Posts tonen met het label woningbouw. Alle posts tonen
Posts tonen met het label woningbouw. Alle posts tonen

donderdag 1 mei 2025

Horst in oude ansichten (9) | Bejaardenflats Kuiperplein


Als een bok op de haverkist is ie erop gesprongen, de fotograaf, op de gloednieuwe Kuiperpleinflats. Misplaatste gretigheid. Had ie enkele maanden fotografisch geduld geoefend dan was er geen spoor meer te bekennen geweest van de woestenij op de voorgrond. Wat de monsterlijkheid van het flatgebouw onverlet laat. De jaren zeventig hebben hun intrede gedaan. De frisheid, de sprankeling, het vooruitgangsgeloof, vaak kenmerkend voor de architectuur van de eerdere naoorlogse decennia, hebben plaatsgemaakt voor ongeïnspireerde grauwe eenvormigheid. Illustratief: bejaardenhuis Berkele Heem (jaren vijftig) en de verpleegstersflat (jaren zestig) zijn letterlijk naar de zijkant gedirigeerd. De twee populieren houden de schone schijn nog enigszins op.

Vitrage tiert nog welig. Alle 24 raak, tel zelf maar na. Vitrage omdat het zo hoort, omdat iedereen het heeft? Voorkomen van inkijk? Toch niet op vijf hoog? Was het een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een flat? Te allen tijde te vermijden: wegkwijnen achter de vitrage. Dus heeft moeder de vrouw manlief weggestuurd om boodschappen te gaan doen. Daar staat ie, enkele meters rechts van de ingang: zwart pak, wit colbertje, in z’n rechterhand een donkergekleurde boodschappentas van klein formaat. Verweesd, niet op z’n gemak, onzeker, de weg nu al een beetje kwijt.

zaterdag 11 januari 2025

Top 5 – Norbertuswijkse binnenterreinen

Op 23 februari van het afgelopen jaar ontving ik een e-mail van Jan Geurts, bewoner van de Noordsingel in Horst. Citaat: ‘Tijdens mijn wandelingen door o.a. de Norbertuswijk heb ik de verschillende hofjes bezocht die ooit bewust zijn aangelegd in deze wijk. Ik vond dat speciaal. Misschien is het wel aardig om een stuk te schrijven over de hofjes.’


‘Aardig’? Héél aardig! En dus reageerde ik als volgt: ‘Ik heb al sinds jaren een notitieboekje waarin ik onderwerpen noteer waarover ik ooit nog eens wil schrijven. Op 20 september 2014 noteerde ik daarin: “Binnenplaatsen Norbertus”. Ik vermoed dat wat bij jou, Jan, ‘hofjes’ zijn, bij mij ‘binnenplaatsen’ heten. Met andere woorden: volgens mij hebben we een fascinatie voor hetzelfde.’


We spraken af samen een wandeling te maken langs de Norbertuswijkse hofjes dan wel binnenplaatsen. Daar kwam het uiteindelijk pas op 4 juni van. Het enthousiasme spatte er aan beide zijden vanaf. Onze wandeling eindigde met mijn belofte op korte termijn een stuk te schrijven over de hofjes dan wel binnenplaatsen. En vervolgens liet ik het maes in ‘t vaerreke steken. Totdat ik twee weken geleden een mail van Jan ontving waarin hij onder meer schreef te hopen dat de hofjes nog steeds mijn interesse hebben. Jazeker hebben ze nog steeds mijn interesse, alleen hebben ze de pech te moeten concurreren met tal van andere interesses. Maar nu, een klein jaar na de eerste mail van Jan en met een herontwikkeling van de hofjes dan wel binnenplaatsen in aantocht, is het er dan toch eindelijk van gekomen.


Eerst iets over de Norbertuswijk. Door de naoorlogse bevolkingsgroei ontstond in de jaren vijftig van de vorige eeuw ook in Horst de behoefte aan meer woonruimte. Daarop besloot het gemeentebestuur ten noorden van de bestaande dorpskern een geheel nieuwe wijk te ontwikkelen. Ingenieursbureau J.J. Margry uit Breda maakte al in 1955 een ontwerp dat was gestoeld op de gedachte van de zogeheten parochiewijk. De parochiekerk, toegewijd aan Norbertus van Gennep, vormde het centrum van de nieuwe wijk. In de directe omgeving daarvan lagen pastorie, kapelanie, parochiehuis, school en winkels en daar weer omheen de woonhuizen, die waren bedoeld voor alle lagen van de samenleving. De nieuwe wijk, officieel Norbertuswijk geheten, maar in de volksmond ook bekend als Neej Dörp en Sjemdörp, kwam vanaf 1960 tot ontwikkeling. Met zijn ruime opzet, het vele groen en de differentiatie in woningtypes kan de wijk ook 65 jaar na zijn ontstaan wat mij betreft de toets der kritiek nog steeds doorstaan, waarbij dient aangetekend dat enig chauvinisme mij als langjarig bewoner niet helemaal vreemd is.


Maar dan nu de Norbertuswijkse hofjes dan wel binnenplaatsen, her en der in de wijk gelegen en in de meeste gevallen oases van rust en stilte. In het ideale geval zijn ze aan alle zijden ingeklemd tussen bebouwing, zijn ze aan één zijde toegankelijk voor auto’s en zijn ze aan meerdere zijden via brandgangen toegankelijk voor fietsers en voetgangers. Ik vermoed dat ze in de eerste plaats zijn bedoeld als veilige speelterreinen voor kinderen: zonder ook maar een straat te hoeven oversteken en zonder de noodzaak van ouderlijk toezicht kon het kroost zich hier uitleven. Daarnaast verschaffen ze toegang tot garageboxen. Maar hoe moeten we ze nu noemen: hofjes of binnenplaatsen? Ik zou zeggen: binnenterreinen. Voor ‘binnenplaatsen’ zijn ze te groot, voor ‘hofjes’ voor mijn gevoel niet idyllisch en niet intiem genoeg.


