Posts tonen met het label Lei Martens. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Lei Martens. Alle posts tonen

zaterdag 21 juni 2025

Horst aan de Maas in oude ansichten (10) | Groene Kruisgebouw America


‘Kunnen die woningwetwoningen er ook op?’
‘Geen probleem.’
‘En een gedeelte van de woning rechts naast de woningwetwoningen?’
‘Kan, maar dan vallen links wat meters van het Groene Kruisgebouw weg.’
‘Doe maar, dat gebouw is al lang genoeg.’

Lang inderdaad, dat Groene Kruisgebouw. En ondiep, je kijkt er zo doorheen. Transparantie – maar dan echt, lang voordat dat woord tot een hol begrip was verworden. Eindelijk weg met dat bedompte gedoe! Gooi open die ramen en deuren! Licht, meer licht! Wolkjes aan de lucht? Niet miepen, de zon schijnt! Altijd dat optimisme, dat vooruitgangsgeloof dat spreekt uit jaren zestigansichtkaarten. Trots ook. Trots dat zo’n hypermodern gebouw zomaar in America is geland. Trots op die woningwetwoningen, met hun vijf betonnen blokjes boven de voordeur en hun antennes als parasolletjes op de taart. Kleine tegemoetkoming, die blokjes, ter onderdrukking van de nooit verstommende roep om decoratie. Is de overdadig aanwezige, gesloten vitrage in het Groene Kruisgebouw soms een vooruitwijzing? Naar het begin van het einde van de transparantie? Ja, het gebouw staat er nog. Geen schim meer van wat het was. Hermetisch, log, moe en der dagen zat, verstopt achter hagen.

Zou het Nel Kleuskens zijn die daarbinnen loopt, links naast de ingang?

dinsdag 12 maart 2024

Horst in oude ansichten (5) – Zegersstraat

De Zegersstraat. Begin jaren zeventig even gewoond, in de Canadese woningen. Maar een ansichtkaartwaardige straat? Die treurwilg was inderdaad beeldbepalend. Alleen: treurwilgen zonder water in hun onmiddellijke nabijheid zijn als Laurel zonder Hardy, als De Koel zonder VVV, als C zonder A: een beetje treurig. De BLO paste niet op de kaart. In de verte lonkt kruidenier Grubben. Daarvoor, nog in volle glorie, het onovertroffen pand Geurts, van de onovertroffen Lei Martens.

Ansichtkaartachterkant dan. ‘Aan de soos van de Imanuelkerk, Heeswijkplein, Den Haag. Lieve allemaal. Ben lekker in Limburg. Vermaak me best. Groetjes aan bestuur en leden, van mevrouw van W. Af en toe zon.’ Afgestempeld 10 juli 1979. Stempel daarnaast: ‘Postcode. Oh ja!’

Vermaakt ze zich echt best? Nee, ze probeert zich manmoedig staande te houden. Zonder echtgenoot. Drie maanden geleden plotseling gestorven. Haar hondstrouwe steun en toeverlaat. Haar alles. Hoe moet ze ooit haar draai nog terugvinden? De kinderen? Niet tot last zijn, hebben hun eigen zorgen. Limburg? Hadden ze haar aangeraden op de soos. ‘Zal je je best vermaken.’ Af en toe zon. Leugentje om bestwil. De regen valt met bakken uit de hemel en het wordt maar niet droog. Treurwilg. Zonder water in haar onmiddellijke nabijheid.

zaterdag 27 maart 2021

Intermezzo – Garage Willems (3)

‘Weet jij wanneer garage Willems tegen de vlakte gaat? Alles is leeg daar nu, auto’s en hekken ook allemaal weg.’ Aldus Peter Janssen afgelopen dinsdag. Nee, geen idee wanneer garage Willems tegen de vlakte gaat. Dacht dat ooit ‘maart’ was gezegd – wat gezien het bericht van Peter dus wel eens zou kunnen kloppen. ‘Ga ik er vandaag toch nog eens kijken’, schrijf ik Peter terug. En inderdaad:


Garage Willems blijkt niet ontdaan van álles wat het ontsierde, wel van een hele hoop. Anderhalve maand geleden noemde ik (klik hier) garage Willems ‘het mooiste gebouw van Horst’. Enkele zinnen verderop nuanceerde ik dat weer. Maar zonder al die auto’s, zonder die hekken, zonder die reclamedoeken weet ik het opnieuw zeker: garage Willems is het mooiste gebouw van Horst.


