte, gaer.’
‘Dat is dan vijf euro vijftig.’
‘Asteblif!’
‘Bedankt! Fijne dag nog.’
‘Hojje wah!’
De accordeonist ondermijnt de couleur locale. En tegelijkertijd
versterkt hij haar. Getolereerd worden is zijn beloning. En zijn lot.
Ni dá?
zaterdag 1 januari 2022
Intermezzo – Wandelgang (6) | Lotte Spreeuwenberg
‘Het lijkt me leuk als niet ik, maar jíj de route bepaalt.’ Shit. Het was nu juist zo heerlijk om verlost te zijn van die loden last telkens zelf een route te moeten verzinnen. Zal ik even de autoritaire leider gaan uithangen? Zit niet zo in me. Bovendien moet ik m’n zegeningen tellen: als de allereerste 40-minner zich meldt om met me te gaan wandelen, is nederigheid gepast. Dus bel ik donderdagmorgen om tien uur op de Meterikseweg aan bij Lotte Spreeuwenberg. Lotte (30) is filosoof, is geboren in Melderslo, heeft gestudeerd en gewoond in onder meer Tilburg en woont sinds kort in Horst. We kennen elkaar.