Posts tonen met het label Dendron. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Dendron. Alle posts tonen

dinsdag 8 april 2025

Intermezzo – Dendron (3)

‘Kunst maken omdat het moet’, luidt de kop boven het artikel van Bert Albers in De Limburger van 14 juni 2000 over het schevebomenproject op het gazon voor het Dendron College. Treffende kop, zo blijkt:

‘De stemming is loom. Liever zaten ze op een terras of lagen ze aan het zwembad. Daarvoor hebben ze geen tijd, de scholieren uit het studiehuis, met als richting cultuur en maatschappij. Tekenen of handvaardigheid is voor hen verplichte kost en het project van Ziedses des Plantes telt mee voor het rapport. Als ze hun werk vandaag niet af krijgen, moeten ze in hun vrije tijd verder. Niet af is geen punt en geen punt betekent een onvolledig rapport en zittenblijven.’

De leerlingen beschilderen de palen die de scheefstaande zilverlindes stutten. Zo ook Trudy:
‘Trudy (16) heeft al twee vrije dagen opgeofferd om haar kleurrijke paal op tijd af te krijgen. Hemelvaartsdag heeft ze gewerkt en eergisteren was ze opnieuw bezig. “Van twaalf uur ’s middags tot ’s avonds half elf”, zegt ze, terwijl ze met een penseel witte hokjes groen inkleurt.’

Ook Yvonne komt aan het woord:
‘Yvonne (16) vindt het idee achter de schuine bomen “een beetje overdreven. Het is onnatuurlijk”, zegt ze zelfverzekerd. “En wie vergelijkt nou brugklassers met schuine bomen?”, vraagt ze zich af. Bovendien had het project wat haar betreft best wat korter mogen duren. “In het begin was het wel leuk, maar ik had niet gedacht dat het zoveel werk zou zijn.”’

Sven uit zich positiever:
‘“Natuurlijk, het is wel leuk dat er op zo’n prominente plaats voor school nog een aantal jaren iets staat wat we zelf gemaakt hebben”, denkt Sven (15), maker van een woest ogende paal. Dan moeten bomen en palen wel de vernielzucht van medescholieren en anderen overleven. Voor ongeveer een derde van de 24 bomen is dat al te laat. Ze zijn vernield en worden in het najaar vervangen door nieuwe.’

Een kwart eeuw na de totstandkoming van het kunstwerk van tekendocent en beeldend kunstenaar René Ziedses des Plantes luidt de verheugende conclusie dat het is meegevallen met die gevreesde ‘vernielzucht van medescholieren en anderen’. Van de oorspronkelijke 24 bomen staan er nog 22: de eerste driehoek, die met vijftien bomen, is nog intact, in beide andere ontbreekt één boom.


De beschilderde palen waren nooit voor de eeuwigheid bedoeld. Na een jaar of zes, zeven zouden de bomen op eigen benen moeten kunnen staan. In 2016 waren de palen dan ook verdwenen.


Maar in de daaropvolgende jaren zijn ze minimaal eenmaal vernieuwd – omdat een nieuwe generatie docenten vond dat ze inmiddels onlosmakelijk met het kunstwerk waren verbonden?

Klik hier, hier en hier voor eerdere stukjes op Horst-sweet-Horst over het enige (?) staaltje land art in Horst aan de Maas.

zondag 6 april 2025

Intermezzo – Dendron (2)

Sommige stukjes op Horst-sweet-Horst hebben een lange staart. Negen jaar geleden schreef ik hier over een onvervalst stukje land art in Horst: de scheefstaande, door veelkleurig beschilderde palen gestutte bomen op het gazon voor het Dendron College.


In het stukje stelde ik allerlei vragen over dit kunstwerk. Antwoorden bleven uit. Totdat ik zes jaar later stuitte op een artikel van Bert Albers in De Limburger van 14 juni 2000. Dat gaf onder meer antwoord op mijn vragen om welke bomen het gaat (zilverlindes), wie de maker van dit werk is (René Ziedses des Plantes) en wie de mede-uitvoerders waren (leerlingen van Dendron). Ik schreef er opnieuw een stukje over (klik hier). Dat eindigde zo: ‘Bert Albers schetst in zijn artikel overigens ook prachtig de sfeer onder de leerlingen die bezig zijn met het beschilderen van de palen. Daarover een dezer dagen meer. Dan ook meer over het aantal bomen. En de palen. En René Ziedses des Plantes.’


