maandag 31 oktober 2011

Klein mysterie 287 – Blauwe dolfijn

t Het nog nooit, nog nooit zo donker west
Of t wer altied wel weer licht


Murw gebeukt door het CDA-gehuichel en kots- en kotsmoe van de parmantigheid en zelfingenomenheid van de voormalige burgemeester van Maastricht wiens naam me even niet te binnen wil schieten, besloot ik zaterdagmiddag een eindje te gaan rijden. En toen werd het plotseling toch weer licht. Op de Grauwveenweg nog wel (nomen non est omen).
Zie ik daar uit een ooghoek iets blauws in een boom hangen? Alle kans dat het een stuk plastic of toch in elk geval iets afvalachtigs betreft. Voor de zekerheid toch maar even terugzetten. Plastic? Afval? Had je gedacht! Een kunstwerk of toch in elk geval iets kunstachtigs!
Uitstappen. Observeren. Determineren. Fotograferen. En vooral: interpreteren.

Ik zou het object willen omschrijven als ‘een op een berkenstronk bevestigde blauwe dolfijn of toch in elk geval dolfijnachtige van piepschuim’.
Veel interessanter dan de omschrijving zijn vragen als hoe het beest hier terecht is gekomen en welke bedoeling erachter steekt. Dat het een restant van een kinderfeestje, speurtocht of oriëntatierit zou betreffen, lijkt me onwaarschijnlijk. Organisatoren van dergelijke activiteiten kun je van veel verdenken, maar de moeite van het fabriceren, verven en op een onmogelijke plaats positioneren van een piepschuimen dolfijn moet zelfs hen te ver gaan. Veeleer denk ik dat iemand heeft gedacht ‘Dat bosje aan de noordzijde van de Grauwveenweg verdient na al die jaren wel eens een blauw accent’. Het zou me namelijk niets verbazen als de dolfijn doelbewust op deze plek is beland. De stronk boort zich bijvoorbeeld op volstrekt natuurlijke wijze in de buik van het dier. Ook vertoont de structuur van de dolfijn grote overeenkomsten met de structuur van de stronk.
En het kan toch geen toeval zijn dat de dolfijn opduikt langs een sloot?
Maar wie is de maker? Een kunstenaar? Een knutselaar? Een kind? En klopt mijn theorie dat iemand dit kunstwerk speciaal voor deze locatie heeft gemaakt? Met welke bedoeling dan?
Nog namijmerend over antwoorden op dergelijke vragen, ben ik intussen weer thuis aanbeland. Onverhoeds zet ik toch weer de televisie aan en hoor Jacobine Geel zeggen dat compassie ‘de ziel, het kloppend hart, de grondtoon’ van het CDA is. Later die dag zullen tientallen CDA’ers twitteren hoezeer ze onder de indruk zijn van de speech van Geel. Dat bedoel ik nou met CDA-gehuichel. Gelukkig is er nog altijd Ede Staal:

t Het nog nooit, nog nooit zo donker west
Of t wer altied wel weer licht



P.S. Dit stukje was al geschreven voordat ik vanochtend de voorpagina van De Volkskrant onder ogen kreeg. Als allemaal klopt wat daar staat, ben ik met m’n ‘huichelachtig’ nog bijzonder mild geweest voor het CDA. Citaat:
‘Het beeld dat de CDA-fractie achter het besluit staat om Mauro uit te zetten, moet uit de weg worden geruimd. Net als de indruk, gewekt door Mauro en zijn pleegmoeder, dat een studie voor de mbo’er niet echt een realistisch perspectief is. Het CDA zal proberen de asielzoeker ervan te overtuigen dat het in zijn belang is wat enthousiaster te doen over deze mogelijkheid. Het liefst voor de camera.’
Dat ook die laatste paar zetels maar snel in rook mogen opgaan.