Zoals ik het zie telt de Norbertuswijk zeven binnenterreinen, maar ik geef onmiddellijk toe dat dat er ook meer of minder kunnen zijn als je er op een andere manier naar kijkt. Met mijn zienswijze snijd ik mezelf ook in de vingers omdat mijn geliefde biotoop tussen Prinses Marijkestraat, Julianastraat, Jan van Eechoudstraat en Gebroeders van Doornelaan, waarop ik van mijn derde tot mijn zesde vanuit onze huiskamer uitzicht had en waarin ik heel wat uurtjes heb doorgebracht, buiten de boot valt omdat hij niet aan alle zijden is ingeklemd tussen bebouwing.


Resteren dus zeven Norbertuswijkse binnenterreinen. Precies voldoende voor een, uiteraard uitermate subjectieve, Horst-sweet-Horst top 5 van Norbertuswijkse binnenterreinen. Komt ie:

5. Gelegen tussen Julianastraat (toegang voor auto’s), Jan van Eechoudstraat, Prinses Margrietstraat en Steffensstraat:


Dit is nauwelijks een oase te noemen; geasfalteerde oases bestaan helemaal niet. Het is ook geen kinderspeelparadijs, dus laten we het ‘functioneel’ noemen.
 
4. Gelegen tussen Noordsingel (toegang voor auto’s), Gebroeders van Doornelaan, Rembrandtstraat en Rubensplein (toegang voor auto’s):


Eerlijk gezegd nooit beschouwd als een binnenterrein. Pas mijn wandeling met Jan (achterbuurman) heeft me ervan overtuigd dat dit wel degelijk als een Norbertuswijks binnenterrein valt te definiëren. Dat ik het eerder niet zo zag, had te maken met het ontbreken van een ingeklemd-zijn-tussen-bouwblokken-gevoel. En dat had weer te maken met het vele groen, de niet gesloten bebouwing en de toegang voor auto’s aan twee zijden.
 
3. Gelegen tussen Prinses Marijkestraat (toegang voor auto’s), Prins Bernhardstraat, Jan van Eechoudstraat en Steffensstraat:


Uitlaatklep voor bewoners van de duplexwoningen aan de Prinses Marijkestraat. Die worden in de loop van dit jaar gesloopt, wat een verklaring vormt voor de momenteel enigszins verwaarloosde aanblik van het binnenterrein. Even verderop ligt, ingeklemd tussen Prinses Marijkestraat (toegang voor auto’s), Steffensstraat, Jan van Eechoudstraat en Julianastraat, een nagenoeg identiek binnenterrein:


2. Gelegen tussen Wittenhorststraat (toegang voor auto’s), Prinses Irenestraat, Meterikseweg en Prinses Beatrixstraat:


Het grootste van alle Norbertuswijkse binnenterreinen, eigenlijk de gedroomde nummer 1. Tot voor héél kort was het uitgerust met speeltoestellen voor kinderen, waarmee het misschien wel het meest exemplarische Norbertuswijkse binnenterrein is. Tussen 1970 en 1978 zetelde hier in een houten barak wijkgebouw ’t Östenriekske. Ook was er een peuterspeelzaal gevestigd.

1. Gelegen tussen Wittenhorststraat (toegang voor auto’s), Prinses Beatrixstraat, Zegersstraat en Prins Bernhardstraat:


Ondanks de gedroomde nummer 1 toch dit binnenterrein op 1 omdat dit van mijn zesde tot mijn negende mijn geliefde biotoop was, waar ik zicht op had vanuit mijn slaapkamer aan de Zegersstraat, waar ik via onze achterdeur meteen op uitkwam en waar ik ein-de-loos in heb gevoetbald. Nooit vergeten: net voordat we op een dag in Uden op bezoek gingen bij een oom en tante, kwam Joop T. me op het voetbalveldje nog snel even een keeperstraining geven. In de stortregen besloot Joop de focus te leggen op duiken. Met als gevolg dat ik van boven tot onder bemodderd thuiskwam, niet tot onverdeeld genoegen van mijn vader en moeder.


Even verderop ligt, ingeklemd tussen Wittenhorststraat (toegang voor auto’s), Prinses Beatrixstraat, Jan van Eechoudstraat en Prins Bernhardstraat, een nagenoeg identiek binnenterrein:



(Met dank aan Jan Geurts voor het idee, de wandeling en het becommentariëren van eerdere versies van dit stuk)

dinsdag 12 maart 2024

Horst in oude ansichten (5) – Zegersstraat

De Zegersstraat. Begin jaren zeventig even gewoond, in de Canadese woningen. Maar een ansichtkaartwaardige straat? Die treurwilg was inderdaad beeldbepalend. Alleen: treurwilgen zonder water in hun onmiddellijke nabijheid zijn als Laurel zonder Hardy, als De Koel zonder VVV, als C zonder A: een beetje treurig. De BLO paste niet op de kaart. In de verte lonkt kruidenier Grubben. Daarvoor, nog in volle glorie, het onovertroffen pand Geurts, van de onovertroffen Lei Martens.

Ansichtkaartachterkant dan. ‘Aan de soos van de Imanuelkerk, Heeswijkplein, Den Haag. Lieve allemaal. Ben lekker in Limburg. Vermaak me best. Groetjes aan bestuur en leden, van mevrouw van W. Af en toe zon.’ Afgestempeld 10 juli 1979. Stempel daarnaast: ‘Postcode. Oh ja!’

