maandag 29 april 2019

Klein mysterie 771 – Metta

WhatsApp-dialoog met m’n voormalige buurvrouw:

VB: ‘Hoe gaat het nog daar in Metta? Lekker rustig neem ik aan?’
Ik: ‘Metta! 😂😂 Heb ik nog nooit gehoord! Wordt dat vaker gebruikt of is dat een neologisme van jou? Metta slaapt, Metta slaapt altijd.’
VB: ‘Heb jij nog nooit van Metta gehoord???? 🧐’
Ik: ‘Echt niet, nee. Ik ben vrees ik niet meer van deze tijd ... Zullen we trouwens nog eens een keer een theetje doen?’
VB: ‘Een theetje is goed! Eventueel woensdagmiddag tijd?’
Ik: ‘Woensdagmiddag is prima! In Metta? Of liever in Horsto?’
VB: ‘Nee niet in Horra, ik kom wel naar Metta!’
Ik: ‘😂😂 Straattaal moet ik duidelijk nog een beetje leren ... Zie je woensdagmiddag wel een keer komen. Hoor ik dan ook graag of je eigenlijk uit Zerra komt.’
VB: ‘Seffa 😂’


Denk je hip as can be te zijn, word je genadeloos met de neus op de feiten gedrukt. Hegga, ja, dat kende ik wel. Maar Metta? Horra? Seffa? Echt nooit eerder gehoord. En nog steeds vraag ik me af of ik niet gruwelijk in de maling ben genomen. Metta, Horra, Seffa had ik dan toch zeker ooit als tag op een elektriciteitskastje tegen moeten komen? Of op de damestoiletdeuren van jongerencentrum Walhalla in Sevenum? Of anders wel op de foto van de herentoiletdeur in Walhalla die ik gisteren kreeg toegestuurd?




Hegga, Horra, Metta, Seffa: bestaat er dan ook zoiets als Lotta, Amerra, Grubba en Griena? En Mella, Meerra en Swolga? Is het Tienna of Tienra? Krona of Kroëna? Zijn er behalve Seffa-zeggers misschien toch ook Z(a)erra-adepten? En hoe zit het met Evertsoord? Everra? Of heeft deze klaarblijkelijke trend de boorden van de Peel nog niet bereikt?



Lastigste gevalletje lijkt me Broekhuizenvorst. Broeka, of het veel mooiere Broka, voor Broekhuizen is natuurlijk een inkoppertje. Zou er geen Broekhuizen bestaan, dan had Broeka/Broka ook niet misstaan voor Broekhuizenvorst. Maar nu dat al vergeven is? Broekhuiza is geen optie dunkt me. Vorra dan, verwijzend naar Voars, de benaming waarmee autochtonen hun dorp plegen aan te duiden?




Help! Wie wil me wijzer maken? Wie voorziet me van de alto-benamingen van de zestien kernen van Horst aan de Maas? Of zijn het alta-benamingen? Hoe dan ook: mijn dank zal groot zijn!  

zondag 28 april 2019

Klein mysterie 770 – Bibliotheek (20)

Voor de verandering sprak de gemeenteraad vorige week maar weer eens een uur over de openbare bibliotheek (klik hier en ga naar 40.20 minuten). Meer in het bijzonder de nieuwe bibliotheekvisie. Een week eerder waren de dames en heren bijna unaniem tot de conclusie gekomen dat die visie losgekoppeld zou moeten worden van de nieuwe locatie, cultureel centrum ’t Gasthoês. Dat lukte toen al niet en vorige week werd er nog eens een schepje bovenop gedaan. De raad kreeg ditmaal namelijk vier scenario’s voorgelegd: de bibliotheek naast ’t Gasthoês, de bibliotheek in ’t Gasthoês, de bibliotheek met ’t Gasthoês, de bibliotheek door ’t Gasthoês.


