dinsdag 28 april 2015

Ingezonden – Het grote zwijgen over de Kasteelboerderij

Jan Duijf (Kloosterstraat Horst) doet wederom van zich spreken: opnieuw een ingezonden bijdrage en opnieuw over de Kasteelboerderij. En nogmaals: ook anderen mogen hun stem laten horen. Overigens heb ik alle ingezonden bijdragen van Jan in de afgelopen jaren nu in de rechterkolom samengebracht onder het kopje Ingezonden bijdragen van Jan Duijf (Kloosterstraat).

Het grote zwijgen over de Kasteelboerderij

Het feit dat de gemeente haar belofte (klik hier) niet gestand doet om afgelopen week klare wijn te schenken over de gang van zaken rond de Kasteelboerderij, kan er op duiden dat er eerst plooien moeten worden gladgestreken. Het is blijkbaar niet eenvoudig om de zaak klip en klaar over het voetlicht te brengen. De vraag naar het hoe en waarom wordt dringender. Hoe is het gesteld met de kwaliteit van de openbaarheid van bestuur in onze gemeente?
Laten we elkaar geen mietje noemen: er is nauwelijks een gemeente in deze wereld te vinden waar geen vriendjespolitiek plaatsvindt of leden van een politieke of belangengroepering niet ‘intensief samenwerken’ om zaken in hun zin voor elkaar te krijgen. In Horst aan de Maas is dat niet anders. Zijn er in het geval van de Kasteelboerderij  grenzen overschreden? Het begint er steeds sterker op te lijken.

Vooralsnog is geen enkele van de 27 vragen (klik hier) van Wim Moorman beantwoord. 

Jan Duijf, Kloosterstraat

maandag 27 april 2015

Intermezzo – Kasteelboerderij (1)

De Kasteelboerderij. Veelbesproken de afgelopen weken, althans op Horst-sweet-Horst (klik hier en hier). Waar hebben we het eigenlijk over als het om de Kasteelboerderij gaat? Hoe oud is ze? Waarvoor diende ze? Waarom ligt ze waar ze ligt? Wat maakt haar bijzonder?
Eerst de ouderdom. De vier nog aanwezige muurankers vormen samen het jaartal 1744. Dat is naar alle waarschijnlijkheid inderdaad het bouwjaar. De naam van de bouwmeester is niet overgeleverd. Wel staat vast dat op dezelfde plaats al eerder een boerderij moet hebben gelegen. Dat valt onder meer af te leiden uit een tekening die Jan de Beijer in 1738 maakte van het kasteel en zijn omgeving.
De benaming ‘kasteelboerderij’ duidt al op een verband tussen de boerderij en het aanpalende kasteel. Maar haar functie blijkt duidelijker uit een alternatieve benaming: De Tiendschuur. Een tiend(e) was een belasting waarbij men een tiende deel van de opbrengst diende af te dragen. De inning gebeurde lange tijd niet in geld maar in natura, waarbij de tiendheffer een tiende deel van een oogst op de velden ging ophalen. De veelal uit granen bestaande tienden werden opgeslagen in een grote schuur, die de naam tiendschuur kreeg. Het feit dat ook de heren van Horst tiendrecht bezaten, verklaart de locatie van De Tiendschuur/Kasteelboerderij.
Ook toen het kasteel in de negentiende eeuw in verval raakte, bleef De Tiendschuur opslagplaats. Ze fungeerde nu als schuur voor de Hof ter Binnen, een voormalige pachtboerderij van het kasteel die tevens diende als poortgebouw voor het kasteel. In juni 1920 werd de Hof ter Binnen getroffen door de bliksem en brandde tot de grond toe af.
Slechts de poort resteerde. Ze is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven.  
De iets verderop gelegen en bij de brand gespaarde Tiendschuur werd eind 1920 met stenen afkomstig van het kasteel verbouwd tot boerderij. Tegen de linker kopgevel van de schuur werd een woonhuis aangebouwd. In 1979 volgde ten slotte een nieuwe verbouwing, waarbij het stal- en schuurgedeelte een horecabestemming kreeg.
Het voorgaande is mede gebaseerd op de beschrijving die Thijs Pubben van de Kasteelboerderij maakte en die in 1993 is gepubliceerd in deel 4 van Horster historiën (p. 208-209). Over de betekenis van het pand schrijft hij:
‘De tiendschuur is met name interessant vanwege de relatie tussen de bouwperiode waarin ze is opgericht en de constructie die is toegepast. (…) De tiendschuur heeft een dekbalkconstructie met dekbalken die de hele breedte van het gebouw overspannen, opgelegd op dragende muren en in het midden ondersteund door stijlen. Op de dekbalken rusten de dakspanten. Het is niet ondenkbaar dat de tiendschuur in Horst het eerste gebouw met een agrarische functie is geweest dat op deze manier is geconstrueerd.’
Daar komt nog bij dat de Kasteelboerderij het enige gebouw is met een directe relatie tot het kasteel dat in min of meer originele staat behouden is gebleven. 