Vermaakt ze zich echt best? Nee, ze probeert zich manmoedig staande te houden. Zonder echtgenoot. Drie maanden geleden plotseling gestorven. Haar hondstrouwe steun en toeverlaat. Haar alles. Hoe moet ze ooit haar draai nog terugvinden? De kinderen? Niet tot last zijn, hebben hun eigen zorgen. Limburg? Hadden ze haar aangeraden op de soos. ‘Zal je je best vermaken.’ Af en toe zon. Leugentje om bestwil. De regen valt met bakken uit de hemel en het wordt maar niet droog. Treurwilg. Zonder water in haar onmiddellijke nabijheid.

maandag 8 januari 2024

Horst in oude ansichten (3) – Loevestraat


Jaren zestig. Vijfde week van de eindeloze grote vakantie. Wie zich al de luxe van een vakantie elders kan permitteren, komt doorgaans niet verder dan de Schatberg. Valkenburg en de Ardennen vallen soms ook nog net binnen het bereik. Alleen niet voor bewoners van de Kortestraat. Zij dienen hun vakantiegevoel vooral te puren uit hun Franse balkons. Vleugje Méditerranée dat naar binnen waait. Kinderen? Die moeten zichzelf maar zien te vermaken. Voetballen, spelletjes doen, beursje trekken, schupe. Vooral schupe. Maar in de vijfde week van de grote vakantie heeft de landerigheid het definitief gewonnen. Nergens geen zin meer in. Zelfs niet in schupe. Verveling, bij god niet weten wat te doen. Uiteindelijk zijn ze maar met z’n drieën op de stoep gaan zitten. Voor een keer heeft zelfs de in de verte lonkende Moelbaerenbos hen niet kunnen verleiden. Dan doorbreekt een auto de lethargie. Vader! Z’n zoon zwaait naar hem. Z’n twee vriendjes blijven onaangedaan zitten, de ene in kleermakerszit, de andere heeft z’n linkerbeen onder z’n rechter gemanoeuvreerd. Hun aandacht richt zich niet op hun vriendje en diens in gedachten verzonken vader, maar op iets of iemand aan de overzijde van de Loevestraat, bij de voormalige melkfabriek. De fotograaf?

donderdag 4 januari 2024

Horst in oude ansichten (2) – Gebr. Van Doornelaan

Frisheid. Rust. Ruimtelijkheid. Strakke vormgeving, geen overbodige franje. Een idylle in zwartwit. Of zie ik het te gekleurd? Misplaatste nostalgie van een kind van de Norbertuswijk?

‘Gebr. Van Doornelaan.’ Inderdaad. Maar minstens zoveel Schutroedeplein. Zielloos plein, toen al. Bestrating in de trant van een parkeerplaats. Terwijl het geen parkeerplaats was. Mooie betonnen bloembakken, in een wat curieuze opstelling.  

Op de achtergrond de BLO in aanbouw.

Het braakliggend terrein rechts zou later plaatsmaken voor zielloze garageboxen en nog ziellozer woningen. Fungeerde dat braakliggend terrein niet tijdelijk als trapveldje? Twijfel. Stond op dat braakliggend terrein niet tijdelijk een frietkot? Minder grote twijfel. Uiterst rechts de een jaar of tien geleden helaas gesloopte maisonnettes. Lag daarnaast geen trapveldje? Nauwelijks twijfel.

Glansrijke winnaar van de strijd om de hoogste antenne is de antenne van, beredeneerd gokje, Van Stratum, pal naast de tweede lantaarnpaal van links. Strakker dan strak, die twee middelste lantaarnpalen. Pronkstukken van de wijk.

Twee jongetjes in korte broek op het helderwitte trottoir. Ze staren naar een vrouw met kinderwagen die flaneert over het Van Doornelaan-asfalt. Tafereel dat aanzienlijk aan allure zou hebben gewonnen zonder die twee geparkeerde auto’s. Een winkelboulevard had het moeten worden, de Van Doornelaan. Het bleef bij tekentafelwerkelijkheid.  

zaterdag 4 juni 2022

Intermezzo – Disselhoff

disselhoff


voorheen houthandel mol
gereduceerdd
tott
ontwikkelwaarr
doorr
medeklinkerverdubbelaarr

raarr

vrijdag 20 mei 2022

Intermezzo – De kaders

‘Dit plan zou moeten voldoen aan de kaders.’
‘We zijn scherper geworden op de kaders.’
‘De kaders moeten worden meegenomen.’


Inderdaad, de lucht was weer eens zwanger van de kaders, vorige week dinsdag tijdens de vergadering van de Horster gemeenteraad.


Ook in het concept van het coalitieakkoord van Horst aan de Maas is het kaders voor en kaders na. Afschrikwekkend voorbeeld: ‘Wel formuleren we heldere ambities en kaders aan de voorkant, in lijn met de afspraken uit het Masterplan Wonen.’


‘Heldere kaders aan de voorkant’: typisch zo’n moedeloos makende frase die je doet vermoeden dat althans in Horst aan de Maas ook in de komende periode de kloof tussen overheid en burger niet zal worden overbrugd. Maar dat geheel terzijde. Terug naar de kaders. Van Dale omschrijft een kader omslachtig als ‘wat iets als en tot een geheel omsluit’. Daar tegenover staat het synoniem dat Van Dale geeft voor kader: ‘raam’. Verhelderend: stel je een kader, dan is buiten de lijntjes kleuren er niet bij.