Nog maar eens herhaald: een sprankelend, niets verhullend, transparant gebouw. Een gebouw dat is wat het is: beton, veel glas, hoge plafonds, rechte lijnen, licht, geen tierlantijntjes. Een toonbeeld van wederopbouwarchitectuur, een exponent van een tijd(geest).


Ik maak een hele serie foto’s. Hoop op een deur die van het slot is. Tevergeefs. Dan maar van buiten foto’s maken van het interieur.





Onderweg naar iets anders kom ik er woensdag opnieuw aan voorbij. Geopende deuren, lawaai. Buiten zijn twee mannen met elkaar in gesprek. Het blijken de eigenaar en de makelaar te zijn. ‘Mag ik binnen misschien foto’s maken?’ Hoezo dat? ‘Omdat ik dit het mooiste gebouw van Horst vind.’ Jazeker mag ik binnen foto’s maken.





Soms betreur ik het dat ik geen geschoold fotograaf ben. Nu bijvoorbeeld. Het lukt me niet het karakter en de sfeer van het gebouw optimaal in foto’s te vangen. Maar neem van me aan: door garage Willems lopen is een ervaring. De betekenis van de uitdrukking ‘baden in het licht’ dringt hier pas echt goed tot me door. Zonde dat ik het in de foto’s niet tastbaar weet te maken. Kan iemand die gezegend is met meer fotografische kwaliteiten hier niet een reportage gaan maken?


‘En?’, vraagt de eigenaar. ‘Fantastisch! Hartstikke bedankt dat ik foto’s mocht maken. Zo jammer dat het er binnenkort niet meer is.’ Waarop hij alle kwaliteiten van het gebouw opsomt, bijna letterlijk in mijn bewoordingen van hierboven. Een speciale lofzang houdt hij op de betonconstructie. ‘Alleen: het gebouw is niet rendabel te maken, de energiekosten zijn gigantisch.’ Dat neem ik graag van hem aan en ik begrijp dat hij ook niet van de wind alleen kan leven. Toch blijft de pijn.

zaterdag 20 februari 2021

Top 5 – Horster benamingen die ondanks een nieuwe naam toch onder hun oude naam blijven voortleven

‘Is Sport in Biëld ál begôs?’, placht mijn vader zaliger gedachtenis op zondagavond omstreeks zeven uur te vragen. Ook toen Sport in Beeld al tientallen jaren geen Sport in Beeld meer heette maar Studio Sport. Nog extremer was het met het plaatselijke weekblad De Echo van Noord-Limburg: opgericht in 1947 maar in huize Moorman ging het blad tot aan zijn verdwijnen afwisselend door het leven onder de naam ’t Klökske (dialectafkorting voor Kerkklokje, een voorganger van De Echo die bestond van 1930 tot 1932) en Horster Bode (een andere voorganger van De Echo die bestond van 1932 tot 1941).


En vanmiddag heb ik gewandeld in de Kasteelse Bossen (dan wel Kstiëlse Bös dan wel Moelbaerenbos) en niet in Kasteelpark Ter Horst. (Of is die uit 2009 daterende potsierlijke naam intussen samen met Afslag10 op de mestvaalt beland, waardoor je ook officieel weer Kasteelse Bossen mag zeggen?)


