Posts tonen met het label Ger Driessen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Ger Driessen. Alle posts tonen

donderdag 23 januari 2025

Intermezzo – Greenport (3)

Een kleine vierduizend woorden wijdde de NRC afgelopen zaterdag aan Greenport Venlo en aan Vida XL, het grootste op Greenport gevestigde bedrijf. Gisteren volgde over hetzelfde onderwerp ook nog een podcast (beluister ‘m hier). Zowel artikel als podcast zijn zó alarmerend dat het beslist geen kwaad kan er hier nog even aan te refereren.


Greenport Venlo, wat is dat ook alweer? Een gigantisch bedrijventerrein tussen Blerick en Sevenum, in de voorbije vijftien jaar tot ontwikkeling gebracht door Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo. Aandeelhouders daarvan zijn de gemeenten Horst aan de Maas, Venlo en Venray en de provincie Limburg.

De NRC zaterdag: ‘Wie naar Greenport Venlo rijdt, stuit op een muur van gigantische blokkendozen.’ De krant doet vervolgens ragfijn uit de doeken hoe het allemaal zover is gekomen en hoe verwerpelijk het doen en laten van Vida XL is. Dat laatste laat ik hier buiten beschouwing, vooral omdat het me hier nu meer te doen is om de rol van de overheid en de politiek.


‘Het bedrijventerrein moest een voorbeeld voor Nederland worden, met hoogwaardige werkgelegenheid, agro- en maakindustrie en innovatieve startups’, aldus de NRC. Hoe anders blijkt de huidige werkelijkheid. Die bestaat uit onafzienbare blokkendozen, duizenden afgeknepen, slecht betaalde en erbarmelijk gehuisveste arbeidsmigranten, nauwelijks hoogwaardige werkgelegenheid en innovatieve startups, een verstoorde woningmarkt in de omliggende dorpen, nooit waargemaakte, hooggestemde landschaps- en duurzaamheidsambities, politici die bedrijven faciliteren, miljoenensubsidies voor bedrijven verstrekt door de provincie Limburg, dakloze arbeidsmigranten, gemeenten die moeten opdraaien voor de met de vestiging van arbeidsmigranten gepaard gaande kosten, voormalig gedeputeerde Ger Driessen die met ronkende praatjes aan de wieg stond van Greenport en er nu met zijn adviesbureau betrokken is bij de bouw en verkoop van woningen voor arbeidsmigranten. Ontluisterend allemaal.


Wat de NRC grotendeels buiten beschouwing laat, is de politiek. Die heeft het allemaal maar laten gebeuren. Illustratief is wat onze wethouder Eric Beurskens in 2023 zei over Greenport: ‘Ik denk dat we een beetje zijn overvallen in de loop der jaren door wat daar allemaal gebeurde.’ Overvallen? ‘Collectief in slaap gesust’ komt denk ik dichter in de buurt van de werkelijkheid. Het verontrustende is dat zowel de lokale als de provinciale politiek in grote meerderheid nog altijd niet wakker lijkt te zijn geschud en zelfs nu nog het economisch belang van enkelen laat prevaleren boven het welzijn van velen.

(Dit stukje verscheen in iets andere vorm gisteren ook in Via Horst-Venray)

woensdag 1 juni 2022

Intermezzo – De Vriendenreünie

Ik las De Vriendenreünie, het onlangs verschenen boek van Joep Dohmen en Paul van der Steen over de Limburgse bestuurscultuur in de afgelopen twee decennia. Bladzijde na bladzijde waaide een geur van bederf me tegemoet. Het stinkt in Limburg. In Maastricht. In Echt. In Susteren. In Roermond. In Horst aan de Maas. In Venray. En als het er nu niet meer stinkt, stonk het er, lang en heftig.


Nee, veel spectaculaire nieuwe onthullingen bevat De Vriendenreünie niet. De meeste in het boek beschreven bestuurlijke strapatsen waren al genoegzaam bekend. Die aan het licht gebrachte ontsporingen verspreidden destijds telkens een luchtje. Verzameld in het boek verspreiden al die luchtjes samen nu een ondraaglijke stank. Ontluisterend en verontrustend.


De arrogantie van de macht spat er vanaf. Net als de decadentie van de macht. En de zelfgenoegzaamheid van de macht. Maar wat vooral bijblijft na het lezen van De Vriendenreünie: de klefheid van de Limburgse macht. Het ons kent ons, het elkaar baantjes en opdrachten toespelen, het ritselen, het elkaar dekken, het samen in de kroeg regelen van wat niet geregeld zou mogen worden, het jij-doet-wat-voor-mij-dan-doe-ik-wat-voor-jou. En dat allemaal gecombineerd met het deprimerende aroma van nestgeur vermengd met spruitjeslucht.  


Het regent nu afleidingsmanoeuvres. Ger Driessen, Raymond Knops, Ger Koopmans, Jan Loonen: allemaal schreeuwen ze moord en brand over de berichtgeving en het boek van Dohmen en Van der Steen. Terecht? Daar moet de rechterlijke macht zich maar over uitspreken. Maar ook als er geen vuur mocht zijn: er is wel rook. Heel veel rook. En ook rook stinkt. Dat is misschien nog wel het meest verontrustende dat uit het boek spreekt: een slecht functionerend of zelfs geheel ontbrekend moreel kompas bij veel Limburgse bestuurders. ‘Alles wat niet verboden is, mag’, luidt de titel van een van de hoofdstukken. Het had ook de titel van het boek kunnen zijn. Het gebrek aan moreel besef, gekoppeld aan een gebrek aan tegenmacht en tegenspraak, leidt ertoe dat een grootgrondbezitter wethouder kon worden met grondzaken in zijn portefeuille, dat een gedeputeerde commissaris kon zijn bij een baggerbedrijf dat opdrachten krijgt van de provincie.