Je denkt: zo is het spel, zo zijn de regels. Maar niet in Horst aan de Maas. Daar kan het gemeentebestuur naar believen binnen of buiten de door de gemeenteraad gestelde kaders kleuren. Hoe vaak hebben we Horster wethouders de voorbije periode niet tegen de gemeenteraad horen zeggen ‘Ik zou het ook graag anders willen, maar het past nu eenmaal niet binnen de kaders die u heeft gesteld’? Vorige week dinsdag ging het plotseling andersom. Aan de orde was nieuwbouwplan Disselhof aan de Venloseweg (voormalig terrein houthandel Mol). Daarvoor gelden onder meer als kaders: bepaald percentage sociale huurwoningen, bepaalde hoeveelheid openbaar groen, maximaal toegestane bouwhoogte, maximaal toegestane geluidsbelasting. Maar verantwoordelijk wethouder Eric Beurskens (Essentie) had in dit geval ineens lak aan al die kaders. En hij waarschuwde ook maar meteen: ‘Het gaat vaker voorkomen dat we moeten afwijken van de kaders.’  


Je denkt: de gemeenteraad voelt zich geschoffeerd door deze opgestoken wethouderlijke middelvinger richting de kaders. Maar niet in Horst aan de Maas. Daar likt een grote meerderheid van de gemeenteraad aan de opgestoken wethouderlijke middelvinger als was het een overheerlijke lolly. Van je gemeenteraad moet je het maar hebben.


Wat staat er trouwens in het concept van het nieuwe coalitieakkoord? ‘We versterken de kaderstellende en volksvertegenwoordigende rol van de Raad.’

Om je te bescheuren.

(Dit stukje verscheen afgelopen woensdag ook in Via Horst-Venray)

dinsdag 22 februari 2022

Ingezonden – CDA

Om wat voor reden dan ook verschenen afgelopen week geen bijdragen van de lokale politieke partijen in Hallo Horst aan de Maas. Om in deze leemte te voorzien heeft Horst-sweet-Horst alle aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnemende partijen eenmalig de ruimte geboden om hier een stukje te publiceren: het stukje dat normaalgesproken in Hallo zou verschijnen of iets anders. Als zesde het CDA.  


Meer vrijheid voor de (ver)bouwende burger

Inwoners die sloop-, bouw- of verbouwplannen hebben, kunnen hier pas mee starten als ze een goedgekeurde vergunning hebben. En het is in veel gevallen een uitdaging om zo’n vergunning te krijgen. CDA Horst aan de Maas vindt dat dit anders moet. En we voegen daad bij woord.

Wanneer je een vergunning aanvraagt, moet deze eerst langs de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Commissie Welstand). Deze commissie bepaalt of jouw (ver)bouwplannen in de omgeving passen. Vanuit inwoners die met de commissie te maken hebben gehad, horen we dat zij vaak niet begrijpen waarom aanvragen voor hun plannen worden afgewezen of aangepast moeten worden. Besluiten worden ervaren als willekeur en subjectieve smaak van de commissie. Het (ver)bouwproces loopt hierdoor vertraging op en dit brengt extra kosten met zich mee voor de aanvrager. Daarom hebben wij samen met Essentie en PvdA een motie ingediend.

Landelijk is er bepaald dat iedere gemeente een commissie moet hebben die adviseert of een bouw of verbouwing past in de omgeving. De precieze taken van deze commissie (los van het beoordelen van rijksmonumenten) mogen door de gemeente worden ingevuld. Wij hebben met onze motie dan ook opgeroepen om de taken van de commissie nader te onderzoeken. We willen minder regels, meer transparantie en snellere procedures. Onze motie is – bijna raadsbreed – aangenomen. We kijken uit naar de uitwerking van het college en hopen hiermee inwoners van Horst aan de Maas te helpen bij het verkorten van procedures bij (ver)bouwplannen.

CDA Horst aan de Maas
Eric Brouwers 

donderdag 17 februari 2022

Ingezonden – Essentie

Om wat voor reden dan ook verschenen vandaag geen bijdragen van de lokale politieke partijen in Hallo Horst aan de Maas. Om in deze leemte te voorzien heeft Horst-sweet-Horst alle aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnemende partijen eenmalig de ruimte geboden om een stukje te publiceren: het stukje dat normaalgesproken in Hallo zou verschijnen of iets anders. Als eerste Essentie.  


Trots op Horst aan de Maas

Ik ben trots op onze gemeente. Ik woon er graag met mijn gezin. Het is goed bereikbaar, heeft veel voorzieningen, mooie wandelgebieden en fietsroutes. De Maas, de Peel en de kernen. Ik voel me hier thuis.

Ik reis regelmatig naar diverse delen van Nederland. Vaak krijg ik de opmerking “moet je helemaal naar Limburg?”. Maar Rotterdam is anderhalf uur en Amsterdam is ietsje verder. Vaak verbaasde reacties. De reistijd tussen de steden onderling is vaak al een uur en ik reis niet veel langer. Maar hier kan ik genieten van de rust, ruimte en de natuur. Die woonkwaliteit mogen we best meer uitdragen. Misschien zijn we soms te bescheiden. De cultuur van “niet lullen maar poetsen”. Dat is ook de kracht van onze gemeente en heeft ons al veel gebracht!

Afgelopen raadsperiode heb ik me ingezet voor het behoud van De Weisterbeek als centrumschool. Ik heb me hard gemaakt voor meer speelvoorzieningen en voor versnelling van de woningbouwopgave. Ons eerdere 300-woningenplan zorgde voor een 1.000-woningenplan.  Komende raadsperiode ben ik weer verkiesbaar. Ik wil van Horst aan de Maas de beste woongemeente van Limburg te maken. Een plek waar het goed wonen is, je kunt recreëren en waar je een prima uitvalsbasis hebt.