Waarmee maar weer eens is bewezen dat er leven is na de dood. De grootste eer die je een verdwenen naam kunt bewijzen: ‘m ook na z’n verdwijning blijven gebruiken. De lijst van postuum voortlevende Horster benamingen zou wel eens behoorlijk lang kunnen zijn en bovendien familie- en gezinsafhankelijk, misschien zelfs buurtafhankelijk. Desondanks wil ik het er toch op wagen, een top 5 van Horster benamingen die ondanks een nieuwe naam toch onder hun oude naam blijven voortleven. Mocht ik er een aantal hebben gemist? Laat maar weten, dan komt er binnenkort een nieuwe top 5. Voor nu zult u het met deze moeten doen:   

5. Vonderseweg


Vonderseweg of Vondersestraat, that’s the question. Al mijn hele leven lijd ik aan het Vondersestraat/weg-dilemma. Ook nadat in 2015 uit diepgaand Horst-sweet-Horst-onderzoek (klik hier) was gebleken dat het Vondersestraat is – nota bene al sinds de jaren zestig – blijft het dilemma nog wel eens opspelen.  

4. ’t Centrum


Zou het zo kunnen zijn dat het aantal mensen dat autobusvervoerder Munckhof Reizen nog altijd ’t Centrum noemt ongeveer even klein is als het aantal mensen dat (voormalig) café ’t Centrum nu Proeflokaal van Horst noemt?  

3. ROZAH / Reindonk


ROZAH is er bij mij na 25 jaar intussen wel zo’n beetje uitgesleten. Omroep Horst aan de Maas is er ook na anderhalf jaar nog niet ingesleten.  

2. Grubben


‘Op het kruispunt bij Grubben rechts.’ ‘De Gebroeders Van Doornelaan? Oh, je bedoelt die straat waar Grubben ligt!’ Naar schatting al een jaar of veertig geen spoor meer te bekennen van minisupermarkt Grubben. Desondanks leeft ze voort in de herinnering. En in de naam. Waarschijnlijk alleen bij mij.

1. Willems & Rietjens


Willems & Rietjens vestigde zich (denk ik) in 1976 in winkelcentrum(pje) Kloosterhof. Naar schatting tien jaar later verdween ‘& Rietjens’ van het toneel en bleef Willems over. Vijftien jaar geleden ging Willems met pensioen en werd Willems Bruna. En toch is Willems & Rietjens blijven voortleven. Misschien nog wel meer dan Willems. Niemand die je meewarig aankijkt als je zegt dat je naar Willems & Rietjens gaat. Hoelang nog?

maandag 15 februari 2021

Intermezzo – Garage Willems (2)

‘Nów ’t nag kán, wà’, zegt de passerende man. Inderdaad. Nu het nog kan, foto’s maken van garage Willems.


Binnen nu en enkele maanden is het gedaan met het mooiste gebouw van Horst. De schepping van de lokale architect Lei Martens uit de jaren zestig van de vorige eeuw moet plaatsmaken voor een appartementencomplex. Ik heb al eerder geschreven hoe zonde dat is (klik hier). Toch doet het weer pijn, nu ik er op deze zonovergoten ijskoude zondagmorgen min of meer toevallig aan voorbijloop.


De kwalificatie ‘het mooiste gebouw van Horst’ gaat misschien wat ver. Als ik morgen langs een andere Horster eyecatcher loop, is beslist de kans aanwezig dat ik die bombardeer tot het mooiste gebouw van Horst. Maar de stelling dat garage Willems behoort tot het allerbeste wat Horst aan naoorlogse architectuur te bieden heeft, zou ik best willen verdedigen.


Probeer het eens: denk het hekwerk weg, denk die geparkeerde auto’s weg, denk al die belettering in al die verschillende lettertypen weg, denk die dichtgeplakte ramen weg. Blijft er dan geen sprankelend, niets verhullend, transparant gebouw over? Een gebouw dat is wat het is: beton, veel glas, hoge plafonds, rechte lijnen, geen tierlantijntjes.


Nee, niet elk gebouw kan en hoeft behouden te worden. Maar dat beeldbepalende naoorlogse gebouwen als het ziekenhuis, de verpleegstersflat en nu garage Willems en ook de gebouwen op het terrein van de voormalige Pluimveevakschool in Hegelsom zonder enige discussie worden gesloopt, stuit me tegen de borst. Venray heeft op dit gebied ook een naam hoog te houden, maar werkt inmiddels wel aan een inventarisatie van wederopbouwarchitectuur. Wat let Horst aan de Maas om hetzelfde te doen?