Top 5 – Hegelsomse Grensposten

Tja, het moest er toch maar eens van komen, die top 5 van Hegelsomse Grensposten. Eerder (klik hier) noemde ik het a hell of a job. Dat is het ook geworden. Dat wil zeggen: het kostte weinig moeite te bepalen welke Grensposten buiten de top 5 zouden vallen. Van de acht Grensposten zijn er namelijk drie die ik als kunstwerken in progress beschouw: de E bij het station, de L en de S. Zij moeten eerst rijpen, hun beste tijd zit er nog aan te komen.
Van de E bij het station is het de bedoeling dat hij regelmatig van aanzien verandert. ‘Pak een spuitbus of zoek een kwast en leef je uit’, klinkt het uitnodigend in de Grenspostenfolder. De eerste beschildering was me nog wat te aangeharkt. Gelukkig oogt het nu al een stuk minder braaf.
De L, aan de Mevrouwsbosweg, kunnen de inwoners van Hegelsom behangen met memorabilia. Dat zal in de toekomst ongetwijfeld gaan gebeuren, maar de laatste keer dat ik de L passeerde was hij vooral nog onbehangen.
De S, tussen zorgboerderij Wienes en het sportpark aan de Hagelkruisweg, heeft vermoedelijk de langste tijd nodig om tot wasdom te komen. Hij gaat uiteindelijk bestaan uit twee halve boomcirkels. Voorlopig wordt de S evenwel gevormd door met bloemen beplante olievaten.
Dat brengt me bij de top 5. Lastig, lastig, lastig. Het liefst zou ik de H, de E aan de Tongerloseweg, de G, de O en de M ex aequo op de eerste plaats laten eindigen, maar dan zou ik voor m’n verantwoordelijkheden weglopen. Zo zijn we natuurlijk niet getrouwd, dus hier komt-ie dan toch, de top 5 van Hegelsomse Grensposten (van vandaag dan, morgen kan ik er alweer heel anders over denken):

5. Grenspost H, rotonde Stationsstraat–Pastoor Debijestraat–Handelstraat
Vorige week al besproken (klik hier). Belofte: zodra alle storende elementen in de omgeving zijn verwijderd, komt Grenspost H op 1 in de top 5 van Hegelsomse Grensposten.

4. Grenspost E, Tongerloseweg
Zoals al eerder gezegd (klik hier): je raakt er niet op uitgekeken en –gelezen.  

3. Grenspost O, Sint-Jorisweg
Ook de O is al eerder aan bod gekomen (klik hier). De locatie kon niet beter en het (bewegend) kunstwerk is prachtig. Enig puntje van kritiek: de zichtbaarheid van de foto’s op de bladen van de molen.

2. Grenspost M, kruising Hillenweg-Kogelstraat
Blijft voor mij voor altijd verbonden met de voordracht van een aantal anderstalige versies van het Hegelsomse volkslied op 5 april (klik hier). Twee dagen later fietste ik in alle vroegte richting station. Het schemerde nog en boven de weilanden hingen mistflarden waar de maan slechts met moeite doorheen scheen. En ineens doemde aan de Kogelstraat de M op. Pure magie!

