Posts tonen met het label begraafplaatsen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label begraafplaatsen. Alle posts tonen

woensdag 23 april 2025

Intermezzo – Database begravenen op Oud Kerkhof

Jan van de Meerendonk is vrijwilliger bij Museum De Kantfabriek en bij AEZEL (Archief voor Erfgoed van Zuid-Nederlandse Eigendommen en Leefgemeenschappen, klik hier). We mailen wel eens met elkaar. Onlangs berichtte Jan me dat hij bezig was de gegevens van het bevolkingsregister van Horst te koppelen aan de personen die zijn begraven op het voormalig kerkhof aan de Kloosterstraat in Horst. Dit digitale bestand ging bovendien een foto van het graf van elke overledene bevatten plus, voor zover voorhanden, een foto van het bidprentje van elke overledene. Voorwaar een arbeidsintensieve klus. Ik sprak mijn respect daarvoor uit en vroeg Jan om me een seintje te geven als alles klaar was.


Zaterdag kwam dat seintje. Uiteraard surfte ik meteen naar Aezel.eu (klik hier, klik in het menu rechts op ‘zoek’ en vul vervolgens bij ‘plaats’ Horst in). En inderdaad, het wonder is geschied! Van 514 mensen die zijn begraven op het kerkhof vind je naam, voornamen, geboorte- en overlijdensdatum en -plaats, naam partner (indien van toepassing), locatie van het graf, foto van het graf en een foto van het bidprentje (indien voorhanden).


Neem bijvoorbeeld Gijs Boekestein, legendarisch voetballer en verenigingsman, die op woensdag 22 januari 1936 om het leven kwam bij een motorongeluk op de hoek Jacob Merlostraat-Herstraat. Zoek je zijn naam dan wordt de locatie van zijn graf automatisch gemarkeerd op de plattegrond. Verder kom je er achter dat hij op 6 oktober 1898 werd geboren, dat hij was gehuwd met Beatrix Jozefina Wilhelmina Soberjé en dat hij ligt begraven in het graf met nummer 222.


Op zijn bidprentje lees je: ‘Hoe gaarne had hij nog lang gewerkt voor zijn dierbare echtgenoote en lieve kinderen, die hem alles waren en voor wie hij alles over had.’


Ander willekeurig voorbeeld: Anna Leonora Cuppen. Graf nummer 63.


Geboren op 1 november 1921. Overleden op 26 november 1944, 23 jaar jong. ‘Oorlogsslachtoffer’, ben je dan geneigd te denken. Maar het zat toch anders, blijkens het bidprentje dat rept van ‘de pijnen van haar ziek zijn’. Pijnlijk om te lezen: ‘Juist op ’t oogenblik dat zij een mooie toekomst voor oogen zag aan de zijde van een braven jongeman heeft God haar een oneindig veel mooier leven geschonken, een leven dat geen einde zal nemen.’ Oneindig veel mooier?



Uiteraard ging ik ook op zoek naar mijn overgrootouders van moeders zijde, Leonard Haegens (1854-1927) en Petronella Kersten (1865-1949). Zij liggen begraven in het graf met nummer 293, hoewel het opschrift op het grafkruis de indruk wekt dat alleen mijn overgrootvader hier ligt.


Mooi om het bidprentje van overgrootvader, dat in ons familiearchief ontbreekt, hier aan te treffen. En ook wel mooi dat ons familiearchief wél het bidprentje van mijn overgrootmoeder bevat, terwijl dat in de database op de website ontbreekt, zodat ik Jan kon verblijden met dat prentje.