Laat je niet afleiden door de afleidingsmanoeuvres. Vraag je af waar deze bestuurscultuur vandaan komt. Bedenk wat eraan te doen valt. Waag je aan een bespiegeling over de vraag of dit slechts het topje van de ijsberg is. Koop dat boek. Zet een wasknijper op je neus. Lees dat boek.


Of kom volgende week woensdag, 8 juni, naar OJC Niks in Horst (Doolgaardstraat 34). Daar gaat filosoof en schrijver Lotte Spreeuwenberg namelijk met Joep Dohmen en Paul van der Steen in gesprek over De Vriendenreünie. Daaraan voorafgaand houdt commissaris van de koning Emile Roemer een inleiding over de Limburgse bestuurscultuur. Verdere gasten op deze door BiblioNu georganiseerde avond zijn voormalig SP-raadslid Michael van Rengs uit America en Teun Heldens uit Meijel, lid van Provinciale Staten en gemeenteraadslid in Peel en Maas namens de VVD. 

De gratis toegankelijke avond begint om 20.00 uur. De zaal is open vanaf 19.30 uur. Vanwege de beperkte capaciteit is aanmelding noodzakelijk: klik hier.

(Een ingedikte versie van dit stukje verscheen vandaag in Via Horst-Venray)

maandag 28 maart 2022

Intermezzo – Stoplichten (3)

Nu denk ik: ‘Was ik maar nooit begonnen over die stoplichten op de kruising Venrayseweg – Noordsingel.’


Maar in dit stadium het mes in het varken laten steken? Lastig. Wie had ook kunnen denken dat telkens nieuwe artikelen over juist deze kruising zouden opduiken uit de collectie krantenknipsels van een voormalig bewoner van de Oranjestraat?

Ik had afgelopen vrijdag het stukje over een krantenartikel uit januari 1997 met foto van een brigadierende Ger Driessen op de kruising (klik hier) nog niet gepubliceerd of ik stuitte op een knipsel uit De Limburger van 8 april 1998, ruim een jaar later. Dat verschaft meteen al in de eerste zin de zo vurig gewenste duidelijkheid over de datum van plaatsing van de stoplichten ter plekke: ‘Ongeveer een maand geleden plaatste de gemeente Horst stoplichten op het Horster kruispunt Venrayseweg/Noordsingel.’


Vrijdag vroeg ik me nog af: ‘Zou het heel misschien zo kunnen zijn dat het brigadieren onvoldoende effect had en dat de kruising in 1997 of 1998 daarom alsnog is voorzien van stoplichten?’ Nu is duidelijk dat het antwoord op die vraag ‘ja’ moet luiden. Grappig is wel dat uit het artikel van 8 april 1998 blijkt dat de stoplichten, waar zo verlangend naar was uitgekeken, meteen tot allerlei vormen van ongenoegen leidden. Denk aan klachten over een te korte oversteektijd, te vaak rood, een toename van geluidsoverlast en uitlaatgassen en onbegrip over het feit dat gemotoriseerd en ongemotoriseerd verkeer tegelijkertijd groen kregen.


Hoe dan ook staat nu vast dat de kruising Venrayseweg – Noordsingel eind februari of begin maart 1998 van stoplichten is voorzien. Resteert de vraag waar en wanneer in de toenmalige gemeente Horst de eerste stoplichten verschenen. Er zijn mensen die beweren dat de primeur was weggelegd voor de Meldersloseweg, ter hoogte van de op- en afritten van de A73. Ik geloof dat pas als diezelfde mensen kunnen aantonen dat die stoplichten eerder werden geplaatst dan die op de kruising Venrauseweg – Wittebrugweg. Zo lang ze dat niet kunnen, houd ik het erop dat de stoplichten op de kruising Venrayseweg – Wittebrugweg de eerste van Horst waren.

vrijdag 25 maart 2022

Intermezzo – Stoplichten (2)

Altijd link als je beweert iemand te kennen. En al helemaal als die iemand de naam Ger Driessen heeft. In een stukje over de stoplichten op de kruising Venrayseweg – Noordsingel in Horst (klik hier) schreef ik precies een maand geleden: ‘Ger Driessen een beetje kennende zijn die stoplichten er in 1993 of 1994 gewoon gekomen.’ Nu blijkt dat Ger Driessen nog aanzienlijk onnavolgbaarder is dan ik altijd al dacht: die stoplichten waren er zelfs in januari 1997 nog niet!


Korte samenvatting van dat stukje van vorige maand: in de collectie krantenknipsels van een voormalig bewoner van de Oranjestraat trof ik een artikel uit Dagblad De Limburger van 31 maart 1993 aan over de herinrichting van de kruising Venrayseweg – Noordsingel. Buurtbewoners keerden zich tegen de plaatsing van stoplichten. Ger Driessen, verantwoordelijk wethouder, betoonde zich juist warm voorstander. Hij beloofde de zaak nog eens te bekijken – en ik ging er voetstoots vanuit dat meneer zich niets gelegen zou laten liggen aan de buurtbewoners. Volkomen ten onrechte, zo ontdekte ik vandaag: Ger moet zich wel iets gelegen hebben laten liggen aan de buurtbewoners want de stoplichten kwamen er (nog) niet. Mea culpa.