1. Grenspost G, Bosstraat
Huis aan huis in Hegelsom opgehaalde kunststof voorwerpen, met elkaar verbonden in een G van aluminium, opgehangen tussen twee bomen. 
Evenals de O een kinetisch kunstwerk en dan heb je mij per definitie al aan je zijde. Nodigt uit tot contemplatie. En ook hier weer: de perfecte locatie. Treinreizigers richting Eindhoven hebben er een gratis attractie bij gekregen. En dan te bedenken dat het de bedoeling is te zijner tijd ook nog verlichting in de G aan te brengen. Fantastisch! 

Klein mysterie 639 – Waers (2)

Een jaar geleden wijdde ik een stukje aan het begrip waers, dat in een aantal Limburgse dialecten voorkomt (klik hier). ‘Hoe vertaal je waers in het Nederlands?’, luidde de vraag. Met koppig? Dwars? Tegendraads? Onwillig? Recalcitrant? Ik kwam er niet uit en verwees ten slotte maar naar een foto (klik hier) die het begrip waersigheid moest illustreren.
De enige serieus te nemen reactie op het stukje kwam uit Sevenum. Dat verbaasde me niets: als het ergens stikt van de ervaringsdeskundigen op het gebied van waersigheid, dan wel in Sevenum (inderdaad, met dit stukje gaat Horst-sweet-Horst aldaar weinig vrienden maken). Zie de recente weigering van het lokale kerkbestuur om zich aan te sluiten bij Horst. Zie het 66 jaar lang naast elkaar bestaan van twee concurrerende coöperatieve banken en boerenbondsafdelingen. Zie de gewoonte om de lendendoek van de corpussen van de veldkruisen blauw op te schilderen (klik hier). Zie de wijze waarop de lokalo’s er hun fiets stallen.
En zo zou ik nog wel even door kunnen gaan. Het grappige is dat de Sevenummers de Horstenaren van oudsher van hetzelfde beschuldigen. Zo beklaagden ze zich al in 1833 over Horst ‘dat altijd moeilijkheden oplevert’, terwijl zij, Sevenummers, gezegend zouden zijn met ‘eenen zagten en vreedzamen aard’. Geloof het alsjeblieft niet, een typischer gevalletje eigen straatje schoonvegen kom je zelden tegen.
Het jongste staaltje Sevenumse waersigheid doet zich voor bij de laatste fase van de aanleg van de Greenport Bikeway. De hele aanleg van het flitsfietspad tussen station Horst-Sevenum en station Venlo dat in overbodigheid concurreert met de Greenport Lane verloopt al met horten en stoten. De laatste fase vormt daar geen uitzondering op. Dat valt nog het beste te illustreren aan de hand van een filmpje dat ik onlangs maakte vanuit de trein. Het begint ter hoogte van Heierhoeve en eindigt net voor aankomst op station Horst-Sevenum. De eerste 57 seconden loopt het rood geasfalteerde fietspad evenwijdig aan de spoorlijn Venlo-Eindhoven. Maar kijk wat er dan gebeurt:
Tussen 0.57 en 1.15 minuut is er ineens geen spoor meer van het fietspad te bekennen. 18 seconden Zaerumse waersigheid! Ergens in de krochten van de website van Greenport Bikeway heet het (klik hier):
‘Ter hoogte van de Grubbenvorsterweg wordt vooralsnog een extra lus van 300 meter gerealiseerd. In verband met grondverwerving kan Greenport Bikeway hier nog niet worden doorgetrokken. Dit is een tijdelijke oplossing, waarvan de fietser weinig hinder ondervindt.’ 
‘Grondverwerving’? Waersigheid zul je bedoelen!
‘Een tijdelijke oplossing’? Hoe lang duurde dat tijdperk van die twee concurrerende coöperatieve banken en boerenbondsafdelingen ook alweer?