In totaal ontbreken op de website nu nog bidprentjes van de volgende 67 personen (met daarbij de vermelding van de geboortedatum):


Bezit u een bidprentje van een of meerdere van deze personen? Mail dan svp naar Jan van de Meerendonk: jvandem@gmail.com


Dankzij de noeste volharding van Jan is opnieuw een onderdeel van de Horster geschiedenis voor een groot publiek ontsloten. Daarvoor kunnen we hem niet dankbaar genoeg zijn. 

dinsdag 4 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (11) | Trees Collin-Moorman

Haar moeder zou ook heel graag hebben meegewandeld, zei Anne-Marie Collin vorige week tijdens de wandeling die ik met haar en haar kinderen maakte (klik hier). Maar helaas, haar moeder (en mijn tante), Trees Collin-Moorman, moest die dag naar de dagopvang. Misschien later een keer dan? Oh ja, graag. We spreken of op zondag om twee uur bij het Hôrster Hundje. Behalve Trees (81) heeft Anne-Marie ook haar hond Bashir (‘Bassie’) meegenomen.

We staan bij het Hôrster Hundje.


Trees: ‘Ik had een andere Wim verwacht.’
Anne-Marie: ‘Ik had toch gezegd dat het deze Wim was.’
Trees: ‘Ik vergeet soms dingen.’
Ik: ‘Dat maakt toch niet uit?’
Trees: ‘Je bent wel grijs geworden.’ 

We lopen de Loevestraat in.
Trees: ‘Daar woonde Van der Beele. Woont die daar nog?’
Ik: ‘De winkel is vorig jaar gesloten.’
Trees: ‘Daar Duijf. Woont die daar nog?’
Ik: ‘Dat weet ik niet. Lijkt me niet.’

We zijn ter hoogte van De Buun.


Trees: ‘Daar zat de slager, Soberjé.’
Ik: ‘Hing daar geen …’
Trees: ‘Daar hing een varkenskop boven de deur.’
Ik: ‘Ja, dat herinner ik me ook nog.’
Trees: ‘En daar woonde Oude Nijhuis.’
Ik: ‘En daarnaast?’
Trees: ‘Euhh … dat weet ik niet meer. Ik vergeet veel.’
Ik: ‘Dat valt wel mee, hoor.’

We staan tegenover haar ouderlijk huis in de Loevestraat.


Trees: ‘Kijk, daar rechts bij dat raam, daar was mijn slaapkamer.’
Anne-Marie: ‘Ik dacht dat jullie met meer op één kamer lagen?’
Trees: ‘Nee, ik had een eigen kamer.’
Ik: ‘Trina van mevrouw hoe schreef die zich eigenlijk?’
Trees: ‘Euhh … Keijsers dacht ik.’

We lopen verder door de Loevestraat.
Trees: ‘Daar links was Freriks, de bakker. Woont die daar nog?’
Ik: ‘Nee, al een hele tijd niet meer.’
Trees: ‘Ik vergeet ook alles.’
Ik: ‘Dat maakt toch niet uit.’
Trees: ‘Ik vind dat vervelend.’

We lopen richting het Risseltkapelletje.
Trees: ‘Loopt die zandweg hier niet meer?’
Ik: ‘Nee, die is al een tijdje weg. Hier is een hele nieuwe wijk gekomen.’
Trees: ‘Van Bronckhorststraat … waar komt die naam vandaan?’
Ik: ‘Heeft denk ik iets met het kasteel te maken.’
Trees: ‘Loopt die zandweg hier niet meer?’
Ik: ‘Nee, die is weg.’
Trees: ‘Van Bornestraat … daar woonden Theo en Maria in Blerick.’
Ik: ‘Klopt.’
Trees: ‘Loopt die zandweg hier niet meer?’
Ik: ‘Nee, die is weg.’
Trees: ‘Averbodeplein … in Blerick is een Averbodestraat.’
Ik: ‘Klopt! Volgens mij kwamen de pastoors van zowel Horst als Blerick uit Averbode.’

We zijn bij het Risseltkapelletje.


Trees: ‘We moesten hier altijd gaan bidden. Vooral als iemand examen had.’
Ik: ‘Jammer dat je er niet in kunt.’

Trees rammelt aan de deur. De deur gaat open. Ze kijkt. Ze leest. Ze knielt. Ze staat op. Ze begint te zingen. ‘O, Sterre der Zee.’

