Posts tonen met het label Jan Linders. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Jan Linders. Alle posts tonen

zondag 18 februari 2018

Top 5 – In supermarkten in Horst aan de Maas verkrijgbare azijn

De afgelopen dagen is me duidelijk geworden dat sommige mensen deze ‘hele bozige, witte man’ zien als een azijnpisser, iemand met een hoog azijngehalte en iemand ‘die zijn pen doopt in azijn-zuur’. Of ik daar niet vreemd van opkijk? Nee, in het geheel niet. Ik bén namelijk een azijnpisser, ik héb een hoog azijngehalte en ik dóóp mijn pen sinds jaar en dag in azijnzuur. 


Ieder mens heeft recht op zijn eigen afwijking. Ik dus ook. Mijn afwijking heet azijn. Een dag zonder azijn is voor mij een dag niet geleefd. Heb ik al zo lang als ik me kan herinneren. Terwijl andere kinderen hun zondagsgeld besteedden aan salmiak, zure matjes of toverballen, gingen die drie kwartjes bij mij altijd op aan azijn (nou ja, dat is niet helemaal waar: ik reserveerde ook een klein deel van mijn budget voor voetbalplaatjes). Moet je nagaan: nog voordat m’n moeder de zondagse soep serveerde, had ik op z’n minst al een halve liter azijn achter de kiezen.

Die verslaving, want ik vrees dat het dat is, is nooit meer overgegaan. Niet in de puberteit, niet toen ik ging studeren en zelfs niet nu ik zo langzamerhand de pensioengerechtigde leeftijd begin te naderen. Het is me wel gelukt m’n azijngebruik enigszins te rantsoeneren: sinds een jaar of vijf houd ik het op een kwart liter per dag.

Onvermijdelijk gevolg van mijn azijnconsumptie is dat mijn azijngehalte doorgaans schommelt tussen 117,4 en 131,2. Onvermijdelijk gevolg daar weer van is dat mijn urine een azijnpercentage heeft dat ligt tussen 89,6 en 92,9. En dat dopen van mijn pen in azijnzuur? Doe ik sinds 12 november 1993. Die dag viel m’n pen geheel per ongeluk in de azijnfles. Nadat ik haar er weer had uitgevist bleek ze te schrijven als nooit tevoren. Schrijven kostte ineens geen enkele moeite meer, het ene na het andere woord vloeide als vanzelf uit m’n pen. Sindsdien zweer ik bij een in azijnzuur gedoopte pen.

Zonder arrogant te willen zijn, denk ik dat een en ander me bij uitstek geschikt maakt voor het samenstellen van een top 5 van in supermarkten in Horst aan de Maas verkrijgbare azijn. Hier komt ie:

5. Huismerk, Jumbo


Bocht, uitsluitend en alleen geschikt om je pen in te dopen.

4. Kühne natuurazijn, Jan Linders


De fruitige afdronk maakt deze azijn helaas eerder geschikt voor zoetekauwen dan voor zuurpruimen.

3. Kania natuurazijn, Lidl


Vreemde combinatie van een licht penetrant bouquet en een geurig depot.

2. Huismerk, Plus


Welhaast oxidatieve smaak, geseling voor de tong.

1. Huismerk, Albert Heijn


Onovertroffen smaaksensatie. Zo zuur als een karhengst.