Wie het allemaal maar onzin vindt, dat behoud van wederopbouwarchitectuur, zou eens een bezoekje moeten brengen aan de voormalige brandweerkazerne in Maastricht. In veel opzichten vergelijkbaar met garage Willems, met dit verschil dat die laatste misschien wel nóg sprankelender is. En dat de brandweerkazerne behouden is gebleven en in een culinaire, creatieve en culturele hotspot is omgetoverd.

donderdag 16 juli 2020

Intermezzo – Garage Willems (1)

‘Pand Willems wordt gesloopt’, kopt Hallo Horst aan de Maas vandaag. Is dat even schrikken! Al kan ik me ook voorstellen dat er mensen zijn die een zucht van verlichting zullen slaken. Toch is – of liever gezegd: was – garage Willems een pareltje uit het oeuvre van de Horster architect Lei Martens (1932-1978). In 2015 wijdde ik een hele serie aan door hem ontworpen panden in Horst. Een van de afleveringen ging over garage Willems. Ik vat die hier even samen (klik hier voor het hele stukje).


Het gebouw, gelegen op de hoek Van Douverenstraat – Doolgaardstraat, is gebouwd als garage voor de gebroeders Martens. Het zal in 1967 of 1968 zijn geopend. Anno nu heeft het veel van zijn glans verloren. De geparkeerde auto’s, de er aan de Venlosewegzijde tegenaan gekwakte woning en al het hekwerk benemen het zicht op de voorgevel van het pand. Dichtgeplakte ramen doen de transparantie teniet. De als woongedeelte bedoelde bovenverdieping maakt een haveloze indruk. 


De bouwtekeningen vergelijkend met de werkelijkheid van nu, blijkt aan het pand zelf weinig veranderd. Maar van het ritme, de strenge symmetrie en de transparantie die uit de tekeningen spreken, valt nauwelijks nog iets te herkennen. Er is teveel dat afleidt – het gebouw heeft zijn dominantie, zijn overwicht op de omgeving verloren. Verworden van eyecatcher tot grijze muis. Alleen de gevel aan de Doolgaardstraatzijde heeft min of meer zijn waardigheid behouden.


Herstel in oorspronkelijke staat zou mijn absolute voorkeur hebben. Maar hiervoor strijden lijkt me vechten tegen de bierkaai. Dit te meer omdat er getuige het artikel van vandaag in Hallo al een nieuwbouwplan gereed is. Twaalf seniorenwoningen komen er volgens wethouder Rudy Tegels. Alwéér seniorenwoningen! Terwijl Horst aan de Maas al is vergeven van de seniorenwoningen! Terwijl in Horst aan de Maas een schreeuwend gebrek is aan huisvesting voor jongeren! Kan de gemeente dan echt niet afdwingen dat op deze plek woonruimte voor jongeren komt?


Het bouwplan is zelfs al gereed. Ook daaraan zal wel niets meer te veranderen zijn. Ik vrees voor een volgend karakterloos complex. Wat zou het niet mooi zijn als hier iets verrees in de vooruitstrevende geest van Lei Martens. Als hommage aan de man die Horst in de jaren zestig in architectonisch opzicht enorm verrijkte.


Een eerder ontwerp van Lei Martens voor de garage werd in 1964 afgewezen door de Welstandscommissie. De bouwtekening is gelukkig wel bewaard. Als er dan ter plekke per se seniorenwoningen moeten komen, is het dan niet alsnog mogelijk hier iets neer te zetten dat refereert aan dat eerdere ontwerp?

maandag 13 maart 2017

Intermezzo – De Horster Maat (5)

Wat is de Horster Maat en is de Horster Maat alleenzaligmakend? In een korte serie gaan Jeu van Helden en ondergetekende op zoek naar antwoorden op deze en aanverwante vragen. Elke aflevering bestaat uit een tweeluik: we determineren de Horster Maat én we doen verslag van gezamenlijke bezoekjes aan mogelijke inspiratiebronnen in Horst en in de nabije omgeving. Aanleiding voor dit alles: de vernieuwbouwplannen voor het Horster winkelcentrum Kloosterhof (klik hier) en andere op stapel staande bouwplannen.