Trees: ‘Stonden voor het kapelletje geen banken?’
Ik: ‘Dat zou kunnen.’
Trees: ‘Hier gingen we altijd bidden.’
Ik: ‘Ja, dat zei mijn vader ook wel eens.’
Trees: ‘Vooral bij examens. Maar stonden hier geen banken?’
Ik: ‘Dat weet ik niet. Zou kunnen.’

We lopen richting het kerkhof.
Trees: ‘Van Bocholtzstraat … waar komt die naam vandaan?’
Ik: ‘Dat heeft volgens mij iets met het kasteel te maken.’
Trees: ‘Van Schaesbergstraat … waar komt die naam vandaan?’
Ik: ‘Dat heeft volgens mij iets met het kasteel te maken.’
Trees: ‘Van der Horstplein … waar komt die naam vandaan?’
Ik: ‘Dat heeft volgens mij iets met het kasteel te maken.’
Trees: ‘Maar een Moormanstraat is er niet!’
Ik: ‘Daar begrijp ik ook niets van!’
Anne-Marie: ‘Ik ook niet! Maar er is wel een Jun Moormanplein.’

We zijn op het kerkhof en lopen naar het graf van vader/opa en moeder/oma Moorman. Met Anne-Marie en haar kinderen zijn we daar vorige week ook al geweest.


Ik: ‘Het lijkt wel alsof die steen de afgelopen dagen is schoongemaakt.’
Anne-Marie: ‘Dat was ik me ook net aan het afvragen. Misschien heeft iemand het stukje gelezen en daarna actie ondernomen.’

We lopen naar de Doolgaardschool. We maken foto’s van het straatnaambordje ‘Jun Moormanplein’.


Trees spreekt op het Jun Moormanplein vier jongens van een jaar of tien aan die staan te kijken.
Trees: ‘Weten jullie wie dat was?’
Jongens: ‘Nee, mevrouw.’
Trees: ‘Dat was mijn broer.’
Jongens: ‘Oh.’
Trees: ‘Hebben jullie hem gekend?’
Jongens: ‘Nee, mevrouw.’
Anne-Marie: ‘Kom, mam, we gaan.’
Trees: ‘Weten jullie wie dat was, Jun Moorman?’
Jongens: ‘Nee mevrouw.’
Trees: ‘Dat was mijn broer. En zijn vader.’
Ik: ‘Zitten jullie hier op school?’
Jongen: ‘Wij twee wel. Zij twee zitten op de Weisterbeek.’
Trees: ‘Weten jullie wie dat was?’
Anne-Marie: ‘Kom, mam, we gaan.’

We lopen weer terug naar het centrum. We kopen koffie en wafels bij Passi en gaan buiten op een bankje zitten. Trees geeft Bashir een stukje van haar wafel. Anne-Marie zegt dat dat niet de bedoeling is. Trees geeft Bashir een stukje van haar wafel.


Dit was aflevering 11 van
Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze reeks. Wil je ook een keer meewandelen met Horst-sweet-Horst? Dan ben je te laat: helemaal volgeboekt!

donderdag 30 december 2021

Intermezzo – Wandelgang (4) | Anne-Marie Collin

‘Tuurlijk wil ik mee wandelen!’ Leuk. ‘Mag dat ook met de kinderen erbij?’ Eigenlijk is de bedoeling een wandeling met z’n tweeën, maar voor kinderen maak ik een uitzondering. En zeker als het de kinderen betreft van een nicht die ik te weinig zie. En dus maak ik op woensdagochtend een wandeling met Anne-Marie Collin (48) en Rein (18), Noortje (16) en Dirk (15). Anne-Marie is analiste bij het VieCuri ziekenhuis in Venlo.