Jaja. Dat was dus op 29 mei 2022, bijna drie jaar geleden. Wat denk je? Sindsdien geen woord meer over die bomen. Terwijl ik René Ziedses in de tussentijd nota bene een keer toevallig was tegengekomen en hem toen had beloofd dat dat stukje er snel zou komen. Niet dus. Mea culpa. Om het goed te maken nu een tweeluik: vandaag over aanleiding, achtergrond en symboliek van het kunstwerk en over René Ziedses; morgen of overmorgen onder meer over de bijdrage van de leerlingen en over het aantal bomen (klik hier voor dat tweede deel).


Voor aanleiding, achtergrond en symboliek citeer ik graag Bert Albers:
‘Dendron is het (oud-)Griekse woord voor boom. Maar bomen zijn op het terrein van het schoolcomplex dun gezaaid. Dus bedacht tekendocent René Ziedses des Plantes het bomenproject. Kunst en natuur die samen voor een spraakmakende aankleding van de school zorgen. Drie driehoeken op de grond, met daarin een aantal bomen. Ze moeten de ontwikkeling van de schoolbevolking symboliseren: eerst met z’n velen, dicht opeen, nog een beetje beschermd. In de volgende hoeken staan minder bomen, krijgen ze meer ruimte. Het meest bijzondere aan die bomen is dat ze schuin in de grond staan. Dat staat volgens Ziedses des Plantes voor de dynamiek van het groeiproces en de ontwikkeling naar volwassenheid.‘

Desgevraagd voegde René Ziedses hier in 2022 zelf nog aan toe:
‘Die basisvorm, de driehoek, wordt ook gebruikt voor het symbool van een boom. De toenmalige rector Jan-Hein de Wit heeft dit gebruikt voor het logo van de school. Van daaruit heb ik toen deze driehoeken als basis gebruikt om deze “verse” scholengemeenschap visuele dynamiek te geven (drie driehoeken geven richting, versterkt door de schuine inplanting van de bomen gecombineerd met organische groei naar boven). Ik had gedacht, gehoopt, dat de bomen die iets verder uit elkaar staan, iets sneller, beter zouden groeien dan die anderen. Maar ja… Het leven gaat z’n eigen gang! De oorspronkelijke afspraak was overigens dat die bomen ook aangepast gesnoeid zouden worden.’

Wie René Ziedses des Plantes is? Beeldend kunstenaar, woonachtig en praktiserend in Deurne, in 1946 geboren in Heerlen, opgeleid aan de kunstacademie in Tilburg, vanaf 1976 28 jaar lang gedurende drie dagen per week docent tekenen en kunstgeschiedenis in het middelbaar onderwijs, aanvankelijk in Venray en later in Horst. Klik hier voor zijn website.

woensdag 22 november 2023

Intermezzo – Verkiezingsdagdialoogjes

12.23 uur – bij stembureau Kantine Sporthal Dendron, Horst
‘Daag Wim!’
‘Daag Hay!’
‘Godde ok stemme?’
‘Oeteindelik vandaag wal enne kiër, jao.’

12.32 uur – bij stembureau Kapel De Schuilplaats, Horst
‘Godde ok ’t lánd redde?’
‘As daat zui kunne!’
‘As we niks dô, gebeurt d’r hiëlemaol niks.’
‘Precies.’
‘Fijnen daag!’
‘Gi-j ok!’


12.43 uur – bij Albert Heijn, Horst
‘Ha Wim! Hoe is het?’
‘Nu nog goed.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Vanavond niet meer.’
‘Oh zo. De verkiezingsuitslag…’
‘Inderdaad.’
‘Ik heb net gestemd. Ik schat in dat het niet aan mij ligt als je vanavond een slechte avond hebt.’
‘Ah, mooi! Heel goed om te horen!’
‘Je hebt er geen vertrouwen in vanavond?’
‘Nee. Verkiezingsuitslagen vallen altijd tegen. Rechts wint verdomme altijd.’