Lef
In de gemeente Horst aan de Maas is de afgelopen jaren een term ontstaan als het gaat om bouwen in de openbare ruimte: de Horster Maat.

Te pas en te onpas wordt de term gebruikt. Hij biedt een vreemd soort houvast, vooral omdat hij niet gedefinieerd is, en zo door iedereen flexibel kan worden toegepast om zijn motieven en meningen kracht bij te zetten.
Wij doen hier een poging om voor eens en altijd die Horster Maat een definitie te geven zodat hij in de toekomst wel daadkrachtig gebruikt kan worden en het voor iedereen duidelijk is wat er precies wordt bedoeld.
Om tot een weloverwogen definitie te komen hebben we de architectuur van de afgelopen vijftien jaar in Horst als graadmeter genomen. Die is immers gebouwd volgens die Horster Maat!
We hebben vijf criteria hiervoor opgesteld, de weerspiegeling van een aantal belangen die we waargenomen en gemeten hebben. Elk criterium heeft z’n eigen meetinstrument. Sommige criteria zijn te klein voor het ene meetinstrument, andere te groot voor het andere meetinstrument.

Vandaag deel 5 in deze serie (klik hierhier, hier en hier voor de delen 1, 2, 3 en 4): lef


Een schuifmaat met maatverdeling van een halve millimeter is ruimschoots voldoende om de mate van lef in de Horster Maat te kunnen meten. Die is namelijk zo goed als niet aanwezig.

In de Horster Maat zijn we altijd op zoek naar de zogenaamde harmonie van gebouwen in hun omgeving en de ogenschijnlijk door alles en iedereen aanvaarde middelmaat die je bijna overal tegen komt. Geen aanstoot geven, geen eigenzinnige keuzes, geen contrast, geen jeugdige overmoed, geen kleur, geen beleving, geen beweging, geen plezier, geen frisse lucht, ... geen lef ... maar wel serieus, plechtig, voornaam en overgoten met een zweem van ‘ben ik even belangrijk’.

Kom op, zet dat raam eens open en laat die frisse lucht binnen, daar knapt Horst van op.

Met respect en bewondering kijken we terug naar de initiatiefnemers, architecten, bestuurders en bouwers van onder meer de Sint-Lambertuskerk, de voormalige Sint-Norbertuskerk en met name Gebouw Mooren, die in hun tijd (de periode ver voor de Horster Maat) wel het lef hadden om met eigenzinnige keuzes gebouwen te maken die de tand des tijds zullen doorstaan, misschien een beetje gedateerd maar wel met een overtuigend en eigen karakter.


Gebouw Mooren

De moderne tijd heeft Horst in de jaren vijftig van de vorige eeuw nog niet bereikt. Horst is met kranten dichtgeplakt. Koesteren wat we hebben, veranderingen met mate en vooral niet te rigoureus. Van achter de gordijntjes houden we goed in de gaten wat er op straat gebeurt. Loopt iemand uit de pas, dan fluisteren we dat het ongehoord is. De middenstanders in hun kleine, benauwde winkels met weinig lichtinval vinden het allemaal wel goed zo: het gaat zoals het gaat en waarom zouden we het anders doen dan onze vaders en moeders, dan onze opa’s en oma’s? Gebouwd wordt er zoals er in de honderd jaar daarvoor is gebouwd. Dingen veranderen? Waarom? Komt alleen maar gepraat van.

En dan ineens, in 1960, wordt deze lethargie doorbroken. Wordt een steen in de vijver geworpen. Door een architect (Lei Martens) en twee ambitieuze middenstanders (de gebroeders Jan en Jef Mooren). Weg met dat benauwde, dat bedompte, dat muffe. Tijd voor een frisse wind. We zetten de ramen open. We gaan het anders doen. Niet op zeker spelen, maar risico nemen en lef tonen. Geen baksteen maar beton. Geen schemerige vertrekjes maar twee grote open transparante ruimtes waarin het daglicht met emmers tegelijk naar binnen stroomt. Niks klein-klein maar een riant winkelpaleis van vier bouwlagen. Niet terugvallen op het oude, maar vernieuwen. We willen vooruit! De moderne tijd houdt eindelijk ook in Horst halt.