In diezelfde collectie kwam ik vanmiddag een knipsel tegen uit De Limburger van 7 januari 1997. Daarin valt te lezen dat verkeersbrigadiers ervoor gaan zorgen dat schoolkinderen de kruising Venrayseweg – Noordsingel veilig kunnen oversteken. De oversteek zou op dat moment levensgevaarlijk zijn, aldus een groot aantal ouders uit de wijk De Risselt. Verder meldt de krant: ‘Rond 8.30 uur maakte wethouder G. Driessen gistermorgen zijn debuut als brigadier. Op die manier wilde hij laten blijken dat de gemeente de kwestie ter harte gaat.’


Uit het artikel blijkt voorts dat de gemeente verdere maatregelen, zoals het plaatsen van stoplichten, afwacht totdat de effecten van het brigadieren duidelijk zijn. Ik moet opletten met het uitspreken van vermoedens als het om stoplichten en Ger Driessen gaat. Maar toch: zou het heel misschien zo kunnen zijn dat het brigadieren onvoldoende effect had en dat de kruising in 1997 of 1998 daarom alsnog is voorzien van stoplichten?


Overigens zou het me na vandaag nóg minder verbazen als de stoplichten op de kruising Venrayseweg – Wittebrugweg de eerste Horster stoplichten waren.

zaterdag 26 februari 2022

Intermezzo – Stoplichten (1)

Waar in Horst stonden de eerste stoplichten (verkeerslichten schijn je officieel te moeten zeggen, maar wtf)? Typisch zo’n vraag die de stemming op een verjaardagspartijtje kan doen omslaan van gemoedelijk in grimmig. ‘In een woning aan de X-straat, waar de verjaardag van Y werd gevierd, raakten de gemoederen gisteravond dusdanig verhit dat politie-ingrijpen noodzakelijk was’, lees je dan de volgende dag op Nieuws uit Horst aan de Maas of in de krant.


Mijn geheugen geeft mij in dat de eerste stoplichten in Horst verschenen op de kruising Venrayseweg – Wittebrugweg, bij wat toen nog De Oude Lind heette. Maar sommige mensen uit mijn nabije omgeving worden niet moe mij te wijzen op mijn haperende geheugen. Een deel van hen behoort tot de school die er heilig van overtuigd is dat de kruising Venrayseweg – Noordsingel de primeur had op Horster stoplichtengebied.


Ook de vraag waar de eerste Horster stoplichten verrezen moet je eigenlijk niet met de waarheid willen verpesten. Zal ik daarom niet doen. (Niet uit te sluiten valt trouwens dat iemand dat ooit al heeft gedaan en me daar naar aanleiding van dit stukje fijntjes op zal wijzen.) Op basis van een uit de collectie krantenknipsels van een voormalig bewoner van de Oranjestraat opgediept artikel uit Dagblad De Limburger durf ik nu wel het sterke vermoeden uit te spreken dat de kruising Venrayseweg – Noordsingel in 1993 of 1994 is voorzien van stoplichten.


In dat artikel noemt verkeerskundige J. van Grinsven het overigens geen verkeers- of stoplichten maar ‘rijlichten’ – wat ik op basis van eigen ervaringen een flagrante ontkenning van de werkelijkheid zou willen noemen.


Het artikel verscheen in de krant van 31 maart 1993. Aanleiding was een informatieavond over de herinrichting van de kruising. Omwonenden spraken daar hun verontrusting uit over de voorgenomen plaatsing van stoplichten. Ze vreesden opstoppingen. Bovendien voorzagen ze sluipverkeer in de Norbertuswijk en op de Gastendonkstraat en Wittebrugweg. Verantwoordelijk wethouder Ger Driessen betoogde dat de stoplichten juist voor meer veiligheid en een betere verkeersafwikkeling zouden zorgen. Desondanks beloofde hij de noodzaak van stoplichten nog eens te bekijken:
‘Misschien zijn ze nu niet nodig, maar het verkeer neemt de komende jaren alleen maar toe. Over enkele jaren kunnen we niet meer zonder.’
Houd me ten goede, maar Ger Driessen een beetje kennende zijn die stoplichten er in 1993 of 1994 gewoon gekomen. Hoe dan ook moet De Grote Visionair worden nagegeven dat we inmiddels inderdaad niet meer zonder kunnen.

woensdag 18 augustus 2021

Intermezzo – Een Horster weg in Haïti (2)

Begin jaren vijftig legde het Horster wegenbouwbedrijf Janssen de Jong een weg aan in Haïti (klik hier). Ruim vijftig jaar later schreef ik daarover een boek, waarin de aandacht vooral uitging naar de belevenissen van de medewerkers van Janssen de Jong in Haïti. Een van de mensen met wie ik sprak was machinist en uitvoerder Kuëb Rongen (1928-2009), die van 1945 tot 1993 werkzaam was bij Janssen de Jong. Hierbij enkele fragmenten uit dat gesprek.