Intermezzo – Haegelsum, mien dörpke (3)

Vandaag de voorlaatste aflevering van de serie vertalingen van Haegelsum, mien dörpke. Het wordt wederom een reis over de hele wereld, maar we beginnen om de hoek, in Sevenum. Ton Hermans is verantwoordelijk voor deze vertaling van het Hegelsomse ‘volkslied’ in zijn moederdialect (klik hier voor de tekst in het Hegelsoms en klik op de afbeeldingen om ze te vergroten):
Roger Creusen was zo vriendelijk een vertaling aan te leveren in het meest onverstaanbare Limburgse dialect, het Kerkraads:
Van het Turks valt al bijna even weinig te maken. De vertaling (alleen het refrein) is van Şenel Kara-Çam en Marij Moorman draagt het voor (klik op de pijl om het filmpje te starten):
Het Engels, de op een na meest gesproken taal ter wereld, mocht natuurlijk evenmin ontbreken. De vertaling is van Annie Korstjaans, die achteraf nog met een correctie kwam: I was born in plaats van I am born. Waarvan akte.
Het Hindi staat op de ranglijst van meest gesproken talen op de zesde plaats. Annie Ramesar, Horsterse van Surinaamse afkomst, leverde de vertaling:
Papiamento daarentegen is een heel kleine taal, die wordt gesproken op Aruba. Joris Peeters, Arubaan van Hegelsomse afkomst, vertaalde Haegelsum, mien dörpke in het Papiamento:
We beëindigen onze wereldreis van vandaag in eigen land. En wel in Friesland. Greetje Lep, Hegelsomse van Friese afkomst, met Hegelsom, myn doarpke (klik op de pijl om het filmpje te starten):
  

donderdag 23 april 2015

Ingezonden – Hallo Horst aan de Maas is een ondernemersblad

Een ingezonden bijdrage van Jan Duijf (Kloosterstraat, Horst)! Jan neemt doorgaans geen blad voor z’n mond en doet dat ook ditmaal niet. Over de (voorgenomen) verkoop van de Kasteelboerderij gaat het. En over de berichtgeving daarover door Hallo Horst aan de Maas. Reageren mag, graag zelfs! (Ook in de vorm van een langere bijdrage. Mail die dan naar horstsweethorst@gmail.com en ik zorg vervolgens voor plaatsing.)
Hallo Horst aan de Maas is een ondernemersblad
Een prachtig staaltje van het opereren van Hallo Horst aan de Maas is de manier waarop Eric Janssen, eigenaar van De Lange Horst en potentieel pannenkoekenhuisexploitant, vandaag in het blad een podium wordt geboden om onverbloemd reclame te maken, en support te verwerven, voor zijn geplande overname van de Kasteelboerderij in Horst (klik hier).  

Eric Janssen vermeldt wijselijk niet de sleutelrol die Jan Nabben, voorzitter van het Horster centrummanagement, speelde bij deze ondoorzichtige overname. Janssen is echt niet de eerste Horster ondernemer die blijk geeft interesse in een overname of huur van de Kasteelboerderij te hebben. Persoonlijk ken ik er twee met stevige belangstelling.

Janssen zegt over noodzakelijke renovatie: ‘Met één ton kom je er niet en ook niet met vijf.’ Geloof maar dat hij dus het pand voor een prikkie kan verwerven. Daar gaat ons belastinggeld. Wat zou zo’n pand op een toplocatie op de vrije markt kunnen opleveren? Niet dat het wat mij betreft verkocht moet worden.

Wie is er niet onder de indruk van de 27 vragen die Wim Moorman stelt over de Kasteelboerderij (klik hier): allemaal ter zake doende, to the point en op een passende en volstrekt serieuze toon? Zijn verontwaardiging en teleurstelling als historicus over de gang van zaken rond het rijksmonument en Wim zijn burgerlijke betrokkenheid bij de politiek van Horst aan de Maas klinken er in door. Eventuele machinaties en gekonkel worden alleen al door het stellen van deze vragen aan de kaak gesteld. Als een archeoloog graaft hij een mogelijke publieke, politieke mesthoop op. En dit ruikt toch echt naar doorgestoken kaart.