In mijn visie is een visie een document dat zich verre houdt van het waar en hoe. Concrete zaken als financiën, vierkante meters en een locatie vloeien in mijn visie van een visie als vanzelf voort uit die visie: eerst de visie, dan pas de voorwaarden. De meerderheid van de gemeenteraad redeneert, althans in het geval van de bibliotheek, precies andersom: eerst de voorwaarden, dan pas de visie. Die voorwaarden zijn in het geval van de bibliotheek expliciet een omvang van maximaal vierhonderd vierkante meter en ’t Gasthoês als locatie. En impliciet: een subsidie die in elk geval niet hoger mag zijn dan de huidige. Denk vooral niet dat de raad eerst uitvoerig heeft gediscussieerd over die voorwaarden, nee, die zijn, waar het gaat om de vierkante meters en de locatie, opgelegd door het gemeentebestuur. Werkelijk onbegrijpelijk dat de raad dit, met uitzondering van D66+GroenLinks en SP, voor zoete koek slikt.


Evenzeer onbegrijpelijk is dat de raad, die in het geval van de bibliotheek zo dolgraag zelf aan zet is, vorige week niet de kans greep zich verder te verdiepen in de vier geschetste toekomstscenario’s. Zonder dat de fracties een mening konden en ook wilden vormen over de scenario’s werd nu al de richting bepaald, een richting waarop nadrukkelijk leek te worden aangestuurd: de bibliotheek in ’t Gasthoês.


Wat dit scenario inhoudt? Bibliotheek en Gasthoês functioneren samen in één gebouw, de bibliotheek blijft verantwoordelijk voor het volledige bibliotheekwerk, de bibliotheek blijft een zelfstandige organisatie, er komt een ‘eenduidig beeldmerk Gasthoês in gebouw en programmering, met herkenbaarheid bibliotheek’ (whatever that may be) en het gebruik van de ruimtes geschiedt in goed overleg tussen bibliotheek en Gasthoês.


Of dit scenario werkelijkheid zal worden? Dat valt nog maar te bezien. Zo wordt in het binnenkort te behandelen raadsvoorstel over ’t Gasthoês nadrukkelijk de wens uitgesproken dat de bibliotheekmedewerkers in dienst komen van ’t Gasthoês. Rrrraaarrr. Héél rrraaarrr.

zaterdag 27 april 2019

Intermezzo – Meterikse theedoeken

Groot feest in Meterik vandaag: de eeuwenoude Koningsdagtraditie van het buiten hangen van de schone theedoek wordt in ere hersteld.


Lei van de Crommentuijn, voorzitter van Comité De Schone Theedoek: ‘De oudst bekende schriftelijke vermelding van het buiten hangen van de schone theedoek in Meterik op Koningsdag dateert uit 1589. Filips II was destijds onze koning. Uit een kroniek blijkt dat in dat jaar op zijn verjaardag, 21 mei, overal in Meterik schone theedoeken buiten hingen. Maar we sluiten beslist niet uit dat dit gebruik al enkele decennia eerder in zwang is geraakt.’


Ook onder de koningen van Pruisen vond het buiten hangen van de schone theedoek op de verjaardag van de koning onverminderd doorgang. De Franse tijd maakte een kortstondig einde aan de traditie, maar toen in 1813 de Oranjes op de troon kwamen, was het weer jaarlijks bal in Meterik. Hay van den Speulhof, secretaris van De Schone Theedoek: ‘Het was over en sluiten toen Wilhelmina in 1890 koningin werd. Artikel 3 van het reglement van het buiten hangen van de schone theedoek bepaalde namelijk dat het onlosmakelijk was verbonden met een mannelijke vorst.’


123 jaar vrouwelijk koningschap maakte dat het gebruik in de vergetelheid raakte. Lei van de Crommentuijn: ‘Niemand kende het hier nog toen Willem Alexander in 2013 Beatrix opvolgde. Maar vorig jaar stuitte ik ineens op een krantenknipsel uit 1883, waarin uitvoerig verslag werd gedaan van het buiten hangen van de theedoek in dat jaar. Mijn voorstel om het vanaf nu in ere te herstellen, werd overal met enthousiasme begroet. Dus zo is het gekomen.’