Ik wil graag investeren in verdere vergroening en verduurzaming van onze gemeente. Daarmee maken we onze mooie gemeente klaar voor de toekomst. De toekomst van onze kinderen. Zodat ook zij hier weer prettig kunnen wonen en trots kunnen zijn op Horst aan de Maas.

Jeroen Brouns, raadslid Essentie

vrijdag 7 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (15) | Jos Weijs

Wat ook mooi is aan deze serie wandelingen: dat ik ga wandelen met mensen die ik niet (vaak) genoeg (meer) spreek. Jos Weijs (69) is zo iemand. Ik ken Jos al een kleine vijftig jaar. Hij was een vriend van mijn ouders, een partijkameraad ook, hij behoorde net als mijn ouders tot de oprichters van de PvdA-afdeling in Horst. Nog veel langer dan mijn vader zat hij in de Horster gemeenteraad. Maar ik heb ook nog levendige herinneringen aan tripjes naar Verdun en Londen in het gezelschap van Jos. Als we elkaar tegenwoordig zien, blijft het bij een praatje tijdens het boodschappen doen. En nu heeft Jos gemaild: ‘Graag wil ik een keer met je gaan wandelen. Mijn voorstel is dat we praten over het heden en het verleden.’ Héél graag! En praten over heden en verleden betekent volgens mij in feite: praten over alles. Mooi!


Jos heeft bedacht om door de Horster wijken en buurten te lopen. Met uitzondering van de Norbertuswijk. Hij heeft namelijk gelezen dat die al verschillende keren aan bod is geweest tijdens deze wandelingen. Van zijn huis aan de Jacob Merlostraat lopen we via een brandgang die ik – tot mijn eigen verbazing – niet ken, De Riet in, een jaren zeventigbuurt. Hutje mutje. Stenen, stenen, stenen, auto’s, auto’s, auto’s. Nauwelijks groen, nauwelijks lucht. Dichte bebouwing, overal geparkeerde auto’s. Zo moet het niet, concluderen we. Valt hier nog iets aan te veranderen, te verbeteren, vraag ik Jos. Hij heeft er een zwaar hoofd in.


We betreden de Mussenbuurt via de Zwaluwstraat. Jos heeft tien jaar in een van de flats aldaar gewoond. ‘Geweldige appartementen, fijn wonen.’ Het beeld in de Vinkenstraat en Putterstraat vertoont daarentegen weer overeenkomsten met De Riet. Jos vertelt hoe anders het is in Zürich, waar zijn dochter Marieke woont. Genossenschaften zorgen er daar voor dat wonen voor verreweg het grootste deel van de bevolking betaalbaar blijft. Waarom zou zoiets hier niet kunnen?


De Afhang stemt ons vrolijker. Althans: de ruimere opzet en het groen. Over de architectuur is Jos minder te spreken. Hij verafschuwt de retroarchitectuur en de nepboerderijstijl die in Horst aan de Maas welig tiert. Het doet me goed dat Jos er hetzelfde over blijkt te denken als ik.


En zo gaat het verder: Engelerveld, Nieuwstraat en omgeving, Hof te Berkel, Hertogbuurt, Blauwververstraat en omgeving, Stuksbeemden en de Risselt. We zien en bespreken voorbeelden van hoe het moet of kan en voorbeelden van hoe het niet moet of kan. Vooral de dichte bebouwing, nota bene ook in het recent opgeleverde Hof te Berkel, stemt tot nadenken. Ondertussen hebben we het over de politiek, zowel landelijk als provinciaal als lokaal. En over vertegenwoordigers van die ene partij, die ons allebei al ons hele leven dwarszit. Jos geeft wel hoog op over de kwaliteit van de kandidatenlijst van de PvdA voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. We zijn het erover eens dat het dualisme het er allemaal niet beter op heeft gemaakt, tenminste niet in Horst aan de Maas.


En dan zijn we weer terug in de Jacob Merlostraat. Nog een kop thee? Graag – hoewel dit eigenlijk niet past in het concept van deze wandelingen, maar voor Jos maak ik een uitzondering. Daarna blijft het nog lang gezellig.


Dit was aflevering 15 van Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze reeks. Wil je ook een keer meewandelen met Horst-sweet-Horst? Dan ben je te laat: helemaal volgeboekt!

zondag 6 juni 2021

Ingezonden – De partij van kralen en spiegeltjes

Horst-sweet-Horst ontving de volgende ingezonden bijdrage van Andries Brantsma over het besluit dat de gemeenteraad deze week nam om acht woningen te bouwen aan de Rector de Fauwestraat in Meterik, op de plek van de voormalige basisschool.