maandag 11 januari 2016

Intermezzo – Dertien dagen duwen

In de Amsterdamse reisboekwinkel Evenaar duikelde ik zaterdag dit hoogst curieuze boekje op.
Een zekere Freddie Spleen – naar ik vermoed het pseudoniem van een man – doet hierin verslag van een dertiendaagse rollatortocht die haar van Amsterdam naar Aken voert. Plan was eigenlijk om op te stomen naar Rome, maar na twee weken van bijna onafgebroken regen besluit ze het in Aken voor gezien te houden. Eigenlijk ook wel passend: Freddie, die uitstekend ter been is maar een beetje met zichzelf in de knoop lijkt te zitten, heeft de tocht vanaf het begin bedoeld als ‘hommage aan de mislukk(el)ing’. Ze onderneemt de tocht met een Dolomite, een rollator van Italiaanse makelij die ze de naam Dolo geeft (‘In Dolo zit de klank van dolen’). Op 9 mei 2013 gaat ze vanuit Amsterdam op pad, met aan en in Dolo een kleine acht kilo aan bagage. Via Weesp, Loosdrecht, Kesteren, Berg en Dal en Heijen belandt Freddie op 17 mei op een camping in Wanssum.
De volgende dag trekt in Meerlo een bont beschilderde bushalte haar aandacht: ‘Weer eens wat anders dan die billboards in de bushaltes, met veel te mooie mensen die je verleiden tot het aankopen van dingen die je niet nodig hebt.’
In Tienray laat haar cafeïnetekort ‘zich niet langer weg neuriën’. Een bakker of café kan ze niet ontdekken. Gelukkig krijgt ze aan haar rechterhand ‘plots een supermarkt cadeau’, ongetwijfeld Jan Linders. Ze loodst Dolo naar binnen en ontdekt warempel een koffieautomaat. ‘Ik had mijn dunne lange grijze regenjas nog aan en moet er, wat verregend en verwaaid, hebben uitgezien als een ongevaarlijke gek. Mij best, dus ik gleed nog wat verder in die rol, en nam bij de koffieautomaat plaats op mijn rollator. Totaal tevreden keek ik toe hoe de koffie in mijn bekertje sijpelde en ik begon vast aan mijn verse croissant.’
Vanuit Tienray loopt Freddie, die later op de dag haar broer Ruben zal ontmoeten op camping Californië in Grubbenvorst, door naar Horst: ‘Geen overdreven mooie route. Horst zelf spreekt evenmin tot de verbeelding. Op een gegeven moment liep ik door [een] buurt die zo spuuglelijk was, dat mijn humeur loodrecht omlaag stortte. Alle engelen en heiligen moesten worden aangeroepen om er nog iets van te maken, want het moest vanmiddag nog wel een beetje gezellig zijn met mijn broer. En zie, drie straten verder stond een mosgroene Lada Niva geparkeerd, mijn lievelingsauto. Meteen klaarde ik op. Ik zette Dolo ernaast (alsof hij wilde zeggen: ik ben ook best stoer hoor) en maakte een foto.’
Een mosgroene Lada Niva die de eer van Horst nog een beetje hoog moet houden. Wat is dat toch met die wandelaars? Gewoon een chagrijnig volkje of hebben ze gelijk met hun geweeklaag over de lelijkheid van Horst aan de Maas (klik ook hier en hier)?

maandag 15 december 2014

Klein mysterie 610 – Kloosterhof (1)

Om met dominee Gremdaat te spreken: ‘De uitdrukking “Dat is een gebed zonder einde”, kent u die?’ Volgens mijn editie van Van Dale betekent deze zegswijze ‘daar schijnt maar geen einde aan te komen’. Als dit ergens op van toepassing is, dan wel op de Kloosterhofbeloften. Minstens tweemaal per jaar krijgen we een worst voorgehouden als het om het verouderde Horster winkelcentrum Kloosterhof gaat. En dat al vijf jaar lang.
Kloosterhof zou van de aardbodem verdwijnen heette het altijd. Een walhalla zou ervoor in de plaats komen. Een willekeurige greep uit de beloften: een gebouw van twee bouwlagen met spitse kap. Een winkelstraat ‘met zijstraatjes en een passende uitstraling’. Zeven koopwoningen ‘in het middensegment’, allemaal met een daktuin van tien meter diep. Een parkeergarage. Een parkeerkelder. Een parkeerplaats op het dak van de nieuwe locatie van supermarkt Jan Linders. Kortom, een investering in kwaliteit, ‘in de lijn van de zogenoemde Horster maat maar niet te bescheiden’. Allemaal beloften afkomstig uit de koker van eigenaar Suyderland Venrode, naar eigen zeggen bewaker ‘van de performance van de Kloosterhof’. Stuk voor stuk loze beloften, bleek toen Suyderland precies een jaar geleden bekendmaakte af te zien van sloop en nieuwbouw van Kloosterhof. Daarmee kwam een einde aan de wilde plannen – niet aan de loze beloften. De vette worsten die Suyderland ons jarenlang voorhield zijn weliswaar verschrompeld tot miezerige worstjes, maar worst is worst.
In december vorig jaar heette het dat Kloosterhof een ‘grondige renovatie’ zou ondergaan. Directeur Marc Janssen van Suyderland Venrode verklaarde tegenover Dagblad De Limburger dat de werkzaamheden medio 2014 zouden beginnen, dat Jan Linders in maart 2015 voor een half jaar naar de Mèrthal zou verkassen en dat het vernieuwde Kloosterhof eind 2015 zijn deuren zou openen.
In elk geval één loze belofte, zo werd begin juni duidelijk uit een stukje in Dagblad De Limburger. De bouw zou namelijk niet medio 2014 beginnen, maar wel vóór Kerstmis, aldus Marc Janssen. Nee, dit betekende geen verdere vertraging: oplevering eind 2015 was nog altijd haalbaar. En de precieze invulling van het complex zou binnen twee maanden naar buiten komen.  
Inmiddels is het kort voor Kerstmis. In het hele centrum van Horst wordt geboord, getimmerd, gemetseld, gebouwd, verbouwd en wat al niet meer. Met uitzondering van Kloosterhof. Daar moeten de eerste boor en hamer nog worden gesignaleerd. Over de precieze invulling van het complex is sinds begin juni niets meer vernomen.
Dit vraagt om nieuwe loze beloften. Kom op Marc, bouw voort op die mooie traditie en houd ons een nieuwe worst voor, al is het maar een Bifi waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum meer dan een jaar is verstreken. Horst rekent op je! Kunnen we het jaar tenminste schaterlachend afsluiten.