Hallo Horst aan de Maas repte vorige week met geen woord over een mogelijk op handen zijnde verkoop van de Kasteelboerderij. Waarom verbaast mij dat niet? Omdat, als ik Hallo Horst aan de Maas moet geloven, we in onze gemeente leven in de ‘beste van alle werelden’. In een gemeente die wordt gekenmerkt door een niet aflatende en onstuitbare innovatiedrift van creatieve ondernemers. En die ondernemers zal Hallo Horst aan de Maas nooit tegen de haren in strijken. Daar worden geen noten gekraakt. Nog geen pitje. 
De Hallo is een meester in het voorspiegelen van een ‘Heile Welt’, die ook in Horst aan de Maas niet bestaat. Het blad loopt niet alleen aan de leiband van de middenstand en bedrijven, maar is ook, samen met centrummanagement, hun hoofdpromotor en belangenbehartiger. Daarom schreef het ondernemersblad pas over de Kasteelboerderij, toen er reclame voor de potentiële koper moest worden gemaakt. Op deze wijze wordt de informatie en opinie in Horst aan de Maas gemanipuleerd. 

Ik maak me grote zorgen over de kwaliteit van het medialandschap in onze gemeente:  de berichtgeving over de affaire rond de Kasteelboerderij is mondjesmaat en laat ernstig te wensen over. Zeker als de informatievoorziening van Hallo Horst aan de Maas af blijft hangen, zal dat niet veranderen.

Jan Duijf Kloosterstraat

maandag 20 april 2015

Intermezzo – Man met trilby hoed

Uiterste waakzaamheid geboden: er waart een tweede man met trilby hoed rond in Horst!
Even uw geheugen opfrissen: tot 2011 zag ik in de man met trilby hoed altijd een eerbare man. Zo’n ideale opa die hand in hand met z’n kleindochter een boswandeling maakt, haar onderwijl spannende verhalen met een gelukkige afloop vertellend en terloops ook nog even waarschuwend nooit, maar dan ook nooit, snoepjes aan te nemen van vreemde mannen.
Mijn ogen werden pas geopend toen ik in het voorjaar van 2011 een boekje aanschafte van gerenommeerd grafisch ontwerper Paul Mijksenaar (klik hier). Hij omschreef de man met trilby hoed daarin als ‘a dubious male figure dragging a child somewhere, we would now tend to presume, to act upon dishonourable intentions’. Ai, ai, ai, niks ideale opa, een engerd met dishonourable intentions! Een kinderlokker! 
Hoewel de man met trilby hoed in Nederland al 21 jaar geleden officieel in de ban is gedaan, heeft hij tot op heden in Horst weten te overleven in een klein gebied tussen Wittebrugweg en Burgemeester Geurtsstraat. Mensen worden in die omgeving gelukkig slechts hoogstzelden gesignaleerd, zodat hij z’n lusten noodgedwongen moet botvieren op de aldaar aanwezige flora en fauna. Mogen we dus stellen dat van deze eerste man met trilby hoed de facto maar een beperkte dreiging uitgaat, met de nieuwe man met trilby hoed is dat wel anders: déze gluiperd heeft domicilie gekozen aan de Julianastraat, op nog geen vijftig meter afstand van de ingang van basisschool De Twister. Dat verzin je toch niet! Hij heeft z’n weerloze slachtoffertjes voor het uitzoeken! 
Geluk bij een ongeluk is dat de gladakker zichzelf heeft vastgeketend aan een hek en dat z’n witte busje vooralsnog niet is gesignaleerd.
Maar wat niet is, kan nog komen! Ouders wees gewaarschuwd en prent uw kroost in dat het nooit of te nimmer meegaat met de man met trilby hoed!  