De partij van kralen en spiegeltjes

De Rector de Fauwestraat in Meterik werd met een bouwproject bijna het Waterloo voor wethouder Tegels. Alleen omdat er door vervelende omstandigheden twee raadsleden ontbraken werd hij gered, want de meerderheid van de raad was tegen dit voorstel. Een technisch goed plan, maar vol van kralen en spiegeltjes voor de toekomstige bewoners en gewone investeerders bleek uit de raadsvergaderingen. Het was duidelijk dat dit veel te ver ging, tenminste voor de nadenkende partijen. Het CDA belde zich dan ook een week lang wezenloos om zwakke plekken te ontdekken bij deze weldenkende partijen. Maar dat lukte niet. Iedereen was tegen een slechte uitvoering en een veel te genereuze behandeling van de nieuwe eigenaren. Intrekken van het voorstel zou betekenen dat de kralen weer zouden worden ingenomen en nagedacht moest worden over een fatsoenlijke oplossing. Je kunt 8 kopers niet bevoordelen op een manier die op voortrekken lijkt. De handeling van de wethouder kon leiden tot onbetrouwbaarheid richting 8 kopers, het niet corrigeren leidt tot onbetrouwbaarheid richting de andere 40.000 inwoners van Horst aan de Maas. Alleen een wonder kon wethouder Tegels redden om het slechte plan door slechte uitvoering waarvan de wortels in Beesel liggen aan te laten nemen. Op de hondstrouwe weinig kritische eigen CDA-partij kan zelfs deze wethouder altijd bouwen. Voor de PvdA is hetzelfde op te tekenen. Maar dat was te weinig en dus was een wonder nodig.  Er was een rozenkrans voor nodig, een hele rij kralen. Het wonder kwam. Omdat twee raadsleden niet aanwezig waren en raadslid Emons waarschijnlijk door een kanonnade aan telefoontjes waarvan we nooit de inhoud zullen leren kennen en die we nooit op betrouwbaarheid zullen kunnen toetsen, door de knieën ging, werd de wethouder gered.

Toch zal het geknetterd hebben na afloop, want het past niet erg bij deze wethouder dat hij een fout bij zichzelf zoekt. Hij heeft de macht en daar hoort iedereen voor te buigen. Toch… of, ja toch? En ongetwijfeld zullen collegeleden het voor hem draaglijk proberen te maken, want die repareren bijna steeds alles wat deze wethouder stuk maakt. Hij zal denken, als je in deze positie nog niets eens kraaltjes mag uitdelen, wat doe ik hier dan?

Ja, dat vragen velen zich af.

Was getekend,

Andries Brantsma

donderdag 4 maart 2021

Ingezonden – Nu doorpakken

Nog een kleine twee weken en dan valt er weer iets te kiezen ... De ingezonden bijdrage van gisteren van Jan Duijf (klik hier) inspireerde Lotte Spreeuwenberg op haar beurt tot een ingezonden bijdrage:


NU DOORPAKKEN

Nu doorpakken... met een demissionair kabinet. (Verantwoordelijkheid nemen is voor linkse losers, toch?)

Nu doorpakken... met het negeren van institutioneel racisme. (Die belastingaffaire was gewoon een foutje, toch?)

Nu doorpakken... met het negeren van klimaatverandering. (Klimaatdoelen 2020, eh 2030, eh 2050, dat is nog ver weg, toch?)

Nu doorpakken... met het kapitaliseren van zorg. (Je kan gewoon voor die mensen klappen, toch?) 

Nu doorpakken... met het negeren van kinderen in Moria. (Naastenliefde geldt alleen voor 'ons', toch?)

Nu doorpakken... met het subsidiëren van multinationals. (Trickle down economics, toch?)

Nu doorpakken... met megastallen. (Massaal en machinaal omgaan met levende wezens: dát is vooruitgang, toch?)

Nu doorpakken... met het kapitaliseren van onderwijs. (Een studieschuld van € 50.000, dat is maar een jaartje werken, toch?)

Nu doorpakken... met Wopke's Vrekkige Vier in de EU. (Want eh, wat ik net zei over naastenliefde.)

Nu doorpakken... met het negeren van fascistische retoriek van collega's. (Het CDA is verbindend, neutraal en er zijn altijd twee kanten, toch?)

Nu doorpakken... met het negeren van woningnood. (Die verhuurdersinkomsten van dat extra huisje betalen zo fijn de studie van de kinderen, toch?).

Nu doorpakken... met halfslachtig pandemiebeleid. (Nederland loopt voorop, toch? Met vaccineren en zo? Huh, hoe bedoel je met besmettingen?)

Nu doorpakken.

Nu doorpakken?

Nu doorpakken?

Toch?

zondag 28 februari 2021

Intermezzo – Arbeidsmigranten (2)

Afgelopen dinsdag sprak de Horster gemeenteraad weer ruim anderhalf uur over arbeidsmigranten en hun huisvesting (klik hier en ga naar 22 minuten). Geërgerd vroeg Eric Brouwers (CDA) zich af hoe het kan dat de huisvesting van arbeidsmigranten zó vaak op de agenda staat. Tja, hoe zou dat komen? Burgemeester Ryan Palmen gaf het antwoord dat het geachte gemeenteraadslid zelf ook wel had kunnen verzinnen: omdat dit een belangrijk maatschappelijk vraagstuk is én omdat het gepraat erover aantoont dat naar oplossingen wordt gezocht.


De inbreng van Eric Brouwers getuigde, net als die van Yvonne Douven (VVD), trouwens op wel meer punten van een schrijnende naïviteit. Of is het blindheid voor de feiten? Eric Brouwers: ‘Het uitgangspunt in de diverse dialogen is dat er wandaden zijn rond de huisvesting van arbeidsmigranten. Ik ken ze niet. Op het moment dat iemand ze weet, zou ik ze graag willen horen.’ Yvonne Douven: ‘De SP heeft het over betere arbeidsvoorwaarden. Ik vind dat echt iets uit de prehistorie. Ik wacht nog steeds op de voorbeelden, ik krijg ze nooit van iemand, kom ermee.’


Onbegrijpelijk dat beide raadsleden zo volstrekt buiten de Horster realiteit leven, maar ik wil ze best even aan het handje nemen en wat voorbeelden van wandaden opsommen: woekerprijzen voor kamers, huisvesting door de werkgever, exorbitante vergoedingen vragen voor het gebruik van wasmachines, met teveel mensen in te kleine ruimten moeten leven, van de ene op de andere dag uit je huis worden gezet, huisvestingskosten inhouden op het loon, nóóit een vast contract krijgen, rondpompen van werknemers, overuren niet uitbetaald krijgen, coronaregels aan de laars lappen, stelselmatig te veel uren moeten maken, geen oog voor gezondheidsbelangen. Enzovoort enzovoort. Kijk anders ook even op Horst-sweet-Horst, Eric en Yvonne, zoek daar op ‘Polen’ of ‘arbeidsmigranten’ en je vindt beslist nog meer voorbeelden.