Over de voorbereiding
‘Niemand was verplicht mee te gaan, maar er was in die tijd heel weinig werk. Ik was 24, niet getrouwd, dus het was toch wel een hele belevenis. We werden er totaal niet op voorbereid. Je wist gewoon dat je de wildernis inging, meer niet. Er werd helemaal niet bij stilgestaan of het een zwaar karwei zou worden. Toen we er in het begin zaten dacht ik dat ik het er nog geen twee weken uit zou houden, zo warm was het. 48 graden was geen uitzondering.’

Kuëb Rongen poseert in Haïti voor een zogeheten grader.
Over de heenreis
‘Jo de Jong kwam bij me: ik kon met het vliegtuig gaan of met de boot. Ik vroeg hem wat dit inhield. Hij kon dat heel mooi vertellen. Hij zei dat de boot in elke haven aanlegde en dan in Zuid-Frankrijk in een haven zou blijven liggen totdat het mooi weer was om dan, hop, de oversteek te maken. Dat sprak me wel aan. In werkelijkheid voer het schip vanuit Rotterdam rechtstreeks naar de Azoren. Het schip was een coaster, de Ariel. Dat was zo’n schuit die je hier wel over de Maas ziet varen. We waren een maand onderweg. Ik ben soms zo ziek geweest, dat ik hoopte dat het schip zou vergaan.’

Kuëb Rongen in 2007 op de foto met een Caterpillar die in Haïti werd gebruikt.
Over het werk
‘Het materiaal was absoluut niet geschikt voor het werk daar. We werkten ook teveel met oude spullen. Later is er nieuw materiaal uit de Verenigde Staten gekomen. In de regenmaanden was er soms zeventig procent verlet. Als het er regende, dan regende het ook goed. Dan kon je echt niet verder dan twintig meter kijken. We hadden zelf geen grondstoffen. Om de viaducten te maken, moesten met emmers stenen worden gezocht. Daar werd de plaatselijke bevolking voor ingeschakeld. Ze droegen de emmers op hun hoofd. De inlanders kwamen gewoon op het werk af, er heerste een enorme werkloosheid.’

Op het strand in de baai bij Fort Liberté. Van links naar rechts Piet Schoeber, Kuëb Rongen, Wim van Helvoort en Huub Lenssen.
Over de Haïtianen
‘De communicatie met de inwoners daar verliep in het begin heel moeizaam. Ze hadden hun eigen Creoolse taal en daarnaast spraken ze Frans. Het heeft wel een tijdje geduurd voordat dat een beetje ging lopen. Mensen hadden er heel weinig of geen school gehad. Vrouwen zaten er in de verdrukking. Dat waren nog echte slaven. Er waren mannen met meerdere vrouwen. De burgerlijke stand bestond er niet. Als je mensen vroeg hoe oud ze waren, wisten ze sowieso de datum al niet. Maar ze gingen dan aan het rekenen: “Toen ik vroeger klein was, weet ik nog dat er die of die president was.” Die presidenten bleven nooit lang, dus zo konden ze toch min of meer uitrekenen hoe oud ze waren.’

Van links naar rechts Kuëb Rongen, Grad Driessen en Piet Schoeber ontspannen in de tuin van een hotel in Port-au-Prince.
Over de zondagen
‘Op zondag waren we meestal vrij. We waren toen nog zo gelovig dat we dan naar de kerk gingen. In Trou was een Belgische pater die wekelijks de mis deed. Het kerkje lag vlak bij ons verblijf. Vanuit bed keken we zo op het altaar. De pater kwam elke zondag bij ons eten. Op zondag ging ik ook wel eens naar zee, met Piet Schoeber en Huub Lenssen. Grad Driessen ging de zee niet in. We gingen ook vaak mee op de boot van Jo en Nelly de Jong om te vissen.’

Van links naar rechts Kuëb Rongen, Piet Schoeber, Johan de Jong, Toon Geurtjens en Jo Janssen op de foto met de Belgische pater.
Over het contact met het thuisfront
‘De communicatie met Nederland verliep moeizaam. Telefoon was er niet, het meeste contact verliep per brief en af en toe eens een telegram. Ik had in die tijd een vriendin, we schreven elkaar brieven. Grad Driessen kreeg op een gegeven moment een telegram. “Kind geboren, alles goed”, stond erin. Maar of het nu om een zoon of dochter ging, stond er niet in! Het heeft nog weken geduurd voordat hij erachter kwam dat hij vader was geworden van een zoon, Ger.’

Kuëb Rongen (tweede van links) klaar voor de terugreis met de Dakota die enkele weken later zou verongelukken.
Over de terugreis
‘Iedereen ging met het vliegtuig terug, niemand meer met de boot. De reis ging met een Dakota, de Willem Bontekoe, en duurde alles bij elkaar ook nog een week. Dat vliegtuig is een week later in zee gestort, wij hebben er de een na laatste vlucht mee gemaakt. Begin augustus 1954 kwamen we op Schiphol aan. Piet Schoeber kwam ons ophalen, daar zijn we mee naar Horst gereden. De vlag hing niet uit en er was ook geen speciaal welkom. Na thuiskomst heb ik veertien dagen vakantie gehad en daarna begon het gewone werk weer.’

woensdag 31 maart 2021

Intermezzo – Integriteit

Twee jaar geleden de voormalige Limburgse gedeputeerden die baantjes kregen toegeschoven van de gemeente. Vorig jaar de staatssecretaris uit Hegelsom met een omstreden gronddeal. In januari de Venrayse wethouder met een omstreden gronddeal. Vorige week de schandalige zelfverrijking van de voormalige Limburgse gedeputeerde. Vorige week de twee Limburgse gedeputeerden en de commissaris van de koning die hadden zitten te slapen bij de schandalige zelfverrijking van de voormalige Limburgse gedeputeerde. En dan ook nog het gore lef hebben om moraliteit te prediken. (Ger Koopmans: ‘Er is ook nog zoiets als moraliteit: mag je elke mogelijkheid te baat nemen die de overheid je biedt?’)