maandag 24 februari 2014

Klein mysterie 535 – Zondagsopening (4)

Zo, de afleveringen 317 en 318 van drama / komedie / tragikomedie (doorhalen wat niet van toepassing is) Zondagsopening hebben we ook weer achter de rug. Aflevering 317 behelsde de aankondiging van supermarkt Plus de deuren voortaan ook op zondag open te gooien. Een besluit tegen wil en dank, aldus bedrijfsleider Wil Lucassen in Dagblad De Limburger van vrijdag: ‘We zijn niet voor vrije opening, maar doordat onze concurrenten opengaan, kunnen wij niet anders dan meedoen.’
Aflevering 318 dateert van dezelfde dag: het voorstel (klik hier) van het gemeentebestuur winkels vrij te laten in het besluit hun nering op zondag al dan niet te openen. Een voorstel waar Jan Nabben, voorzitter van Centrummanagement Horst, (knarsetandend) mee instemt, zo bleek uit Dagblad De Limburger van zaterdag. Zijn akkoord is van groot belang omdat dit automatisch betekent dat de CDA-fractie het voorstel ook zal steunen (Jans wil is zoals bekend wet in het CDA) en het daarmee een meerderheid zal verwerven.
‘Een vergaande versnipperde zondags-openstelling leidt tot onduidelijkheid voor de
consument/toerist’, zegt het gemeentebestuur. Zit wat in. Maar het is dan wel heel vreemd om juist die conclusie als argument vóór het voorstel aan te voeren, zoals het gemeentebestuur doet. Als ik het wel heb, ontstaan er door het voorstel immers vijf categorieën: winkels die elke zondag open zijn, winkels die alleen op koopzondagen open zijn, winkels die op koopzondagen en een aantal andere zondagen open zijn, winkels die zo af en toe eens een keer op zondag open zijn en winkels die nooit op zondag open zijn. Zoek het maar uit, arme consument! Zoek het maar uit, nog armere toerist!
Voor het Centrummanagement Horst is de schone taak weggelegd het allemaal toch nog enigszins overzichtelijk te houden. Daartoe is een convenant opgesteld (klik hier) waarin het belang van  onderlinge samenwerking en afstemming tussen winkeliers wordt benadrukt. Want: ‘Dit komt de aantrekkelijkheid van Horst-centrum ten goede en leidt tot een positieve dynamiek.’ Altijd goed natuurlijk, ‘positieve dynamiek’ – als er ook nog negatieve dynamiek zou ontstaan, kun je de tent beter helemaal sluiten.
Winkeliers die het convenant ondertekenen, worden geacht hun zaak op koopzondagen te openen. Zijn ze ook op andere zondagen geopend, dan mogen ze dat niet aankondigen als ‘Koopzondag in Horst-centrum’, maar ‘b.v. als mededeling “wij zijn zondag open”’. En winkeliers die het convenant niet ondertekenen? Die staat het uiteraard vrij het precies andersom aan te kondigen of iets geheel anders te verzinnen. Tsja.
Kortom, één ding is absoluut duidelijk: ‘duidelijkheid’ kan nooit een overweging zijn om over te gaan tot vrije openstelling van winkels op zondag. 