Gelukkig zijn er ook partijen met meer oog voor de werkelijkheid. Zo pleitte de SP voor huisvesting onder regie van de gemeente. Is me uit het hart gegrepen omdat de afgelopen 25 jaar hebben aangetoond dat werkgevers deze verantwoordelijkheid niet aankunnen (de weinige goede uitzonderingen niet te na gesproken).


D66+GroenLinks is voorstander van een pas op de plaats, zo bleek uit de bijdrage van Eveline Baas: voorlopig geen vergunningen meer voor huisvesting van arbeidsmigranten in het buitengebied, eerst maar eens orde op zaken stellen. ‘Daarvoor is het nu niet het juiste moment’, aldus Richard van der Weegen (PvdA), die verder het kritische betoog van D66+GroenLinks grotendeels onderschreef.


Besluiten werden dinsdag nog niet genomen, eerst wordt er verder gepraat. Tot twee keer toe in april, maar ook komende dinsdag al. Ongetwijfeld tot ergernis van Eric Brouwers. Tip voor hem en ook voor Yvonne Douven: diezelfde dinsdag organiseert de SP Limburg een livestream over arbeidsmigratie. Een van de sprekers is Bart Plaatje van de FNV, die zich al enige tijd bezighoudt met de uitbuiting van arbeidsmigranten. Misschien toch even naar luisteren, Eric en Yvonne, hij zal mijn lijstje met voorbeelden ongetwijfeld kunnen aanvullen. Klik hier voor meer informatie over deze livestream. 

maandag 15 februari 2021

Intermezzo – Garage Willems (2)

‘Nów ’t nag kán, wà’, zegt de passerende man. Inderdaad. Nu het nog kan, foto’s maken van garage Willems.


Binnen nu en enkele maanden is het gedaan met het mooiste gebouw van Horst. De schepping van de lokale architect Lei Martens uit de jaren zestig van de vorige eeuw moet plaatsmaken voor een appartementencomplex. Ik heb al eerder geschreven hoe zonde dat is (klik hier). Toch doet het weer pijn, nu ik er op deze zonovergoten ijskoude zondagmorgen min of meer toevallig aan voorbijloop.


De kwalificatie ‘het mooiste gebouw van Horst’ gaat misschien wat ver. Als ik morgen langs een andere Horster eyecatcher loop, is beslist de kans aanwezig dat ik die bombardeer tot het mooiste gebouw van Horst. Maar de stelling dat garage Willems behoort tot het allerbeste wat Horst aan naoorlogse architectuur te bieden heeft, zou ik best willen verdedigen.


Probeer het eens: denk het hekwerk weg, denk die geparkeerde auto’s weg, denk al die belettering in al die verschillende lettertypen weg, denk die dichtgeplakte ramen weg. Blijft er dan geen sprankelend, niets verhullend, transparant gebouw over? Een gebouw dat is wat het is: beton, veel glas, hoge plafonds, rechte lijnen, geen tierlantijntjes.


Nee, niet elk gebouw kan en hoeft behouden te worden. Maar dat beeldbepalende naoorlogse gebouwen als het ziekenhuis, de verpleegstersflat en nu garage Willems en ook de gebouwen op het terrein van de voormalige Pluimveevakschool in Hegelsom zonder enige discussie worden gesloopt, stuit me tegen de borst. Venray heeft op dit gebied ook een naam hoog te houden, maar werkt inmiddels wel aan een inventarisatie van wederopbouwarchitectuur. Wat let Horst aan de Maas om hetzelfde te doen?


Wie het allemaal maar onzin vindt, dat behoud van wederopbouwarchitectuur, zou eens een bezoekje moeten brengen aan de voormalige brandweerkazerne in Maastricht. In veel opzichten vergelijkbaar met garage Willems, met dit verschil dat die laatste misschien wel nóg sprankelender is. En dat de brandweerkazerne behouden is gebleven en in een culinaire, creatieve en culturele hotspot is omgetoverd.

donderdag 3 september 2020

Intermezzo – Polen

‘Arbeidsmigranten’ zou een kop boven dit stukje zijn die de lading beter dekt dan ‘Polen’. Maar ‘arbeidsmigranten’ klinkt zakelijk, afstandelijk, onpersoonlijk. ‘Polen’ maakt meteen duidelijk dat het om mensen van vlees en bloed gaat. Dat ik in dit geval onder ‘Polen’ ook Roemenen, Bulgaren en andere arbeidsmigranten versta, zal hopelijk niemand me euvel duiden. 


Polen – de kurk, of toch minstens een van de kurken waarop onze Noord-Limburgse economie al zo’n twee decennia drijft. Wie zou verwachten dat de Polen daarom ook al zo’n twee decennia in de watten worden gelegd, komt bedrogen uit. Nee, ze worden met z’n tweeën of vieren op een kamertje gelegd waar ze hun kont niet kunnen keren. In dat kamertje worden ze op een bed gelegd waarvoor ze zomaar even drie- of vierhond euro per maand dienen neer te tellen. Hun huisvestingskosten worden ingehouden op hun loon. Ze worden rücksichtslos op straat geknikkerd na beëindiging van hun arbeidscontract. Allemaal zaken mensen van vlees en bloed onwaardig, Nederland onwaardig, Noord-Limburg onwaardig.