Houdt het dan nooit op? Zijn er überhaupt nog Limburgse politici waarvoor je je hand in het vuur durft te steken? Die integer en naar eer en geweten handelen? Toch wel, Richard van der Weegen was zo iemand. Denk ik, zeker weten doe je het nooit, van niemand. U kent hem niet, Richard van der Weegen? Valt u nauwelijks kwalijk te nemen. Het trieste lot van politici die niet sjoemelen en die niet zelfpromotie tot hoogste doel hebben verheven, maar datgene waar het om gaat: de inhoud.


Richard van der Weegen was vijftien jaar gemeenteraadslid in Horst aan de Maas namens de PvdA. Vorige week nam hij afscheid. De gemeenteraad zal ‘m gaan missen. Gekscherend hield burgemeester Ryan Palmen hem vorige week voor dat zijn bijdragen regelmatig aan de lange kant waren geweest. Zelfs als dat al zo is: hoe lang hij misschien ook aan het woord was, hij had altijd iets te zeggen. In heldere bewoordingen en beargumenteerd. Zijn dossierkennis was ongeëvenaard. Bovendien was hij vasthoudend. En als sterk debater – een zeldzaamheid in de gemeenteraad van Horst aan de Maas – wist hij wethouders het vuur na aan de schenen te leggen. Onvergetelijk zijn discussies met voormalig wethouder Leon Litjens over het Nieuw Gemengd Bedrijf. Gerede kans dat Don Leon daar ’s nachts nog wel eens gillend van wakker wordt.


Viel er dan helemaal niets aan te merken op Richard van der Weegen? Jawel, hoor. Hoe treffend zijn analyses doorgaans ook waren, als het op stemmen aankwam voegde hij zich naar mijn smaak iets te vaak naar het college van burgemeester en wethouders. Dat is inderdaad het trieste lot van gemeenteraadsleden van een coalitiepartij, maar toch. Wat me ook zo nu en dan stak was zijn gevit op de andere linkse partijen, D66+GroenLinks en vooral de SP. Verder heb ik hem wel eens verweten dat hij soms roomser dan de paus wilde zijn. Hyper integer dus. Dat verwijt trek ik bij dezen graag in: beter hyper integer dan een beetje integer.

(Een ingekorte versie van dit stukje verscheen vandaag in Via Horst-Venray)

zaterdag 9 januari 2021

Intermezzo – Gronddeal

De gemeente Venray en het Waterschap Limburg gaan onderzoek doen naar de rechtmatigheid van een grondaankoop voor privédoeleinden door de Venrayse wethouder Jan Loonen (CDA). Dit naar aanleiding van een publicatie vandaag in NRC Handelsblad. Die is gestoeld op speurwerk van zowel NRC als het Venrayse weekblad Peel en Maas. Je kunt denken ‘Oh, dat is Venray, dat raakt ons hier in Horst aan de Maas niet’. Maar dat is fout gedacht. En wel hierom:


1. De gronddeal werd beklonken door Ger Driessen, inwoner van Horst aan de Maas, toenmalig voorzitter van het Waterschap Limburg, voormalig Horster wethouder en voormalig Limburgs gedeputeerde. ‘Ik zie elk onderzoek met vertrouwen tegemoet’, aldus Driessen in NRC. Kan ik me goed voorstellen: als ervaringsdeskundige in dit soort akkefietjes heeft Ger nog nooit op de blaren hoeven zitten. Slim als hij is, zal hij er in juridisch opzicht ook ditmaal wel weer ongeschonden vanaf komen. Alleen heb je als publiek functionaris een verantwoordelijkheid die verder reikt dan het puur juridische aspect. Denk aan het ethische, het morele aspect. En aan de vraag of je het gemeenschappelijke belang wilt dienen of het individuele. Waar rook is, is niet altijd vuur. Maar je moet behalve vuur ook rook zien te voorkomen. Dat lijken Ger, Jan, die andere Ger, Raymond en noem nog zo maar wat CDA’ers op, niet altijd te beseffen.


2. De Venrayse burgemeester Luc Winants (CDA) heeft druk uitgeoefend op Peel en Maas om het artikel over wethouder Loonen afgelopen donderdag niet te publiceren. De gemeente Venray is de belangrijkste adverteerder in Peel en Maas. Dat verklaart waarschijnlijk mede waarom uitgever Christ van den Munckhof is gezwicht voor Winants. Dat een burgemeester zich bemoeit met de inhoud van een weekblad is op zich al hoogst verwerpelijk, maar helemaal als hij ook nog eens een machtpositie heeft. Juist een burgemeester, juist een gemeente dient pal te staan voor persvrijheid. Wat dit van doen heeft met Horst aan de Maas? Hier is de gemeente de belangrijkste adverteerder in Hallo Horst aan de Maas. Onlangs werd wethouder Rudy Tegels (CDA) in het weekblad beschuldigd van aantasting van de persvrijheid (klik hier). Die beschuldiging hangt bij mijn weten nog steeds boven de markt en dat maakt mijn vertrouwen in een volledig onafhankelijke verslaggeving door Hallo er niet groter op.   