15.48 uur – in stembureau Gemeenschapshuis De Zaal, Griendtsveen
‘Billie, lig!’
‘…’
‘Néé, Billie!’
‘…’  


16.43 uur – bij stembureau Gemeenschapshuis Aan de Brug, America
‘Ha! Hedde óp de góje gestemd?’
‘Jaozeker!’
‘Hojje wà.’
‘Hojje.’

zondag 29 mei 2022

Intermezzo – Dendron

Zes jaar geleden kwam ik ineens tot de ontdekking dat Horst een fraai staaltje land art rijk is. Ik was er altijd achteloos aan voorbijgegaan, niet beseffend dat het om kunst ging. Toen dat besef ten langen leste was doorgedrongen, schreef ik een stukje over het kunstwerk (klik hier). Daarin wierp ik allerlei vragen op. Antwoorden bleven uit. Tot deze week. In de collectie krantenknipsels die ik ontving uit de nalatenschap van een vroegere bewoner van de Oranjestraat kwam ik een artikel tegen dat antwoord geeft op bijna al m’n vragen van zes jaar geleden.


Het gaat om de schuinstaande bomen voor het Dendron College die samen drie driehoeken vormen. En het gaat om een artikel van Bert Albers uit Dagblad De Limburger van 14 juni 2000, toen het kunstwerk nagenoeg was voltooid. Zó heerlijk dat het artikel mijn meest prangende vragen van toen stuk voor stuk beantwoordt!


Wat zijn het voor bomen?
‘Zilverlinden.’


Wie is de maker van deze land art?
‘René Ziedses des Plantes.’


Wat waren zijn of haar bedoelingen ermee?
‘Dendron is het (oud-)Griekse woord voor boom. Maar bomen zijn op het terrein van het schoolcomplex dun gezaaid. Dus bedacht tekendocent René Ziedses des Plantes het bomenproject. Kunst en natuur die samen voor een spraakmakende aankleding van de school zorgen. Drie driehoeken op de grond, met daarin een aantal bomen.’


Waarom drie driehoeken? Waarom drie driehoeken met een verschillend aantal bomen?
‘Ze moeten de ontwikkeling van de schoolbevolking symboliseren: eerst met z’n velen, dicht opeen, nog een beetje beschermd. In de volgende hoeken staan minder bomen, krijgen ze meer ruimte.’


Waarom wijzen ze, net als de driehoeken, naar het zuiden? (Met andere woorden: waarom staan ze scheef?)

‘Het meest bijzondere aan die bomen is dat ze schuin in de grond staan. Dat staat volgens Ziedzes des Plantes voor de dynamiek van het groeiproces en de ontwikkeling naar volwassenheid. De linden wijzen schuin richting centrum van het dorp.’


In 2016 schreef ik ook: ‘Bovendien stonden er, als mijn geheugen me niet bedriegt, jarenlang veelkleurige palen – ook die heb ik wel gezien, maar nooit bekeken – bij die bomen.’ Mijn geheugen bedroog me niet, blijkt uit het artikel.
‘Op het gazon voor school is een groepje van ongeveer twintig Dendron-leerlingen met verf en kwast in de weer. Ze leggen de laatste hand aan hun werkstukken; een rechtopstaande paal, die een schuin geplante zilverlinde de eerstkomende jaren voor verdere verzakking moet behoeden. Over een jaar of zes tot zeven zullen ze verdwijnen.’ (Wat ook meteen een antwoord is op mijn vraag hoe men erin was geslaagd de bomen allemaal uit het lood te laten groeien.)


Bert Albers schetst in zijn artikel overigens ook prachtig de sfeer onder de leerlingen die bezig zijn met het beschilderen van de palen. Daarover een dezer dagen meer. Dan ook meer over het aantal bomen. En de palen. En René Ziedses des Plantes.

Klik hier en hier voor het vervolg.

zondag 13 februari 2022

Intermezzo – Bibberaties

Zaterdag 12 februari 2022, 14.52 uur, fietsenrek Dendron College, Gebroeders van Doornelaan te Horst (klik op pijltje, afspelen met geluid aan):

zondag 2 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (7) | Gé Peeters

Sommige van de wandelingen in deze serie zou je ook in Tietjerksteradeel of in Kats kunnen maken. Bij die wandelingen gaat het louter om het gesprek en niet om de locatie. Bij andere wandelingen is de locatie juist leidend. Zo ook op deze lauwwarme donderdagavond. ‘Ik vind het wel leuk om door ‘t neej dörrep te wandelen’, heeft Gé Peeters gemaild. Ik ook, wandelen door de Norbertuswijk alias Neej Dörrep alias Sjemdörrep is altijd leuk. Gé (59) is docent. Hij woont in Venray maar heeft zijn jeugd, net als ik, grotendeels doorgebracht in ’t Neej Dörrep. We kennen elkaar.