Top 5 – Mauro-tweets Marlies Janssen-Kusters

Laat ik me voor de verandering eens aan een gevaarlijke exercitie wagen: ik ga een CDA’er prijzen. Ja, ik heb ze nog allemaal op een rijtje en nee, ik ben niet van m’n geloof gevallen.
Waarom het een gevaarlijke exercitie is? Omdat de ervaring me heeft geleerd dat er nauwelijks wezens zijn die meer overeenkomsten vertonen met een kameleon dan CDA’ers. Dus vroeg of laat een corrigerende actualisatie van deze top 5 acht ik niet uitgesloten. Vorig jaar kwam ik al op de koffie toen Ger Driessen zich aanvankelijk unverfroren uitsprak tegen een CDA-PVV-VVD-coalitie en ik hem daarom roemde, totdat hij even later doodleuk Geert Wilders opriep regeringsverantwoordelijkheid te nemen en samen met CDA en VVD een kabinet te vormen.
Iets vergelijkbaars overkwam me met Raymond Knops: vier weken geleden gaf ik ’m een complimentje vanwege z’n heftig verzet tegen de gedwongen terugkeer van Mauro Manuel naar Angola; afgelopen week bleek hoe heftig dat heftig verzet was.
Maar je mag niet alle CDA’ers over één kam scheren. Dus ga ik hier de loftrompet steken over Marlies Janssen-Kusters.
Over veel en van alles heb ik haar de afgelopen jaren veroordeeld, maar nu het er echt om gaat, kan ik niet anders dan mijn welgemeende waardering uitspreken voor het CDA-gemeenteraadslid uit Meerlo (voor alle duidelijkheid: ik ben bloedserieus). Al maanden keert zij zich namelijk tegen uitzetting van Mauro. Middels brieven, middels tweets, middels het door de Horster gemeenteraad loodsen van een Mauro-moet-blijven-motie (klik hier en vervolgens op agendapunt 30), middels het toespreken van het CDA-congres. Hulde!
Mijn top 5 van Mauro-tweets van Marlies Janssen-Kusters, waarbij ik speciale aandacht vraag voor de nummer 1, want van alle honderden Mauro-tweets die ik de voorbije dagen tot mij nam, slaat die misschien nog wel het meest de spijker op z’n kop:

5. Heb een persoonlijk pleidooi gestuurd naar Gerd Leers om Mauro Manuel niet uit te zetten (8 juli)

4. Wat een ontzettende teleurstelling. Verschrikkelijk, geen woorden voor: Mauro Manuel terug naar Angola (19 september)

3. Stop dit onmenselijk gesol, laat Mauro Manuel zijn leven hier opbouwen (26 oktober)

2. Jacobine Geel op CDA-congres: CDA heeft compassie hoog in het vaandel staan. *laat dat dinsdag dan maar eens zien* (29 oktober)

1. Blauwe boorden zijn evenveel waard als witte boorden. Studieregeling aanbieden is kwetsend. Mauro Manuel en anderen zijn hard nodig in Ned (28 oktober)

Top 5 – Mobiele eenpersoons toiletcabines van kunststof

Sinds naar schatting een jaar of tien zijn ze niet meer weg te denken uit de openbare ruimte, de mobiele eenpersoons toiletcabines van kunststof. Naar een van de aanbieders worden ze ook wel Dixi’s genoemd.
Als akker, bouwplaats of evenement hoor je er tegenwoordig niet meer bij als je niet over zo’n poeplelijk ding beschikt. Hetgeen meteen de vraag oproept hoe het er voorheen dan aan toeging op akkers, bouwplaatsen en evenementen.
Weer van een heel andere orde is de hypothetische vraag waaraan ik zelf de voorkeur zou geven als ik op een akker, bouwplaats of evenement de aandrang tot een grote boodschap op voelde komen: aan de mobiele eenpersoons toiletcabine of de vrije natuur? Een hypothetische vraag omdat ik akkers, bouwplaatsen en evenementen zoveel mogelijk mijd en de enkele keer dat ik daar niet in slaag er wel voor zorg dat die aandrang niet ontstaat.
Als lelijkheid maar lelijk genoeg is, krijgt ze ook wel weer iets charmants, iets vertederends. Mobiele eenpersoons toiletcabines van kunststof vormen geen uitzondering op die regel. Kijk op www.toiletlandschap.nl en u begrijpt meteen wat ik bedoel. Het onderwerp leent zich overigens ook prima voor een documentaire. Uitgangspunt: wat maakt een mobiele eenpersoons toiletcabine niet allemaal mee? Interviews met verhuurders, schoonmakers, vervoerders en uiteraard vooral gebruikers. Achtergrondmuziek: The Toilet Song. Titel: The Life and Times of a Portable Toilet Cabin. Als de kwaliteit alleen maar in de buurt komt van 25 Cent, een documentaire over de toiletjuffrouw van het Amstelstation in Amsterdam, zou ik al tevreden zijn.
Dan de top 5 van Horster mobiele eenpersoons toiletcabines van kunststof. Is natuurlijk zo vluchtig als maar zijn kan: de mobiliteit van de dingen maakt dat ze morgen alle vijf ergens anders kunnen staan. Waar is de top 5 op gebaseerd? In elk geval niet op gebruikersgemak of reinheid. Ik heb veel voor Horst-sweet-Horst en nog veel meer voor u over, maar dat ging me nu net een stapje te ver. Bij hoge uitzondering speelde ook schoonheid geen rol bij de beoordeling, ze zijn immers allemaal even lelijk. Nee, het ging me vooral om de relatie tussen de cabine en haar omgeving. Vaag gelul inderdaad, laat ik maar liever snel overgaan tot openbaarmaking van mijn top 5 van Horster mobiele eenpersoons toiletcabines van kunststof:

5.
Wat mij betreft gaan bouwplaatsen en mobiele eenpersoons toiletcabines nooit goed samen en al helemaal niet als die cabine oranje is en ze zich bevindt op een bouwplaats aan de vreselijkste aller Horster straten, de Willem Alexanderstraat. Waarom dan toch deze vermelding in de top 5? Nou, als blijk van medeleven met degenen die gedwongen zijn in deze gribus hun gevoeg te doen.

4.
Niemand vindt het leuk om te worden neergekwakt op de verlaten parkeerplaats van een sportpark. Tenzij … tenzij dat sportpark Oud Aast heet. Dan is het een eer om te worden neergekwakt op de verlaten parkeerplaats van een sportpark.

3.
Heerlijk in het herfstzonnetje achteroverleunen tegen een directiekeet, met uitzicht op de uitlopers van het Meterikse Veld. Wie wil dat nu niet?

2.
Tristesse profonde: desolate cabine in de desolate lange, lange leegte achter het spoor in Griendtsveen.

1.
De modder, de felle zon, het karretje, de wolkenpartijen, de perfecte combinatie van het groene gras en de blauwe cabine: mooier dan aan de rand van deze akker aan de Sint-Maartensweg vind je ze echt niet.

Actualisatie – Verzonken karrenwielen

Hoopvol bericht van het verzonken karrenwielenfront: die top 5 zit er aan te komen! Kleine domper op de feestvreugde: helaas valt niet te ontkomen aan een versoepeling van de aanvankelijk uiterst strenge criteria. De jury heeft besloten de wedstrijd vanaf nu ook open te stellen voor wielen van andere voertuigen dan uitsluitend karren. Bovendien hoeft het materiaal waarvan de wielen zijn vervaardigd niet langer per se van hout te zijn. Anders is het echt onbegonnen werk.
Wel blijft het zo dat de wielen het begin van een oprit dienen te markeren en moet het nog steeds om twee wielen gaan. Dus wees gewaarschuwd: voor één wiel doe ik het beslist niet. Want als iets me de afgelopen weken is opgevallen wat betreft verzonken karrenwielen, is het wel dat je minstens evenveel een- als tweelingen aantreft. Gezien de deplorabele staat waarin ze veelal verkeren, lijkt de veronderstelling dat die eenlingen restanten zijn van tweelingen me niet al te gewaagd.
Mijn overtuiging dat die top 5 van verzonken (karren)wielen er uiteindelijk wel komt, is ook gestoeld op de wetenschap dat ik in Peter Janssen een medespeurder heb gekregen. Hij mailde me gisteren althans: ‘De afgelopen weken heb ik mijn werk gecombineerd met een taak als wagenwielwatcher.’ Zo willen we dat zien, een initiatief dat navolging verdient! Wagenwielwatchers aller landen verenigt u!
Om u een beetje warm te maken hier alvast een foto van twee verzonken (nou ja) (karren?)wielen aan de Driekooienweg (of Drie Kooienweg?) in Evertsoord, een vondst van diezelfde Peter:

woensdag 26 oktober 2011

Actualisatie – Nette jongen

Bericht van een toegewijde dienaar aan Hem van Hierboven:
Op deze gedenkwaardige dag vielen hier in het Ondermaanse barmhartigheid, geloofwaardigheid, christelijkheid en menslievendheid ten prooi aan als ‘rechtvaardigheid’ verpakte kruiperigheid, volgzaamheid, onderdanigheid, slaafsheid en lafheid. Misschien kunt U hier rekening mee houden als U het kaf van het koren scheidt. Wilt U s.v.p. zo goed zijn om ook de Hemelpoortbewaker op de hoogte te brengen? Dank voor Uw hooglijk gewaardeerde aandacht.