3. Burgemeester Winants in NRC: ‘Ik steek mijn hand voor Jan Loonen in het vuur.’ En in De Limburger: ‘Desondanks zullen we als gemeente een intern onderzoek doen om alle twijfels weg te halen.’ Het onderzoek moet nog worden verricht, maar de uitkomst staat al vast. Precies dezelfde burgemeesterlijke reflex als in Horst aan de Maas vorig jaar bij publicaties over een gronddeal van Raymond Knops (klik hier). Voor Jan Loonen geldt wat voor Raymond Knops gold: alleen een onafhankelijk extern onderzoek kan de lucht klaren. Dat dit in Horst aan de Maas niet is gebeurd, is uitermate triest. Dat Winants in De Limburger verklaart bereid te zijn tot een extern onderzoek als de fractievoorzitters daarom vragen biedt voor Venray en Jan Loonen nog een sprankje hoop. Aan de Venrayse fractievoorzitters om te tonen of ze meer mans zijn dan hun Horster collega’s.

donderdag 5 november 2020

Intermezzo – Californië 2

2 uur, 12 minuten en 15 seconden. Zo lang sprak de gemeenteraad van Horst aan de Maas vorige week dinsdag over bestemmingsplan Californië 2. Zeker gezien de huidige situatie waarin vertier niet voor het oprapen ligt, zou ik u dringend willen adviseren die 2 uur, 12 minuten en 15 seconden uit te gaan zitten (klik hier en ga naar 1.33.05) en vervolgens zelf een oordeel te vellen. Hier alvast wat inleidende beschietingen.


Waar gaat het om? Californië 2 is een gebied van 68 hectare dat ruwweg wordt begrensd door Dijkerheideweg, Sint Jorisweg en Grubbenvorsterweg. Een grote groenteverwerker waarvan de naam niet mag worden genoemd, met een adviseur waarvan de naam niet mag worden genoemd, wil er een bedrijf vestigen. Dit gaat bestaan uit glastuinbouw, groenteverwerking en huisvesting van arbeidsmigranten. Voordat het zover is moet eerst een bestemmingsplan worden vastgesteld. Dit gebeurt in de raadsvergadering van komende dinsdag. Vorige week besprak de gemeenteraad het alvast oriënterend.


Verkeersafwikkeling, landschap, natuur, kwaliteit van werkgelegenheid, aantasting van woongenot, energievoorziening, huisvesting van arbeidsmigranten, verdozing: zo maar wat aspecten die buurtbewoners en gemeenteraadsleden te berde brachten. De wethouders Eric Beurskens (Essentie) en Roy Bouten (PvdA) beantwoordden de voor hen bestemde vragen naar genoegen van in elk geval de raadsleden. Hoe anders was het, andermaal, met wethouder Rudy Tegels (CDA). Om te beginnen zette hij de buurtbewoners weg als een onbetrouwbare gesprekspartner. Zelfs als dat al zo zou zijn (wat nog maar de vraag is, gezien de heftige reactie van de insprekende buurtbewoner) dan nog kun je je afvragen of een iets diplomatieker optreden uiteindelijk niet constructiever is.


Maar de wethouder schoffeerde ook de gemeenteraad door vragen niet of onvolledig te beantwoorden en door steeds weer argumenten voor zijn uitspraken achterwege te laten. Er kwamen geen adequate antwoorden op volstrekt legitieme vragen als ‘Kunt u uitleggen waarom dit bedrijf geen kwantitatieve maar een kwalitatieve toevoeging is?’, ‘Waarom kunnen de drie activiteiten van het bedrijf niet op drie verschillende locaties plaatsvinden?’, ‘Waarom wordt via een achterdeur mogelijk toch plaats geboden aan logistieke bedrijven in dit gebied?’, ‘Waarom kan dit plan niet op een later moment in behandeling worden genomen?’. De reactie van de wethouder kenmerkte zich telkens door een heel hoog we-doen-dit-zo-omdat-we-dit-zo-doen-gehalte. Verder bleef hij maar benadrukken dat het om een uniek bedrijf gaat.


De hele beschamende vertoning roept de vraag op wie hier eigenlijk de regie voert: de gemeente? Of de groenteverwerker waarvan de naam niet mag worden genoemd met de adviseur waarvan de naam niet mag worden genoemd?  