Zestig jaar later. Even dreigde Gebouw Mooren gesloopt te worden. Gelukkig is het behouden gebleven. Maar Gebouw Mooren is nog altijd de witte raaf van Horst. Van het optimisme, het vooruitgangsgeloof, het lef waarvan Gebouw Mooren getuigt, valt weinig meer te bespeuren. Het voelt alsof we terug zijn in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Hoogste tijd dat iemand aan de bel trekt, zodat de moderne tijd weer eens halt houdt in Horst.








maandag 4 april 2016

Top 5 – Americaanse attentietegels

Qua Horster stoeptegels en stoeptegelteksten zal de op enkele plaatsen in Sevenum waar te nemen hond-in-de-goottegel (klik hier) voorlopig wel onovertroffen blijven.
Dit neemt niet weg dat elk initiatief om de Horster trottoirs wat op te leuken waardering en steun verdient. Zelf heb ik in het verleden wel eens geopperd om trottoirbanden op te sieren met Horster zegswijzen (klik hier) en om die vreselijke staande reclameborden in het Horster centrum te vervangen door geschilderde stoepreclame (klik hier). Paarlen voor de zwijnen uiteraard.
Enfin, sinds enkele weken telt Horst aan de Maas toch tien nieuwe stoeptegels die het aanzien beslist waard zijn. Ze heten attentietegels en liggen in America, vijf in de Nusseleinstraat en vijf in de Pastoor Jeukenstraat. Elke tegel bevat een historische zwart-wit foto, gemaakt ongeveer op de plaats waar nu de tegel ligt, met een verklarende tekst (klik op deze en de volgende afbeeldingen om ze te vergroten).   
De tegels zijn genummerd, maar de logica in die nummering ontgaat me. Of is er geen logica? Zo ja, waarom zijn ze dan genummerd?
Een ander heel klein puntje van kritiek betreft tegel nummer 10, gelegen aan het uiteinde van de Nusseleinstraat. Die bevat een gezicht op de Nusseleinstraat in 1951.
Mooie foto, daar niet van, maar op deze plek was wat mij betreft een historische foto van het Groene Kruisgebouw van Lei Martens (klik hier) toch echt meer op z’n plaats geweest.
Genoeg gezeurd, hier komt-ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van Americaanse attentietegels:

5. Flauw, flauw, flauw, maar ik kon het niet laten: tegel nummer 9 (aan de Pastoor Jeukenstraat) ligt aan het uiteinde van een parkeervak. En dan krijg je dit:
Gelukkig kent America geen parkeerplaatsgebrek, zodat ik enkele dagen later toch de hele tegel kon bewonderen:

4.
De poserende mannen en vrouwen staan er als versteend bij. De in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigde rechtertoren van de kerk werd na de bevrijding niet meer herbouwd.

3.
De Nusseleinstraat is vernoemd naar Martin Nusselein, het eerste hoofd van de openbare lagere school in America (1888-1905). Bij de school werd een onderwijzerswoning voor hem gebouwd, maar Martin bleef doodleuk zeventien jaar lang vanuit z’n woonplaats Horst op en neer naar America fietsen of lopen. 

2.
Waar nu café Boëms Jeu ligt, bevond zich eertijds het Stationskoffiehuis. Op het bord aan de muur staat als aanbeveling: ‘Hier waarschuwt men voor het vertrek der treinen’. Links het geboortehuis van Huub van Doorne, een van de grondleggers van de DAF.

1.
In het eerste pand links zetelde vijftig jaar lang herenkapper Teun van Heijster, blijkens het onderschrift ‘bekend om zijn altijd dampende sigaar en zijn zgn. Teunkapsels’. Teunkapsels. Kaal? Hanenkam? Bebop? Permanent?