We hebben afgesproken bij de werkplek van Gé, het Dendron College. Meteen is duidelijk dat Gé de route voor vanavond helemaal in z’n hoofd heeft zitten – wat dat betreft lekker achteroverleunen voor mij. We slaan linksaf de Paulus Potterstraat in en betreden daarmee de schildersbuurt van de Norbertuswijk. Gé vraagt zich af waaraan Paulus Potter die straatnaam te danken heeft. Zó’n bekende schilder was hij nu toch ook weer niet?



Bij het trapveldje tussen Rubensplein en Noordsingel (‘Achter Trilli’) vertelt Gé dat hij daar tijdens het WK van 1978 uit het niets (of misschien toch niet helemaal) van een niet nader te noemen persoon een klap voor z’n kop heeft gekregen. Gé veronderstelt dat ik daarvan getuige ben geweest, maar dat was niet het geval: ik frequenteerde in die tijd andere Horster trapveldjes.



Gedurende de wandeling ontdek ik iets dat ik nooit achter Gé had gezocht: een fascinatie voor straatnamen en de ligging van straten. Of althans een fascinatie voor de straatnamen en straten in ’t Neej Dörrep. Waarom heet de Steffensstraat Steffensstraat? En waarom ligt die middenin de Oranjebuurt? Had die niet van plek moeten ruilen met de Emmastraat? Waarom is het wel Prinses Beatrixstraat en niet Koningin of Prinses Julianastraat? Wie of wat was Westerholt? Is de Jan van Eechoudstraat geen vreemde eend in de bijt tussen Wittenhorststraat en Westerholtstraat? Sommige van deze prangende vragen kan ik beantwoorden, bij andere tast ook ik in het duister.


Gé verbaast zich (met mij) over de vreemde knik in de Wittenhorststraat ter hoogte van de Prinses Beatrixstraat. Ontwerpfout? Gaandeweg ontdekken we ook hiaten in ons Neej Dörrepgeheugen: wie woonde nu precies waar in de Oranjestraat? Was er aan de linkerkant van de Prinses Irenestraat behalve de kas van Nollen Hay nog meer bebouwing? Heeft op het binnenterrein tussen Meterikseweg en Wittenhorststraat ooit ’t Ostenriekske gelegen?



Geen haperend geheugen als we in de Westerholtstraat zijn: Gé somt feilloos de namen op van alle jongens met wie hij naar het Boschveldcollege fietste. Vast verzamelpunt was een lantaarnpaal voor de woning van de familie Sommerdijk. Vreemd genoeg herinnert Gé zich de soort van binnenpleintjes achter de woning van de familie Sommerdijk dan weer niet. Mooie plek om te wonen, iets wat hij eerder ook in de Vermeerstraat (vernoemd naar de schilder, niet de keeper) heeft gezegd.


Shit, de vierhonderd woorden alweer ruimschoots overschreden. Terwijl er nog zoveel te schrijven viel. Nou ja, jammer dan, het verslag is ondergeschikt aan de wandeling. De meest grillige wandeling tot dusver zie ik later op mijn telefoon:  


Dit was aflevering 7 van Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze reeks. Wil je ook een keer meewandelen met Horst-sweet-Horst? Dan ben je te laat: helemaal volgeboekt!

zaterdag 1 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (6) | Lotte Spreeuwenberg

‘Het lijkt me leuk als niet ik, maar jíj de route bepaalt.’ Shit. Het was nu juist zo heerlijk om verlost te zijn van die loden last telkens zelf een route te moeten verzinnen. Zal ik even de autoritaire leider gaan uithangen? Zit niet zo in me. Bovendien moet ik m’n zegeningen tellen: als de allereerste 40-minner zich meldt om met me te gaan wandelen, is nederigheid gepast. Dus bel ik donderdagmorgen om tien uur op de Meterikseweg aan bij Lotte Spreeuwenberg. Lotte (30) is filosoof, is geboren in Melderslo, heeft gestudeerd en gewoond in onder meer Tilburg en woont sinds kort in Horst. We kennen elkaar.


Ik heb bepaald dat de route voert langs alle plaatsen waar ik heb gewoond, in chronologische volgorde – dat mijn complete woongeschiedenis zich afspeelt in Horst is in dit geval wel een voordeel. Maar goed, over mijn woonverleden misschien een andere keer meer. Vanaf nu ligt de nadruk op Lotte en ons gesprek. Dat gaat, zoals altijd, vooral over politiek en allerlei maatschappelijke vraagstukken. Inderdaad, er bestaan mensen die daar uren aan een stuk over kunnen lullen – wij behoren tot die zeldzame soort. In een groter gezelschap wordt het er met zulke gespreksonderwerpen doorgaans niet gezelliger op, maar nu we toch met z’n tweeën zijn en er niemand is om vermoeid te zuchten of ‘gaap gaap’ te roepen, nemen we het er ook maar van. De details zullen we u besparen.