maandag 3 februari 2014

Klein mysterie 529 – Zondagsopening (3)

En nou mogen ze toch weer op zondag open, de Horster supermarkten, zo heeft het college van burgemeester en wethouders dinsdag in al z’n wijsheid besloten. Wel – niet – wel – niet – wel. Even triest als lachwekkend. Zou de gemeenteraad het college, of tenminste de winkelopeningstijdenwethouder, nog ter verantwoording roepen of vindt men het allemaal wel goed zo?
Intussen ontpopt de Horster PvdA zich tot de ondernemersvriendelijkste van alle partijen. In haar verkiezingsprogramma heet het (bladzijde 10): ‘Winkels mogen open zijn op zondag. Het is niet meer aan de overheid om te bepalen of winkels op zondag open mogen zijn. Ondernemers kunnen dat prima zelf regelen.’ De afgelopen dagen hebben Roy Bouten (klik hier) en Richard van der Weegen (klik hier) dit standpunt met veel omhaal van woorden toegelicht.
Vooral Roy Bouten houdt één grote lofzang op de ondernemer: ondernemers stralen trots uit, ondernemers willen verantwoordelijk zijn voor onze centra en onze gemeente, ondernemers hebben een groot maatschappelijk besef, ondernemers hebben oog voor de leefbaarheid van onze kleine kernen. Kortom: ‘Als Partij van de Arbeid hebben we vertrouwen in onze ondernemers en willen we hen de ruimte geven om samen invulling te geven aan het aanbod van koopzondagen in Horst.’ Want: ‘Als Partij van de Arbeid Horst aan de Maas hebben we ondernemersbelang hoog in het vaandel staan.’ Ferdinand Domela Nieuwenhuis, Pieter Jelles Troelstra, Joop den Uyl, Willem Vliegen en nog zo wat socialistische en sociaaldemocratische coryfeeën draaien zich om in hun graf. 
Ach, het zal voor een deel misschien nog wel waar zijn ook. Heus, ondernemers zijn lang niet altijd de beroerdsten. En natuurlijk mag je het ondernemersbelang hoog in het vaandel hebben staan, zelfs als PvdA. Maar, naïef als ik ben, had ik gedacht dat een ander belang nog net iets hoger in datzelfde vaandel zou staan: het werknemersbelang. Dat blijkt teveel gevraagd. In de bijdragen van bovengenoemde heren komen allerlei belangen voorbij: naast ondernemersbelang ook consumentenbelang, maatschappelijk belang, gemeentebelang, dorpsbelang en leefbaarheidsbelang. Over werknemersbelang geen woord. Telt dat dan niet meer mee? ‘Jawel hoor, werknemersbelang telt zeker’, zegt Roy Bouten desgevraagd. Daaraan voegt hij – vrij vertaald – toe: ‘Werknemersbelang = ondernemersbelang.’
Ik waag dit laatste te betwijfelen. Wat de PvdA ook beweert, ondernemers zijn géén Barmhartige Samaritanen – en het is ze niet eens kwalijk te nemen. Ondernemers kijken in de eerste plaats naar het belang van hun onderneming. Is het in het belang van hun onderneming louter 20-jarigen in dienst te hebben in plaats van 25-jarigen? Dan zouden ze 25-jarigen het liefst op straat zetten. Is het in het belang van hun onderneming hun deuren zeven dagen per week 24 uur per dag open te gooien? Dan zouden ze hun deuren het liefst zeven dagen per week 24 uur per dag opengooien. Is het in het belang van hun onderneming de werknemers de hele dag te laten touwtjespringen? Dan zouden ze de werknemers het liefst de hele dag laten touwtjespringen. Is het in het belang van hun onderneming de toeslag voor werk in de avonduren en in de weekeinden af te schaffen? Dan zouden ze die toeslag het liefst afschaffen.
Dat in Nederland in het belang van werknemers grenzen zijn gesteld aan de wensen van ondernemers is een groot goed. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan de PvdA en haar voorgangers. Door ondernemers zo op het schild te heffen, laadt de (Horster) PvdA de ernstige verdenking op zich haar wortels te verloochenen. (Al dient gezegd dat het persoonlijke standpunt van Roy Bouten dat hij geen voorstander is van het afschaffen van toeslagen dan toch weer een beetje hoopvol stemt.)