maandag 24 oktober 2011

Top 5 – AH-Erlebnisse

Over verkeerde timing gesproken: stopt Albert Heijn na drie jaar met de voetbalplaatjes, keert ie terug in Horst! Nee, die door sommigen gewenste ondergang (alsof het wat uitmaakt of je nu door de kat of door de hond wordt gebeten) van de Plus laat in elk geval nog op zich wachten tot de voetbalplaatjesperiode voorbij is. Als het moet, sta ik daar persoonlijk garant voor.
Woensdag opende Appie, vandaag vers van de pers de top 5 van mijn AH-Erlebnisse (vergeef me de flauwe woordspeling, ik kon het gewoon niet laten) sindsdien:

5. De inrichting. Jammer van de pilaar bij de eerste kassa, verder niets aan te merken op de inrichting. Zonder overbodige rimram, geen de doorgang versperrende aanbiedingen en goddank rechte rijen. Graag had ik u foto’s laten zien van het interieur, maar helaas: fotograferen behoort tot de vijf verboden:

4. De hoofdingang. ‘Albert Heijn maakt de hoofdingang aan de Steenstraat. Aan de achterzijde komt een tweede, ondersteunende ingang.’ Aldus wethouder Leon Litjens in Dagblad De Limburger van 23 augustus. Dit is de hoofdingang:
Dit de ondersteunende ingang:
Dat maakt me wel heel nieuwsgierig naar de definitie die de wethouder hanteert voor de begrippen ‘hoofdingang’ en ‘ondersteunende ingang’.

3. Het boodschappenbriefje. Vier dagen open en je dan al mogen verheugen in internationale klandizie:
Gevonden op het pleintje bij de ondersteunende ingang. Aan een interpretatie waag ik me later wel eens, dit is niet het moment en de plaats (al staat het u natuurlijk vrij me alvast uw interpretatie te mailen).

2. Het winkelwagentje. Wat je verder ook kunt zeggen van Appie: die winkelkarren zijn state of the art.
Hip, sexy, daar wil je mee gezien worden. Zo zet je Aldi, Jan Linders, Jumbo, Lidl en Plus op achterstand.

1. De dakdecoratie. Jarenlang siert de naam ‘Albert Heijn’ het dak van een leegstaand pand.
Dan vestigt er zich een Albert Heijn en wat gebeurt er met de naam? Die verdwijnt!
Logisch is anders.

Actualisatie – Monochromen

Mijn verbeelding is weer eens ingehaald door de werkelijkheid.
Wat ik even aanzag voor monochromen in de traditie van mannen als Yves Klein, Kasimir Malevitsj en Alexander Rodchenko en daarna als geslaagde kleurenexperimenten van Wijers Verf & Wonen, blijkt nu de opmaat te zijn geweest tot het opschilderen van woon- en winkelcomplex Patronaat.
Hoewel de verfbeurt nog in volle gang is, durf ik nu al te spreken van een aanzienlijke verbetering. Van de andere kant: je kan een aap een pak aantrekken, het blijft een aap. Zo lang er niks wezenlijks aan die balkons verandert, blijft het dweilen met de kraan open.
Dat gezegd hebbende, vraag ik me nog steeds af wat er gaat gebeuren met die blinde muur waarop zich de zogenaamde monochromen bevinden. Ik neem aan dat die verdwijnen (ofschoon ze van mij mogen blijven), maar wat komt er voor in de plaats? Komt er wel wat voor in de plaats? Ik herhaal nog maar eens wat ik al op 6 juni schreef: ‘Wat is er eigenlijk op tegen om – naar analogie van de Berlijnse East Side Gallery – van die dodelijk saaie blinde muur van het Patronaat een South Side Gallery te maken?’
Horst heeft namelijk dringend behoefte aan een street art- dan wel graffiti-impuls. De gemeenteraad is daar blijkbaar ook van overtuigd. Onlangs mislukte namelijk een poging van SP-raadslid Anthony van Baal (daar is ie weer) om een artikel in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) opgenomen te krijgen dat ‘handhaven tegen jeugd met graffitimaterialen op zak’ mogelijk moet maken (klik hier en ga vervolgens naar 1.14.00). Dus ik zou zeggen: (aspirant) street art- dan wel graffitikunstenaars grijp uw kans, u zal in Horst niets in de weg worden gelegd!