Waar staat het buiten hangen van de schone theedoek eigenlijk voor? Hay van den Speulhof: ‘Met het buiten hangen van de schone theedoek willen we zeggen dat hier niets onder de pet wordt gehouden, dat hier geen katjes in het donker worden geknepen, dat hier geen roddel en achterklap heerst, dat hier geen duistere zaakjes plaatsvinden die het daglicht niet kunnen velen.’ Lei van de Crommentuijn vult aan: ‘Zie het vooral ook als tegenhanger van de vuile was buiten hangen, waar ze in de rest van onze gemeente zo goed in zijn. Wij kennen dat hier niet.’


De schone theedoeken die vandaag overal in Meterik hangen, worden geflankeerd door pannen en keukengerei. Heeft dat nog een betekenis? Hay van den Speulhof: ‘Die pannen zijn een verwijzing naar de trom roeren, want we zijn trots op deze traditie.’ Lei van de Crommentuijn: ‘Het keukengerei heeft ook een symbolische betekenis. Met de garde willen we bijvoorbeeld zeggen dat we zaken in Meterik nooit opkloppen. Dat de soep hier nooit zo heet wordt gegeten als ze wordt opgediend blijkt uit de soeplepel. En de schuimspaan toont dat het schuim der natie hier zorgvuldig wordt afgeroomd.’


Heilstaat Meterik.

woensdag 24 april 2019

Top 5 – Walhalliaanse damestoiletdeurteksten

In een intussen vrij grijs verleden studeerde ik aan de universiteit van Nijmegen. Een van mijn grootste genoegens: toiletbezoek. Soms omdat de nood hoog was, soms om even verlost te zijn van een dodelijk saai college, maar meestal omdat ik benieuwd was of er weer nieuwe teksten waren verschenen op de muren, deuren, plafonds of stortbakken van een van de toiletten in de universiteitsgebouwen. De graffiticultuur was er werkelijk onovertroffen. Iedereen kon er wat van zijn gading vinden: schunnige teksten, filosofische teksten, cryptische teksten, racistische teksten, lolbroekige teksten. Ja, die toiletteksten zijn misschien wel de dierbaarste herinnering aan mijn studententijd. Spijt dat ik ze nooit heb genoteerd en/of gefotografeerd.


Een jaar of twee geleden was ik weer eens terug op de universiteit om een lezing bij te wonen. Eerste daad: toiletbezoek. Enorme afknapper. Welk toilet ik ook bezocht, allemaal waren ze voorzien van materialen die het aanbrengen van teksten onmogelijk maken. Medelijden met de studenten van nu overviel me. Zonder toiletteksten is een studentenleven niet compleet.


Is de graffiticultuur op toiletten wellicht überhaupt passé? Gelukkig niet! Dezer dagen kreeg ik enkele foto’s toegespeeld van de deuren van de damestoiletten van het Sevenumse jongerencentrum Walhalla. Wat een genot! Kan iemand deze deuren svp op staande voet toevoegen aan de lijst van beschermd cultuurgoed? En kan diezelfde iemand dan meteen een ordonnantie uitvaardigen die een halt toeroept aan het bestickeren van deze deuren? (Het met stickers beplakken van objecten geniet mijn warme steun, behalve als dit ten koste gaat van graffiti.)


Genoeg geouwehoerd, hier komt ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van Walhalliaanse damestoiletdeurteksten:

5.

poor door

Poor door? Lucky door zul je bedoelen!

4.

Vroeger, toen
seks nog vies was


Vroeger, toen de Vieze Man er nog was:


3.

te veel om opte
schrijven

te weinig om te verzinnen
denk daar maar
eens over na!

ik peins er
nog niet over


Filosofisch damestoiletdeurdebat.