We hebben afgesproken bij het Hôrster Hundje. Anne-Marie klaagt dat haar kinderen de gewoonte hebben ontwikkeld onderling Engels te spreken. Uiteraard wordt ze onmiddellijk op de vingers getikt als ze zelf het woord roots laat vallen. Laten we het daarom maar een wortelwandeling noemen: Anne-Marie is opgegroeid in Venlo, woont al heel lang in Velden, maar kwam als kind vaak bij ‘oma Moorman’, haar en mijn in 1994 overleden en in Horst wonende oma. Toch beginnen we bij een verwijzing naar Anne-Maries familie van vaders kant. Het voormalige café aan het Lambertusplein met de naam Kling werd namelijk uitgebaat door Wiel Collin (‘Kling’), naar ik meen een neef of achterneef van Jo, de vader van Anne-Marie.


In de Loevestraat passeren we het geboortehuis van Trees, de moeder van Anne-Marie, tevens geboortehuis van mijn vader en nog acht kinderen. ‘Misschien kunnen we op het kerkhof het graf van opa en oma gaan bekijken?’, oppert Anne-Marie. Prima, maar dan moet zij me wel wijzen waar dat graf te vinden is, het kan best 25 jaar geleden zijn dat ik het heb bezocht. Anne-Marie en Noortje zijn trouwere grafbezoekers dan ik en loodsen ons feilloos naar de enigszins (understatement) groen uitgeslagen grafsteen.


Via de Deken Creemersstraat, Venrayseweg, Gebroeders van Doornelaan, Noordsingel en Zegersstraat lopen we naar de Meterikseweg, richting mijn ouderlijk huis, waar Anne-Marie ook regelmatig op bezoek kwam. Ondertussen maken Rein, Noortje en Dirk me duidelijk dat ze een soort van filmcrew vormen. Hoewel Noortje eigenlijk meer van de comics is en ze onlangs ‘een dag van haar leven heeft gegeven’ aan een verhaal dat door haar beide broers niet op waarde werd geschat. Hoe dan ook: ik ben diep onder de indruk als ik, thuisgekomen, op YouTube de eerste film van Team Story Studio bekijk:
 

Via de Afhangweg, de Schoolstraat en de Westsingel wandelen we naar de Waterstraat. Daar woonde oma Moorman ruim tien jaar. Anne-Marie kwam er vaak op bezoek. Ook met de kermis, als ze steevast tien gulden van oma meekreeg om op de kermis te spenderen (wat bij mij de vraag oproept waarom mij niet diezelfde eer te beurt viel, maar goed, familiale financiële kwesties uit lang vervlogen tijden vallen buiten het kader van dit stukje).


Via de Schoolstraat en het Wilhelminaplein lopen we weer terug naar het Hôrster Hundje. Rein, Noortje en Dirk wekken niet de indruk alsof ze héél erg onder de wandeling hebben geleden. Of laten dat althans, welopgevoed als ze zijn, niet aan mij blijken.

Dit was aflevering 4 van Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze reeks. Wil je ook een keer meewandelen met Horst-sweet-Horst? Dan ben je te laat: helemaal volgeboekt!   

