Posts tonen met het label kermis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kermis. Alle posts tonen

donderdag 21 november 2024

Intermezzo – Integratie

‘Er hadden hier doden kunnen vallen. De sfeer was gisternacht uitermate dreigend.’ Nee, dit citaat heeft geen betrekking op de geweldsuitbarsting in Amsterdam, twee weken geleden. Wel op een geweldsuitbarsting in Horst, een kleine veertig jaar geleden. Op 18 september 1988, kermiszondag, barstte in discotheek Modern in de Schoolstraat in Horst de hel los. Vijf uur lang vechtpartijen, trottoirtegels en bierglazen die door de lucht vlogen, een bedreigde politieman die een waarschuwingsschot loste. Volgens in het Dagblad voor Noord-Limburg geciteerde buurtbewoners hadden er dus doden kunnen vallen.


‘De daders zijn moreel volstrekt ontaard. Ik denk dat we zonder al te veel moeite kunnen stellen dat we een integratieprobleem hebben.’ Nee, dit citaat heeft geen geweld op de geweldsuitbarsting in Horst, een kleine veertig jaar geleden. Wel op de geweldsuitbarsting in Amsterdam, twee weken geleden. Het citaat is afkomstig van onze minister-president, Dick Schoof. 

Ik kom op deze citaten omdat ik worstel met het begrip integratie. Aanstichters van de ongeregeldheden in Horst waren Nederlanders met een katholieke, Noord-Limburgse achtergrond. Niemand die destijds beweerde dat er een integratieprobleem bestond bij Nederlanders met een katholieke Noord-Limburgse achtergrond. Als dezelfde rellen met dezelfde aanstichters nu opnieuw zouden plaatsvinden, zou nog steeds niemand durven te beweren dat Nederlanders met een katholieke Noord-Limburgse achtergrond een integratieprobleem hebben. Maar wat als dezelfde rellen nu opnieuw zouden plaatsvinden en de aanstichters zouden Nederlanders zijn met een islamitische, Noord-Afrikaanse achtergrond?  


Laat ik het eens op mezelf betrekken. Ik ben een Nederlander met een generaties lange katholieke Noord-Limburgse achtergrond. Ik ben ook een zogeheten zevenvinker, iemand die automatisch maatschappelijk bevoorrecht is op basis van zeven kenmerken. Maar ben ik ook geïntegreerd? Ik ben een notoire carnavalsmijder, ik eet geen kaoje, geen k’rboêt en geen zoervleisj, ik ben zelfs vegetariër, ik ben berispt door de woningstichting vanwege mijn onverzorgde tuin, ik laat de jaarlijkse buurtbarbecue aan me voorbijgaan, ik houd me afzijdig van wat in mijn dorp gebeurt. Onder mijn directe buren bevinden zich geboren en getogen Noord-Limburgers, Polen, Somaliërs en Syriërs, maar met geen van hen heb ik contact. Mijn vrienden- en kennissenkring bestaat bijna uitsluitend uit hoogopgeleide witte Nederlanders met een generaties lange katholieke Noord-Limburgse achtergrond.

Zeg het maar: ben ik geïntegreerd?

(Dit stukje verscheen gisteren in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)

donderdag 19 september 2024

Intermezzo – Lambertus

Behalve Prinsjesdag was het dinsdag ook de naamdag van Lambertus, de heilige aan wie onder meer de kerken van Blerick, Horst en Swolgen hun naam ontlenen. Het zou een misverstand zijn om hieruit de conclusie te trekken dat ik de hele heiligenkalender uit mijn hoofd ken – dat zou ook iets te veel gevraagd zijn van een notoire heiden. Dat ik weet dat 17 september de naamdag is van de heilige Lambertus, heeft meer te maken met het feit dat ik in Horst geboren en getogen ben. En met de kermis in Horst. Die begint namelijk al meer dan vijfhonderd jaar op de naamdag van Lambertus of de eerste zondag daarna.


Zou ook maar één Horster kermisganger er bij stilstaan dat de datum van de septemberkermis verband houdt met de naamdag van Lambertus? De vraag stellen is haar beantwoorden, vrees ik. Niet dat ik ook maar één Horster kermisganger verwijt dat hij dat verband niet kent: hoe zou hij of zij dat moeten weten?

© Hans Werther
Wat de rooms-katholieke kerk en haar vertegenwoordigers ook allemaal op hun geweten mogen hebben, met de teloorgang van het rooms-katholicisme zijn binnen één of twee generaties óók kennis en allerlei rituelen, gebruiken en verhalen verdwenen die eeuwenlang rotsvast verankerd waren in het collectieve geheugen. Wie kent ze nog, de levensbeschrijvingen van heiligen, de functie van de attributen waaraan ze herkenbaar zijn, de ziektes waartegen ze beschermen?