Regelmatig terugkerend gespreksthema tijdens de wandeling: in hoeverre wil je bereid zijn je levensgeluk op te offeren aan je strijd voor een betere wereld? Sylvana Simons, voor wie we allebei groot respect hebben, zien we bijvoorbeeld als iemand die welbewust haar persoonlijk welzijn opzij schuift in haar streven haar idealen te realiseren. Zó ver is Lotte niet bereid te gaan, al knaagt dat wel. Omdat voor jezelf kiezen, ook al is het maar voor een beetje, voor Lotte voelt als een concessie.


Als we om het Dendron College heen wandelen blijkt warempel dat we ondanks het grote leeftijdsverschil dezelfde gymleraar hebben gehad, Lotte op het Dendron, ik op het Boschveldcollege in Venray. Nog een overeenkomst: we hadden allebei de pest aan deze man. Nog een overeenkomst: we hadden allebei een gruwelijke hekel aan gymnastiek. Geen overeenkomst: Lotte wilde nog wel eens spijbelen, ik, brave borst, niet. Geen overeenkomst: ik vond school verschrikkelijk, Lotte denkt ondanks die gymleraar met veel plezier terug aan het Dendron. Ze heeft er veel vrienden en bekenden aan overgehouden. En die vormen een van de redenen voor haar terugkeer naar Horst aan de Maas. Dat die terugkeer de ontwikkeling van haar carrière misschien in de weg zit, deert haar niet echt: ze krijgt er gezelligheid, humor en niet te vergeten het Horster dialect voor terug.


Als we weer terug zijn op de Meterikseweg blijkt dat we 9,24 kilometer hebben afgelegd, een recordafstand voor deze serie. Dat samenvatten in een paar honderd woorden is ondoenlijk. Ik pik er nog één puntje uit: twee jaar geleden schreef Lotte een artikel over haar beide grootmoeders. Dat heeft haar inzicht gegeven, haar doen beseffen hoe goed het is om te weten waar je wortels liggen en hoezeer die persoonlijke geschiedenis en de omgeving waarin die zich heeft afgespeeld, bepalen wie je bent. Onbegrijpelijk dat hiervoor in het onderwijs niet meer aandacht is, vinden we allebei. 


Dit was aflevering 6 van Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze reeks. Wil je ook een keer meewandelen met Horst-sweet-Horst? Dan ben je te laat: helemaal volgeboekt!

maandag 13 december 2021

Intermezzo – Biomassacentrale (2)

Soms verdienen ze het om te worden gepubliceerd: de bijdragen van insprekers tijdens gemeenteraadsvergaderingen. Afgelopen donderdag uitten drie insprekers tijdens de raadsvergadering hun zorgen over de mogelijke bouw van een biomassacentrale aan de Schengweg in Horst. Alle drie die bijdragen zijn beslist het terugluisteren en -kijken waard (klik hier en ga naar 3.00 minuten), maar Ayda Frings (ze kwam gisteren ook al op Horst-sweet-Horst aan het woord; klik hier) verwoordde wat mij betreft het meest kernachtig en krachtig waarom Horst aan de Maas zich met een nieuwe houtgestookte biomassacentrale op een doodlopende weg begeeft. Daarom, met dank aan Ayda, hier haar volledige bijdrage:


‘Ik wil u graag vertellen waarom biomassa op deze schaal allang niet meer als duurzame energiebron bestempeld wordt. 

Ten eerste: er is lokaal al te weinig biomassa. In Nederland werd in 2020 bijna 4 miljoen ton biomassa verstookt, waarvan ruim de helft, 2,5 miljoen ton, werd geïmporteerd vanuit de VS, Canada en de Baltische Staten waar bossen volledig worden kaalgekapt. Nederland staat daarmee zelfs in de top 5 wereldwijd van grootste biomassa importeurs. En nu zullen er mensen zijn die zeggen: maar de bedoeling hier is toch lokaal hout? Helaas is Horst een goede afspiegeling van Nederland wat betreft de hoeveelheid biomassa. Uit eigen onderzoek van de gemeente blijkt dat er in de regio al 2,3 keer meer opgestookt wordt dan geproduceerd. Kortom, er is nu al lokaal te weinig biomassa, dus waarom een extra centrale faciliteren?