Kan de wethouder nu z’n borst nat maken voor de raadsvergadering van komende dinsdag? Mwah, dat valt nog te bezien. Hoezeer Kay Thijssen (Essentie) en Richard van der Weegen (PvdA) de wethouder ook onder vuur namen, ik ga er vanuit dat ze genoegen zullen nemen met hier en daar wat aanpassingen en toezeggingen. Voor de felste criticasters, Henk Kemperman en Thijs Lenssen (D66+GroenLinks), kon dat wel eens anders liggen. De SP stemt sowieso tegen lijkt me, CDA en VVD vóór. Komt dus wel goed voor de wethouder. Helaas.

zondag 24 mei 2020

Intermezzo – Stank (2)


als je continu in de stank zit
ruik je niet meer dat het stinkt

stront laat je van je afglijden
ja, je stinkt
maar niemand die het ruikt

je besmeurt je marionetten met stront
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

je doet geen deksel op de beerput
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

je stopt de beerput zo vol als je wilt
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

je leegt de beerput nooit
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

je legt de rode loper uit
voor de grootste stinkerd van allemaal
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

met je vriendjes bedenk je plannetjes
om mensen in de stank te laten wonen
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

met je vriendjes bedenk je plannetjes
om zelf goedkoper in de stank te gaan wonen
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

met je vriendjes en je marionetten schreeuw je van de daken
dat het in 2025 nergens zo lekker stinkt als bij ons
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

met je vriendjes en je marionetten geef je de grootste stinkerd van allemaal een prijs
ja, dat stinkt
maar niemand die het ruikt

tegen iemand die zegt dat het stinkt
zeg je dat hij het niet begrijpt
want je ruikt niet dat het stinkt

tegen iemand die zegt dat het niet stinkt
zeg je dat hij het tenminste begrijpt
want je ruikt niet dat het stinkt

want als je continu in de stank zit
ruik je niet meer dat het stinkt

maandag 1 juli 2019

Top 5 – Mogelijke vertalingen van de Koreaanse tekst op het Sint-Lambertusplein

Help! Is er misschien iemand in de zaal die het Koreaans machtig is? Gisteren deze tekst waargenomen aan de Steenstraatzijde van het Sint-Lambertusplein:


Zo lang zich niemand meldt die alle ins en outs van het Koreaans kent, zullen we het helaas met onze eigen interpretaties moeten doen. Komt ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van mogelijke vertalingen van de Koreaanse tekst op het Sint-Lambertusplein:


5. ‘Donald Trump heeft definitief bewezen een grote klootzak te zijn door voet te zetten op Noord-Koreaanse bodem.’

4. ‘Nu Horst een regenboogzebrapad heeft, telt het pas echt mee in deze wereld.’

3. ‘Mooi plein hoor, maar kan die f…ing muziek bij die fontein alsjeblieft als de wiedeweerga worden uitgezet?’

2. ‘Zó zeg, die Ger Driessen van jullie heeft het allemaal weer eens handig geritseld, met die drie ton van de provincie!’

1. ‘In Korea hebben we net als jullie in Horst honden die zittend kunnen plassen.’


Overigens is het natuurlijk ook niet helemaal ondenkbaar dat een of andere Horster lolbroek na een avondje doorzakken wat vage symbooltjes op het plein heeft gekalkt en daar tussen haakjes ‘Korean’ onder heeft gezet.  

donderdag 7 februari 2019

Top 5 – Vragen bij de verhuizing van de Rabobank naar het gemeentehuis

‘Rabobank is sterk verbonden met de regio en wil meer zijn dan een bank. Ontmoeten en verbinden staan centraal in onze huisvesting. We blijven het pand huren aan Kerkeveld 21 in Horst centrum waar onze inwoners terechtkunnen voor hun dagelijkse bankzaken. Naast deze locatie gaan we ons midden in de gemeenschap vestigen, ín het gemeentehuis van Horst aan de Maas. Met het tijdelijk betrekken van het gemeentehuis is een mooie locatie gevonden om onze dienstverlening in Horst aan de Maas voort te zetten. Het is een zichtbare, duurzame en unieke ontmoetingsplek voor het marktteam Horst en onze klanten.’
Aldus Edwin de Bruijn, directeur Rabobank Horst Venray, in een bericht dat gisteren verscheen op de website van de bank. Daarin heet het verder:
‘De gemeente Horst aan de Maas stelt vanaf maandag 11 februari een ruimte in het gemeentehuis beschikbaar voor de Rabobank, voor adviesgesprekken op afspraak. Gemeente en Rabobank hebben hiervoor een tijdelijke overeenkomst gesloten.’

Ik kon m’n ogen nauwelijks toen ik het allemaal las, maar het staat er toch echt (klik hier). Het roept bij mij een karrevracht aan vragen op. Mijn top 5 van vragen bij de verhuizing van de Rabobank naar het gemeentehuis:

5. Is het geen gemiste kans dat een ‘unieke ontmoetingsplek’ uitsluitend voor adviesgesprekken op afspraak wordt gebruikt? Is dat geen héél beperkte opvatting van het begrip ontmoetingsplek?


4. Wat wil die zichtbaarheid en duurzaamheid van deze ‘unieke ontmoetingsplek’ eigenlijk zeggen? Hoe gaat die zichtbaarheid zich uiten? In een Rabovlag aan de gevel van het gemeentehuis? En wat is er duurzaam aan het gemeentehuis? Wat maakt het gemeentehuis duurzamer dan eender welk kantoorgebouw?

3. Waarom wil de Rabobank uitgerekend in het gemeentehuis zitten? Was er geen andere kantoorruimte beschikbaar? Was het misschien ook een overweging dat de lijntjes naar ambtenaren en gemeentebestuur op deze manier nog korter worden? Of heeft juist de gemeente en niet de Rabobank het initiatief genomen?


2. Wat moet worden verstaan onder ‘beschikbaar stellen’ en ‘een overeenkomst’? Gaat het om een marktconform huurtarief? Gratis beschikbaar stellen? Een symbolische vergoeding?