maandag 27 januari 2014

Klein mysterie 526 – Zondagsopening (2)

Dagblad De Limburger 16 november 2013:
Hallo Horst aan de Maas 19 december 2013:
Dagblad De Limburger 9 januari 2014:
Dagblad De Limburger 11 januari 2014:
Dagblad De Limburger 16 januari 2014:
Dagblad De Limburger 22 januari 2014:

Een beetje vreemde oorlog is het wel, die Eerste Horster Zondagsopeningsoorlog (2013-2014). Met het gemeentebestuur van Horst aan de Maas en drie lokale supermarkten (Albert Heijn, Jan Linders en Jumbo) staan namelijk twee partijen tegenover elkaar die precies hetzelfde nastreven: winkels die elke zondag open mogen zijn.
Het leek allemaal zo klaar als een klontje, vanaf 1 januari 2014 zouden de winkels in Horst aan de Maas elke zondag hun deuren mogen opengooien. Het plannetje van verantwoordelijk wethouder Paul Driessen (Essentie) moest in de laatste vergadering van het jaar alleen nog even door de gemeenteraad worden gejast. Dat was buiten de waard gerekend: de gemeenteraad (lees Centrummanagement-voorzitter Jan Nabben) torpedeerde het voorstel en dwong de wethouder dit voorjaar met iets beters te komen. Leiden in last natuurlijk.
De wethouder bedacht in eerste instantie een foefje, waardoor de winkels desgewenst voorlopig toch op zondag open zouden kunnen blijven. Enkele dagen later moest hij daar alweer op terugkomen. Tegenover Dagblad De Limburger verklaarde hij: ‘Het blijkt juridisch niet haalbaar de winkels afzonderlijk te laten bepalen wanneer ze koopzondagen inplannen. We hebben namelijk nog te maken met de oude regeling, waarin de gemeente een twaalftal vaste koopzondagen moet vaststellen. Tot de koopzondagen zijn vastgesteld, mogen de supermarkten niet zomaar op zondag open.’ De wethouder kondigde aan op zondag 19 januari nog een oogje dicht te knijpen, maar de zondag daarop toch écht in actie te komen. 
Een krachtdadig optreden van de wethouder was temeer gewenst omdat de woordvoerder van de drie supermarkten, filiaalhouder Hans Martens van Albert Heijn, in Dagblad De Limburger de voorbije weken een en ander maal liet blijken lak te hebben aan het gemeentebestuur. En het bleef niet alleen bij woorden: gisteren waren Albert Heijn, Jan Linders en Jumbo ‘gewoon’ geopend. De beloofde actie van het gemeentebestuur bleef uit.
De arrogantie van de grootgrutter en z’n kompanen vraagt om een afstraffing, los van de vraag of je nu voor of tegen de zondagsopening van winkels bent. Immers niet Hans Martens, niet de supermarkten, niet het Centrummanagement en zelfs niet Jan Nabben voeren in Horst aan de Maas de regie, maar het gemeentebestuur. Als iemand een wietplant teveel in z’n tuin heeft staan, vijf kilometer harder rijdt dan is toegestaan of ergens een tegen een megastal bedoeld spandoek ophangt, wordt handhavend opgetreden. Mag van mij allemaal (liever niet, hoor), maar doe het dan ook als je gezag daadwerkelijk wordt aangetast. Het zal toch niet de beruchte macht van het kapitaal zijn die adequaat handelen in de weg staat?

zondag 26 januari 2014

Klein mysterie 524 – Zondagsopening (1)

Altijd tuk op een verzetje spoedde Horst-sweet-Horst zich vanochtend om elf uur naar Horst-centrum. Wethouder Paul Driessen had immers ‘handhavend optreden’ in het vooruitzicht gesteld als de lokale filialen van Albert Heijn en Jan Linders vandaag hun deuren, zoals aangekondigd, zouden openen. Maar waar Horst-sweet-Horst hoopte op een gespannen sfeer, in der haast opgeworpen barricades en cordons gehelmde, tot de tanden toe bewapende ME’ers, heerste de stilte van de zondagmorgen, af en toe onderbroken door naar binnen schuifelende supermarktbezoekers. 
Want de deuren, die gingen gewoon open. Niks handhavend optreden. Hoe ging dat spreekwoord van die blaffende honden ook alweer?