Top 5 – Voor de Hegelsomse Haan te brengen offers

Zeven jaar geleden riep ik de Hegelsomse Haan van Dolf Wong uit tot nummer 1 in de Horst-sweet-Horst top 5 van Horster kunstwerken (klik hier). Korte tijd later verdween de Haan van de plek waar hij meer dan veertig jaar had gestaan: het dak van een gebouw dat onderdeel was van wat op het laatst IPC Dier heette, maar ik altijd ‘de henneschoël’ ben blijven noemen.
Begin april 2010 dook de Haan weer op, nu op de nieuw aangelegde rotonde op de kruising Stationsstraat – Pastoor Debijestraat – Handelstraat. Hoe blij ik ook was over z’n terugkeer, hij had voor mij veel van z’n magie verloren (klik hier):
‘De haan op het dak van IPC Dier was een trotse, ongenaakbare haan: altijd alert, borst vooruit, ik ben hier de baas en niemand doet me wat, ik zal ze allemaal eens een poepje laten ruiken en kom vooral niet aan m’n hennen want dan zwaait er wat. De haan op de rotonde is een getemde haan die een beetje mooi staat te wezen, geen haan die ontzag inboezemt en domineert. Deze haan heeft geen ijzeren greep op z’n omgeving, voor hetzelfde geld zou je ’m zomaar over het hoofd zien. Hij is z’n strijdbaarheid, z’n felheid kwijt.’
Sinds twee weken staat de Haan niet langer op een stok, maar op een 3,5 meter hoge betonnen H. Een hele verbetering, zeker als het beton straks ook nog is begroeid met klimop, zoals de bedoeling is. Heeft de Haan daarmee z’n magie terug? Kort en goed: nee. Alle tralala in z’n nabijheid leidt af en belemmert nog altijd het zicht op de Haan. Het beest is gereduceerd tot decorstuk, terwijl het alle aandacht naar zich toe zou moeten zuigen.
Een nieuwe verhuizing kunnen we de Haan natuurlijk niet aandoen. Zou-ie gezien z’n 50 (!) jaar – soortgenoten van nu mogen blij zijn als ze de 50 dagen halen – vermoedelijk ook niet overleven. Dus zit er weinig anders op dan de omgeving beter toe te rusten voor de Haan. Moeten we verder ook niet moeilijk over doen, kunst vraagt nu eenmaal offers. De Horst-sweet-Horst top 5 van voor de Hegelsomse Haan te brengen offers, opdat die weer als vanouds kan gloriëren:

5. Alle op de rotonde aanwezige beplanting verwijderen en vervangen door gras. Natuurlijk gras welteverstaan, géén kunstgras.

4. De vier wegwijzers rondom de rotonde wegbonjouren en vervangen door vooraankondigingsborden, enkele tientallen meters vóór de rotonde. Of laat ook die achterwege: elke zichzelf respecterende automobilist heeft tegenwoordig toch een TomTom?

3. De rotonde zelf ontdoen van alle storende elementen.
Dus wég met die reclame, wég met de betonnen gevallen waarop die reclame is bevestigd en wég met die volstrekt overbodige rotondebordjes.

2. Alle lichtmasten in de omgeving verwijderen en de rotonde van onderen aanlichten. Dit biedt niet alleen vrijer zicht op de Haan, maar maakt hem ook in het donker tot een baken.

1. Het gebouw van Kempen Communicatie afbreken.
Dit pand probeert de Haan naar de kroon te steken en dat kan onmogelijk de bedoeling zijn.

Klein mysterie 638 – Ashorst (1)