Is het heel erg als je als inwoner van Sevenum niet weet waarom de plaatselijke schutterij is vernoemd naar de heilige Sebastianus? Is het heel erg als je als inwoner van Melderslo niet weet dat de plaatselijke parochie, ontstaan als afscheiding van de Horster Sint-Lambertusparochie, is vernoemd naar Oda omdat deze heilige van haar blindheid genas bij het graf van Lambertus? Is het heel erg als je als inwoner van America niet weet waarom de plaatselijke muziekvereniging Sint Caecilia heet? Is het heel erg als je als inwoner van Horst niet weet waarom de voormalige huishoudschool was vernoemd naar Virgo Fortis? Nee, dat is allemaal niet heel erg: je wordt er niet voor gestraft, je wordt er niet kwaad op aan gekeken en je wordt er al helemaal niet om uitgelachen. Maar als je het antwoord op zulke vragen wél weet, helpt het je om dingen te kunnen plaatsen, om er achter te komen waarom iets is zoals het is.



Wist u trouwens dat Lambertus onder meer patroonheilige is van tandartsen, linnenwevers en boeren en van de huwelijkstrouw? En dat zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen nieraandoeningen, verlamming, oogziekten, tandpijn, veeziekten en weeën? En dat hij vaak wordt afgebeeld met een bisschopsmijter en een zwaard?

(Dit stukje verscheen gisteren in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)

zondag 26 mei 2024

Top 5 – Vooroorlogse kermisincidenten in Horst aan de Maas

Gisteravond vechtpartij op Sevenumse kermis, melden de lokale en regionale media. Ik geloof het graag. Kermis en vechtpartijen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Net als ruzies, mishandeling en andere incidenten. Niet alleen nu, al eeuwenlang. Sla er de archieven en krantenleggers maar op na. Voor nu een Horst-sweet-Horst top 5 van vooroorlogse krantenberichten over kermisincidenten in Horst aan de Maas, gerangschikt in afnemende mate van onbenulligheid van het vergrijp. Komt ie:

5. Horster kermis, 1925


Bron: Limburger Koerier, 29 september 1925

4. Tienrayse kermis, 1930


Bron: Nieuwe Venlosche Courant 27 oktober 1930

3. Horster kermis, 1936


Bron: Nieuwe Venlosche Courant, 18 november 1936

2. Grubbenvorster kermis, 1926


Bron: Tilburgsche Courant 2 juli 1926

1. Americaanse kermis, 1911


Bron: Nieuwe Venlosche Courant, 21 september 1911

donderdag 21 september 2023

Intermezzo – Poels Mien

Poels Mien.
IJzersterke naam.
Spruitjesgeur. Bloemetjesbehang. Perzische tapijtjes op tafel. Heerlijk helder Heineken.
Gezellig zitje. Prima dranken. Stemmingsmuziek.


Bij mijn weten ben ik er nooit geweest: te laat geboren, geen kroegtijger.
Ook geen kermisklant. De Peelzwervers. Theo Rijs met zijn Cabalero’s. The Venlona Band. Limburgia Zusjes. The Revano’s. The Flying Boys. The Playing Boys. Aan hun namen kan het niet hebben gelegen.
Allemaal moeten missen, met terugwerkende kracht enorme spijt.


Dromen van weggekropen in een hoekje bij de kachel op kermismaandag meegenieten van de zang van Wout van Osch en de stemmingsmuziek van De Closter Mheters – ook al zo’n goddelijke naam.


Jaren vijftig- en zestigvermaak bij Poels Mien.
Hoe voelde het? Hoe smaakte het? Hoe klonk het?
Gemoedelijkheid troef?
Of katjes die in het gezellig zitje in het donker werden geknepen?
Leidden de prima dranken tot gebral, tot kermisruzies?
Kon het er onaangenaam worden door duistere figuren uit de stad met ennen kwaojen drónk?
Zinloze vragen, nader tot Poels Mien kom ik er toch niet door.


Poels Mien is niet meer.
Poels Mien was al tientallen jaren niet meer.
Mien transformeerde via enkele tussenstations tot Ramses.
Shoarma. Grillroom. Pizzeria. Döner kebab.
Bij mijn weten ben ik er één keer geweest: geen shoarmist, geen grillroomboy, geen kebabist.
Ramses is niet meer.
In elk geval voorlopig niet meer.
Getroffen door brand, nota bene op kermismaandag.