2.

Nynke D
kweet dat
jij dit gescgrijft
hebt
kut
mij


‘Mij’ waar je ‘wijf’ zou verwachten – poëzie in optima forma.

1.

deuren
inspireren
mij enorm


Ik zou het zelf geschreven kunnen hebben.  


(De damestoiletdeurteksten hebben me trouwens razend benieuwd gemaakt naar de herentoiletdeurteksten van Walhalla. Misschien een jongeheer die me wat foto’s wil sturen?)

maandag 22 april 2019

Intermezzo – Moêsoonder in de hel

Moêsoonder in de hel. Het was al jaren geleden dat ik die oer-Horster uitdrukking nog eens voorbij had horen komen, maar vorige week was het dan toch weer zo ver. Moêsoonder in de hel. Ben er nog nooit geweest, in de hel. Wat je er van anderen zo over hoort en leest, lijkt het me geen al te fijne plek. Moêsoonder (helemaal onderin) moet het er dan helemaal slecht toeven zijn, dunkt me. En dan te bedenken dat de hel voor de eeuwigheid bedoeld is, ontsnappen schijnt onmogelijk te zijn (wat het wel enigszins vreemd maakt dat er tal van beschrijvingen, tekeningen en schilderijen van de hel bestaan – maar dat terzijde).


Moêsoonder in de hel wordt meestal voorafgegaan door di (of die) kumpt: ‘Di kumpt moêsoonder in de hel.’ Bedoeld is dan niet zomaar een slecht iemand, nee, een gruwelijk misdadig slecht iemand. Alleen je allerallerergste vijand wens je een verblijf moêsoonder in de hel toe.


Wat me intrigeert is dat moês. In het Nederlands ‘muis’ – geen ‘moes’. Dat het geen jietsoonder, blowmenke-oonder of merlingoonder is, daar kan ik me iets bij voorstellen: bij vogels heb je niet meteen de associatie met ‘onder’. Maar waarom geen zekdumpeloonder of staekelvaerke-oonder? Of dieren die nog onder onder leven? Moêtwaôrmoonder of piere-oonder zijn toch de overtreffende trap van moêsoonder? Of kent de hel soms niets dat onder onder gaat?


Eergisteren is het officiële startsein gegeven voor Sprekende tuinen, een project in het kader van Horst aan de Maas 800 waarbij op acht locaties in de gemeente (én net daarbuiten) op bordjes uitleg wordt gegeven over de herkomst van spreekwoorden en gezegden (klik hier). Nederlandse spreekwoorden en gezegden welteverstaan.


Prima initiatief, daar niet van, maar wat mij betreft zou het volgend jaar een vervolg mogen krijgen. En wel in de vorm van bordjes met uitleg over de herkomst én betekenis van dialectspreekwoorden en -gezegden. Me even beperkend tot het Horster omdat ik dat het beste ken: ik ben wel benieuwd naar herkomst en betekenis van uitdrukkingen als ut is aal iën vothouwe, op mooders miste ziën, teggen ennen bakaove kunde ni gape’t is hak en jödát is en schoets of iemes wát moppe.

Mochten die bordjes er komen, dan heel graag ook maar een over moêsoonder in de hel.  

zondag 14 april 2019

Klein mysterie 769 – Bibliotheek (19)

De openbare bibliotheek van Horst aan de Maas – een gebed zonder einde. Al drie vergaderingen op rij is de toekomst van de bibliotheek onderwerp van gesprek in de gemeenteraad. In de vergadering van 19 maart schetste informatiemanager Jeroen Seeverens vier mogelijke toekomstscenario’s die de basis kunnen vormen voor een nieuwe bibliotheekvisie.