Klein mysterie 286 – Snoeppapiertjes (2)

Ha, ha, die lezeres die anoniem wenst te blijven toch! Vraagt zich samen met haar man af waar die veelal blauwe snoeppapiertjes in de bossen vandaan komen. Laatst vonden ze er zelfs een thuis voor de deur! Weten ze dan werkelijk niet dat het hier de uitwerpselen betreft van de blauwe fluflu (meer algemeen en minder mensenschuw dan de oranje fluflu en de groene fluflu)?
Aber Spaβ beiseite, het venijn van de e-mail zit ’m duidelijk in de staart. De lezeres werpt daar de vraag op of ík misschien degene ben die die papiertjes achterlaat. Nou vraag ik je! Alleen al het feit dat je op zo’n gedachte komt! Wat denkt die mevrouw wel niet van mij? ‘Rustig nou, ze bedoelt het gekscherend. Dat zie je toch aan die smiley waarmee ze afsluit?’, zult u zeggen. Kan wel zijn, toch voelde ik me er door aangesproken. Want wat u niet weet (en de anonieme lezeres misschien evenmin), is dat ik een groot liefhebber ben van Anta Flu Menthol Mint. En het kan bijna niet anders of de lezeres doelt op de inderdaad blauwe papiertjes van juist die snoepjes.
En dan kan ik wel zeggen dat ik nooit ofte nimmer snoeppapiertjes van welke kleur dan ook achterlaat in de openbare ruimte of dat ik alleen in de bossen vertoef om te joggen (hardlopen en snoepen gaan volgens de lezeres niet samen) of dat ik nooit in de Paes kom omdat die buiten Horst ligt of dat ik niet eens weet waar de lezeres en haar man wonen, maar bewijs dat allemaal maar eens als de politie je midden in de nacht van je bed licht op verdenking van wikkelgooierij. Mocht dat moment zich ooit voordoen, dan staat wel vast dat ik er een bijzonder zware dobber aan krijg mezelf vrij te pleiten.
Je kunt het een beetje vergelijken met een asielzoeker die de Immigratie- en Naturalisatiedienst ervan moet zien te overtuigen dat ie geen gelukszoeker is (alsof geluk zoeken verboden zou zijn). Of met de Pool die moet zien te staven dat ie geen dronkenlap is. Of met de Tienraynaar die aan moet tonen dat ie geen racist is. De communis opinio wil immers dat alle asielzoekers gelukszoekers zijn, alle Polen dronkenlappen en alle Tienraynaren racisten. De grootst mogelijke onzin natuurlijk. Toch zitten alle asielzoekers, Polen en Tienraynaren samen met mij in hetzelfde schuitje: we hebben de schijn tegen.
Zo, als ik de lezeres die anoniem wenst te blijven nú nog niet met een gigantisch schuldgevoel heb opgezadeld, weet ik het ook niet meer. Poets wederpoets!
Sinds ik op 8 oktober in NRC Handelsblad las dat er van de 275 gram van een zak Anta Flu Classic Hoestpastilles 205 van suiker zijn (wat gelijk staat aan 41 suikerklontjes), heb ik trouwens mijn Anta Flu Menthol Mintconsumptie aanzienlijk teruggeschroefd. Maar ja, hoe bewijs ik dat?

Klein mysterie 285 – Snoeppapiertjes (1)

Van een lezeres die anoniem wenst te blijven, ontving ik afgelopen week de volgende e-mail:

Mijn man en ik zitten met een vraag. En omdat jij bekendstaat als iemand die zich bezig houdt met Horster mysteries stellen we deze aan jou. Al jaren vinden wij tijdens onze wandel- en fietstochten snoeppapiertjes in het bos. Het zijn steeds dezelfde, van een bepaald (goedkoop) merk hoestsnoepjes, soms met oranje wikkel, vaker met blauwe wikkel. Je komt ze overal tegen: in de Schaak, de Kasteelse Bossen en de Paes, zelfs in Lottum. Wij vragen ons af wie deze papiertjes in het bos dropt.
Wij hebben al aardig wat theorieën besproken maar komen er niet uit. Joggers komen niet in aanmerking, want hardlopen en snoepen gaat niet goed samen. Het moet iemand zijn die – net als wij – graag fietst en/of wandelt. Maar als je zo vaak in de frisse lucht bent, hoe kun je dan zo’n last van je keel hebben, dat je constant hoestsnoepjes nodig hebt?
Belangrijker nog is de vraag waarom hij of zij als natuurliefhebber (waarom zit ie anders zo vaak in de natuur?) de wikkels niet netjes mee naar huis neemt. Heeft de persoon thuis een snoepverbod en snoept hij of zij stiekem in het bos? Wil de wikkelgooier een spoor achterlaten net als Hans en Grietje? Zo ja, voor wie is dit spoor? Of moeten wij een advertentie in de
Hallo plaatsen met de tekst: WE HEBBEN JE SPOOR ONTDEKT. JE KUNT NU OPHOUDEN!
Omdat het zoveel papiertjes zijn, dachten we ook al aan een groepje wandelaars dat voor de start van ieder uitje een zakje hoestsnoepjes laat rondgaan om die dan één voor één tijdens de wandeling op te peuzelen. De een kauwt zijn snoepje, de ander sabbelt erop, de derde vertelt veel en snoept minder – en zodoende vind je overal in de bossen snoeppapier. Maar in een groepje durf je toch echt geen afval in het bos achter te laten, zou je denken.
Omdat ik laatst een (blauwe) wikkel recht voor onze deur vond, vragen we ons nu af, of wij misschien achtervolgd worden. De wikkels liggen immers daar waar wij vaak wandelen en fietsen. En nu dus ook voor onze deur. Je begrijpt het: het mysterie moet worden opgelost. Misschien is het al voldoende om erover op internet te schrijven zodat de milieuvervuiler weet dat hij in de gaten wordt gehouden.
Er is natuurlijk nog een laatste optie. Uit je blog begrijp ik dat jij nogal veel in en om Horst onderweg bent, ook in de bossen, dus … Er is een kleine kans dat JIJ die wikkelgooier bent. Het lijkt me haast onmogelijk, maar ik wilde het toch niet onvermeld laten ☺


Zo’n uitvoerige e-mail vraagt uiteraard om een reactie: klik hier.

Actualisatie – Kapelkolder (2)

Op zoek naar wat kunstgenot belandde ik vrijdagmiddag in Borgloon. Oók Limburg, wel een kolere eind rijden. Bovendien onderweg allerlei wegwerkzaamheden en files. U kunt zich dus wel een beetje voorstellen in wat voor humeur ik na ruim tweeënhalf uur ter plekke arriveerde. Maar wat kan een schoonheidsbeleving in zo’n geval vervolgens wonderen doen!
Doel van mijn bezoek aan Borgloon was Reading between the Lines, een werk dat het midden houdt tussen kunst en architectuur. Gijs Van Vaerenbergh, een architectenduo bestaande uit Pieterjan Gijs en Arnout Van Vaerenbergh, bouwde op een heuveltop te midden van fruitboomgaarden een doorzichtig kerkje. Op een fundament van gewapend beton rusten dertig ton staal en tweeduizend kolommen.
Vooral door de (geïsoleerde) ligging en de (religieuze) aard van het object dringt zich een vergelijking op met de Bruder-Klaus-Feldkapelle. Maar de kapel van Peter Zumthor in Wachendorf is streng, ascetisch, ongenaakbaar, naar binnen gericht.
De kerk van Gijs Van Vaerenbergh is daarentegen transparant, toegankelijk, uitnodigend, ja zelfs bijna vrolijk. Ze bezit dan ook folly-achtige trekjes.
Op de website van Gijs Van Vaerenbergh staat dat je Reading between the Lines kunt zien als ‘een meta-architecurale reflectie over thema’s als schaal, het grondplan et cetera’. Voor dergelijk gelul ben ik waarschijnlijk te nuchter (of te dom).
Gelukkig staat er ook dat de kerk ‘de visuele ervaring zelf centraal stelt’. Dat begrijp ik dan weer wel. Of je haar nu op een afstandje ziet liggen, er met de neus bovenop gaat staan, haar schuin van beneden, er recht voor staand, met de zon in de rug of tegen de zon in bekijkt: telkens doet de kerk zich in een andere gedaante voor.
Natuurlijk kun je aan Reading between the Lines ook gedachten over de leegstand van kerken, het gebrek aan transparantie van de rk-kerk en nog heel veel meer koppelen, maar voor mij was het de grandioze visuele ervaring die me op slag alle ontberingen van de reis naar Borgloon deden vergeten.
Misschien een idee voor de Hegelsommers die de Sint-Joriskapel weer op willen bouwen (heeft iemand daar het afgelopen jaar nog iets over gehoord) om eens contact op te nemen met Gijs Van Vaerenbergh? Een e-mail is zo gestuurd: info@gijsvanvaerenbergh.com.