Weerklinkt daar ergens in de verte gegrom van Poels Mien? (Poels Mienen snikken niet, Poels Mienen zijn wars van sentimenteel gedoe.)
Wat moet er in godsnaam worden van de smalste zijgevel van Horst aan de Maas?


(De advertenties, uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, zijn afkomstig uit het Dagblad voor Noord-Limburg)

donderdag 11 mei 2023

Intermezzo – Kamelenrace


we gaan beginnen
kom er nog bij
er zijn nog kamelen vrij
toe maar
wie nog meer
met z’n tweeën
een heer en een dame
de ballen vast?
de ballen vast
en rrrollen maar

come racing on the arabian derby
it’s here so play it now
roll the ball to get the score
ride the winner the price is yours
come racing on the arabian derby
it’s here so play it now


daar komen ze
daar komen ze
de vijf vooraan
de zeven d’r bij
de beste wint
de besten worden eerste
twee kamelen mekaar in de haren
rooie koppies
stress op de kermis
hier wordt gewonnen
toe maar
een tegen allen
allen tegen een
laatste beetje
laatste stukje
wordt het een hulde,
wordt het huilen?
wordt het iets,
wordt het niets?
spannende race
spannende finale
wie wint?
de vijf
goed zo



donderdag 3 februari 2022

Intermezzo – Veren in de kont

Altijd fijn om veren in je kont gestoken te krijgen. Maar wat als naar jouw zin te weinig veren in je achterste belanden? Dan steek je jezelf toch gewoon zelf wat extra veren in de kont! En dus liet het gemeentebestuur van Horst aan de Maas een filmpje maken waarin in drie minuten en drie seconden de onmetelijke heldendaden van datzelfde gemeentebestuur in de afgelopen vier jaar luidkeels worden bezongen.


Wij van WC-eend adviseren WC-eend. ‘Maar we zijn toch ook zelfkritisch?’ Haha, ja, inderdaad: na 1.40 minuten wordt de schaamteloze borstklopperij maar liefst vier hele seconden lang onderbroken. Het beeld gaat op wit en de commentator schalt met geëxalteerde stem in krommer dan krom Nederlands: ‘Naast succes werd er ook gefaald, ieder project is immers anders en kan niet zonder meer worden gehuisvest.’


Waarna de schijtlollige lofzang weer wordt hervat. In die schijtlolligheid schuilt trouwens wel het raffinement van het filmpje. Kritiek op de eenzijdigheid van het filmpje valt immers eenvoudig te counteren met de dooddoener dat het allemaal niet zo serieus bedoeld is. ‘Mogen de mensen ook eens iets te lachen hebben in deze zware tijden?’ En dat het filmpje een maand voor de verkiezingen in première gaat? Puur toeval natuurlijk, niet overal iets achter willen zoeken.


Met het grootste gemak zou ook een filmpje van drie minuten en drie seconden te maken vallen waarin op schijtlollige toon wordt gekakeld over wat de afgelopen vier jaar allemaal verkeerd is gegaan in Horst aan de Maas. Halverwege zou de commentator met geëxalteerde stem kunnen schallen: ‘Naast gefaald was er ook succes, ieder project is immers anders en soms kan het worden gehuisvest.’ Waarna het verder zou gaan met het niet gerealiseerde nieuwe zwembad, met het tekortschieten in de organisatie van de kermis, met de niet gerealiseerde nieuwe sporthal, met de falende communicatie met burgers, met de vele extra miljoenen voor ’t Gasthoês, met het niet gerealiseerde nieuwe sportpark voor de verenigingen van America en Meterik, met het neerkijken van sommige wethouders op sommige gemeenteraadsleden, met het mislukken van omgevingsdialogen, met de niet gerealiseerde robuuste groene buffer rond Grubbenvorst, met het fiasco Afslag 10. Enz. enz.


Niet altijd schijnt de zon, nooit loopt alles zoals gepland, naast successen zijn er ook mislukkingen. In elk mensenleven, maar ook in elke gemeentebestuursperiode. Dat ruiterlijk erkennen maakt je alleen maar menselijker, geloofwaardiger. Als je dan toch per se een filmpje wil maken, laat dan óók zien wat er is misgegaan. Zul je zien dat je veel meer veren in je kont gestoken krijgt dan je ooit voor mogelijk had gehouden.

vrijdag 30 april 2021

Intermezzo – Grand Palais Oriëntal

Sinds jaar en dag betekent de eerste zondag van mei: kermis in Horst. Alleen in 2020 en 2021 niet.