maandag 16 maart 2015

Intermezzo – Moord

Horst, 16 maart 2015 – De bekende Horster pianist E.D. is gisteren na afloop van een concert in café Cambrinus in verzekerde bewaring gesteld. De 45-jarige D. wordt verdacht van de moord op een Zuid-Limburgse kapelaan. Het moordwapen, een Luger P08 pistool, zou hebben toebehoord aan een Duitse soldaat die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Horst door D.’s grootvader zou zijn geliquideerd.
D. (‘Eggie’ voor intimi) publiceerde afgelopen week De muze brengt mij, volgens de tekst op de achterkant van het boek, ‘een bonte verzameling verhalen’, geschreven in ‘een zeer toegankelijke stijl waarin intense beleving, humor en mystiek moeiteloos in elkaar doorlopen’. In een van de verhalen, getiteld ‘Universum Parabellum’, onthult D. dat hij enige tijd na het verschijnen van het rapport van de Commissie Deetman (2011) in koelen bloede een Zuid-Limburgse kapelaan heeft doodgeschoten. De kapelaan zou zich als dirigent van een kinderkoor jarenlang hebben vergrepen aan de koorleden, onder wie een dochter van een vriend van D. 
Naar aanleiding van D.’s verhaal over deze moord is het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) tevens een onderzoek gestart op het oude kerkhof aan de Kloosterstraat in Horst. D. schrijft namelijk dat hij de moord zou hebben gepleegd met een Luger P08 pistool dat zijn grootvader in de Tweede Wereldoorlog had buitgemaakt op een door hem geliquideerde Duitse soldaat. Die liquidatie zou hebben plaatsgevonden in het doodgravershuisje op de begraafplaats. Op grond van het verhaal vermoedt het NFI dat de stoffelijke resten van de Duitser zich nog altijd in de buurt van het inmiddels al lang verdwenen huisje bevinden. D. schrijft daarover: ‘Samen met een buurman heeft opa de nazi naast het doodgravers huisje onder de grond geduwd, een kerkhof is er immers de aangewezen plek voor. Bovenop het lijk stortten ze een betonlaag en dekten die weer af met een laag zand.’
Naar verluidt is D. hevig aangedaan door zijn arrestatie. Volgens D. zou het Openbaar Ministerie (OM) feit en fictie, die getuige de inleiding op het boek in een ‘parallelle realiteit’ door elkaar lopen, met elkaar verwarren. Maar het OM zou handelen naar een bekende uitspraak van de Amerikaanse schrijfster Jessamyn West: ‘Fiction reveals truth that reality obscures’. In afwachting van nader onderzoek onthoudt het Openbaar Ministerie zich voorlopig van elk commentaar. Het boek van D. blijft overigens vooralsnog gewoon in de handel en is onder meer verkrijgbaar bij Bruna in Horst (€ 14,95). 

maandag 12 april 2010

Klein mysterie 148 – Circus Haegens

Fragment uit een e-mail die ik drie weken geleden ontving van Peter Janssen: ‘Zo kwam ik vanmorgen nog een mysterie op het spoor, terwijl ik de post bezorgde aan het Bondserf in Meterik. Toen ik bij nummer 20 voor de deur stond, viel mijn oog op een groot wit zeil, dat aan een muur bij het kerkhof hing. Er stond een tekst op, maar ik kon het net niet lezen.Toen ik dichterbij ging kijken, zag ik dat er “Circus Haegens” op staat.Niet echt gepast in deze sombere omgeving, maar schijnbaar hebben de inwoners van Meterik er geen problemen mee. Blijft natuurlijk de vraag: waarom? Is het om de Meterikse acrobaat die een salto mortale maakte te herdenken? Ligt hier de Meterikse clown begraven, die over zijn veel te grote schoenen struikelde en daarbij zijn nek brak? Of bevindt zich hier de laatste rustplaats van de moedige Meterikse leeuwentemmer, die op die fatale ochtend vergat zijn katachtige leerling te voeren? Ik heb geen idee, maar misschien kun jij het mysterie wel oplossen.’Hier past mij slechts een eerbiedig stilzwijgen. De mogelijke verklaringen die Peter voor dit curiosum aandraagt, ga ik niet in originaliteit proberen te overtreffen, dat zou er alleen maar afbreuk aan doen. Het mysterie oplossen kan ik evenmin. De vraag is zelfs of ik het wel zou willen: onopgeloste mysteries zijn mij liever dan opgeloste. Toch kan ik het niet nalaten twee hints te geven. Wie het mysterie per se opgelost wil hebben, komt met enig deduceren en combineren aan de hand van de volgende twee feiten misschien een heel eind in de juiste richting:
1. het telefoonboek leert me dat op het adres Schadijkerweg 15, een perceel dat aan het kerkhof grenst, een familie Haegens woont;
2. het onvolprezen worldwideweb leert me dat een zekere Jan Haegens leraar circuskunsten is aan de kunstacademie van Geraardsbergen en bovendien zelf als circusartiest optreedt (klik hier en hier voor filmpjes over zijn werkelijk fenomenale tango met een ladder).