In de vergadering van 2 april kwam de bibliotheek zijdelings ter sprake in het debat over de revitalisering van ’t Gasthoês. Wat me daarvan vooral is bijgebleven: verantwoordelijk wethouder Han Geurts die zei dat de Raad van Toezicht van BiblioNu volmondig instemde met de gigantische inkrimping van de bibliotheek, terwijl raadslid Bart Cox (SP) precies het tegendeel beweerde. Rara, hoe kan dat?


Afgelopen dinsdag besprak de gemeenteraad in een volgende stap op weg naar de nieuwe bibliotheekvisie de vraag welke functies de bibliotheek de komende jaren vooral zou moeten vervullen (klik hier). De meeste sprekers erkenden dat die vraag losgekoppeld zou moeten worden van de nieuwe locatie (’t Gasthoês). Toch lukte dat natuurlijk van geen kanten. Aan bevordering van kunst en cultuur als functie voor de bibliotheek wenste bijvoorbeeld niemand prioriteit te geven, ‘want daarin voorziet ’t Gasthoês al’.


Met name CDA, Essentie, PvdA en VVD hamerden op het belang van digitalisering. Wat ze precies onder dat begrip verstaan, bleef volkomen onduidelijk. Gelukkig zette Bart Cox wat puntjes op de i: ‘”De jeugd trekt naar het digitale”, hoor ik zeggen. Ik sta dagelijks voor de klas. De jeugd trekt inderdaad naar het digitale, maar dat is vooral met Instagram en Snapchat en dat soort dingen. Ze zeggen allemaal: “Meneer ik wil alsjeblieft een boek, ik snap niets van die digitale omgeving.” De echte insteek zou moeten zijn: ga ze leren hoe je moet zoeken op Google want dat gaat gewoon niet goed. Ga ze leren dat je bronnen twee keer checkt. Dat hoort ook bij het digitaal vaardig zijn en dat is waar het aan schort.’ Ook zijn pleidooi voor beperking van de inzet van vrijwilligers was me uit het hart gegrepen: ‘Geen vrijwilligers die bibliotheekwerk gaan doen.’


Verheugend was ten slotte dat de voltallige raad niets ziet in het idee dat de bibliotheek meer samenwerking zou moeten zoeken met initiatieven als ruilboekenkasten.

Wordt de komende maanden vervolgd. Ben benieuwd.

donderdag 11 april 2019

Intermezzo – Olifant

Trash art of junk art (‘afvalkunst’) is een vorm van kunst die in Horst aan de Maas betrekkelijk dun is gezaaid. Ja, jarenlang hadden we de Automan (mijn zelfverzonnen naam) bij autobedrijf Gebroeders Hofmans aan de Roothweg in Meterik, maar helaas is de Automan enkele jaren geleden weggelopen om daarna nooit meer terug te keren (klik ook hier).


Een nog wel bestaand, uit 2015 daterend kunstwerk dat je als junk art zou kunnen betitelen is Grenspost G aan de Bosstraat in Hegelsom: een hoofdletter G van aluminium, opgevuld met huis aan huis in Hegelsom opgehaalde voorwerpen van kunststof (klik ook hier).


En nu is deze week aan de Bremweg in Horst zomaar een nieuw kunstwerk uit de hemel neergedaald dat is opgebouwd uit gevonden voorwerpen. Uit wielen van een fiets, een drinkbak, slangen, een voetbaldoel, vaten, een golfplaat, bromfietsonderdelen, buizen en een hele hoop andere onbestemde metalen junk is een olifant ontstaan.


Maker is Nicole van Skipp, zo onthult een bescheiden bordje bij de linker voorpoot van meneer dan wel mevrouw.


Ik ben eerlijk gezegd wel benieuwd hoe de olifant hier terecht is gekomen. Op initiatief van het aanpalende Pet’s Place of het nabije Inter Chalet? Op eigen initiatief van de kunstenaar? Op initiatief van een anonieme weldoener? Op initiatief van de gemeente? En staat ie er tijdelijk? Of is dit misschien het begin van een trektocht door Horst aan de Maas?