Exact een eeuw geleden bestond corona nog niet en behoorde de laatste van de drie Spaanse griepgolven al een tijdje tot het verleden. En dus kon de Horster kermis in 1921 gewoon doorgang vinden. Met een primeur nog wel: voor de eerste maal deed het Grand Palais Oriëntal Horst aan. ‘Nederlands gevierd specialiteiten theater’ verzorgde op het huidige Wilhelminaplein blijkens een advertentie in de Nieuwe Venlosche Courant elk uur een ‘groote voorstelling’ en dagelijks om acht uur zelfs een ‘groote gala voorstelling’.


Wat die grote (gala)voorstellingen precies behelsden, blijkt helaas niet uit de advertentie. Ook verslagen of gepubliceerde herinneringen bestaan bij mijn weten niet. Althans geen Horster verslagen of herinneringen. Uit andere plaatsen bestaan die wel. Exact hetzelfde als in Horst zal het er elders niet aan toe zijn gegaan in het Grand Palais Oriëntal, maar veel zal het ongetwijfeld niet hebben gescheeld.

In 1930 haalde een zekere Reijnout in diverse kranten herinneringen op aan een bezoek aan het Grand Palais Oriëntal:


Esmeralda was al in 1916 actief in het Grand Palais, zo blijkt uit de Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche Courant van 13 september van dat jaar:


Het Eindhovensch Dagblad rept in 1922 van een man die zweeft in een groot aquarium en ‘een dame met de wonderlijkste lichteffecten en kleurverscheidenheden’ in het Grand Palais op de Helmondse kermis:


Een jaar later zijn op de kermis in Breda Miss Bianca, de twee Lino’s en Tarti’s de nieuwe sterren aan het firmament van het Grand Palais:


Wie was die ‘populaire Jean Klein’ eigenlijk? Veel meer dan dat hij ‘als jongmensch het Duitsche gymnasium verliet, naar Amerika trok en in de acrobatiek terecht kwam’ heb ik vooralsnog niet weten te achterhalen. Deze wijsheid ontleen ik aan Tubantia van 3 april 1920. Daarin ontvouwt Klein ook zijn kijk op de menselijke geest: ‘Er zijn vijf temperamenten: het optimistische, het pessimistische, het melancholische, het sanguinische en nog een dat wij tot onze spijt X moeten noemen.’ Welk temperament hij zelf had? ‘Ik heb ’t optimistische.’


De pijn van het gemis van de Horster meikermissen van 2020 en 2021 valt nog te overzien. Wat pas echt erg is? Dat ik de Horster meikermis van 1921 heb moeten missen.

vrijdag 8 september 2017

Intermezzo – Wieldoppen (3)

Tip vorige week: ‘Er staat een verloren wieldop bij de rotonde Stationsstraat-Westsingel in Horst.’ Daar wil je als regiobestuurder van het Gilde der Verlorenwieldoprechtopzetters natuurlijk wel even voor op je fiets springen om er een foto van te gaan maken!
Op Facebook plaatste ik vervolgens dit bericht: 
‘Het Rotondologisch Genootschap zal er misschien anders over denken, maar het Gilde der Verlorenwieldoprechtopzetters is geen groot voorstander van het rechtopzetten van verloren wieldoppen op rotondes. En al helemaal niet op deze manier.’
Waarom ‘al helemaal niet op deze manier’? Nou, bijvoorbeeld omdat de blik van de oplettende automobilist op een rotonde never nooit niet op het middeneiland is gericht. En wat als de automobilist onverhoopt toch wat minder oplettend is en zijn verloren wieldop op het middeneiland ontdekt? Hoe moet hij dan zonder kleerscheuren weer in bezit komen van zijn rechtmatig eigendom? (Dat de rechtopzetter van deze verloren wieldop zijn leven in de waagschaal heeft gesteld met zijn heldendaad vervult het Gilde overigens met diep respect.)
Het Gilde was aangenaam verrast door de reactie van het Rotondologisch Genootschap op het Facebookbericht: ‘Het genootschap onderschrijft de bevindingen en vraagt horst-sweet-horst om een richtlijn dienaangaande te ontwikkelen.’ Hoewel geen sinecure voldoet Horst-sweet-Horst, of liever gezegd deze regiobestuurder van het Gilde der Verlorenwieldoprechtopzetters, graag aan het verzoek van het Rotondologisch Genootschap om een richtlijn. De praktijk wijst immers uit dat het droef is gesteld met het verlorenwieldoprechtopzetten nabij rotondes. Ter illustratie drie praktijkvoorbeelden uit respectievelijk Grubbenvorst, Horst en Sevenum:


Grootste probleem is dat op een rotonde doorgaans van alles hengelt naar de aandacht van de automobilist: andere verkeersdeelnemers, richtingwijzers, ondoorgrondelijke kunstwerken, vishengels, hekwerken, benzinepompen en noem allemaal maar op. Grote kans dat zelfs een deugdelijk rechtopgezette wieldop het onderspit delft in die genadeloze concurrentieslag. Vandaar dat het Gilde der Verlorenwieldoprechtopzetters bij dezen de volgende richtlijn uitvaardigt: 
Een verloren wieldop bij een rotonde hangt men op aan een stok of paal en verbindt men vervolgens met een benzinemotortje, waardoor de wieldop gaat draaien en bijgevolg gegarandeerd de zozeer gewenste aandacht van de automobilist zal trekken.
Vergelijk het met het aloude windmolentje van de kermis.
In het zeldzame geval dat de vinder van de verloren wieldop geen benzinemotortje voorhanden heeft – maar wie heeft er tegenwoordig nou géén benzinemotortje in z’n kofferbak liggen of in z’n fietstas zitten? – rest hem/haar weinig anders dan handmatig de opgehangen verloren wieldop draaiende te houden. Eeuwige verlorenwieldoprectopzettersroem zal hem/haar ten deel vallen.

Merk overigens op dat het verticale roteren van de wieldop (zowel in het motorisch als handmatig aangedreven geval) fraai contrasteert met het horizontale roteren van de auto’s op de rotonde!

donderdag 13 oktober 2016

Intermezzo – Schrijfwedstrijd (12) / De onbekende vrouw

Helaas alweer de laatste van de zeven inzendingen voor de Horst-sweet-Horst-schrijfwedstrijd. Het betreft ‘De onbekende vrouw’, ingezonden door Willem de Kievit (kijk voor de zes andere verhalen en voor meer informatie over de schrijfwedstrijd in de balk rechts naast dit verhaal onder het kopje ‘Schrijfwedstrijd’).
De onbekende vrouw

Na enkele jaren van teloorgang kent de Horster kermis dit najaar weer een heuse opleving. Daar waar voorgaande jaren de Horstenaren de kermis steeds vaker links lieten liggen weet een aantal nieuwe attracties het publiek opnieuw naar zich toe te trekken.

De verleidelijk geschreven recensie over ‘de vernieuwde Horster kermis’ op blogspot HSH heeft mij nieuwsgierig gemaakt om met eigen ogen te gaan aanschouwen hoe bijzonder de vernieuwde kermis is. Op zaterdagavond, na het achtuurjournaal, maak ik mijn gebruikelijke maar variabele rondje met Wodan en wandel via het Amaliaplantsoen en de Schoolstraat richting Wilhelminaplein. Hoe dichter ik het centrum nader hoe rumoeriger en drukker. Ter hoogte van het voormalige gemeentehuis doemt een vervaarlijk zwiepende Swingjumbo op. Daarnaast ontwaar ik meteen al de mysterieuze nieuwe attracties. Boven de met wit, geel en groen gekleurde lampen getooide tenten lees ik Oleg uit Omsk, Presitent en De onbekende vrouw. Alsof Wodan weet wat mijn doel is loodst hij mij behendig door de mensenmenigte naar de drie sultaneske tenten. Omdat de wachtrijen bij Oleg en de Presitent ontbreken besluit ik aan te sluiten bij de rij wachtende kermisgangers voor De onbekende vrouw. In de langzaam voortschuifelende rij heb ik de gelegenheid te bekijken wie er allemaal uit de tent komt. Zo zie ik een vooraanstaand lokaal politicus proberen, nadat hij uit de tent is gekomen, weer vooraan in de wachtrij zich ertussen te wurmen.