1. Welke overwegingen heeft de gemeente Horst aan de Maas in vredesnaam om een ruimte in het gemeentehuis beschikbaar te stellen aan een bedrijf? En dan ook nog aan een bank waarmee ze zaken doet? Moet de overheid er niet alles aan doen om (de schijn van) belangenverstrengeling en partijdigheid te voorkomen? Wat zijn de criteria om in aanmerking te komen voor een ruimte in het  gemeentehuis? Zijn de Triodosbank, een escortbureau, een makelaarskantoor, het adviesbureau van Ger Driessen of de peuterspeelzaal – om maar eens paar dwarsstraten toe noemen – bijvoorbeeld ook welkom?

maandag 19 maart 2018

Helden in ons buitengebied (3) – Als iemand al die jaren

Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) wil in een drietal artikelen op Horst-sweet-Horst laten zien hoe flinke delen van onze gemeentelijke bevolking in toenemende mate de dupe worden van het politiek-economische beleid in ons buitengebied. Hoe die burgers terechtkomen in een harde en afmattende strijd met het almachtige blok van overheid, politiek en ondernemer. Hoe dat gevecht een zware wissel trekt op hun persoonlijke levens. Welke moed, inzet en volharding nodig is om voor de goede zaak te blijven vechten. In het uiteindelijke belang van een mooi landschap en goede gezondheid voor ons allemaal. Vandaag het derde en laatste artikel (klik hier en hier voor de twee eerdere), over Thea Lemmen uit Sevenum, lid van de Werkgroep Kleefsedijk:

Als iemand al die jaren

Als iemand er daags na een gemeenteraadsvergadering helemaal doorheen zit en toch het gevoel voor humor niet kwijt is.

Als iemand 12 jaar in schrijnende en machteloze onzekerheid verkeert als gevolg van de mogelijke komst van een enorm varkensbedrijf.

Als iemand trots is op ’t Zearumse Kleaf en zijn solidaire bewoners.

Als iemand de moed en het lef heeft om het zonder aarzelen tegen de ondernemer op te nemen, ook als die het kanon Ger Driessen in stelling brengt.


Als iemand zich druk maakt over diverse mensen in de buurt die hun huis niet meer fatsoenlijk kunnen verkopen, terwijl dat hun pensioenverzekering was.

Als iemand al die jaren een belangenvertegenwoordiger, kennisdrager en spreekbuis van een hele buurt in verzet is.

Als iemand dat allemaal al die jaren onbezoldigd doet en dat zelfs deed toen ze ernstig ziek was.

Als iemand door haar optreden de gezondheids-, landschaps- en natuurbelangen in onze gemeente behartigt door het onderwerp megastallen en mestvergisters op de politieke agenda te zetten.

Als iemand tabak van de hele situatie heeft en wil dat het ophoudt.

Jan Duijf Kloosterstraat

maandag 1 januari 2018

Intermezzo – 2017

Minst actieve boerderij: Kasteelboerderij
Trouwste Horst-sweet-Horst-liker: Frank Schijven
Nadrukkelijkst onnadrukkelijk aanwezig: Ger Driessen
Witste hekwerk: Smaalbrughekwerk


Apartste monumentonthulling: 7 oktober in Kronenberg
Fantastischte festival: WaaRomney
Onbegrepenste Horster woord: brötele
Inspirerendste club: Zeen
Langharigste bladkorf: Mevrouwsbosweg, Hegelsom


Vaardigste regels-aan-de-laars-lapper: Van Dijck Groenteproducties
Parmantigste naam: Grandorse
Mildst gekruid: Mild Gekruid
Minst gelezen Horst-sweet-Horst-stuk: Little Italy in America
Bijzonderste kunstwerk: Sanne Aben op WaaRomney


Bedreigdst: het Horster landschap
Horst-sweet-Horst het vaakst het bloed onder de nagels vandaan halende Horster politicus: Raymond Knops (voor het 76e jaar op rij)
Meest gelezen stuk op Horst-sweet-Horst: top 5 – Braakplakkaten hedenmorgen waargenomen in het Horster centrum
Burgervaderst: Kees van Rooij
Koninklijkste kerstversiering: Spoorstraat 10, Tienray


Vetste palletbouwwerkkunstenaar: Micky Verhaegh
Betreurdste eik: Meerweg, Kronenberg


Favorietste trein: gifttrein
Gecraqueleerdste zeikton: Zwarte Plakweg, America 


Bedenkelijkste raadsdebat: Kloosterhofdebat
Veelbelovendste gemeenteraadslid: Jim Weijs
Misbruiktste woord: verrommeling
Gemistste buis:


Strijdbaarst: Andries Brantsma
Chillste danceparty: The Village Warehouse
Coolste pakkers: zwerfafvalpakkers
Verrassendste borduurkunstkunstwerk: Dissection HK11049-16pix1/9L van Erik van Maarschalkerwaard


Overbodigste station: Grubbenvorst
Heiligste ex-Horstenaar: ome Kees
Out of the picturest: Afslag 10
Apartste Horster De Stijl-hommage: Zwarte Plakweg, America


Geprefereerdste dop: wieldop
Gezaghebbendste gemeenteraadslid: Eric Beurskens
Intrigerendste gebouw: blijft nog even geheim