Ten tweede: De redenatie dat er voor elke gekapte boom een nieuwe wordt geplant die CO2 uit de lucht weer opneemt is achterhaald, voornamelijk omdat de factoren tijd en schaal niet worden meegenomen. Terwijl een boom in een uurtje kan worden opgestookt, doet die er tientallen jaren, 40 tot 100 jaar, over om weer te groeien. Tot die tijd zit al die CO2 van die boom gewoon in de lucht en van ontelbaar veel meer bomen omdat de schaal zo óntzettend groot is. Ook wordt er dus in al die jaren niet de CO2 opgenomen die dat oude bos normaliter wel zou hebben opgenomen, stoot biomassa zelfs 2x zoveel CO2 uit per hoeveelheid energie als gas én hebben we het nog niet eens over allemaal andere vervuilende stoffen die worden uitgestoten. Dit laatste heeft significante gevolgen voor de volksgezondheid en al helemaal met het Dendron College en een basisschool in de windrichting van al deze schadelijke stoffen is dit iets wat we niet zouden moeten willen. Dat biomassa klimaatneutraal en onschuldig zou zijn is dus een illusie.

Ten derde, “afval” bestaat in een bos helemaal niet. In een bos vindt een kringloop van voedingsstoffen plaats. De biomassa die je eruit kan halen gaat dan ook echt tot een bepaalde grens. Als je die grens overschrijdt verarmt de grond, waardoor nieuwe planten niet goed kunnen groeien, de biodiversiteit drastisch vermindert en de brandgevaarlijkheid flink toeneemt. Er kan dus maar weinig hout eigenlijk weggehaald worden en zelfs voor het afvalhout waren al duurzamere oplossingen, zoals het maken van spaanplaten. Dit zijn hoogwaardige producten, waar CO2 in opgeslagen blijft. Door deze producten is de grondstofprijs van hout niet voor niets al hoog, en alleen subsidies maakten houtstook rendabel.

Dat het idee achter de subsidies is dat we naar een duurzamere wereld streven vind ik super! Maar investeer dat gemeenschapsgeld dan in bronnen die wel echt duurzaam zijn. Zou dit doorgaan en kijk je over twaalf jaar terug, dan is 25 miljoen euro op, en zijn honderden hectares hout verstookt. En dan zijn we geen millimeter verder. Alleen maar nadelen. Terwijl als je ’t besteedt bijvoorbeeld aan isolatie voor een kas van enkelglas of zonnepanelen, dan verbruiken we permanent minder energie. En dat is goed voor ons allemaal. Voor ons als gemeenschap, voor de gemeente, en zelfs voor de ondernemer die geen doodlopend pad wordt opgestuurd, want nu al en over 12 jaar al helemaal maakt biomassa echt geen deel meer uit van de energietransitie en is het een onhoudbaar businessmodel.

Daarom zou ik willen zeggen: burgemeester, wethouders en raadsleden, ondersteun geen uitzondering voor een biomassacentrale, maar kijk naar mogelijkheden die daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren aan het klimaat.’


Ayda studeert over twee maanden af aan de Technische Universiteit in Eindhoven als energietransitiedeskundige. Gemeente Horst aan de Maas, grijp je kans!

vrijdag 18 december 2020

Intermezzo – Megazeen

Horst aan de Maas: megahallen, megastallen, megakassen. Maar vanaf zondag ook: Megazeen. 


Over megahallen, megastallen en megakassen gaat het hier al vaak genoeg. Hoewel ik er het afgelopen jaar honderden uren in heb gestoken, is het hier nog nooit over Megazeen gegaan. Dat heeft een reden: ik houd er niet zo van om te schrijven over projecten waar ik nauw bij betrokken ben. Zelfverheerlijking, ijdeltuiterij en eigenliefde liggen dan al snel op de loer. En dat is niet de bedoeling. Toch wil ik dolgraag over Megazeen schrijven. Over de totstandkoming ervan, gepaard gaand met alle gemoedstoestanden tussen pure euforie en doffe ellende, zou ik zelfs een boek kunnen schrijven. Maar dat eventueel later. Nu vooral over wat Megazeen is en wie eraan hebben bijgedragen.