Als ik zelf eenmaal in de tent van De onbekende vrouw ben aanbeland raak ik vrijwel direct gedesoriënteerd door de vele spiegels en gordijnen. De vier anderen die tegelijk met mij naar binnen mochten zijn nergens meer te bekennen. Mijn ogen moeten wennen aan het duister en Wodan schikt zich in z’n rol als geleidehond en leidt mij langs een liggende staande klok zonder tijd, langs en door een van een tafel oprijzend biljartlakenachtig groen gordijn. En dan zit ze daar opeens. Op een klein podium, in een bontjas op een hoge stoel. Haar handen ontspannen op haar met bont bedekte bovenbenen. Een ritmisch zoemend geluid dat van alle kanten lijkt te komen, lijkt haar handen te doen kunnen laten zweven. Als de achter haar overdreven bewimperde oogleden schuil gaande zachtgroene ogen zich dan aan mij openbaren verkeer ik een moment in een tijdloos en eindeloos universum waarbij het ritmisch zoemende geluid mij warm in zich opneemt. Het volgende moment zie ik op het kleine podium twee slanke benen en een stukje bontjas onder Wodan tevoorschijn komen. ‘Sodeju’, zeg ik in mijzelf; ‘dát kán ni de bedoeling ziên.’ Ik voel de lus van de riem nog in mijn rechterhand, sta op en maak mij zo snel mogelijk uit deze ongemakkelijke situatie uit de voeten. Terwijl we in het schemerdonker zigzaggend door gordijnen ons naar buiten spoeden spreek ik Wodan streng toe ‘Ge got toch ni zoëmá óppe slup ván en vremde vrouw zitte?’ Als we dan een fractie later buiten staan ontdek ik tot mijn ontsteltenis dat het niet Wodan is die ik aan de lijn heb …

Willem de Kievit

dinsdag 20 september 2016

Intermezzo – Kermis

Gapende leegten, toen ik zondagmorgen over het Horster kermisterrein liep. ‘Zou dit soms de kermis met de minste attracties en kraampjes ooit zijn?’, vroeg ik me af. Néé, in elk geval in september 1915 was het erger, zo maakte een minionderzoekje na thuiskomst me duidelijk.
September 1915, ruim een jaar na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, op 28 juli 1914. Hoewel Nederland vier jaar lang neutraal bleef, had de oorlog wel degelijk invloed op het dagelijks leven. Ook de Horster kermis had er danig onder te lijden. De septemberkermis van 1914, de eerste na het begin van de oorlog, werd door het gemeentebestuur zelfs in z’n geheel afgelast.
Een jaar later ging de kermis wel door, maar een groot feest lijkt het niet te zijn geworden, als we de Nieuwe Venlosche Courant van 25 september 1915 moeten geloven. Net als eerder bij de meikermis diende het huidige Wilhelminaplein ook bij de septemberkermis leeg te blijven. ‘Voor de kinderen was het een groote teleurstelling, dat de militaire autoriteiten geen kramerij of karoussel op den markt gedoogden’, aldus de krant. Viel er dan helemaal niets te beleven? Toch wel: 
‘Onze kramers hebben de verordening weten te verijdelen door hunne kramen in schuur of bergplaats zoo op te bouwen, dat bij het openen der schuurdeuren de geopende kraam tevoorschijn kwam.’
Desondanks moet het een magere bedoening zijn geweest. Tot ongenoegen van de krant: ‘Voor vele middenstanders vormt de kermis een belangrijk deel van ’t jaarlijks inkomen; bovendien geven zelfs de potters dan royaler uit, hetgeen ontegenzeggelijk aan de algemeene welvaart ten goede komt.’ Als de overheid dan toch zo nodig de zedenmeester wenste uit te hangen, waarom dan niet ‘de talrijke feesten en vermakelijkheden door ’t jaar’ beteugelen? Die vormden immers een veel grotere bedreiging voor de zondagsrust en de zondagsheiliging dan de kermissen, al moest de krant erkennen dat het ook op de kermissen wel eens mis ging: 
‘Zij hebben wel eens tot ongeregeldheden aanleiding gegeven, doch welk ander feest deed dit niet? (In de Hollandsche steden niet het minst.) Daarom worden die maatregelen zoo afgekeurd, maar ook omdat ze met de Limburgsche toestanden onvoldoende rekening houden en verbeteringen moeten beduiden doch het in werkelijkheid niet zijn.’
Het bekende Limburgse liedje: het is allemaal de schuld van de Hollanders. En dan zijn er toch nog steeds mensen die durven te beweren dat Maarten van Rossem (‘Limburgers leiden massaal aan een minderwaardigheidscomplex’) géén gelijk heeft.