Wat ik wel een beetje jammer vind is dat de olifant enigszins mager afsteekt bij de immense grijze doos achter hem – een olifant op schoothondjesformaat. Maar goed, je kunt niet alles hebben.


En zoals dat gaat: eenmaal geconfronteerd met junk art meen je het overal in te zien. Op de terugweg van de olifant zag ik vanochtend aan de Afhangweg deze wasmachine staan:


Gewoon nog niet opgehaald grofvuil? Of junk art die reageert op het wit gekalkte huis op de achtergrond? Zullen we het oordeel overlaten aan de vuilnismannen?

dinsdag 9 april 2019

Intermezzo – OptiZeen (5) / Guus van Enckevort: Van Helenaveen naar Griendtsveen

Al sinds jaar en dag oefent de Peel grote aantrekkingskracht uit op kunstenaars. Schrijvers, tekenaars, fotografen, schilders, muzikanten, dichters: allemaal zochten en vonden ze er iets en brachten dat vervolgens in hun werk tot uiting. Zo ook Guus van Enckevort. Na zijn opleiding aan de kunstacademies van Den Bosch en Enschede vestigde hij zich als beeldend kunstenaar in Evertsoord, een kleine agrarische gemeenschap aan de rand van de Peel. Het werk van Guus draagt daar vele sporen van. In zijn eigen woorden: ‘De Peel, paarden, koeien, tractors en boerderijen keren vaak als onderwerp terug in mijn werk. Niet het onderwerp zelf is wat mij in het bijzonder boeit, maar de sfeer, de kleur, het licht, de mist of het stoffige zand probeer ik in mijn tekeningen en schilderijen te vangen.’


Onder de titel Van Helenaveen naar Griendtsveen toont Guus in de etalage van het voormalig pand Kruytzer in winkelcentrum Kloosterhof in Horst nu tekeningen die hij in februari van dit jaar in de Peel heeft gemaakt.


Die tekeningen, of misschien eerder schetsen, zijn weliswaar bedoeld als voorwerk voor schilderijen, maar ze vallen beslist ook als kunstwerken op zich te beschouwen.


Het mooie is dat Guus ook twee Peelschilderijen in de etalage heeft hangen (plus de schetsen waarop die schilderijen zijn gebaseerd), zodat je kunt zien waarin de tekeningen/schetsen resulteren. Dan blijkt duidelijk dat het Guus inderdaad in de eerste plaats om ‘de sfeer, de kleur, het licht’ te doen is en dat hij niet streeft naar een exacte weergave van de Peelse werkelijkheid.


In dit verband is een vergelijking met het werk van Bert Coppus, een andere professionele kunstschilder uit Horst aan de Maas, de allereerste zelfs, misschien wel aardig. Ook voor hem is de Peel altijd een belangrijke inspiratiebron geweest. En ook hij streeft niet naar een exacte weergave van de werkelijkheid. Toch neemt de Peel bij hem veel herkenbaardere vormen aan dan bij Guus. Zie bijvoorbeeld zijn Mariapeel uit 1989 (dat ik heb overgenomen uit het door Jan Derix geschreven Bert Coppus – Vijftig jaar beeldend kunstenaar):


Van Helenaveen naar Griendtsveen is het afsluitende onderdeel van de reeks OptiZeen, waarbij leden van het Horster kunstenaarsplatform Zeen werk exposeren in de etalage van het voormalige pand Kruytzer. Het is nog te zien tot 25 april.

Neem trouwens ook een kijkje op de website van Guus: https://guusvanenckevort.myportfolio.com/projects.

zaterdag 6 april 2019

Klein mysterie 768 – Gasthoês (15)

Dinsdagavond had ik de keus tussen de Nederlandse première van de dansperformance Discrete Figures in Eindhoven en de gemeenteraadsvergadering over de renovatie van ’t Gasthoês in ons eigen Horst. Het werd Discrete Figures. Als ik ooit een goede keus heb gemaakt dan wel deze. In Eindhoven beleefde ik een once in a lifetime experience die ik hier niet in woorden ga proberen te vatten. Nou ja, één woord dan: waanzinnig!