Wat is Megazeen? De eerste editie van een jaarlijks magazine van kunstenaarsvereniging Zeen uit Horst aan de Maas. Samengesteld door Sanne Aben, Aukje van Dijk, Frank Schijven en ondergetekende. Jan Van der Sterren ondersteunde ons op organisatorisch vlak. Aukje is verantwoordelijk voor de prachtige vormgeving. In totaal hebben een kleine veertig mensen, afkomstig uit Horst aan de Maas en de rest van de wereld, een bijdrage geleverd aan Megazeen 2020. Dat telt 108 bladzijden, oogt als een boek en staat bomvol met verhalen, foto’s, gedichten, collages, tekeningen, bespiegelingen, interviews.


Megazeen is een expositie op papier
Megazeen is plat met diepgang
Megazeen is uitdagend ingetogen en ingetogen uitdagend
Megazeen is concrete vaagheid en vage concreetheid
Megazeen is verontrustend ongewoon en gewoon verontrustend
Megazeen is wrijving zonder glans
Megazeen is verrassend onbegrijpelijk en onbegrijpelijk verrassend
Megazeen is vragen beantwoorden en antwoorden bevragen


Megazeen is óók Weisterbeek en Dendron. Elk van de vierhonderd exemplaren is namelijk uniek omdat de twee middelste bladzijden een bijdrage van een leerling van basisschool Weisterbeek of het Dendron College bevatten. De afgelopen weken hebben we vijf dagen op beide scholen doorgebracht om de leerlingen te begeleiden bij hun opdracht (‘Vang 2020 in beeld en/of woord’). Vijf onvergetelijke dagen. Diep onder de indruk van de leerlingen, hun bijdragen en hun docenten. Misschien dat ik er een dezer dagen nog een afzonderlijk stukje aan wijd.


Horst-sweet-Horst gaat in de eerste plaats over Horst aan de Maas. Het liefst zou ik uitpakken over de bijdrage van elke Horstenaar aan Megazeen. Maar daarvoor ontbreekt me de tijd en de ruimte en daarvoor zijn het er ook teveel. Ik volsta met een opsomming, die onder meer duidelijk maakt hoe divers dat gezelschap in velerlei opzicht is: Afterpartees, Gemma Baltussen, Safia Boulghalgh, Jeu van Helden, Mathieu Knippenbergh, Wiek Lenssen, Marian Litjens, Erwin Michielsen, Helmie van de Riet, Ine Schriever, Roel Vennekens, Agata Siwek en Anniek Verheijen. Voeg daar nog de bijna- of ex-Horstenaren Eric van Grootel, Jacqueline Hanssen, Harm Rutten, Kirsten Schoeber en Lotte Spreeuwenberg aan toe en je hebt een indrukwekkend rijtje.


Maanden geleden al is 20 december 2020 vastgesteld als datum voor de presentatie van Megazeen. We bedachten een programma, maar corona en Mark Rutte haalden ons in. Niet eenmaal, maar drie-, viermaal. Deze week voor het laatst. Waardoor alles weer op losse schroeven kwam te staan. Megazeen lanceren zonder presentatie is onze eer te na. In allerijl zijn we nu een presentatievideo aan het maken. Die gaat zondag om exact 15.00 uur in première via een livestream. Ook jij kunt daarvan getuige zijn! Hoe? Door zondag op deze link te klikken: http://www.twitch.tv/livestreamsessies. Bereid je voor op een verrassende reis van een half uur door de doldwaze wereld van Megazeen.


Megazeen is trouwens volledig lockdownproof: je hoeft er je deur niet uit om het te ontvangen! Bestel het nu hier en als je inwoner bent van Horst aan de Maas heb je het gegarandeerd vóór kerst in huis.


Check voor meer informatie en een voorproefje trouwens ook hier de webpagina van Megazeen.