maandag 9 februari 2015

Top 5 – Fonteindeuntjes

Bericht van afgelopen maandag op de website van Streekomroep Reindonk:
‘Eind februari gaat de fontein op het Lambertusplein in Horst weer volop doen waarvoor ze is aangelegd: spuiten in alle kleuren vergezeld van passende en aansprekende muziek. Daarnaast worden de komende weken de lantaarnpalen met luidsprekers geplaatst zodat dan ook de muziek direct en duidelijk te horen zal zijn.’
Zo ontpopt die fontein zich geleidelijk tot een veelkoppig monster. Alsof twee keer per jaar kermis nog niet genoeg is.
Twee nummers zijn al gearrangeerd op kosten van de gemeente, voor tien andere is nog plaats. Kosten per nummer: vijfhonderd euro. Wie die gaat ophoesten, is nog onduidelijk. Jan Nabben, voorzitter van het Horster Centrummanagement, vorige week maandag op de website van Reindonk (klik hier): ‘De gemeente heeft financiële ruime voor nog eens 10 liedjes.’ Foutje blijkbaar, want drie dagen later heette het op diezelfde website (klik hier): ‘Jan Nabben van het Centrummanagement laat weten dat het nog niet duidelijk is hoe de tien liedjes gefinancierd worden, maar dat hier naar gezocht wordt.
Hoe het ook zij, inwoners mogen meebeslissen over de tien nieuwe nummers. Tot 15 februari kunnen wensen worden doorgegeven. Hoe en aan wie staat helaas nergens vermeld, maar ik neem aan dat een e-mail naar het Centrummanagement (info@horst-centrum.nl) volstaat. Of het meeste-stemmen-gelden-principe wordt toegepast staat helaas evenmin ergens vermeld (niet eens of überhaupt een principe wordt toegepast), maar je mag hopen dat een massale voorkeur voor een of meerdere nummers niet zal worden genegeerd. Vandaar dat ik u bij dezen wil oproepen in groten getale te kiezen voor een of meerdere nummers uit de Horst-sweet-Horst top 5 van fonteindeuntjes en vervolgens het Centrummanagement te bestoken met e-mails waarin u die voorkeur kenbaar maakt. Komt-ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van fonteindeuntjes:

5. Johann Sebastian Bach – Arioso BWV 156
Link met de kerk, maar misschien nog iets te veel kermis.

4. Eric Satie – Gnossienne No. 1, uitgevoerd door Reinbert de Leeuw
Huiveringwekkend mooi, maar misschien toch nog iets te veel kermis.

3. Alvin Lucier – Music On A Long Thin Wire
Prachtig en intrigerend, maar misschien toch nog iets te veel kermis.

2. The Best of Marcel Marceau
Komt in de buurt, maar door die laatste negen seconden toch nog net iets te veel kermis.

1. John Cage - 4'33"
Vergeet die vorige vier alstublieft en bombardeer het Centrummanagement (nogmaals: info@horst-centrum.nl) met e-mails waarin u 4'33" van John Cage eist en dreigt met allerlei verschrikkelijks mocht die eis niet worden ingewilligd. 4 minuten en 33 seconden stilte als compensatie voor alle kermis kan toch niet teveel gevraagd zijn? (En wee degene die nu gaat beweren dat The Sounds of Silence van Simon & Garfunkel toch ook een mooi alternatief is.)

maandag 1 december 2014

Klein mysterie 609 – Hôrster hundje

Een gegeven paard moet je niet in de bek kijken. Moet je een gegeven hond niet aan z’n plassertje trekken? Bij de gisteren in Horst gegeven hond is dat in elk geval niet aan te raden. Anders word je nat. Zeiknat.
Ik moet dus een beetje op m’n woorden letten. Laat ik daarom vooral het Centrummanagement Horst prijzen voor het initiatief Horst een cadeautje te geven ter ere van de renovatie van het Sint-Lambertusplein.
En als het plein dan toch een ‘belevingsplein’ moet worden (wat mij betreft liever niet), valt er beslist ook wat te zeggen voor het idee iets te doen met het ‘Hôrster hundje’.
Dat ik het een spuuglelijk en kitscherig hondje vind, doet niet echt ter zake. Lelijk is immers geen argument en, hoe ongelooflijk ook, hele volksstammen vinden het wél een prachtig hondje. Ach, als iedereen dezelfde smaak had, zou het ook maar saai zijn. Met enige moeite kan ik me er dus wel bij neerleggen dat mijn smaak niet leidend is. Maar wat me intrigeert, is wiens smaak dan wel leidend is. De smaak van het Centrummanagement? De smaak van de Lambertuspleinondernemers? De smaak van de cultuurwethouder? Of is het geen kwestie van smaak? Geldt gewoon het adagium wie betaalt, bepaalt?  
Voor een willekeurig konijnenhok is het beste beeldkwaliteitsplan nog niet goed genoeg. Hoe zit dat met de inrichting van een plein, toch de openbaarste aller openbare ruimtes? Zijn talloze hondjes de revue gepasseerd, is gewikt en gewogen, zijn deskundigen geraadpleegd en is men vervolgens tot de slotsom gekomen dat het Sint-Lambertusplein met dit tuincentrumhondje van het laagste allooi de kwaliteitsinjectie zou krijgen waar het zo om zat te springen? Ja? Zeker weten? Dan kan ik er vrede mee hebben.
Min of meer dezelfde vragen kun je stellen over de eveneens fonkelnieuwe fontein, centraal op het plein. Lichtgevend, geluidproducerend (als het goed is), 25 sproeiers die tot acht meter hoog spuiten.
Is het een weloverwogen keuze geweest de uitbundigheid van de fontein te laten contrasteren met de sobere vormgeving van de achterliggende Sint-Lambertuskerk? Is het risico van na verloop van tijd bij de Horster bevolking intredende fonteinmoeheid besproken? Is na ampel beraad besloten dat het geluid van klaterend water alléén niet voldoende was? Is er rekening mee gehouden dat kermisexploitanten wel eens bij de gemeente zouden kunnen aankloppen met de vraag of zij hún kermisattractie eveneens permanent op het plein mogen stallen? Ja? Zeker weten? Dan kan ik er vrede mee hebben.