Als de afgelopen twee decennia één ding hebben geleerd, dan is het wel dat werkgevers doorgaans niet de wil hebben om hun arbeidsmigranten op een humane wijze te huisvesten zonder hen het vel over de oren te trekken. Huisvesting is voor werkgevers een belangrijk onderdeel van het verdienmodel geworden. Het rendement van de huisvesting geniet de allerhoogste prioriteit; kwaliteit en humaniteit zijn van ondergeschikt belang. Met deze wetenschap in het achterhoofd is het onbegrijpelijk dat gemeenten maar vergunningen blijven verlenen voor de grootschalige huisvesting van arbeidsmigranten door hun werkgevers.


De gemeente Horst aan de Maas staat op het punt een groenteverwerkingsbedrijf in tuinbouwgebied Californië vergunning te verlenen voor de bouw van een onderkomen voor driehonderd arbeidsmigranten. Waarom toch weer? Waarom neemt de gemeente niet zelf de verantwoordelijkheid voor de huisvesting van arbeidsmigranten, nu afdoende gebleken is dat werkgevers hiervoor niet capabel zijn en woningcorporaties er blijkbaar geen brood in zien? Omdat huisvesting van arbeidsmigranten geen gemeentelijke taak is? Maak het dan tot een gemeentelijke taak en stel een eer in goed gastheerschap!  

(Dit stukje verscheen gisteren in iets andere vorm ook in Via Horst aan de Maas-Venray)

zaterdag 15 augustus 2020

Intermezzo – Arbeidsmigranten

‘Limburg wil Polen juist niet kwijt’, luidde de kop boven een artikel in de Volkskrant van 4 juni 2011. Horst aan de Maas speelde daarin een hoofdrol: ‘Koploper bij het verleiden van arbeidsmigranten is fusiegemeente Horst aan de Maas, die van plan is huizen die al lang te koop staan op te kopen en te verhuren aan Oost-Europeanen. De woningcorporatie draagt bovendien bij in de kosten voor een taalcursus Nederlands voor Poolse huurders.’ Martin Delhij, toenmalig teamleider van Wonen Limburg in Horst: ‘Het scheiden van werk en wonen is belangrijk om ze te laten blijven. De navelstreng met de werkgever moet worden doorgeknipt. Wonen is in onze opvatting ook deelnemen aan de samenleving, meedoen. Voor ons is de Pool een gast en geen last’. Toenmalig burgemeester Kees van Rooij: ‘We hebben ze keihard nodig om ons welvaartsniveau op peil te houden.’


Hoe staan de zaken een kleine tien jaar later? Polen en andere Oost-Europeanen zijn nog altijd nodig om ons welvaartsniveau op peil te houden. Maar leegstaande huizen opkopen en aan Oost-Europeanen verhuren? Scheiden van wonen en werk? Taalcursussen? Deelnemen aan de samenleving? Mooie woorden die stuk voor stuk niet zijn waargemaakt.


De praktijk is nog altijd dat arbeidsmigranten een speelbal zijn van hun werkgever. Werken onder mensonwaardige omstandigheden, veel te lange dagen moeten maken en geen toeslagen ontvangen voor overwerk en werk op onregelmatige tijden zijn nog altijd schering en inslag. Ziek of slachtoffer van een arbeidsongeval? De werkgever probeert zich zo snel mogelijk te ontdoen van zijn werknemer.


De almacht van de werkgever wordt nog vergroot door het feit dat hij doorgaans nog steeds de huisvester is van zijn personeel. Ongestraft kan hij woekerprijzen vragen voor het recht op een bed en voor het gebruikmaken van een wasmachine en andere faciliteiten. Werknemers delen veelal een kamer. Van privacy is geen moment sprake, ook al vanwege het alomtegenwoordige cameratoezicht. Taalcursussen en integreren zijn niet in het belang van de werkgever, dus waarom zou hij daarin investeren? Bovendien: waar zouden zijn werknemers de tijd en de energie vandaan moeten halen om na al dat werken ook nog eens een nieuwe taal te leren en te integreren?    


Wie bijvoorbeeld z’n Facebookposts van de afgelopen maanden volgt, weet dat verantwoordelijk wethouder Roy Bouten (PvdA) barst van de ambities wat betreft arbeidsmigranten. Wat zou het mooi zijn als hem gaat lukken waarin al zijn voorgangers de afgelopen 25 jaar faalden.


Wat niet bij voorbaat optimistisch stemt, is hoe de wethouder een misstand denkt aan te pakken waarop hij onlangs stuitte (klik hier): de schuilplekken in deze gemeente – ‘van bepaalde stukken bos tot een lege champignonkelder’ – waar dakloze arbeidsmigranten onder mensonterende omstandigheden verblijven. De wethouder ziet het als opdracht voor de gemeente het Rijk te blijven aansporen om toezicht te houden op naleving van de huisvestingsplicht (de plicht van een werkgever om een arbeidsmigrant nog twee weken na ontslag huisvesting aan te bieden). Dat duidt op een wel héél magere ambitie. Het is immers de gemeente die telkenmale vergunning verleent voor het bouwen van al dan niet grootschalige huisvesting voor arbeidsmigranten door werkgevers. Dat feit alleen al maakt de gemeente medeverantwoordelijk.


Waarom neemt de gemeente bijvoorbeeld niet de huisvestingsplicht over zo lang werkgevers blijven verzaken en het Rijk niet kan of wil toezien op die plicht? Is dat niet het minste wat we kunnen doen voor mensen die keihard nodig zijn om ons welvaartsniveau op peil te houden?