maandag 16 mei 2016

Klein mysterie 698 – Dendron

‘Je gaat het pas zien als je het door hebt.’
JC
Ze staan er vermoedelijk een kleine twintig jaar. Ik heb ze dan ook al heel vaak gezien, maar het duurde tot gisteren voordat ik ze ook bekeek, de 22 bomen op het grasveld voor het Dendron College. Dat is best gek, want het zijn bijzondere bomen.
Hoe het kan dat ik er tot gisteren een blinde vlek voor heb gehad? Geen idee, waarschijnlijk omdat mijn registratievermogen eenvoudigweg grenzen kent. Bovendien stonden er, als mijn geheugen me niet bedriegt, jarenlang veelkleurige palen – ook die heb ik wel gezien, maar nooit bekeken – bij die bomen. Hebben die palen wellicht mijn blik vertroebeld?
Enfin, gisteren viel me dus pas voor het eerst daadwerkelijk op dat op het evenwijdig aan de Gebroeders Van Doornelaan gelegen grasveld behalve twee solitaire bomen ook 22 bomen in formatie staan. Ze vormen onderdeel van drie door houtsnippers gemarkeerde, naar het zuiden gerichte driehoeken. De driehoek die het dichtst bij de ingang van het schoolgebouw ligt telt vijftien bomen, de middelste vijf en de verst van de ingang verwijderde twee. Stuk voor stuk staan die 22 bomen meer uit het lood dan de toren van Pisa en stuk voor stuk wijzen ze naar het zuiden.
Wat zijn het voor bomen? Waarom wijzen ze, net als de driehoeken, naar het zuiden? Waarom drie driehoeken? Waarom drie driehoeken met een verschillend aantal bomen? Wie is de maker van deze land art? Wat waren zijn of haar bedoelingen ermee? Hoe is men erin geslaagd de bomen allemaal uit het lood te laten groeien en dan ook nog allemaal in zuidelijke richting? Hebben ze hun maximale hoogte bereikt? Of groeien ze tot in de hemel? En de meest intrigerende vraag van allemaal: het lijkt erop alsof op de noordoostelijke punt van de het verst van de ingang verwijderde driehoek een boom ontbreekt. Klopt dat? Zo ja, waarom?   
Op deze en andere vragen verwacht je antwoord te krijgen op de website van het Dendron College. Misschien kijk ik eroverheen, maar ik kan die antwoorden niet vinden. In de wetenschap dat ‘dendron’ (δενδρον) boom betekent en dat in het schoollogo een gestileerde boom is verwerkt, kan ik zelf wel het begin van een antwoord op een aantal vragen verzinnen. Maar daar blijft het dan ook bij. Wie heeft en geeft de volledige antwoorden? 

Klik hier, hier en hier voor het vervolg.

maandag 18 januari 2016

Intermezzo – Dat doe je thuis toch ook niet!

  De conducteur komt de coupé binnen. Hij neemt mijn kaartje aan en kijkt naar het familieportret.
  ‘Doet u dat thuis ook?’
  Ik begrijp hem niet. Kent hij mijn familie?
  ‘Legt u thuis ook uw voeten op de bank?’
  Ik weet wat ik moet zeggen, wat Teddy zou zeggen: ‘Knipt u thuis ook kaartjes?’ Ik trek mijn benen in. Hij gromt en geeft me mijn kaartje terug.

Adriaan Jaeggi, Held van beroep (Amsterdam 2000) p. 155

‘Dat doe je thuis toch ook niet!’ Een dooddoener van het ergste soort. Vooral gebezigd door conducteurs. Maar niet uitsluitend door conducteurs. Bij gebrek aan deugdelijke argumenten om iets achterwege te laten (al kan ook ordinaire luiheid de oorzaak zijn), geniet ‘Dat doe je thuis toch ook niet!’ ook bij andere beroepsgroepen grote populariteit. Denk aan politieagenten, leraren en andere ordehandhavers.
‘Dat doe je thuis toch ook niet!’ is eerst en vooral een verbale dooddoener. Op schrift is-ie aanzienlijk zeldzamer. Dus u kunt zich wel voorstellen dat ik een juichkreet nauwelijks kon onderdrukken toen ik onlangs toch een op schrift gestelde ‘Dat doe je thuis toch ook niet!’ aantrof.
En wel op een briefje dat met behulp van meters plakband is bevestigd aan de buitenkant van een zijdeur van Sporthal Dendron (of Dendron Sporthal – daarover zijn de geleerden het ook na tien jaar nog altijd niet eens).
Meer nog dan de knulligheid treft me de totale radeloosheid die uit het briefje spreekt (klik erop om het te vergroten). De ordehandhaver die om z’n gezag te handhaven z’n toevlucht moet nemen tot koeienletters, onderstrepingen, uitroeptekens en de dooddoener der dooddoeners – het heeft iets onvoorstelbaar meelijwekkends. Dacht je nu werkelijk dat ook maar één leerling zich iets gelegen laat liggen aan zo’n briefje? Ze vegen de vloer ermee aan!
Hoe komt de steller van het briefje er trouwens bij dat ‘meldt’ in dit verband met een t zou moeten worden geschreven? Dat doet hij of zij thuis toch ook niet?