Nu maar hopen dat het hondje zich niet op z’n plassertje getrapt voelt.

maandag 11 februari 2013

Klein mysterie 421 – Kermisterrein (4)

Groot nieuws afgelopen week voor de lokale en regionale media: na, zoals het op de gemeentelijke website heet, ‘verschillende overlegmomenten’ is besloten dat er de komende jaren nagenoeg niets verandert aan de kermis in Horst-centrum.
De nadruk in de berichtgeving lag op het feit dat de kermis van zaterdag tot en met woensdag blijft plaatsvinden. Aan de locatie van de kermis wijdden zowel Dagblad De Limburger als Hallo Horst aan de Maas als Streekomroep Reindonk als InHorst precies één zin. Terwijl het échte nieuws toch is dat de kermis blijkbaar definitief niet verhuist naar de parkeerplaats achter Albert Heijn, Lidl en Plus.
Als anderen het om welke reden dan ook niet nodig vinden uw geheugen op te frissen, zal Horst-sweet-Horst deze taak maar op zich nemen (klik voor de details hier, hier en hier). Daar gaan we dan: in december 2007 maakte het gemeentebestuur bekend voornemens te zijn de kermis gedeeltelijk van het Wilhelminaplein naar voornoemde parkeerplaats te verhuizen. Daarvoor had het twee argumenten: het kon door de drukte de veiligheid op het Wilhelminaplein niet langer garanderen én het wilde met de verplaatsing de horeca op het Wilhelminaplein stimuleren.
Omwonenden en vooral de aan de parkeerplaats gevestigde ondernemers waren des duivels over het gemeentelijk plan. De kermis op de parkeerplaats zou leiden tot geluidsoverlast, rotzooi, parkeer- en bereikbaarheidsproblemen en verkeersonveiligheid. Het woord ‘inkomstenderving’ viel niet, hoewel niet geheel moet worden uitgesloten dat het wel door de hoofden van de dames en heren middenstanders spookte. Door het plegen van lijfelijk verzet wisten ze te voorkomen dat de meikermis van 2009 deels op de parkeerplaats zou plaatsvinden. Vooral een als dendrofiel te omschrijven eigenaar van een supermarkt manifesteerde zich in dezen nogal nadrukkelijk.
Om uiteenlopende redenen gingen vervolgens ook de septemberkermis van 2009 en de meikermis van 2010 aan de parkeerplaats voorbij. En daarna? Daarna werd het stil. Het Wilhelminaplein bleef onverminderd kermisplein; de parkeerplaats bleef onverminderd parkeerplaats. En afgelopen week bleek dus dat dat ook in de toekomst niet zal veranderen.
Hetgeen de vraag oproept wat er met het kermisverhuizingsplan is gebeurd. Verdwenen in een diepe ambtelijke bureaula en daar een stille dood gestorven? Of wordt er stiekem toch nog gewacht op de afbraak van de KPN-centrale die ruimte moet scheppen voor een kermisterrein op de parkeerplaats?
Hebben dendrofiele middenstanders het gemeentebestuur het plan uit het hoofd weten te praten? Hoe zit het trouwens met de veiligheid van het Wilhelminaplein die in 2007 niet langer gegarandeerd kon worden? En ziet de gemeente het niet langer als haar taak de horeca te stimuleren? Of wil de horeca niet worden gestimuleerd? Of heeft de horeca het hele verplaatsingsplan soms nooit zien zitten?