Zo gaat het altijd. Als ik het papiertje dan heb opgeraapt, blijkt steevast dat
ik standvastig had moeten zijn en gewoon door had moeten fietsen. Omdat het
papiertje een kassabonnetje is. Of een niet ingevuld invulformulier. Of een pakbon.
Of een fragment van een verpakking. Of – heel vaak – een blanco velletje.
morkva (wortels)
chleb (brood)
maslo (boter)
kawa (koffie)
salat (sla)
syr (kaas)
jablka (appels)
Het ene nog basaler dan het andere, van luxeproducten geen enkel spoor. ‘Zo komt Jan Splinter door de winter’, zou Marcel van Dam zeggen. Overigens telt het briefje minimaal twee auteurs: de wortels, het brood en de boter zijn van één hand en hetzelfde geldt voor de koffie, de sla en de kaas. De appels zouden van de auteur van de wortels, het brood en de boter kunnen zijn, maar waarschijnlijker is dat er een derde in het spel is. Wat er vóór ‘appels’ is doorgestreept? De eerste letters van jabul (appel), vermoedelijk vanwege een spelfout.
robota i material (arbeid en materialen) = 1000 euro (= 1000 euro)
Belangwekkend deze vondst? Misschien niet, maar een sign of the times is dit briefje wel degelijk. In al zijn bescheidenheid weerspiegelt dit briefje namelijk óók de wereldgeschiedenis. Veertig jaar geleden zou het nog absoluut ondenkbaar zijn geweest zo’n briefje in Horst aan de Maas te vinden. Nu kijk je er niet echt vreemd van op. Hoe zou het over vijf, tien, twintig, vijftig jaar zijn?
(met dank aan Agata Siwek en Hasmik Tangyan voor de vertaling)