Waanzinnig, maar dan in een andere betekenis, is ook het nu al jaren voortdurende geëmmer over ’t Gasthoês. De VVD-fractie diende er dinsdagavond – zo werd me duidelijk toen ik de uitzending van de raadsvergadering later terugkeek (klik hier) – een motie van treurnis over in. Treurnis is precies de emotie die me bekruipt als het over het nieuwe Gasthoês gaat. Ik herhaal: iets waar heel Horst aan de Maas reikhalzend naar zou moeten uitkijken, is nu al vijf jaar een bron van vaagheid, verwarring, onbegrip en ergernis. ‘Het fundament van dit gebouw bestaat niet uit beton maar uit drijfzand’, aldus Peter Elbers (VVD). Hij kwalificeerde de door het gemeentebestuur afgelegde weg als ‘verwarrend, ondermaats, afkeurenswaardig’. Ik kan me daar alleen maar bij aansluiten.


Niet alleen het gemeentebestuur, ook de gemeenteraad valt het nodige te verwijten. Die heeft zich in meerderheid lijdzaam en stapje voor stapje laten meezuigen in het moeras. En zich willoos door het gemeentebestuur met de rug tegen de muur laten zetten. Waardoor er geen weg terug meer was. Waardoor de gemeenteraad dinsdag, ondanks tegenstemmen van D66+GroenLinks, SP en VVD, besloot nog maar eens ruim vier miljoen euro uit te trekken voor het ‘revitaliseren’ van ’t Gasthoês, bovenop de al eerder gereserveerde 12,5 miljoen. Zonder dat er – een jaar voor de opening! – duidelijkheid is over de exploitatie. En ook zonder dat er een bibliotheekvisie is. Waanzinnig.


Valt dit allemaal nog goed te maken? Een beetje dan. Hoe? Door ter compensatie van het ons aangedane leed Daito Manabe en zijn team van wiskundigen, dansers, media-artiesten, componisten en technici naar Horst te halen voor de opening van ’t Gasthoês en hen in de middenzaal Discrete Figures ten tonele te laten brengen. Ja, dat zal ongetwijfeld een lieve duit kosten, maar die kan er dan ook nog wel bovenop. En hebben we alsnog iets waar we reikhalzend naar uit kunnen kijken.

woensdag 3 april 2019

Intermezzo – Ryan (1)

1 Aprilgrappen vinden staat tegenwoordig zo ongeveer gelijk aan het zoeken naar een speld in een hooiberg. Kunt u zich voorstellen hoe blij verrast ik was toen ik eergisteren dacht die speld toch gevonden te hebben? Waar? Op de Facebookpagina van Hallo Horst aan de Maas (klik hier). Lees mee:
‘Ryan Palmen is officieel beëdigd als nieuwe burgemeester van gemeente Horst aan de Maas. Op maandagavond 1 april is Palmen benoemd. "Ik wil betrokken zijn bij mijn nieuwe gemeente. Daarnaast wil ik mij verbinden met Horst aan de Maas. Er ontbreekt een visie, die gaan we samen maken. Er hangen hele mooie jassen in Horst aan de Maas, maar de kapstok ontbreekt. Hier gaan we aan werken."’
Je hebt geslaagde 1 aprilgrappen en je hebt minder geslaagde 1 aprilgrappen. Met alle respect voor Hallo Horst aan de Maas maar ik vond dit een minder geslaagde 1 aprilgrap. Omdat ie zo doorzichtig is: natuurlijk gaat een nieuwe burgemeester in z’n installatierede niet natrappen naar z’n voorgangers en natuurlijk gaat een nieuwe burgemeester het zittende gemeentebestuur niet tegen z’n schenen schoppen. Kortom, typisch zo’n 1 aprilgrap waar niemand intrapt.