‘Een staaltje horizonvervuiling van zelfs voor Horst ongekende dimensies’, schreef ik op 6 februari 2012 over deze koepels (klik hier):
Ze behoren bij Ashorst BV, dat op zijn beurt weer onderdeel is van het imperium van de Van Asten Group, een fokvarkensbedrijf met vier locaties in Nederland en een in Duitsland. Ashorst zetelt sinds 1991 aan de Veld Oostenrijk en herbergt twintigduizend varkens. Het is een van die agrarische Rupsjes Nooitgenoeg waarvan Horst aan de Maas vergeven is.  
Het patroon is altijd hetzelfde: op een bepaald moment vestigt zich ergens in het buitengebied van Horst aan de Maas een agrarisch bedrijf. Vervolgens dwingen macro-economische ontwikkelingen (zo wordt het ons althans altijd voorgespiegeld) het bedrijf om de zoveel jaar tot uitbreiding. Op een gegeven moment leidt dat onvermijdelijk tot problemen. Op het gebied van ruimtelijke ordening, maar ook op het gebied van verkeer en milieu en soms op het gebied van volksgezondheid.
Problemen op het gebied van ruimtelijke ordening worden in Horst aan de Maas stelselmatig genegeerd. Rijd of fiets voor de aardigheid maar eens door het buitengebied. Voor problemen op verkeersgebied wordt altijd wel een oplossing bedacht, meestal in de vorm van aanleg van nieuwe wegen of de verharding dan wel verbreding van bestaande wegen. Zie de Molenveld- en Molengatweg. Zie de Saarweg.
Dan de problemen op het gebied van milieu en volksgezondheid. Zou je van het Nieuw Gemengd Bedrijf kunnen zeggen dat niet bewezen is dat het schadelijk is voor milieu en volksgezondheid (gewoonweg omdat het er nog niet is), bij Ashorst ligt het anders. Als Ashorst maatgevend is, lijkt het erop dat ook op dat gebied de problemen worden genegeerd of op z’n minst gebagatelliseerd. De mestvergistingsinstallatie van Ashorst, waarvan die koepels onderdeel zijn, leidt namelijk behalve tot horizonvervuiling ook tot luchtvervuiling. Die uit zich onder meer in stank. Onderzoek heeft uitgewezen dat de geuruitstoot aan de Venrayseweg op plaatsen meer dan tweemaal de toegestane waarde bedraagt. Als leek denk je dan: ‘Om milieu en volksgezondheid niet verder te schaden zal die mestfabriek wel stante pede worden stilgelegd, dit te meer omdat voor een aantal onderdelen van die fabriek helemaal geen vergunning is verleend.’ Weer eens helemaal fout gedacht: volgens de plannen wordt alles wat nu nog illegaal is gelegaliseerd én tegelijkertijd de capaciteit van de installatie verdubbeld.
Nog zo’n geijkt Horster patroon: wie stout is krijgt lekkers. Een geagiteerde Thijs Lenssen (SP) trok onlangs in een vergadering van de commissie Ruimte de parallel met de gang van zaken bij het autobedrijf aan de Hofweg (klik hier). De overeenkomsten zijn inderdaad groot. Verschil is wel dat ditmaal óók de volksgezondheid in het geding is. ‘Maar wees gerust, dat probleem is binnenkort opgelost’, beweert het bedrijf, daarin gesteund door de provincie. Die bezwering moet de omwonenden – inmiddels verenigd in een actiegroep (klik hier) – bekend in de oren klinken: al sinds tijden worden ze gepaaid met de belofte van stankvermindering. Feit is evenwel dat de stank de afgelopen jaren enorm is toegenomen.
De gemeenteraad kan in september de voorgenomen uitbreiding nog verhinderen. Gaan we het wonder beleven dat in Horst aan de Maas voor één keer het agrarisch belang het onderspit moet delven?   

Intermezzo – Haegelsum, mien dörpke (2)

Vandaag weer een reis over de hele wereld aan de hand van Haegelsum, mien dörpke. Het officieuze volkslied van Hegelsom werd onlangs in 25 talen en dialecten vertaald. Dit in het kader van Friends ovver de grens, de manifestatie waarmee de Hegelsomse Grensposten op 5 april werden geopend (klik hier). 
We beginnen in Zuid-Amerika. Annie Ramesar, Horsterse van Surinaamse afkomst, vertaalde Haegelsum, mien dörpke in het Surinaams (klik hier voor de Hegelsomse tekst en klik op de pijl om het filmpje te starten):
Over naar Azië. Dankzij de bemiddeling van Jessica Sijbers kwam er een vertaling van het refrein in het Indonesisch (klik op de afbeelding om haar te vergroten):
Ludmila Seroo-Ferroni, Horsterse met Moldavische wortels en Hegelsomse connecties, zorgde voor een vertaling van Haegelsum, mien dörpke in het Moldavisch, dat nagenoeg identiek is aan het Roemeens (klik op de pijl om het filmpje te starten):
We eindigen dicht bij huis: het refrein van het Hegelsomse volkslied in het Tegels, dankzij de inspanningen van opnieuw Jessica Sijbers (klik op de afbeelding om haar te vergroten):