Benieuwd naar wat onze nieuwe burgervader bij z’n installatie op 1 april dan wel had gezegd, keek ik gisteren de installatieplechtigheid terug op de gemeentelijke website. Wat schetst mijn verbazing? Ryan deelde de door Hallo geciteerde brevetten van onvermogen wel degelijk uit en zei wel degelijk dat het Horst aan de Maas ontbreekt aan een visie en een kapstok (klik hier en ga naar 1.14.00).


Helemaal geen 1 aprilgrap dus van Hallo. Van wie dan wel? Van Ryan natuurlijk! Briljant! Met de nieuwe burgemeester van onze mooie gemeente zeg ik: ‘Verwacht u van mij niet dat ik overal om kan lachen, verwacht u van mij wel dat ik er de humor van in kan zien.’

maandag 1 april 2019

Top 5 – Fietskratten op station Horst-Sevenum

Schooltassen bestaan die eigenlijk nog? Ik bedoel van die ouderwetse: leer, bruinig, één handvat, twee of drie compartimenten, aan de voorzijde een vakje voor de schoolagenda en een vakje voor een pennenetui. Als kind van het schooltassentijdperk denk ik met afgrijzen terug aan de schooltas. De dagelijkse lading schoolboeken paste er meestal nauwelijks in en de bagagedrager was feitelijk te smal voor het ding. Als je de snelbinders niet héél evenwichtig over de lengte van de schooltas verdeelde, lag altijd het gevaar op de loer dat het hele zaakje bij het nemen van een hobbel op het fietspad naar één kant overhelde. Met alle gevolgen van dien.

Hoeveel gelukkiger zou mijn jeugd niet zijn geweest als ik het genot van een fietskrat had mogen smaken?


Ik moet bekennen dat het fenomeen fietskrat volledig aan mij voorbij is gegaan. Totdat ik onlangs op station Horst-Sevenum weer eens moest wachten op een vertraagde trein. Tja, wat doe je dan? Je verpoost eens wat in de fietsrekken. En daar zag ik het licht. Fietskratten here, fietskratten there, fietskratten everywhere. Everywhere? Maar dan toch vooral in Sevenum, zo werd me duidelijk bij enkele inspectierondjes de daaropvolgende weken. Telkens was de fietskrattendichtheid in de fietsrekken aan de Sevenumse kant van het spoor aanzienlijk groter dan die in de fietsrekken aan de Horster kant. Zijn Sevenumse jongeren dan zoveel chiller dan hun Horster leeftijdsgenoten? Of lopen Sevenumse jongeren juist hopeloos achter en verkeren hun Horster equivalenten alweer in een nieuwe (mij nog onbekende) fase?


Meer dan genoeg inleidende beschietingen, hier komt ie: de Horst-sweet-Horst top 5 van fietskratten op station Horst-Sevenum:

5.

Zou ik niet zijn opgegroeid in het schooltassentijdperk maar in het fietskrattentijdperk, dan zou mijn fietskrat er waarschijnlijk zo hebben uitgezien: saai en onopvallend.

4.

Nog niet meteen ruig (schooltassentijdperktaal), maar wel al een stuk cooler (fietskrattentijdperktaal?) dan nummer 5.

3.

Bruin, het nieuwe zwart!

2.

En toch zou ik een origineel veilingkistje nóg vetter hebben gevonden.

1.

Hoe chill kun je zijn? Gewoon die plastic tussenschotjes eruit gesloopt, dat is het werk!


Van een kind van het fietskrattentijdperk hoorde ik dat gesloopte bierkratten vóór op je fiets vandaag de dag je van het zijn. Mijn eigen waarnemingen lijken erop te duiden dat het fietsbierkrattentijdperk intussen alweer een gepasseerd station is: tijdens al m’n inspectierondjes op Horst-Sevenum (toch minstens vijf) is dit de enige fietsbierkrat die ik zag.